• No results found

Dringend gezocht’

In de Aanwijzing wordt de door het Landelijk Overleg Opsporingsberichtgeving (LOO) samengestelde landelijke lijst van dringend gezochte personen als bij- zondere vorm van opsporingsberichtgeving benoemd. Deze lijst is voor bur- gers te raadplegen op de website www.politie.nl. Voorwaarde voor plaatsing op deze lijst is dat er al eerder een opsporingsbericht is uitgegaan waarin de wens tot opsporing van de ‘dringend gezochte’ persoon is kenbaar gemaakt (College van procureurs-generaal, 2009). Verder gelden de eerdergenoemde criteria uit §3.2 (onder punt 2 en 3). Als een persoon eenmaal op deze lijst staat, wordt er periodiek overlegd over de noodzaak dat de persoon op de lijst blijft staan.42

3.5.3 Sociale media

Sociale media betreffen verschillende toepassingen op internet die burgers de mogelijkheid geven om dingen te delen met anderen (Van Osch & Van Zijl, 2011). Voorbeelden zijn Facebook, Twitter, LinkedIn, YouTube en – voorheen – Hyves.43Belangrijke kenmerken zijn de interactiviteit, de gebruikersgeoriënteerd-

heid en het toegankelijke karakter (Frissen e.a., 2008). Diensten als Twitter en YouTube zijn gratis. Het is eenvoudig om je als nieuw lid te registreren en gebruik te maken van het aanbod (Meijer e.a., 2013). Sociale media hebben de afgelopen jaren dan ook enorm aan populariteit gewonnen en worden door veel Nederlan- ders gebruikt om in contact te komen met vrienden of bedrijven en om informa- tie te verzamelen of kennis te verspreiden. In 2013 maken 7,9 miljoen Nederlan- ders gebruik van Facebook (60% van de Nederlanders) en een kwart van de bevolking gebruikt Twitter.44De (dagelijkse) gebruiksfrequentie van deze sociale

media ligt hoog en het bereik is groot. Dergelijke sociale media kunnen dan ook een belangrijke bijdrage leveren aan de eerdergenoemde cocreatie (Bekkers & Meijer, 2010). Sociale media geven de burger snelle, laagdrempelige manieren –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 42 De hoofdofficier die tot plaatsing heeft besloten, gaat ook over het verwijderen van de persoon (College van procureurs-gene-

raal, 2009). Internetsites die worden gebruikt voor opsporingsberichtgeving zijn bijvoorbeeld www.politie.nl, www.vermiste- personen.nl en www.politieonderzoeken.nl. Ook mag er gebruik worden gemaakt van de sites van mediapartners zoals www.avro.nl/opsporing_verzocht om opsporingsberichten te verspreiden.

43 Zie voor uitgebreide uitleg over de verschillende sociale media: Bathoorn (2011). Hyves is onlangs opgeheven. 44 www.marketingfacts.nl. Geraadpleegd op 22 juni 2013.

om te reageren en leveren zo een bijdrage aan de (in)directe opsporing door burgers (Meijer e.a., 2013).

In 2005 schreven Beunders en Muller dat de politie de sociale media inten- siever zou moeten gebruiken bij het politiewerk. In 2013 gebruikt de politie deze media in toenemende mate, met name Twitter. Het aantal accounts en tweets van de politie is enorm, echter, het medium wordt vooral gezien als een kanaal om informatie te verzenden (Meijer e.a., 2013). De telefoon blijft voor de politie het belangrijkste middel om informatie te ontvangen.

Een andere bevinding over het gebruik van sociale media ten behoeve van handhaving en opsporing is dat er weinig inzicht is in de effecten van het gebruik (De Vries, 2011). Verder blijkt dat, waar de politie wel gebruikmaakt van sociale media in de opsporing, er niet goed wordt geregistreerd welke informatie er binnenkomt via deze kanalen (Meijer e.a., 2013). Dit laatste is problematisch, aangezien de regie snel kan worden kwijtgeraakt. Het krachtige interactieve karakter van sociale media vormt ook een risico. Een bericht op Twitter wordt binnen enkele seconden geretweet, waarna de regie over het bericht verdwijnt.45Tweets kunnen door iedereen worden gelezen en iedereen

kan hier weer op reageren (Bekkers & Meijer, 2010).

3.5.4 Amber Alert

In Nederland raken dagelijks kinderen vermist, voornamelijk doordat zij weg- lopen. Deze kinderen worden vrijwel allemaal levend teruggevonden, al dan niet met behulp van publiciteit. In enkele gevallen wordt ervan uitgegaan dat het kind een ernstig risico loopt. Een voorbeeld is (vermoedelijke) ontvoering door een onbekende, met als doel het kind seksueel te misbruiken, waarbij het risico bestaat dat het kind vervolgens door de dader om het leven wordt gebracht.46Voor deze ernstige gevallen is Amber Alert ontwikkeld.47

Amber Alert is een landelijk waarschuwingssysteem onder coördinatie van

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 45 Irma Schijf en Harco Derksen op de Landelijke Dag Vermiste Personen, 5 juni 2013.

46 Een ander voorbeeld van een groter risico is de vermissing van heel jonge (of anderszins kwetsbare) kinderen, die het slacht- offer kunnen worden van een ongeluk als ze gaan dwalen.

47 Het AMBER (America’s Missing: Broadcast Emergency Response) Alert programma ontstond in 1996 in de VS na de ontvoe- ring en moord op het 9-jarige meisje Amber Hagerman. Opsporingsambtenaren en lokale media bundelden de krachten in een protocol voor de inzet van opsporingsberichtgeving bij kinderontvoeringen (Holder e.a., 2012).

het Landelijk Bureau Vermiste Personen (LBVP) van de Landelijke Eenheid, dat kan worden ingezet bij urgente kindervermissingen en -ontvoeringen. Door middel van dit systeem kan de politie snel en relatief eenvoudig een landelijke waarschuwing verspreiden via diverse kanalen zoals websites, sociale media, smartphoneapplicaties, e-mail, sms, tv en radio. Door zo veel mogelijk mensen te alarmeren is de kans het grootst dat een kind veilig teruggevonden wordt (Procedure AMBER Alert Nederland, 2010; www.amberalertnederland.nl, 2012). De deskundigen van het LBVP toetsen of een vermissing aan de urgen- tiecriteria voldoet en wegen samen met de aanvrager af of er wel of geen Amber Alert moet komen (Procedure AMBER Alert Nederland, 2010).

Bijzonder is dat Amber Alert weliswaar kenmerken vertoont van opsporings- berichtgeving, maar dat het inzetten ervan niet direct onder verantwoordelijk- heid van het OM valt. Een Amber Alert is een instrument om hulp te verlenen aan een kind c.q. ouders, die deze hulp behoeven. De politie kan vanuit haar noodhulptaak meteen een grootschalige zoekactie opzetten met behulp van het Amber Alert. Als in een vermissingszaak vervolgens ook een opsporingsonder- zoek wordt gestart, kan het Amber Alert al zijn uitgezonden zonder dat het OM hiervan op de hoogte is gesteld (College van procureurs-generaal, 2009; Hofman e.a., 2011).

Bij de inzet van een Amber Alert gelden bijzondere inzetcriteria. Het vermis- te kind moet onder de 18 jaar zijn en er moet direct levensgevaar bestaan of vrees voor ernstig letsel. Daarnaast moet er voldoende informatie beschikbaar zijn over het slachtoffer, een mogelijke ontvoerder of een gebruikte auto, zodat het uitzenden van een Amber Alert daadwerkelijk de kans vergroot dat het kind gelokaliseerd wordt. Een ander inzetcriterium is dat een Amber Alert zo snel mogelijk na het moment van ontvoering of vermissing moet worden uitgezon- den (Procedure AMBER Alert Nederland, 2010). Tot slot moet er sprake zijn van een signalering van het kind in het Nationaal Schengen Informatiesysteem (NSIS) (College van procureurs-generaal, 2009).

In de Verenigde Staten is onderzoek gedaan naar de effectiviteit van Amber Alert, waarbij gesteld wordt dat het middel niet effectief is bij de gevallen waar- voor het initieel is ontwikkeld: de ontvoeringen van kinderen door een vreem- de waarbij het kind in levensgevaar is. Dit heeft mede te maken met de korte tijdspanne in de zaken waarin een kind ontvoerd en vermoord wordt. Het mid- del zou vooral effectief zijn in het beïnvloeden van de publieke beeldvorming (Griffin & Miller, 2008; Griffin e.a., 2007).

3.6 Risico’s en neveneffecten

In de literatuur worden ook risico’s of beperkingen genoemd die in relatie tot opsporingsberichtgeving in ogenschouw genomen moeten worden. Deze heb- ben enerzijds te maken met het verloop van het opsporingsonderzoek. Ander- zijds zijn er risico’s en negatieve invloeden voor slachtoffers, verdachten en de samenleving. Een derde soort kanttekening hangt samen met de beeldvorming die hand in hand gaat met het gebruik van populaire media.