• No results found

Noordzeekanaal-regio

5.2 Driedoornige stekelbaars in de Noordzeekanaal-regio Verschillende populaties en ecotypes

Driedoornige stekelbaars is één van de weinige vissoorten die zowel in zout/brak water als in zoetwater kan paaien en daarmee als soort extreem flexibel en plastisch is. Er zijn verschillende subpopulaties, vormen, danwel ecotypes binnen de soort aanwezig: de bekendste en meest onderzochte zijn de anadrome trekkende populaties die paaien in zoetwater en opgroeien in brak en zout water (en een belangrijke doelsoort zijn in het Noordzeekanaal en ommelanden), en populaties die hun gehele levenscyclus in zoetwater voltooien en niet migreren. Daarnaast zijn er ook populaties die hun gehele levenscyclus in zoutwater voltooien (Ahnelt 2018). Over deze laatste vorm is veel minder bekend en deze wordt vaak niet goed onderscheiden van de anadrome vorm en zoetwater-populaties. Ahnelt stelt voor deze drie verschillende ecotypen consequent aan te duiden als ‘marine’, ‘anadrome’ en ‘zoetwater’ driedoornige stekelbaars populaties.

Dit maakt deze soort wezenlijk anders dan bijvoorbeeld de paling waar in de Noordzeekanaal-regio het meeste onderzoek naar is uitgevoerd. Bij paling moeten alle intrekkende glasalen van zee afkomstig zijn en zijn deze bovendien gemotiveerd om naar brak en zoetwater naar binnen te trekken. Driedoornige stekelbaarzen aan de zeezijde van het sluizen-complex bij IJmuiden kunnen dus zowel marine (zeer waarschijnlijk niet gemotiveerd om naar Noordzeekanaal te trekken) als anadrome (wel gemotiveerd om naar binnen te trekken) individuen betreffen. Daarnaast is het ook zeer waarschijnlijk dat er driedoornige stekelbaarzen zijn die lokaal in het Noordzeekanaal zelf opgroeien en of daar paaien, of afkomstig zijn van paai in zoeter achterland.

De flexibele en ingewikkelde biologie van deze soort maakt deze interessant en uniek, maar maakt ook de interpretatie van data binnen merk-terugvangst experimenten er niet gemakkelijker op.

Merk-terugvangst onderzoek in het Noordzeekanaal voorjaar 2018

Er is nog weinig bekend van het gedrag van driedoornige stekelbaars in de gehele Noordzeekanaal- regio. De kennis bestaat met name uit de gegevens uit KRW-bemonsteringen en de kruisnetmonitoring zoals die door vrijwilligers wordt uitgevoerd. Waarbij wordt opgemerkt dat de vangstefficiëntie van een 1x1m kruisnet voor driedoornige stekelbaars veel lager is dan voor glasaal.

Gedurende 22 januari – 18 juli 2018 zijn in totaal 6.523 stekelbaarzen gevangen achter de vispassage te Halfweg (>4cm) (Griffioen et al 2019). Met het kruisnetprogramma zijn 216 stekelbaarzen bij Halfweg gevangen (>3cm) en elders langs het Noordzeekanaal 568 stekelbaarzen. Uit de kruisnetbemonsteringen blijkt dat 2018 vergeleken met voorgaande jaren een relatief laag aanbod van driedoornige stekelbaars liet zien (Goverse 2018).

In het voorjaar van 2018 is een pilot uitgevoerd met verschillende batches driedoornige stekelbaars met elk een uniek VIE kleurmerk. In totaal zijn 1.268 stekelbaarzen met een VIE tag gemerkt (veel meer dan vooraf gedacht) verdeeld over 6 groepen. De driedoornige stekelbaarzen waren gevangen aan de zeezijde van IJmuiden of bij Halfweg.

Passage van sluizencomplex

Door groepen te verdelen over de zeezijde, en de kanaalzijde van het sluizencomplex bij IJmuiden kon op basis van de verhouding tussen de verschillende groepen bij terugvangst in het achterland de barrièrewerking worden geschat. Voor driedoornige stekelbaars is een passeerbaarheid van 96% vastgesteld. Ook is er geen significant verschil in migratiesnelheid vastgesteld tussen beide typen groepen dat er op duidt dat er ook bijna geen vertraging is opgetreden om naar binnen te trekken. Dit berust echter slechts op een enkelvoudig merk-terugvangst experiment. Ook voor deze soort lijken de zeesluizen zeer goede passagemogelijkheden te bieden.

Zwemsnelheden

De gemiddelde zwemsnelheid van driedoornige stekelbaars tussen IJmuiden en Halfweg bedroeg 1.896 m/dag (670-7.700 m/dag). Er was geen significant verschil tussen de groepen die aan de binnen- of de buitenzijde van de zeesluis zijn uitgezet. De snelste stekelbaarzen trokken in 2 dagen van het sluizencomplex bij IJmuiden naar Halfweg. Beduidend sneller dan glasaal.

Verspreiding en timing

De vangsten (migratie) van driedoornige stekelbaars bij Halfweg kwam in 2018 ongeveer anderhalve maand eerder op gang dan bij glasaal en liep globaal van 9 maart tot 22 april. Een interessant fenomeen tijdens de dagelijks verrichtte vangsten is het optreden van vangpieken om de 2 tot 7 dagen, wat wellicht verband houdt met het feit dat de soort met name in scholen zwemt.

Aanbodschattingen

Op grond van het uitgevoerde experiment in het voorjaar 2018 kan worden geconcludeerd dat tenminste een deel van de driedoornige stekelbaars, die vanuit het Noordzeekanaal naar de omliggende boezemwateren trekt, afkomstig is van zee. Het aanbod in de Buitenhaven wordt voor voorjaar 2018 geschat op ca. 620.000+310.000 stekelbaarzen. Stekelbaarzen kennen meerdere populaties, zowel trekkende (‘anadrome’) populaties als niet-trekkende populaties, waarbij zowel zoetwaterpopulaties als zoutwaterpopulaties bestaan. Het deel hiervan met migratiedrang (‘anadrome’ populatie) wordt geschat op ca. 94.000+20.000 stekelbaarzen. Dit is berekend op basis van merk-terugvangst van stekelbaarzen, afkomstig van Halfweg (bewezen migratiedrang, ‘anadroom’), die zijn uitgezet in de Buitenhaven.

Driedoornige stekelbaars in de Noordzeekanaal-regio

Omdat de opzet voor het onderzoek naar driedoornige stekelbars veel beperkter was dan voor glasaal en er veel minder voorkennis is van deze soort, is het in dit stadium nog niet mogelijk om een integraal overzicht van het belang van de diverse deelgebieden voor stekelbaars te geven of aan te geven waar knelpunten liggen. Maar de gebruikte onderzoeksmethoden (merk-terugvangst op basis van VIE tagging) zijn geschikt gebleken voor driedoornige stekelbaars. Dit biedt de mogelijkheid om ook voor deze soort hier diepgaander onderzoek naar te doen.