• No results found

Dossiers ten gronde

In document Jaarverslag 2012 (pagina 22-25)

Enquête m.b.t. de relatie tussen de ondernemer en zijn boekhouder

Eind 2011 – begin 2012 verrichtte het BIBF een enquête bij 500 ondernemers en vrije beroepers uit de drie gewes-ten van het land. Deze enquête – met als titel “Vertel ons alles over het contact met uw boekhouder!” – genoot de steun van organisaties die de zelfstandigen en de ondernemingen vertegenwoordigen alsook van de beurs Onder-nemen 2012, waarvan het BIBF één van de partners was.

In aanwezigheid van mevrouw Sabine Laruelle, minister van Middenstand, KMO’s, Zelfstandigen en Landbouw, en in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de eerder genoemde organisaties, lichtten voorzitter Jean-Marie Conter en ondervoorzitter Xavier Schraepen de resultaten van de enquête toe tijdens een persconferentie die door-ging op 13 maart 2012.

De bevraagde ondernemingen erkennen de meerwaarde die een erkende boekhouder(-fiscalist) biedt:

• Meer dan 75% van de ondernemers en de vrije beroepers is tevreden of zeer tevreden over het technische taalge-bruik van zijn boekhouder;

• Bijna 60% beschouwt hem als een bevoorrechte adviseur en partner;

• Van de ondernemers die al een belastingcontrole meemaakten, verklaart 77,71% daarbij goed begeleid te zijn door zijn boekhouder;

• Slechts 21,61% van de bevraagden maakt boordtabellen en reporting (beheersraming) op met zijn boekhouder.

Een andere les die wij uit deze enquête kunnen trekken is dat de boekhouder niet langer moet worden gezien als

“iemand die cijfertjes op een rij zet” maar als een bedrijfsadviseur, vooral in tijden van crisis. De boekhouder moet samen met zijn klant een aantal “knipperlichten” inbouwen in de onderneming en bij de minste afwijking terstond ingrijpen om “de koers bij te stellen”. Voorbeelden van dergelijke “knipperlichten” zijn achterstallige BTW en RSZ, een daling van de productie, een teruglopende omzet,... Door preventieve tools in te bouwen kan men voorkomen dat de onderneming niet optimaal of slecht functioneert. Het is uiteraard de bedoeling om moeilijkheden te ver-mijden via preventie.

De boordtabel is een instrument dat een bedrijfsleider of diens team helpt om een onderneming te “besturen”.

Ze kunnen er zich op baseren om beslissingen en initiatieven te nemen die een doel dienen dat bijdraagt tot de verwezenlijking van strategische doelstellingen. Met behulp van dit managementinstrument kan men de evoluties en de effecten van de werking van een systeem bijsturen en een team samen laten nadenken over een optimale aanwending van de beschikbare middelen. Wat dit laatste punt betreft, toonde de enquête duidelijk aan dat er nog werk aan de winkel is.

21 Het actief werven van klanten

Een Interinstituten-werkgroep stelde een ontwerp van nota en van richtlijn op over reclame en het actief werven van klanten, in het kader van de recente Europese rechtspraak ter zake.

Deze rechtspraak zegt namelijk dat een Instituut niet langer aan een vrij beroep een absoluut en algemeen verbod mag opleggen inzake reclame, het actief werven van klanten en direct marketing.

Er kwamen op dit vlak enkele principes naar voren:

Bij het promoten van zijn diensten mag de beroepsbeoefenaar vrij gebruik maken van elk type van reclame of van elke andere vorm van marketing die hij passend en geschikt acht. Elke reclame of marketingactie door of in naam van de beroeps-beoefenaar moet in overeenstemming zijn met de geldende wettelijke en reglementaire bepalingen, met name m.b.t. het beroepsgeheim, vergelijkende reclame, elektronische com-municatie, enz.

Bij reclame of andere vormen van marketing door hem, in zijn naam of voor zijn rekening draagt de beroepsbeoefenaar (na-tuurlijke persoon of rechtspersoon) de volle tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid voor de naleving van de deontologie en van de punten 2 en 4 van de huidige gedragsregels, zonder dat hij zich ter verdediging kan beroepen op de tussenkomst van tussenpersonen of aangestelden. Vóór hij reclame of een marketingactie in zijn naam en/of voor zijn rekening maakt of toestaat, moet de beroepsbeoefenaar telkens nagaan of deze geen inbreuk vormt op de grondbeginselen die aan de basis liggen van de uitoefening van een economisch vrij beroep.

Dat doet hij door zich de volgende vragen te stellen:

• Bestaat het gevaar dat de reclame of de directe marketingac-tie de bestemmeling misleidt?

• Bestaat het gevaar dat de reclame of de directe marketingac-tie door de bestemmeling en/of de doelgroep wordt ervaren als een beroepsbeoefenaar onwaardig?

• Is de reclame of de directe marketingactie oneerlijk ten op-zichte van de confrater in kwestie en/of andere confraters?

Deze nota werd voor advies overgemaakt aan de Hoge Raad voor Economische Beroepen.

De sociale bijdragen

De berekening van de sociale bijdragen van zelf-standigen is een dossier waar het BIBF nauw bij betrokken is geweest. Het huidige systeem – bijdra-gen berekend op basis van de inkomsten van drie jaar eerder – was niet langer houdbaar. Het komt er namelijk op neer dat men in de slechte jaren hoge sociale bijdragen moest betalen terwijl men in de goede jaren minder sociale bijdragen betaalt, want berekend op de inkomsten in de slechte jaren.

Een andere mogelijkheid bestond erin om zelfstan-digen vrijwillig voorschotten te laten storten op de sociale bijdragen die ze 3 jaar later verschuldigd zouden zijn. Aangezien deze bijdragen fiscaal in mindering mogen worden gebracht in het jaar waarin ze worden betaald, zou men ook de voor-schotten fiscaal in mindering mogen brengen in het jaar waarin men ze stort. Het zou dus voordelig zijn om in de “vette jaren” voorschotten te storten, aangezien zelfstandigen aldus het bedrag van de sociale bijdragen die ze betalen min of meer stabiel zouden kunnen houden.

In de derde hypothese – de juiste en de meest logi-sche – zou men de sociale bijdragen berekenen en betalen op basis van het lopende jaar. Dit voorstel, een initiatief van minister Laruelle, wordt gesteund en verdedigd door de drie Instituten van de cijferbe-roepen (het BIBF, het IAB en het IBR).

22 Wet betreffende de continuïteit van de

ondernemingen

In 2012 werd op het kabinet van de minister van Justitie een aanpassing van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen (WCO) uitgewerkt. Bedoeling:

het huidige artikel 138 van het Wetboek van Vennoot-schappen opnemen in de WCO en het uitbreiden tot alle cijferberoepen. De kwestie was delicaat en gaf binnen de Instituten aanleiding tot verhitte debatten omdat de boekhouder-fiscalist voortaan verplicht zou worden om de voorzitter van de rechtbank van koophandel op de hoogte te brengen wanneer de financiële situatie van een onderneming echt uitzichtloos is.

Deze maatregel kan heilzaam zijn wanneer het de bedoe-ling is “om te redden wat er nog te redden valt” en zo te vermijden dat ook de financiële situatie van andere be-drijven (leveranciers of klanten van deze ondernemingen) in gevaar wordt gebracht. Het BIBF is evenwel gekant tegen deze verplichting wanneer men te maken heeft met bekwame bedrijfsleiders die beseffen welke middelen moeten worden ingezet om de situatie recht te trekken.

De boekhouder is het best geplaatst om als eerste de sig-nalen te detecteren die erop wijzen dat een vennootschap in de problemen zit. Hij moet dat dan melden aan het be-stuursorgaan van deze vennootschap. Komt er geen reac-tie, dan zou deze bepaling de boekhouder in staat moeten stellen om in het algemeen belang de voorzitter van de rechtbank van koophandel in te lichten.

Financiering van het pensioenplan van de bedrijfsleider

Het BIBF heeft zich eveneens op dit vlak ingezet en zijn stand-punt kenbaar gemaakt aan de regering. Voor bestaande, intern gefinancierde pensioentoezeggingen wordt voorzien in een overgangsperiode. Het bestaande bedrag aan provisie mag intern behouden blijven, maar het mag niet meer toene-men. Dit verbod geldt zowel voor toekomstige als voor reeds gepresteerde dienstjaren. Elke nieuwe financiering moet dus volledig extern gebeuren. Externe financiering wordt dus de regel en dat geldt voor alle nieuwe individuele pensioentoe-zeggingen. Het is namelijk de bedoeling om de begunstigde betere rechtsbescherming te bieden: indien een pensioen-toezegging intern wordt gefinancierd en het bedrijf failliet gaat, ziet de begunstigde zijn pensioentoezegging immers meestal in rook opgaan. Anderzijds is er ook een budgettaire reden: het aanleggen van een reserve op de balans was niet onderworpen aan de verzekeringstaks van 4,4%. Door de externe financiering te verplichten, moet er voortaan ook op deze bijdragen een taks worden betaald.

Gemeenschappelijke Raad BIBF-IAB

Op 9 juli 2012 werd een gemeenschappelijke bijeenkomst belegd van de Nationale Raden van het BIBF en van het IAB met als doel de vastlegging van een aantal doelstellingen die de beide instituten ten zeerste aanbelangen en de uitwerking van de strategie om deze doelstellingen te verwezenlijken.

23 Nieuwsbrief Pacioli

In 2012 zette het Instituut de publicatie van de 14-daagse nieuwsbrief Pacioli verder.

Deze publicatie brengt diepgaande artikels over boek-houden, fiscaliteit, sociaal recht, vennootschapsrecht en plichtenleer en sinds 2011 ook verslag over de ver-schillende initiatieven van het BIBF (beurzen, studieda-gen, enz.). In totaal werden 22 nummers gepubliceerd in 2012.

Pacioli werd meer dan 10 jaar geleden voor het eerst uitgegeven en is tegenwoordig één van de voornaam-ste spreekbuizen van het Instituut naar haar leden en stagiairs toe, evenals naar partners uit de economische en politieke wereld.

BIBF-publicaties in 2012

In aanvulling op de nieuwsbrieven en tijdschriften publi-ceert het BIBF tevens werken die beroepsspecifieke on-derwerpen behandelen. U vindt hieronder een lijst van werken uitgebracht in 2012. Deze werden naar alle leden en stagiairs van het Instituut verzonden.

- Belasting- & Beleggingsgids en De Fiscus op zak (mei 2012)

De jaarlijks door het BIBF gepubliceerde Belas-ting- & Beleggingsgids geeft een overzicht van zowel alle nieuwigheden als de bestaande regelge-ving op het gebied van de personenbelastingen.

- De Praktische Gids voor de Invordering van Schulden (november 2012)

Deze publicatie, die bestemd is voor de cijferberoep-beoefenaars en de ondernemers, zet de belangrijkste juridische, boekhoudkundige en fiscale regels uiteen inzake de invordering van schulden. Geïllustreerd met talrijke voorbeelden wil de gids ook een praktisch werk-middel zijn.

BIBF-codex

In 2012 zette het BIBF de uitgave van de BIBF-codex in samenwerking met www.mijnwetboek.be verder.

In deze BIBF-codex vinden de boekhoudkundige en fiscale beroepsbeoefenaars alle wetgeving, nodig bij de uitoefening van hun dagdagelijkse beroepspraktijk, terug. Deze fundamentele wetgeving is verzameld in bijna 1000 pagina’s en vormt een essentieel hulpmiddel voor elke erkende boekhouder(-fiscalist) in de hoeda-nigheid van eerste adviseur van zelfstandige onderne-mers, vrije beroepen of meer algemeen, alle KMO’s. Aan het begin van de stage ontvangt elke stagiair BIBF één gratis exemplaar van de BIBF-codex. Iedere geïnteres-seerde kan zich deze codex aanschaffen. De leden van het BIBF kunnen deze bestellen tegen een voordelige prijs. Aanvullende informatie betreffende aanschaf van de codex kan gevonden worden op www.mijnwetboek.

be . Merken wij op dat deze publicatie sinds 2011 ook beschikbaar is in versies voor Ipad en E-reader.

Jaarverslag 2011

In juni 2012 publiceerde het BIBF zijn zesde jaarverslag bestemd voor de erkende boekhouders(-fiscalisten) en vertegenwoordigers van de economische en politieke wereld. Het kan gedownload worden via www.bibf.be, rubriek «Publicaties».

Website www.bibf.be en de elektronische nieuwsbrief van het BIBF

In 2012 zette het BIBF zijn communicatie via elektroni-sche kanalen verder via haar website www.bibf.be en elektronische nieuwsbrief.

In document Jaarverslag 2012 (pagina 22-25)