• No results found

niveauindicaties

7. Domein E: Literatuur

verhalen, romans, gedichten, enzovoort) en het uitvoeren van en kijken/luisteren naar recitals, toneelstukken, opera's, enzovoort'. Tevens wordt benadrukt dat literaire teksten een belangrijke educatieve functie vervullen, niet alleen door hun bijdrage aan het bewaren van de culturele erfenis van een land, maar ook als stimulus voor intellectuele, morele en esthetische reflectie.

Als tekstsoort komen literaire teksten bij de leesvaardigheid pas op de C-niveaus van het ERK aan de orde. Een directe koppeling van de eindtermen van domein E aan het ERK is daarom niet mogelijk. Het aanbieden van literaire teksten uit buitenlandse literatuur beoogt echter niet alleen de taalverwerving als doel maar ook en vooral - evenals bij het vak Nederlands - de ontwikkeling van de literaire competentie van de leerlingen.

In een studie over de literaire ontwikkeling van leerlingen in het studiehuis onderscheidt Witte zes niveaus van literaire competentie (Witte, 2005 en 2006), waarbij de laagste niveaus vooral gericht op de eigen leesbeleving zijn; in een volgend stadium vertoont het leesgedrag het zoeken naar herkenning en de identificatie met personages en gebeurtenissen. Pas op de hogere niveaus is er sprake van analyserend gedrag en letterkundige verdieping. Om in een volgend stadium van literaire

competentie te komen moet de leerling geprikkeld worden en nieuwe literaire

ervaringen opdoen. Dit betekent dat de docent in het stofaanbod en in het verstrekken van de opdrachten uit moet gaan van het niveau van de leerling. Door de leerlingen leeractiviteiten aan te bieden die hen uitdagen en op korte termijn voldoening schenken kan de ontwikkeling worden gestimuleerd. Leeractiviteiten die niet aan deze voorwaarden voldoen, leiden vaak tot demotivatie en frustratie.

Vanuit deze redeneringen geven we enkele adviezen aan docenten om het onderdeel literatuur binnen de moderne vreemde talen tot zijn recht te laten komen. Zij zijn ook van toepassing op situaties waarin gekozen wordt voor GLO.

Wanneer beginnen met literaire teksten?

In het kader van extensief lezen, of bijvoorbeeld als input voor een opdracht in het kader van 'creatief schrijven', kunnen toegankelijke literaire fragmenten al vanaf een vroeg stadium in de les worden ingezet. Korte verhalen, eenvoudige gedichten of fragmenten uit jeugdliteratuur behoren hier tot de mogelijkheden.

Keuze van literaire teksten

U hoeft zich niet te beperken tot (hele) literaire werken in de oorspronkelijke taal;

indien functioneel, kunt u ook gebruik maken van teksten in vertaling en overwegen om (ook) fragmenten te gebruiken. Voor een breder aanbod en om ruimte te geven aan de verschillende individuele voorkeuren, zou de keuze van literaire teksten zich niet tot één literair genre moeten beperken.

Indien mogelijk, is het gebruik van ondersteunend materiaal zeer aan te raden:

verfilmingen van literaire werken, maar ook foto's, muziek of andere kunstuitingen zoals schilderkunst, stimuleren de verbeelding, zorgen voor afwisseling en bevorderen het leesplezier.

Leesplezier en leeservaring

Het bevorderen van het leesplezier behoort tot de doelen van literatuuronderwijs. Als docent hoop je dat de leerlingen ook na hun eindexamen zullen blijven lezen.

Leesplezier is mede afhankelijk van de inhoud en de complexiteit van de tekst; het kan worden bevorderd door teksten aan te bieden met een grote variatie qua inhoud die

aansluiten bij de interessesfeer van de leerling, waarbij de mate van complexiteit geen grote drempel vormt.

Verwerkingsopdrachten

De aandacht voor de tekst kan worden gestimuleerd door verwerkingsopdrachten te verstrekken die een beroep doen op de persoonlijke beleving van de tekst bij de leerling. Hieronder vallen creatieve opdrachten (zowel in schriftelijke vorm als met gebruik van beeld), dramatisering en toneel, groepsgesprekken naar aanleiding van een opdracht. Het is ook mogelijk om (misschien niet voor alle leerlingen) meer nuances aan te brengen in de opdrachten om een reflecterend en analyserend gedrag uit te lokken, zodat de leerlingen meer diepgang bereiken.

Keuze van verwerkingsopdrachten, verhoging van motivatie bij de leerlingen Wij raden aan om bij de keuze van een thema (indien mogelijk in overeenstemming met de andere talen), een context aan te bieden die de leerlingen aanspreekt.

Daarbinnen moet ruimte zijn voor differentiatie in de verwerkingsopdrachten, om op het individuele ontwikkelstadium van de leerlingen in te spelen. Bied keuzevrijheid waar mogelijk. Bied ruimte voor uitwisseling, reflectie en evaluatie.

Leesdossier

In het nieuwe examenprogramma komt het leesdossier voor het domein literatuur niet voor. Het leesdossier is dus niet verplicht. De school kan beslissen om de leerlingen een leesdossier te laten opbouwen en het binnen het PTA te waarderen. Ook de resultaten van de verwerkingsopdrachten kunnen in het leesdossier worden opgenomen.

Afstemming tussen de moderne vreemde talen en andere vakken

Voor de realisatie van verwerkingsopdrachten is het heel goed denkbaar om aansluiting te zoeken bij (kunst)geschiedenis, tekenen en CKV. Dit kan resulteren in een project met een vakoverstijgend karakter, dat eventueel als onderdeel van het PTA kan worden meegenomen.

U kunt tevens overwegen om voor een thematische aanpak van literatuuronderwijs te kiezen. In dit geval is het aan te raden om te komen tot samenhangende projecten tussen Nederlands en de MVT onder de kapstok van een overkoepelend thema. In het geval van geïntegreerd literatuuronderwijs ligt deze keuze voor de hand, maar het is een denkbare optie ook als literatuur binnen de programma's van de verschillende talen wordt gegeven.

Voor voorbeelden van opdrachten, lesplannen en projecten rondom het onderdeel literatuur verwijzen we naar Bimmel et a. (2007), Geljon (1994), Mulder (1997).