• No results found

Ten slotte rest nog de vraag welke partijen op Twitter het meest bekritiseerd of aangevallen worden tijdens de campagneperiode? Tabel 5 laat zien hoeveel van de negatieve appeals gericht waren op de verschillende politieke partijen.

Tabel 5. Welke partijen zijn doelwit van negatieve campagnevoering in %: Politieke  Partij                          2010                              2012       %   N   %   N   PvdA   25.2   29   32.8   62   VVD   38.3   44   27.5   52   CDA   22.6   26   9.0   17   SP   0.9   1   14.8   28   GroenLinks   3.5   4   3.2   6   D66   2.6   3   4.2   8   PVV   6.1   7   7.9   15  

N = aantal negatieve appeals gericht op betreffende partij

Tabel 5 geeft heel duidelijk aan dat de relatief grotere partijen zoals PvdA en VVD vaker doelwit zijn van kritiek. De relatief kleinere partijen zoals GroenLinks en D66 worden op Twitter veel minder aangevallen. De VVD wordt in 2010 met 38 procent het meest aangevallen op Twitter en in 2012 is dat de PvdA met bijna 33 procent. Verder zijn de tekenen van een tweestrijd tussen de VDD en de PvdA duidelijk af te lezen uit Tabel 5, zowel in 2010 als in 2012 zijn deze twee partijen de meest

bekritiseerde partijen op Twitter. Het is opvallend te zien dat de SP in 2010 nog zo goed als volledig wordt genegeerd als doelwit van negatieve campagnevoering op Twitter. Bij de verkiezingscampagne van 2012 wanneer de SP in eerste instantie op grote winst staat in de peilingen en de campagne een tweestrijd lijkt te worden tussen VVD en SP is te zien dat het aantal negatieve appeals gericht op de SP toeneemt naar bijna 15 procent. Verder is ook te zien dat het CDA in 2012 niet alleen qua aantal zetels verder naar beneden zakt maar ook het aantal negatieve appeals gericht op de partij zakt van bijna 23 procent naar nog maar 9 procent. Dit zijn eerste aanwijzingen om voorzichtig te concluderen dat partijen die het goed in de peilingen vaker worden aangevallen op Twitter dan partijen die op verlies staan in de peilingen.

Conclusie

Negatieve campagnevoering komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten. Lange tijd is dit gezien als een typisch Amerikaans campagnetactiek, die niet zou bestaan in Nederland. Negatieve campagnevoering heeft over het algemeen een slechte reputatie. Een Amerikaanse senator heeft zelfs negatieve campagnevoering omschreven als “the crack cocaine of politics” (Geer, 2006: 1). In Nederland wordt het vaak gelijk gesteld aan ‘modder gooien’ en ‘op de man spelen’. Kortom, negatieve campagnevoering zou bestaan uit harde persoonlijke en vaak suggestieve aanvallen op personen. Maar dit beeld is niet helemaal juist. Negatieve campagnevoering is een campagnetactiek om stemmen te winnen door het beeld dat over andere partijen bestaat negatief te

invloeden. Het gaat om het leveren van kritiek en argumenten om niet te stemmen op een andere partij. De kritiek kan zowel inhoudelijke als persoonlijke punten bevatten.

Onderzoek bewijst dat negatieve campagnevoering ook in Nederland voorkomt. De meeste studies hebben zich echter gebaseerd op data van de Zendtijd voor politieke partijen. Deze geven alleen inzicht in de strategische keuzes van partijen voor de aanvang van de campagne. Dit onderzoek naar negatieve campagnevoering op Twitter vergroot onze kennis van de Nederlandse

verkiezingscampagnes op twee punten. Digitale publiciteit via sociale media wordt een steeds belangrijkere deel van de verkiezingscampagnes. Mijn onderzoek geeft voor het eerst inzicht in de mate, inhoud en richting van negatieve campagnevoering op Twitter. Bovendien biedt het een kijk op de strategische keuzes van partijen gedurende de loop van de verkiezingscampagnes.

Een belangrijke conclusie is dat Twitter over het algemeen niet heel anders wordt gebruikt dan andere campagne-instrumenten. De mate van negatieve

campagnevoering op Twitter komt overeen met de mate van negativiteit in andere campagne-instrumenten. Hoewel het gebruik en de populariteit van Twitter toeneemt, is geen stijging te zien in de mate van negatieve campagnevoering op Twitter. Twitter wordt met name gebruikt om de eigen partij aan te prijzen. Het idee dat de

Nederlandse verkiezingscampagnes steeds negatiever zouden worden, wordt door dit onderzoek niet bevestigd. Veder heeft de inhoud van negatieve campagnevoering op Twitter voornamelijk betrekking op beleidspunten en partijprogramma’s en is

daarmee dus inhoudelijke kritiek te noemen. Persoonlijke aanvallen op het privéleven van politici komen ook op Twitter zelden tot nooit voor. Zelfs Geert Wilders (PVV)

die Twitter actief gebruikt en vaak de media haalt met zijn beledigende taalgebruik, houdt zich wat betreft negatieve campagnevoering relatief rustig tijdens de

campagneperiode. Wel is te zien dat de grote partijen zoals de PvdA en VVD op Twitter veel vaker worden aangevallen dan kleinere partijen zoals de D66 en

GroenLinks. Ook is te zien dat wanneer een partij het heel goed doet in de peilingen en op winst staat, dat die kan rekenen op meer aanvallen en kritiek op Twitter. Zoals de SP in 2012.

Toch laat dit onderzoek ook zien dat negatieve campagnevoering op Twitter anders kan zijn dan de spotjes van de Zendtijd voor politieke partijen. De

voorspellende waarde van de twee indicatoren, verlies in peilingen en oppositie- of regeringspartij, blijkt niet op te gaan voor negatieve campagnevoering op Twitter. In tegenstelling tot eerder studies worden in dit onderzoek geen significante effecten gevonden voor het aanvalsgedrag van partijen. Deze studie heeft een begin gemaakt met het in kaart brengen van het gebruik van negatieve campagnevoering op Twitter. Maar de data is gebaseerd op enkel twee verkiezingsjaren. Bovendien zijn beide verkiezingen vervroegde verkiezingen in verband met het val van een kabinet. Wat dat betreft zijn het dus geen ‘gewone’ campagnes geweest. Voor een vollediger beeld is het noodzakelijk dat Twitter over meer verkiezingsjaren wordt bestudeerd.

Literatuurlijst

Andeweg, R.B & Irwin, G.A 2005 Governance and Politics of the Netherlands, Houndmills Palgrave Macmillan

Brants, K, Kok W, & Van Praag, P 1982, De strijd om Kiezersgunst, Verkiezingscampagnes in Nederland, Kobra, Amsterdam

Brants, K & Van Praag, P 2005, Politiek en Media in Verwarring De verkiezingscampagnes in het lange jaar 2002, Het Spinhuis, Amsterdam

Brants, K & Van Praag, P 2014, De verkiezingscampagne van 2012 Media, Macht & Politiek, AMB, Diemen

Blumer, JG & Kavanagh, D 1999, ‘The Third Age of Political Communication: Influences and Features’, Political Communication, vol. 16, no. 3, pp 209-230

Elmund-Præstekær, C 2010, ‘Beyond American Negativity: Toward a General Understanding of the Determinants of Negative Campaigning’, European Political Science Review, vol. 2, no 1, pp 137- 156

Farrel, D.M & Webb, P 1998 ‘Parties as Campaign Organizations’, Paper presented to the project “Unthinkable Democracy” at the University of California March 13-14 1998

Geer, J.G 2006, In Defense of Negativity: Attack Ads in Persidential Campaigns, Chicago University Press, Chicago

Hansen, K.M & Pedersen, R.T 2008 ‘Negative Campaigning in a Multiparty System, Scandinavian Political Studies’, vol. 31 no. 4 pp. 408-427

Jacobs, K & Spierings N 2014, ‘ …Maar win je er stemmen mee? De impact van Twittergebruik door politici bij de Nederlandse Tweede Kamerverkiezingen van september 2012’, Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, vol. 42 no. 1 pp 22-38

Kruikemeier, S, Van Noort, G, Vliegenthart, R & De Vreese, C 2014, Nieuwe Media, een politieke belofte? In: De verkiezingscampagne van 2012 Media, Macht &

Politiek, pp 107- 124, AMB, Diemen

Larsson, A.O & Moe, H 2012, ‘Stuying political microblogging: Twitter users in the 2010 Swedish election campaign’, New Media Society, vol. 14, no. 5 pp 729-747

Lau, R.R & Pomper, G.M 2001, ‘Negative Campaigning By US Senate Candidates’, Party Politics vol. 7, no. 1, pp 69-87

Lau, R.R & Pomper, G.M 2002 ‘Effectiveness of Negative Campaigning in US Senate Elections’, American Journal of Political Science, vol. 46, no. 1, pp 47-66

Lau, R.R & Rovner I.B 2009, ‘Negative Campaigning’, The Annual Review of Political Science, vol. 12, pp 285-306

Van Aelst, P 2010, ‘Campagneonderzoek in Belgie en Nederland: Een Beknopt Overzicht’, Res Publica vol. 3, pp 285-292

Van der Brug, W & Van der Eijk, C 2005 Welke effecten hadden de campagnes nu eigenlijk? In: Politiek en Media in Verwarring De verkiezingscampagnes in het lange jaar 2002 (p 244- 267) Het Spinhuis, Amsterdam

Van der Brug, W & Walter, A.S 2013, ‘When the gloves come off: Inter-party variation in negative campaigning in Dutch election, 1981-2010’, Acta Politica, vol. 48, no. 4, pp. 367-388

Van Praag, P 2005, De Veranderende Nederlandse Campagnecultuur. In: Politiek en Media in Verwarring De verkiezingscampagnes in het lange jaar 2002 (p 21-43) Het Spinhuis, Amsterdam

Van Praag, P & Brants K 2008, ‘Professioneler, Harder en Populistischer

Veranderingen in de Campagnecultuur na 2002’, Paper voor Thema Bestuurskunde 2003 (3) pp 22- 29

Van Santen, R.A 2009, ‘De Digitale Verkiezingsfolder Voorbij? Partijwebsites in de verkiezingscampagne van 2006’, In: DNPP Jaarboeken pp. 151-175

Voerman, G & Boogers, M 2005, ‘Digitaal informeren en personaliseren’, In:

Politiek en Media in Verwarring De verkiezingscampagnes in het lange jaar 2002, (p 195- 218) Het Spinhuis, Amsterdam

Walter, A.S, 2008 ‘”Met Bos bent U de klos” Negatieve campagnevoering tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2002, 2003, 2006’, DNPP Jaarboek 2007

Walter, A.S & Vliegenthart, R 2010, ‘Negative Campaigning across Different Communication Channels: Different Ball Games?’, The International Journal of Press/Politics, vol. 15, no. 14, pp. 441-461

Walter, A.S 2010, ‘Negatieve campagnevoering in de Nederlandse

consensusdemocratie: de ontwikkelingen sinds Fortuyn’, Res Publica, vol. 3, pp 293- 314

Walter, A.S 2012, ‘Negative Campaigning in Western Europe: Beyond the Vote- Seeking Perspective’, Academisch Proefschrift aan de Universiteit van Amsterdam