• No results found

Doelstelling en onderzoekvragen

Gezien het voorgaande is het goed dat in detail, betrouwbaar en nauwkeurig in kaart wordt gebracht welke factoren van invloed zijn op de koopkrachtontwikkelingen sinds 10 oktober 2010.

Daarbij gaat het, aldus de offerteaanvraag, om prijsopdrijvende maatregelen en koopkrachtuithollende factoren.

De concrete doelstelling van dit onderzoek is: “zicht krijgen op de prijsopdrijvende c.q.

koopkrachtuithollende factoren en om oplossingsrichtingen te kunnen overwegen die de koopkracht kunnen herstellen”.

De offerteaanvraag geeft verder aan dat het onderzoek zal bestaan uit een zestal onderdelen die in de onderstaande tabel zijn weergegeven.

Tabel 1.1 Overzicht onderzoeksvragen Onderdelen Onderzoeksvragen 1. Marktwerking horeca op

Caribisch Nederland

• Wat is de mate van marktwerking binnen de sector ‘ horeca’ (update / uitbreiding Ecorys marktwerkingsonderzoek 2011 voor deze sector) 2a. Prijsontwikkeling Beschrijven:

• Hoe ziet de prijsontwikkeling er uit voor CN, ook in relatie tot de regio (AUA, CUR, SMX)?

- Bijzondere aandacht: prijsontwikkeling sinds de statusverandering en de dollarisering

• Hoe moet de prijsontwikkeling beoordeeld worden afgezet tegen de inkomens (zie 2b)?

Verklaren:

• Welke factoren bepalen de ontwikkeling van de consumentenprijzen?

• In welke mate heeft het nieuwe belastingstelsel bijgedragen aan de prijsontwikkeling? NB: uitsplitsing tussen belastingen en de inning van premies voor volks- en werknemersverzekeringen

• In welke mate heeft de dollarisering bijgedragen aan de prijsontwikkeling?

Onderdelen Onderzoeksvragen

2b. Inkomensontwikkeling • Wat is het beeld van de inkomensontwikkeling van belastingplichtigen van de afgelopen jaren?

- Bijzondere aandacht: verschillen voor en na 10-10-10, inclusief introductie nieuwe belastingregime en sociale premies

• In welke mate heeft het nieuwe belastingregime bijgedragen aan de

inkomensontwikkeling? NB: uitsplitsing tussen (i) belastingen en de inning van premies voor volks- en werknemersverzekeringen en (ii) uitsplitsing tussen de inkomensontwikkeling van werkende en niet-werkende burgers

• Hoe hebben de lonen in verschillende sectoren zich ontwikkeld?

• Wat is de inkomensverdeling (niveau minimumloon en daarboven)?

2c. Ontwikkeling nationaal inkomen (ontwikkeling macro-belastingdruk)

• Wat is het beeld van het ‘nationaal product’ van de eilanden en de ten opzichte hiervan staande belastingdruk?

• Wat was het nationaal product en de ten opzichte hiervan staande belastingdruk voor 1-1-1115

2d. Kredietverstrekking • Wat is het beleid dat banken in Caribisch Nederland voeren op het punt van kredietverstrekking?

• Op welke wijze wegen de banken de terugbetalingscapaciteit van de cliënt mee?

• Hoe moeten rentebetalingen van huishoudens en bedrijven worden

beschouwd als het gaat om de ontwikkeling van het koopkracht/ besteedbaar inkomen?

• Wat is het effect van dit beleid van banken op de financiële situatie en bestedingsmogelijkheden van de betrokken burgers?

2e. Handelsstromen • Wat is de oorsprong van de handelsstromen naar Caribisch Nederland?

• In welke mate zijn deze afkomstig van binnen het koninkrijk (CU en SMX) of (met of zonder overlading) van daarbuiten?

1.3 Methode

Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van diverse bronnen. Allereerst is er gebruik gemaakt van beleidsdocumenten en communicatie tussen de ministeries en de Tweede Kamer. Aanvullende informatie is verkregen door veldonderzoek, met name interviews met zowel bestuurders als met ondernemers en andere betrokkenen bij de diverse beleidsterreinen. Aanvullend is een onderzoek onder huishoudens op de drie eilanden uitgevoerd. Het geeft voor een select aantal huishoudens op de eilanden weer wat de veranderingen als gevolg van de staatkundige aanpassingen voor gevolgen hebben op het gepercipieerde prijsniveau, de inkomens en de koopkracht op de eilanden.

Dit onderdeel is niet als zelfstandig onderzoek bedoeld, maar als illustratie van de bevindingen die uit de andere delen van het onderzoek naar voren zijn gekomen. De informatie die de cases hebben opgeleverd is uiteindelijk onvoldoende om representatieve uitspraken te kunnen ontlenen aan de cases. De participatie op Sint Eustatius was hiervoor onvoldoende en de informatie die uit de cases op Saba naar voren is gekomen was onvoldoende volledig.

Kanttekeningen bij het onderzoek

Er dient een aantal kanttekeningen gemaakt te worden bij dit onderzoek, namelijk:

15 De offerteaanvraag noemt hier 1-1-10; aangezien het belastingstelsel per 1-1-11 is ingevoerd nemen we die laatste datum als peilmoment bij beantwoording van de vraag.

• Ten eerste is van belang dat in dit onderzoek (opnieuw) duidelijk is geworden dat er een beperkte en/of gebrekkige aanwezigheid is van relevante (sociaal-) economische en fiscale data en andere beleidsrelevante informatie. Belangrijke economische ontwikkelingen (economische groei, sectorale ontwikkelingen, toerisme, etc.) zijn niet goed in te schatten.

Hetzelfde geldt voor sociaaleconomische indicatoren zoals werkgelegenheid, inkomens (-verdeling) en bedrijvigheid. Dit speelt voor Bonaire minder sterk dan voor Saba en Sint Eustatius;

• Hieraan gerelateerd is het feit dat er door het wegvallen van het CBS Nederlandse Antillen rond 2010 belangrijke trendbreuken zijn ontstaan in de (waarneming van) data. Voor Caribisch Nederland heeft het CBS Nederland vanaf 2010 en methodologische aanpassingen gedaan.

Deze trendbreuk uit zich bijvoorbeeld in de omvang van de bevolking;

• Rondom de transitie is er op beleidsmatig vlak in korte tijd heel veel gebeurd (invoering dollar, nieuw fiscaal stelsel, nieuw zorgstelsel, verschuiving van bevoegdheden, etc.), waardoor de effecten van de verschillende beleidswijzigingen lastig te ontrafelen is;

• Het uiteenvallen van de Nederlandse Antillen heeft er voor Caribisch Nederland toe geleid dat er een andere relatie is ontstaan met de belangrijkste handelspartners, namelijk Curaçao en Sint Maarten. De effecten van het ontstaan van nieuwe landsgrenzen uit zich het sterkst in de cumulatie van heffingen (importheffingen, BBO), een problematiek die nog altijd niet geheel is opgelost.

1.4 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 gaat in op de belangrijkste beleidswijzigingen die zijn opgetreden tussen 2010 en 2011. Hoofdstuk 3 gaat dieper in op de prijsontwikkelingen en meer specifiek op de factoren die prijsstijgingen kunnen verklaren. Hoofdstuk 4 richt zich op inkomensontwikkelingen, zowel bruto en netto, waarmee ontwikkelingen in koopkracht worden weergegeven. Hoofdstuk 5 beantwoordt enkele meer op zichzelf staande vragen, te weten de kredietverlening en handelsstromen. In de bijlagen wordt ingegaan op, respectievelijk, de verschillende bronnen voor dit onderzoek (Bijlage 1), marktwerking in de horeca (Bijlage 2), de ontwikkeling van de macrobelasting- en premiedruk (Bijlage 3) en de resultaten van het onderzoek onder huishoudens (Bijlagen 4, 4a en 4b).

De belangrijkste conclusies zijn opgenomen in de samenvatting.

2 Belangrijkste beleidswijzigingen en