De volgende vragen gaan over de leerkrachten op uw school. Kunt u bij elke vraag aangeven in hoeverre deze van toepassing is op u en uw collega's?
1. Zeker niet van toe- passing 2. Niet echt van toe- passing 3. Neutraal, niet zeker 4. In enige mate van toepassing 5. Zeker van toepassing
1. Hoe goed lukt het leerkrachten op uw school om leerlingen betekenisvol te laten leren? 2. Hoe goed lukt het leerkracht op uw school om leerlingen het vertrouwen te geven dat zij hun schoolwerk goed kunnen doen?
3. Hoe goed lukt het leerkrachten op uw school om leerlingen moeilijke leertaken te laten uitvoeren?
4. Hoe goed lukt het leerkrachten op uw school om lessen af te stemmen op het niveau van individuele leerlingen?
5. Hoe goed lukt het leerkrachten op uw school om leerlingen na te laten denken over de geboden stof?
6. Hoe goed lukt het leerkrachten op uw school om leerlingen buiten de kaders te laten denken? 7. In hoeverre kunnen leerkrachten op uw school aan leerlingen duidelijk maken wat voor gedrag er van hen verwacht wordt?
8. In hoeverre kunnen leerkrachten op uw school regels en procedures opstellen die het leren bevorderen?
9. Hoe goed kunnen leerkrachten op uw school voorkomen dat een paar leerlingen de sfeer in de klas negatief beïnvloeden?
10. Hoe goed lukt het leerkrachten op uw school
omstorend gedrag in de klas te beperken?
11. Hoe goed lukt het leerkrachten op uw school
om leerlingen de schoolregels te laten volgen? 12. Hoe goed lukt het leerkrachten op uw school om leerlingen zich veilig te laten voelen op school?
Werkbeleving
De volgende vragen hebben betrekking op hoe u uw werk beleeft en hoe u zich daarbij voelt. Wilt u aangeven hoe vaak iedere uitspraak op u van toepassing is door steeds het best passende cijfer aan te vinken? Naast iedere vraag vindt u de volgende 7-punt schaal:
1 = Nooit, 2 = Sporadisch, 3 = Af en toe, 4 = Regelmatig, 5 = Dikwijls, 6 = Zeer Dikwijls, 7 = Altijd. U kunt uw antwoorden baseren op het huidige schooljaar.
Wilt u aangeven hoe vaak iedere uitspraak op u van toepassing is door steeds het best passende cijfer aan te vinken? Naast iedere vraag vindt u de volgende 7-punt schaal:
1 = Nooit, 2 = Sporadisch, 3 = Af en toe, 4 = Regelmatig, 5 = Dikwijls, 6 = Zeer Dikwijls, 7 = Altijd.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
1. Op mijn werk bruis ik van energie. 2. Als ik werk voel ik me fit en sterk. 3. Ik ben enthousiast over mijn baan. 4. Mijn werk inspireert mij.
5. Als ik ‘s morgens opsta heb ik zin om aan het werk te gaan
6. Wanneer ik heel intensief aan het werk ben, voel ik mij gelukkig.
7. Ik ben trots op het werk dat ik doe. 8. Ik ga helemaal op in mijn werk. 9. Mijn werk brengt mij in vervoering
U kunt uw antwoorden baseren op het huidige schooljaar.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
1. Ik voel me mentaal uitgeput door mijn werk. 2. Aan het eind van een werkdag voel ik me leeg.
3. Ik voel me vermoeid als ik 's morgens opsta
en er weer een werkdag voor me ligt.
4. De hele dag met mensen werken vormt een
zware belasting voor mij.
5. Ik voel me "opgebrand" door mijn werk.
6. Ik voel me gefrustreerd door mijn baan.
7. Ik denk dat ik me te veel inzet voor mijn werk.
8. Ik voel me aan het einde van mijn Latijn.
9. Ik heb het gevoel dat ik sommige leerlingen te
onpersoonlijk behandel.
10. Ik heb het gevoel dat ik onverschilliger ben
geworden tegenover andere mensen sinds ik deze baan heb.
11. Ik maak me zorgen dat mijn werk me
emotioneel verhardt.
12. Het kan mij niet echt schelen wat er van
mijn leerlingen terecht komt.
13. Ik heb het gevoel dat leerlingen mij de
schuld geven van hun leerproblemen
14. Op mijn werk word ik vaak lastig gevallen
met persoonlijke zaken waar ik eigenlijk niets mee te maken wil hebben.
15. Ik probeer me afzijdig te houden van de
persoonlijke problemen van mijn leerlingen
16. Ik denk dat ik me goed in de
belevingswereld van leerlingen kan verplaatsen.
17. Ik weet de problemen van mijn leerlingen
adequaat op te lossen.
18. Ik heb het gevoel dat ik door mijn werk het
leven van anderen positief beïnvloed. 19. Ik kan gemakkelijk een ontspannen sfeer scheppen met mijn leerlingen.
20. Als het lesgeven erop zit kijk ik er tevreden
op terug.
21. Ik heb het gevoel dat ik in deze baan veel waardevolle dingen bereik.
22. In mijn werk ga ik heel rustig om met
Mijn werkbehoeften
Kunt u voor de volgende items aangeven in welke mate de bewering in het item van toepassing is op uw werksituatie? Doe dit door het hokje aan te kruisen dat uw mening over die situatie het beste weergeeft. 1. Zeker niet van toe- passing 2. Niet echt van toe- passing 3. Neutraal, niet zeker 4. In enige mate van toepassing 5. Zeker van toepassing
1. Ik heb het gevoel dat ik mezelf kan zijn op mijn werk.
2. De taken op mijn werk stemmen overeen met wat ik echt wil doen.
3. Ik voel me vrij mijn werk te doen zoals ik dat wil.
4. Op mijn werk heb ik vaak het gevoel dat ik moet doen wat anderen mij opdragen. 5. Als ik mocht kiezen, dan zou ik mijn werk anders aanpakken.
6. Ik voel me competent in mijn werk. 7. Ik heb mijn werktaken goed onder de knie. 8. Ik twijfel eraan of ik mijn werk goed kan uitvoeren.
9. Ik ben goed in de dingen die ik doe op mijn werk.
10. Ik heb het gevoel dat ik ook de moeilijkste taken op mijn werk tot een goed einde kan brengen.
11. Ik voel me niet echt betrokken bij de collega’s op mijn werk.
12. Ik voel me onderdeel van het werkteam. 13. Ik kan met mijn collega’s praten over zaken die belangrijk voor mij zijn.
14. Op mijn werk zijn er collega’s die mij echt begrijpen.
15. Ik voel me vaak alleen als we onder collega’s zijn.