• No results found

Discussiepunt 5: De effecten van het rijksbeleid op het wijkgericht werken

In document Wijkgericht werken (pagina 71-74)

Hoofdstuk 9 Wijkgericht werken in Utrecht

9.6 Discussiepunt 5: De effecten van het rijksbeleid op het wijkgericht werken

Bij dit discussiepunt zal per gesproken actor worden uiteengezet hoe zij hierover denken. Volgens mevr. Van der Hoeven zal het vooral effect hebben als er bezuinigd gaat worden op de inzet van ‘werkers’ in de wijk (met name in aandachtswijken), die nu vooral de bewoners ondersteunen met initiatieven en andere problemen die zij hebben. Als die wegvallen dan zal dat volgens haar een uitbreidend effect hebben op de rest van de wijk. Deze bewoners hebben gewoon veel ondersteuning nodig en dat gaat niet vanzelf. Dus als deze werkers dan

wegvallen dan zal het wel een effect hebben op de sociale ontwikkeling in de wijk. Maar hoeveel er bezuinigd gaat worden bij Doenja dat weet ze nog niet. Wat wel duidelijk is, is dat er door de gemeente meer uitbesteed gaat worden in de wijken. Hierdoor kan de situatie ontstaan dat er allerlei verschillende welzijnsorganisaties in de wijk zijn die zich allemaal specifiek richten op één bepaalde taak (maatschappelijk werk, jongerenwerk etc.). En dat maakt het volgens haar wel veel lastiger om tot een goede afstemming, tussen al deze taken, te komen in de wijk. En dat zal volgens haar het wijkgericht werken wel lastiger maken. Volgens mevr. Esser is het belangrijk dat het wijkgericht werken gewoon wordt doorgezet, ondanks alle bezuinigingen. Omdat zij er wel in gelooft dat het goed is om dicht bij de burger te staan en dat je dat met het wijkgericht werken kunt doen door het schakelen tussen de verschillende niveaus. Daarom vindt ze wijkgericht werken ook zo prettig omdat je flexibel kan zijn en het een goed niveau is om gebiedsgericht beleid te organiseren. Ze vindt het wel jammer dat de overheid gaat bezuinigen op de krachtwijkenaanpak en dat iets dat is ingezet voor tien jaar al naar vier jaar weer ter discussie staat. Volgens haar heeft de aanpak, de afgelopen jaren, wel zijn vruchten afgeworpen en is het nu zaak om te kijken hoe je bepaalde

zaken die effect hebben gehad kunt verduurzamen. Maar het wordt volgens haar wel lastig om op dezelfde voet door te gaan, wanneer een groot gedeelte van de financiële middelen

wegvalt. Daarnaast zal de corporatie wel minder investeringscapaciteit hebben en zullen de investeringen op het sociale gebied, van de afgelopen jaren, zeker niet op hetzelfde niveau blijven. Maar op welke manier ze wel doorgaan is nog niet duidelijk. Volgens haar heeft de aanpak al wel wat winst gebracht zoals de organisatiekracht en de commitment. En wordt het nu vooral zaak om samen met de andere corporaties en de gemeente te kijken hoe de

beschikbare middelen zo effectief mogelijk kunnen worden ingezet. Hier kan en zal het wijkgericht werken een belangrijke rol in blijven spelen aldus mevr. Esser.

Voor de wijkaanpak betekent de trendbreuk van het rijk (dus dat ze niet meer financieel ondersteunen) een vermindering van de financiële middelen in het programma van ongeveer 30 procent, aldus dhr. Kors. Maar volgens hem heeft het rijk zich wel gecommitteerd aan de wijkaanpak, alleen doet ze dit met veel minder financiële middelen. De wijkaanpak draait volgens hem niet alleen op de middelen van het rijk maar ook met die van de gemeente en de corporaties. En de gemeente heeft uitgesproken dat ze in ieder geval tien jaar gaat investeren in de aandachtswijken. Daarnaast zullen volgens hem ook de corporaties (in Kanaleneiland) doorgaan met de herstructurering en vernieuwing omdat dit ook voor hen nodig is. Maar hierbij zullen ze zich wel meer gaan afvragen waar zij nou echt verantwoordelijk voor zijn. Ze zullen volgens hem een wat terugtrekkende beweging maken naar hun kerntaken toe en dat zal ook de gemeente doen volgens dhr. Kors. Er zal dus nog strakker gekeken worden wie waar de verantwoordelijkheid voor moet nemen. De grootste opgave wordt volgens hem dan ook hoe alle belangen van de verschillende professionals bij elkaar gebracht kunnen worden tot één gemeenschappelijke agenda. En daarom wordt het wijkgericht werken ook zo

nadrukkelijk op de bestuurlijke en politieke agenda gezet in Utrecht, omdat er nog strakker gekeken moet worden naar hoe de middelen zo effectief mogelijk kunnen worden ingezet op wijkniveau. Het wijkgericht werken wordt in Utrecht gezien als een middel waarmee je deze middelen zo efficiënt mogelijk zou kunnen inzetten, zodat je ook met minder middelen toch nog resultaat kunt behalen. De komende jaren zal het volgens dhr. Kors allemaal even iets minder worden, maar volgens hem zijn de macro economische ontwikkelingen (in de woningmarkt, arbeidsmarkt etc.) velen malen belangrijker. Want deze ontwikkelingen bepalen voor een groot gedeelte wat je in de wijk kunt doen volgens dhr. Kors. En daarbij is het wijkgericht werken dan weer een goed middel om dit, door goed en effectief samen te werken, uit te kunnen voeren. Omdat het wijkgericht werken zich kenmerkt door het samenwerken op een overzichtelijk schaalniveau (dit kan wijkgericht, buurtgericht of locatiegericht zijn) en daarbij de juiste actoren bij elkaar te brengen. Hierdoor wordt uiteindelijk volgens dhr. Kors, juist door de bezuinigingen, de noodzaak om nog gerichter wijkgericht te werken alleen maar belangrijker.

9.7 Conclusie

De gemeente Utrecht kenmerkt zich door een lange traditie van wijkgericht werken, de eerste wijkbureaus werden al in de jaren tachtig geopend. Waar het wijkgericht werken zich in de begin jaren nog op een aantal probleemgebieden concentreerde is het nu in alle wijken doorgevoerd. Het wijkgericht werken heeft in Utrecht een ontwikkeling doorgemaakt waarin de participatie van bewoners en ondernemers een steeds belangrijkere rol is gaan spelen. Zo zijn er wijkraden opgericht die een belangrijk overlegorgaan zijn en is er budget voor bewonersinitiatieven vrijgemaakt om de participatie van bewoners te ondersteunen. Het wijkgericht werken zelf wordt door de gemeente vooral neergezet als een intern begrip: een manier van samenwerken tussen de verschillende diensten.

gemeente. Voor wat betreft de doelen die gesteld worden met het wijkgericht werken dan kan er een onderscheid gemaakt worden tussen procesdoelen en concrete inhoudelijke doelen (bijvoorbeeld bij de krachtwijkenaanpak). Het doel van het wijkgericht werken is vooral om het participerend vermogen van bewoners en ondernemers zoveel mogelijk te ondersteunen en ruimte te bieden. Dit is uiteraard een vrij vaag omschreven doel, maar wordt dan ook niet als doel opzich gezien in de trant van dat er harde afspraken over gemaakt worden. Het

wijkgericht werken wordt vooral gezien als een goed middel om bewoners en professionals in de wijk samen te brengen, zodat zij zich inzetten voor de wijk.

Daarmee komen we dan ook direct bij het tweede discussiepunt. Het wijkniveau blijkt ook in Utrecht niet echt aan te sluiten bij de beleving van bewoners. Maar daar is het wijkgericht werken dan ook niet voor bedoeld. Het is vooral bedoeld als een organisatiemiddel voor de gemeente en de professionals. En van daaruit wordt dan geschakeld naar een niveau dat wel aansluit bij bewoners. Meestal is dit dus op buurtniveau maar afhankelijk van het onderwerp kan dit veranderen.

Als je kijkt naar in hoeverre de bewoners nou de verantwoordelijkheid krijgen en zich serieus genomen voelen bij de participatie, dan valt op dat er een aantal knelpunten zijn. De gemeente wil graag dat bewoners meer zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun directe

woonomgeving in het kader van de ‘zelfredzame’ burger, maar in de praktijk blijkt dat bewoners in veel gevallen een afwachtende houding aannemen en van de gemeente verwachten dat zij het wel oplossen. In de meeste gevallen zit de participatie dus op het niveau van meedenken en actief de verantwoordelijkheid nemen in de uitvoering gebeurt maar heel weinig. Over het algemeen zijn het ook dezelfde soort bewoners (blanke oudere mannen) die participeren bij wijkbrede thema’s en die zich laten zien op bewonersavonden. Hierbij voelen ze zich niet altijd serieus genomen en dat komt aan de ene kant omdat bewoners soms verwachten dat ze meer invloed kunnen hebben dan dat de gemeente hen heeft aangegeven en aan de andere kant omdat er vaak geklaagd wordt dat er geen

terugkoppeling plaatsvindt. Vooral jongeren en allochtonen zijn heel moeilijk te bereiken door de gemeente en professionals. Dit geldt dan vooral voor de participatie in de uitvoering en planvorming van beleid. Want bij bewonerinitiatieven zie je dat dit soort groepen

bewoners, vooral door de ondersteuning van zelforganisaties, wel vaker actief zijn. Op dit punt zou de gemeente dan ook meer kunnen doen om vooral dit soort vormen van participatie te ondersteunen, omdat deze vaak hard nodig zijn in wijken met een grote problematiek. Dit sluit ook mooi aan bij het vierde discussiepunt waarbij het dus vooral leeft in de gemeente Utrecht om bewoners nog beter te ondersteunen om met initiatieven te komen, waarmee ze zelf de verantwoordelijkheid nemen voor hun directe woonomgeving. Al vindt de gesproken wijkmanager wel dat de gemeente verantwoordelijk is voor een bepaalde basiskwaliteit. Maar deze omvorming naar een meer zelfredzame maatschappij vraagt wel veel tijd en inzet van professionals. Deze tijd wordt niet altijd gegeven door de gemeente volgens de gesproken teamleider participatie. Zij is dan ook bang dat met de nieuwe bezuinigingen ‘werkers’ in de wijk gaan verdwijnen wat dit nog lastiger maakt en wat uiteindelijk een uitbreidend effect heeft. Maar volgens de wijkmanager zullen vooral de macro economische ontwikkelingen bepalend zijn voor de ontwikkelingen in de wijk. Toch zullen ook de corporaties minder investeringscapaciteit hebben en dat zal vooral te merken zijn in een afname aan sociale activiteiten. Het zal de komende tijd vooral zaak worden om te kijken hoe de beschikbare middelen effectief kunnen worden ingezet op wijkniveau en hoe er met alle verschillende belangen (van gemeente en professionals) tot een gezamenlijke agenda gekomen kan worden. En daarin ligt nou juist de kracht van het wijkgericht werken, dus het organiseren van alle professionals om tot een gezamenlijke agenda te komen. Daarom zal het wijkgericht werken in de toekomst alleen maar belangrijker worden in Utrecht.

In document Wijkgericht werken (pagina 71-74)