• No results found

Discussie

In document Vormen van Verbinding (pagina 50-52)

6.1 Validiteit onderzoek

Wanneer de validiteit van het onderzoek bekeken wordt, komt ten eerste naar voren dat de literatuurstudie uitvoerig is gedaan. Het geeft vanuit meerdere hoeken en disciplines inzicht in de manier waarop in de Westerse samenleving sociale-verbindingen en gemeenschap tegenwoordig vorm krijgen. Al deze bronnen geven een gefundeerd en consistent beeld van de werkelijkheid. Een maatschappij waartoe o.a. Nieuw- Westenwind zich moet verhouden. Door deze grondige studie, is het mogelijk om de ervaringen binnen Nieuw-Westenwind in perspectief te plaatsen. Zeker ook doordat christelijke gemeenschapsvorming vroeger en in de huidige tijd en samenleving is onderzocht. Hierbij zijn duidelijke karakteristieke kenmerken van de christelijke gemeenschap behandeld en gekeken wat de plaats was, is en kan zijn van een christelijke gemeenschap binnen de bredere maatschappij. Ten tweede is praktijkonderzoek gedaan in de breedte van Nieuw-Westenwind. Niet alleen is vanuit de organisatie gekeken, maar ook zijn allerlei betrokkenen bevraagt en onderzocht. De verschillende methoden van onderzoek vullen elkaar goed aan en brengen voldoende relevante informatie naar voren m.b.t het thema gemeenschapsvorming.

6.2 Verklaringen resultaten

De resultaten uit het onderzoek zijn redelijk in een lijn met elkaar. Daarbij valt op dat de literatuurstudie ondersteunend is geweest in het verklaren van de praktijkresultaten. Beide onderzoeken brachten dan ook geen geheel onverwachte resultaten naar voren. Zo is voorafgaand aan de literatuurstudie aangenomen dat onze huidige individualistische en geseculariseerde maatschappij druk zet op het gemeenschapsleven. Dit werd mede bevestigd door de resultaten uit de praktijk, waarbij het opvalt dat veel gedacht en gehandeld wordt ten gunste van het individu.

Wanneer teruggekeken wordt naar het onderzoek, is het niet verwonderlijk dat gemeenschapsvorming zeer uitdagend is gebleken voor Nieuw-Westenwind. Regelmatig blijkt dan ook uit andere praktijkervaringen met gemeenschapsvormende initiatieven dat het vormen van een gemeenschap vaak heel veel tijd en energie vergt. Het is dan ook niet verassend dat de verwachtingen en plannen m.b.t. gemeenschapsvorming, lastig te realiseren zijn geweest in tijdsbestek van drie jaar.

Een tijdsbestek van drie jaar is gewoonweg te kort om duurzame gemeenschappen op te bouwen. Daarbovenop lijken diegene die het projectplan hebben bedacht voor Nieuw-Westenwind niet geheel de weerbarstigheid van het werkveld en de realiteit te erkennen. Hierdoor ontstaat een kloof tussen diegene die de plannen maken en de pioniers zelf. Onrealistische verwachtingen rondom christelijke gemeenschapsvorming was duidelijk zichtbaar.

Het werken op twee fronten heeft het voor Nieuw-Westenwind ook lastiger gemaakt om echt gemeenschappen te doen opbloeien. Waar dit beter lukt, zie je bovendien dat meer op gemeenschapsvorming gefocust is. Zo maakt een vaste locatie, een gedeeld uitgangspunt en een afgebakende doelgroep het gemakkelijker om een gemeenschap te vormen. Tenslotte dient meegenomen te worden dat het specifieke karakter van de beoogde gemeenschappen, namelijk een christelijke gemeenschap, het allemaal niet eenvoudiger maakt. In een pluriforme, geseculariseerde en post-christelijke maatschappij zullen veel mensen zich dan ook niet aangesproken voelen om deel te worden van een specifiek gerichte geloofsgemeenschap. Laat staan dat deze gemeenschap dan ook nog van een dergelijke grootte (300 personen) zal zijn als gesteld is in het projectplan.

Samenvattend, zijn meerdere oorzaken die zorgen dat christelijke gemeenschapsvorming dermate lastig te realiseren is geweest. Zo zijn allereerst duidelijke sociologische verklaringen gevonden. Bovenal de ontwikkeling van onze Westerse samenleving in samenhang met de huidige tijdsgeest. Anderzijds zijn de verwachtingen, opzet en aanpak van Nieuw-Westenwind, ook niet altijd realistisch of helpend geweest om duurzame gemeenschappen te laten ontstaan.

6.3 Beperkingen onderzoek

Als we kritisch kijken naar het onderzoek zijn een aantal mogelijke beperkingen te ontdekken. Zo is gekozen om alleen binnen de pioniersplek Nieuw-Westenwind onderzoek te doen. Deze keuze is gebaseerd op de omvang en inzet van dit onderzoek. Hoewel andere pioniersplekken niet zijn meegenomen, wil dit geenszins zeggen dat dit onderzoek daardoor geen relevantie heeft voor het bredere pioniersveld. Verder is beperkt onderzoek gedaan onder de doelgroep van Nieuw-Westenwind. Alleen mensen die op enige wijze betrokken zijn of waren zijn benaderd. Dit is bewust gedaan, omdat het niet mogelijk bleek om mensen die wel onder de doelgroep vallen, maar geen connectie met Nieuw-Westenwind hebben te interviewen.

6.4 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek

Dit onderzoek heeft zijn kaders en daarmee is het vanzelfsprekend gelimiteerd. Omdat de thematiek en materie van gemeenschapsvorming, zeer complex is, kan vervolgonderzoek een zekere aanvulling bieden. Hieronder vindt u enkele mogelijkheden voor vervolgonderzoek.

• Diepgaander onderzoek naar de beweegredenen van mensen wanneer het gaat om aansluiting zoeken bij een gemeenschap, zou meer inzicht opleveren in het sociale aspect van de mens. Denk hierbij aan (sociaal)-psychologisch onderzoek. In dit onderzoek is m.n. gefocust op sociologische factoren en in minder mate op de psychologische drijfveren van mensen.

• Breder onderzoek dient onder de doelgroep van Nieuw-Westenwind gedaan te worden. Vooral die mensen die nu nog geen connectie hebben met Nieuw-Westenwind. Deze groep is nu niet onderzocht, omdat dit organisatorisch niet mogelijk bleek. Toch zou dit meer verdieping en een betrouwbaarder beeld geven van deze groep mensen.

• Meerdere pioniersplekken betrekken bij het onderzoek naar gemeenschapsvorming zou verrijkend zijn. Dit zou een duidelijker en wellicht scherper beeld geven van het brede en wisselende werkveld. Immers de context, visie en werkwijze waarop gewerkt wordt aan gemeenschapsvorming kan zeer variëren per project.

• Diverse groepen mensen zouden nog onderzocht kunnen worden op hun omgang en visie m.b.t gemeenschap. Denk hierbij aan verschillende culturen, diverse socio-economische achtergronden, variatie in leeftijd etc. Wellicht kan meer onderscheid gemaakt worden in hoe de diverse subculturen en groepen omgaan met gemeenschap en hoe zij verbindingen aangaan met anderen.

In document Vormen van Verbinding (pagina 50-52)