• No results found

Dit onderzoek heeft een bijdrage geleverd aan onderzoek naar de gevolgen van het nieuwe tijdperk waarin we leven; een tijdperk dat zeer transparant is en waar niets verborgen kan blijven. Het veronderstelt van tevoren dat een bewustwording van een sterke identiteit kan helpen om deze uitdagingen te trotseren, doordat het een houvast geeft. Deze veronderstelling is dan ook getest in dit onderzoek. Het blijkt dat bijna alle geïnterviewden zich erin kunnen vinden dat het bewustzijn van de identiteit en deze strategisch in te zetten organisaties helpt om het vertrouwen in en de reputatie van organisaties te onderhouden in deze transparante wereld. Echter, zoals eerder genoemd is, was dit onderzoek zeer kleinschalig. Het zou dan ook goed zijn zodra er meer onderzoek gedaan wordt naar de gevolgen van deze transparante wereld voor organisaties. In dit geval is het toegespitst op het vertrouwen in en de reputatie

31 van organisaties, maar er zijn hoogstwaarschijnlijk meerdere parameters die beïnvloed kunnen worden door deze transparantie. Hoewel organisaties nog steeds middenin de digitale transformatie zitten en dus nog niet bekend is hoe het er na tien jaar voor staat, is het noodzakelijk om meer inzicht te krijgen in de gevolgen van deze transformatie voor organisaties. Hoe eerder de problemen voor organisaties in kaart worden gebracht, hoe eerder ze kunnen worden aangepakt en hoe succesvoller ze zullen zijn. Uit dit onderzoek is in ieder geval gebleken dat het belangrijk is om aandacht te besteden aan de zachte kant van organisaties om in deze transparante wereld duurzaam succesvol te zijn. Het is aan de communicatieprofessionals van nu en de toekomst om dit tussen de oren te krijgen binnen organisaties.

Dit onderzoek was eigenlijk een verkennend onderzoek. Er is getracht door middel van kwalitatief onderzoek een beeld te scheppen van hoe identiteit in de praktijk daadwerkelijk wordt ingezet en hoe sleutelpersonen binnen de organisaties dachten dat identiteit de organisatie zou helpen om bepaalde uitdagingen uit te gaan en zo duurzaam succesvol te zijn. De bevindingen zijn allemaal gebaseerd op de mening van een persoon uit de organisatie. Weliswaar waren dit sleutelpersonen wanneer het aankomt op het strategisch inzetten van identiteit, maar de bevindingen blijven subjectief. Het zou interessant zijn om dit kwalitatieve onderzoek een kwantitatief vervolg te geven. Hierdoor kan worden achterhaald of de genoemden voordelen van een sterke identiteit ook daadwerkelijk voordelig voor organisaties werken en er dus daadwerkelijk resultaat wordt behaald. Dit kan alleen worden gedaan door een langdurig kwantitatief onderzoek. Dit zou betekenen dat er bepaalde parameters worden vastgesteld voordat een organisaties besluit om hun identiteit strategisch te gaan gebruiken en deze parameters vervolgens langdurig opnieuw worden vastgesteld. Op deze manier kan worden achterhaald in hoeverre het strategisch najagen van de identiteit van een organisaties daadwerkelijk effecten oplevert. Echter, in de praktijk zal het lastig zijn om de eventueel gevonden effecten volledig te danken aan het inzetten van de identiteit, aangezien allerlei andere externe factoren ook invloed uitoefenen.

Wat betreft de theorie zijn er nog altijd verschillende manieren om tegen identiteit aan te kijken. De betekenis van corporate identiteit, organisatie identiteit en zelfs cultuur lopen nog veel door elkaar heen. De meeste wetenschappers zijn het wel eens over het feit dat alle drie sterk gerelateerd zijn aan elkaar, maar de meningen zijn verdeeld hoe. Er bestaan dan ook veel verschillende modellen die aansluiten bij deze drie concepten. Behalve dat deze termen veel door elkaar heen lopen, geldt hetzelfde voor imago en reputatie. Hoewel in de wetenschap de

32 termen de laatste jaren redelijk duidelijk van elkaar worden onderscheiden, was dat in de oudere literatuur nog niet altijd het geval. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de termen reputatie en imago in de praktijk nog steeds veel door elkaar lopen. Doordat de verschillende concepten zo breed zijn en op verschillende manieren kunnen worden opgevat, is het lastig om de praktijk te koppelen en af te wegen aan de theorie. Het zou goed zijn om deskresearch te doen en daarin alle bestaande modellen met betrekking tot identiteit, cultuur, reputatie en vertrouwen tegen elkaar af te wegen en op basis daarvan een nieuw model te ontwikkelen. Er zijn wel onderzoeken gedaan die de verschillende modellen tegen elkaar afzetten, maar er is nog niet getracht om op basis van die bestaande modellen een nieuw model te ontwikkelen. Dit zou duidelijkheid scheppen en zou kunnen dienen als nieuwe standaard van waaruit de theorie zich uiteindelijk verder zou kunnen ontwikkelen.

Dit onderzoek kende ook een aantal beperkingen. Allereerst is de steekproef van dit onderzoek zeer klein. Er zijn enkel zes mensen geïnterviewd. Dit maakt dat de bevindingen niet geheel betrouwbaar zijn en de bevindingen dus ook niet te generaliseren vallen naar de gehele beroepsgroep. Om dit te verwezenlijken zal er een onderzoek gestart moeten worden binnen de accountancy met een grotere steekproef.

Een tweede nadeel van de steekproef is dat drie van de zes organisaties klant en/of oud-klant zijn van BVH. Zoals eerder is vermeld is BVH het bedrijf waar de interviewer werkzaam is en het bedrijf voor wie zij tevens het onderzoek doet. BVH is een communicatie-adviesbureau dat organisaties en merken helpt om tot hun recht te komen door duidelijk te maken waar het voor staat en gaat. Elke opdracht die BVH voor haar klanten uitvoert, wordt gebaseerd op de ware identiteit van de klant. Het feit dat drie van de zes geïnterviewden klant en/of oud-klant zijn van BVH, geeft aan dat zij geloven in de kracht van een sterke identiteit. Dit maakt dat er enige bias aanwezig is, waardoor er een vertekend beeld geschetst zou kunnen zijn. Het zou kunnen dat andere accountantskantoren minder geloven in de kracht van een identiteit en hier dus ook minder mee bezig zijn. Om dit te achterhalen, zal er een onafhankelijk onderzoek gedaan worden. Met onafhankelijk wordt hierbij bedoeld dat de geïnterviewden geen relatie hebben met de opdrachtgever van het onderzoek.

Daarnaast is dit onderzoek alleen uitgevoerd onder accountants. Hoewel de bevindingen niet heel betrouwbaar zijn doordat de steekproef erg klein was en er wellicht enige bias was binnen de steekproef, is het wel een indicatie. Het blijkt dat de accountants binnen de steekproef, of dat nou onbewust of bewust is, baat hebben bij een sterke identiteit. Behalve dat het dus interessant is om een grote onderzoek uit te voeren onder de accountants, geeft dit

33 onderzoek ook enige aanleiding om ook andere beroepsgroepen te onderzoeken. Zoals eerder is genoemd, is de accountancy geen beroepstak waar in eerste gedacht van wordt verwacht dat zij met identiteit bezig zijn. Het zijn namelijk organisaties die dag in dag uit met cijfers bezig zijn. En die cijfers vallen onder de harde kant van een organisatie, niet de zachte. Het valt te beargumenteren dat zodra er binnen de accountancy al een indicatie wordt gegeven dat identiteit voor hen van toegevoegde waarde is, dat identiteit dan ook zeker voor andere sectoren van waarde kan zijn. Bijvoorbeeld voor “fast moving consumer goods”, zoals Unilever, Friesland Campina, Nestle, etc. Deze organisaties vallen uiteen in verschillende merken, die allemaal een eigen verhaal hebben. Bij deze organisaties en merken is het waarschijnlijker dat identiteit een grote rol speelt. Het zou dan ook zeer interessant zijn om juist bij deze organisaties te onderzoeken in hoeverre identiteit wordt gebruikt en hoe het deze organisaties helpt om duurzaam succesvoller te zijn.

34

GERELATEERDE DOCUMENTEN