• No results found

DISCUSSIE

In document MASTERAFSTUDEERWERKSTUK BA BD (pagina 40-44)

In dit hoofdstuk wordt het gedane onderzoek kritisch bekeken. Er worden een aantal punten besproken, die ingaan op zowel de opzet van als op de uitvoering van het onderzoek. Aan de hand van deze punten worden enkele aanbevelingen voor verder onderzoek gedaan.

8.1.Onderzoeksopzet

Ten eerste zijn er een aantal kanttekeningen te plaatsen bij de doelstelling en hoofdvraag, het conceptueel model en de relaties tussen de onafhankelijke variabelen en de doelvariabele.

In de eerste plaats is er een kanttekening te plaatsen bij de relatie tussen de doelstelling en de hoofdvraag. De doelstelling geldt als een weergave van de vraag van de opdrachtgever. Hei-tech wenst een advies voor een concrete entreestrategie om de Engelse markt te betreden. In theorie zou aan deze doelstelling voldaan worden, wanneer de hoofdvraag beantwoord is. Bij dit onderzoek is dit niet het geval. De wetenschappelijke literatuur biedt modellen die de keus voor een hoofdgroep van entreestrategieën bepalen, waardoor beantwoording van de hoofdvraag op niveau van een hoofdgroep van entreestrategieën geschiedt. Vervolgens wordt in de aanbevelingen nog een extra stap gemaakt om aan de onderzoeksdoelstelling, het aanreiken van een concrete entreestrategie, te voldoen.

Ten tweede wordt er in de literatuur geen methodiek beschreven om op basis van de onafhankelijke variabelen de exacte waarde van de doelvariabele te bepalen. Hollensen (2001) stelt dat een complexe beslissing betreft. Verder stellen Young et al. (1989) dat het keuzeproces een pragmatisch proces betreft, waar een bevredigende optie over, vanuit rationeel - analytisch oogpunt, een optimale optie gekozen wordt. Deze wetenschap lag ten grondslag aan het feit dat op basis van eigen inzicht en in overleg met Hei-tech de keuze voor een specifieke entreestrategie gemaakt is.

Verder betreft de bepaling van de nominale waarde van de afhankelijke variabele de keuze voor een hoofdgroep van entreestrategieën. Tot een hoofdgroep behoren een aantal concrete entreestrategieën, welke onderling enigszins verschillen betreffende mate van financieel risico, mate van controle en mate van flexibiliteit. Door één specifieke hoofdgroep te selecteren worden de entreestrategieën uit de andere twee hoofdgroepen volledig van verdere analyse uitgesloten. Hierdoor kan het voorkomen dat één of meer voor Hei-tech passende strategieën aan de kant gezet zijn. Door deze strategieën met de directeur te bespreken, is geprobeerd dit risico te reduceren.

In het conceptuele model zijn zes onafhankelijke variabelen benoemd en empirisch getoetst. Deze zes variabelen betreffen relevante variabelen voor Hei-tech en zijn na overleg met de directeur van Hei-tech bepaald. Aangezien de beschikbare tijd voor het onderzoek als een beperkende factor geldt, zijn slechts zes variabelen getoetst. Het is aannemelijk dat er meer variabelen zijn die de keuze beïnvloeden. Hollensen (2001) benoemt de mate van sociaal - culturele afstand tussen thuis- en doelmarkt en de mate van aanwezigheid van directe en indirecte toetredingsbarrières. Driscoll en Paliwoda (1997) noemen bijvoorbeeld mogelijke interventies van de regering op de doelmarkt als onafhankelijke variabele. Wanneer dergelijke variabelen in het onderzoek zouden zijn meegenomen, dan zou dat kunnen leiden tot een andere uitkomst, dat de doelvariabele een andere nominale waarde aanneemt. Aanvullend onderzoek om de waarde van bepaalde onafhankelijke variabelen te toetsen kan, wanneer gewenst door Hei-tech, worden uitgevoerd.

Het centrale probleem is vanuit Business Development - oogpunt beschouwd. Daarom dienden minimaal twee van de drie invalshoeken, productontwikkeling, marktontwikkeling en organisatieontwikkeling, te worden bekeken. Aangezien al in een vroeg stadium bleek dat productontwikkeling niet nodig zou zijn, is organisatieontwikkeling als onafhankelijke

variabele in het conceptueel model opgenomen. De mate van noodzakelijkheid van organisatieontwikkeling is als onafhankelijke variabele aan het conceptueel toegevoegd. De vraag resteert of de gevormde theoretische relatie empirisch kan worden aangetoond. Deze relatie dient verder te worden onderzocht. Aanvullend onderzoek dient uitsluitsel te geven over de relatie tussen organisatieontwikkeling en de keuze voor een entreestrategie. Wanneer de relatie tussen beide empirisch aangetoond wordt, kan worden getoetst of deze relatie een remmende dan wel stimulerende werking op de exportactiviteiten heeft.

Tenslotte stelt Hollensen (2001) dat de theoretische invloed van de onafhankelijke variabele op de doelvariabele slechts geldt onder de ceteris parabus beperking, de voorwaarde dat de andere onafhankelijke variabelen gelijk blijven. Onderlinge relaties tussen de onafhankelijke variabelen zijn niet getoetst omdat deze het model zeer complex zouden maken. Dergelijke onderlinge relaties tussen de verschillende onafhankelijke variabelen en eventuele invloed van dergelijke relaties op de waarde van de doelvariabele kunnen in aanvullend onderzoek beschouwd worden.

8.2.Onderzoeksuitvoering

Ten tweede kunnen enkele kanttekeningen bij de onderzoeksuitvoering worden gezet.

Zo werd al in een vroeg stadium duidelijk dat ecologische consultants een aanzienlijke invloed in het ontwerpproces van een Engelse woning bezitten, bijlage F. Vanuit deze wetenschap werd besloten om deze personen te benaderen om hun meningen over de douchewarmtewisselaar en de marktkansen voor de douchewarmtewisselaar in Engeland te peilen. Aan de hand van de lijst van EcoHomes accessors op de website van BREEAM zijn ruim vijftig ecologische consultants via e-mail benaderd met de vraag of zij hun medewerking aan het onderzoek wilden verlenen. Slechts vier hebben op deze aanvraag gereageerd. Een response van acht procent. Hierdoor zijn de empirische resultaten op slechts enkele cases gebaseerd. De kans is aanzienlijk dat telefonische benadering een hogere response zou hebben opgeleverd.

Verder zijn de concurrerende aanbieders niet specifiek benoemd en geanalyseerd. Aan de hand van interviews zijn concurrerende producten benoemd. Met individuele Engelse aanbieders van concurrerende producten is niet tot nauwelijks in contact getreden. Het is dan ook niet duidelijk of en op welke wijze deze concurrenten zullen reageren op de introductie van douchewarmtewisselaars op de Engelse markt. Aanvullend onderzoek onder aanbieders van de genoemde concurrerende producten op de Engelse markt is noodzakelijk om te bepalen of en hoe zij zullen reageren op de exportactiviteiten van Hei-tech.

Literatuurlijst

Agarwal, S. en S.M. Ramaswami, (1992). Choice of foreign market entry mode. Impact of ownership, location and internationalization factors. Journal of international business

studies. Vol. 23, Issue 1, p. 1 – 27.

Alsem, K.J., (2001). Strategische Marketingplanning. Theorie, technieken, toepassing. Derde druk. Groningen: Wolters - Noordhoff.

Anderson, E. en A.T. Coughlan, (1987). International market entry and expansion via

independent or integrated channels of distribution. Journal of marketing. Vol. 51, Issue 1, p. 71 – 82.

Baarda, D.B. en M.P.M. de Goede, (2001). Basisboek methoden en technieken. Handleiding

voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek. Derde druk. Groningen: Stenfert

Kroese.

Bradley, F., (1991). International marketing strategy. Hemel Hempstead, Hertfordshire: Prentice hall international Ltd.

Braster, J.F.A., (2000). De kern van casestudy’s. Assen: Koninklijke Van Gorcum.

BSRIA (2005), a world market for heating. A detailed market analysis of heating markets and

manufacturers worldwide

Calof, J.L., (1993). The impact of size on internationalisation. Journal of small business

management. Vol. 31, Issue 4, p. 60 – 69.

Choo, S. en T. Mazzarol, (2001). An impact on performance of foreign market entry choices by small and medium-sized enterprises. Journal of enterprising culture. Vol. 9, Issue 3, p. 291 – 312.

Cummings, T.G en C.G. Worley, (2001). Organization development and change. Zevende druk. Cincinnati, Ohio: South - Western college publishing.

Defra, (2006). Climate change. The uk programme 2006. London: The stationary office. Dobson, P. en K. Starkey, (1993). The strategic management blueprint. Oxford: Blackwell

publishers.

Driscoll, A.M. en S.J. Paliwoda, (1997). Dimensionalizing international market entry mode choice. Journal of marketing management. Vol. 13, Issue 1 – 3, p. 57 – 87.

Emans, B.J.M., (2002). Interviewen. Theorie, techniek en training. Vierde druk. Groningen: Stenfert - Kroese.

Fidler, B., (1996). Strategic planning for school improvement. London: Pitman.

Fujita, M., (1998). The transnational activities of small and medium sized enterprises. Boston, Massachusetts: Kluwer academic publisher.

Gemser, G., M.J. Brand en A. Sorge, (2004). Exploring the internationalisation process of small businesses. A study of dutch old and new economy firms. Management

international review. Vol. 44, Issue 2, p. 127 – 150.

Haselhoff, F., (1977). Ondernemingsstrategie, een dilemma. De moderne

ondernemingsorganisatie in het spanningsveld van doelmatigheid, overleving en zingeving. Alphen aan den Rijn: Samson bedrijfsinformatie

Hennart, J.F. en Y.R. Park, (1993). Greenfield vs. acquisition: the strategy of japanese investors in the united states. Management science. Vol. 39, Issue 9, p. 1054 – 1070. Hollensen, S., (2001). Global marketing. A market-responsive approach. Tweede druk.

Harlow, Essex: Pearson education Ltd.

Johanson, J. en J.E. Vahlne, (1977). The international process of the firm. A model of

knowledge development and increasing foreign market commitments. Journal of

Johnson, G. en K. Scholes, (1993). Exploring corporate stratgy. Text and cases. Zesde druk. Harlow, Essex: Pearson education Ltd

Kim, C.W en P. Hwang, (1992).Global strategy and multinationals’ entry mode choice.

Journal of international business studies. Vol. 23, Issue 1, p. 29 – 53.

Kloosterman, L.P.O., (2000). Exportbeleidsplanning. In: L.P.V.M. Kympers, ed. Export

management. Exporteren. Internationaliseren. Groningen: Stenfert - Kroese, p. 241 –

332.

Lamb, P.W. en P.W. Liesch, (2002). The internationalisation process of the smaller firms. Re- framing relationships between market commitment, knowledge and involvement.

Management international review. Vol. 42, Issue 1, p. 7 – 26.

Leeuw, A.C.J. de, (2003). Bedrijfskundige methodologie. Management van onderzoek. Vijfde druk. Assen: Koninklijke van Gorcum.

Lehmann, D.R. en R.S. Winer, (1991). Analysis for marketing planning. Second edition. Homewood, Illinois: Irwin Incorporated.

Murphy, P.E., B.E. Enis en J.H. Leigh, (1987). Attitudes toward product differentiation. A social utility perspective. Journal of public policy and marketing. Vol. 6, Issue 1, p. 142 – 156.

National Statistics, (2006). Social trends. No 36 – 2006 edition. Beccles, Suffolk: William clowes Ltd.

Nooteboom, B., (1998). Management van partnerships. Over allianties tussen bedrijven. Tweede druk. Schoonhoven: Academic Service, economie en bedrijfskunde

OPDM en National Statistics, (2005). Housing statistics. Norwich, Norfolk: The stationary office.

Papadopoulos, N., (1987). Approaches to international market selection for small- and medium-sized enterprises. In: P.J. Rosson en S.D. Reid, ed. Managing export entry

and expansion. Concepts and practice. New York: Preager publishers.

Porter, M.E. en M.B. Fuller, (1986). Coalitions and global strategies. In: M.E. Porter, ed.

Competition in global industries. p. 315 – 343. Cambridge, Massachusetts: the

Harvard university press.

Terpstra, V. en C.M. Yu, (1988). Determinants of foreign direct investment of U.S. advertising agencies. Journal of international business studies. Vol. 19 Issue 1, p.33 – 46.

Ven, A.H. van de en M.S. Poole, (1989). Paradoxical requirements for a theory of organizational change. In: Ven , A.H. van de, H. L. Angle en M. S. Poole, ed.

Research on the management of innovation. The Minnesota studies. New York:

Oxford university press.

Wijnia, S., J.J. Boekema, E.B. van Bueren, S. Lobstein, A. Oosterhuis en P. Schweitzer, (1995). Basisboek marketing. Derde druk. Groningen: Wolters - Noordhoff. Young, S., J. Hamill, C. Wheeler en J.R. Davies, (1989). International market entry and

development. Strategies and management. Hemel Hempstead, Hertfordshire:

In document MASTERAFSTUDEERWERKSTUK BA BD (pagina 40-44)

GERELATEERDE DOCUMENTEN