• No results found

In dit laatste hoofdstuk wordt beschreven welke beperkingen dit onderzoek heeft en welke aanbevelingen verder onderzoek verdient.

De eerste tekortkoming heeft betrekking op de verspreiding van de enquêtes. De enquête is verspreid via Thesistools.com. Met behulp van deze website was het niet mogelijk om een foutmelding te geven wanneer er geen antwoord gegeven was maar wel op de knop 'volgende vraag' gedrukt was. Hierdoor is niet van elke proefpersoon een volledige resultatenlijst verkregen.

De enquêtes zijn via internet (LinkedIn, Facebook, Twitter en internetfora) aangeboden. Hierdoor is de diversiteit van de proefpersonen mogelijk beperkt. Uit onderzoek van Studenten.net (2010) is gebleken dat maar liefst 94% van de studenten in Nederland social media gebruikt. Van deze groep studenten was 94% hoger opgeleid (Hbo/WO). Dit betekent dat het grootste deel van de hoger opgeleide studenten in Nederland actief is op sociale media waardoor bijna de hele populatie bereikt kon worden.

De betrouwbaarheid kan aangetast zijn doordat proefpersonen tijdens het invullen van de enquête andere dingen hebben gedaan zoals het surfen op internet. Door deze vorm van afleiding kunnen de resultaten beïnvloed zijn. Dit is echter beperkt doordat het invullen van de enquête slechts vijf minuten in beslag nam.

Er zijn enkele tekortkomingen met betrekking tot de inhoud van de enquête. In sommige stellingen wordt er van uit gegaan dat de proefpersoon niet dagelijks ontbijt. Een voorbeeld hiervan is de stelling: 'de kans is vergroot dat ik ga ontbijten.'. Hier had de optie 'niet van toepassing' toegevoegd moeten worden. Één van de proefpersonen gaf aan dat de ontkenningen in de stellingen verwarrend werkte waardoor hij/zij eerder een verkeerd antwoord invulde. Dit is echter bewust gedaan om zo de proefpersonen scherper te houden. Toch kan het zijn dat proefpersonen hierdoor de enquête niet optimaal ingevuld hebben. Mogelijk is de lage Cronbach's alpha op stelling vijf uit de enquête veroorzaakt doordat er gebruik gemaakt is van een ontkenning. Er is geen vraag gesteld over het geslacht van de proefpersoon waardoor niet nagegaan kan worden of het geslacht een interfererende variabele vormde. Deze inhoudelijke tekortkomingen hebben de validiteit van de enquête en de betrouwbaarheid van het onderzoek mogelijk aangetast.

Één van de proefpersonen gaf aan dat hij/zij het vervelend vond dat er tijdens het invullen van de enquête niet aangegeven werd in hoeverre de enquête al ingevuld was. Hierdoor nam bij hem/haar de motivatie af om door te gaan. Mogelijk heeft dit voor meerdere proefpersonen een rol gespeeld bij het vroegtijdig afsluiten van de enquête. Mogelijk waren er meer ingevulde enquêtes verzameld wanneer wel tussentijds aangegeven werd hoeveel procent van de enquête al ingevuld was. Volgens Heerwegh (2004) heeft een voortgangsindicator een subtieel positief effect op de datakwaliteit. Deelnemers verwachten echter dat er een voortgangsindicator aanwezig is omdat het de onzekerheid met betrekking tot de voorgang van de enquête weg neemt (Heerwegh, 2004; Jackob & Zerback, 2006).

De variabele 'huidig ontbijtgedrag' heeft de score op de ervaren effectiviteit (perceived efficacy) en de score op de gevaarcontrole modus (danger control mode) beïnvloed. Hierdoor kunnen de resultaten een vertekend beeld geven van de werkelijkheid. Dit heeft een negatieve invloed gehad op de betrouwbaarheid.

Voor vervolgonderzoek wordt geadviseerd om de voorlichting te verdiepen door specifieker in te gaan op het ontbijt. Hierdoor wordt de mate waarin de proefpersoon zich aangesproken voelt mogelijk vergroot. Door bijvoorbeeld in te gaan op de gevolgen van het nuttigen van een slecht ontbijt (bijvoorbeeld koekjes) en van een goed ontbijt (bijvoorbeeld brood). Wanneer iemand ontbijt met koekjes en dit in het voorlichtingsmateriaal als ongezond wordt beschouwd, zal de persoon mogelijk sneller verwachten vatbaar te zijn voor de negatieve gevolgen van ongezond ontbijten. De persoon scoort mogelijk hoger op vatbaarheid (susceptibility) omdat in het voorlichtingsmateriaal zijn ontbijtinvulling wordt weergegeven als ongezond. Dit werkt vervolgens door in de mate waarin de angstaanjagende boodschap (fear appeal) effect heeft.

Bibliografie

Ajzen, I. (1991). The theory of planned behaviour. Organizational Behavior and Human Decision

Processes, 50, 179-211.

Ajzen, I. & Madden, T.J. (1986). Prediction of goal-directed behavior: attitudes, intensions, and perceived behavioral control. Journal of Experimental Social Psychology, 22, 453-474.

Baan, M.E. (2008). Fear appeals als risicocommunicatiemiddel bij overstromingsrisico’s. Beschikbaar: http://www.levenmetwater.nl/static/files/scriptie_risicocommunicatie_bij_overstromingsrisi co_-_.pdf [Laatst bekeken: 16 november 2011]

Brehm, S.S., Kassin, S.M., Fein, S., & Mervielde I. (2000). Sociale psychology. Gent: Academic Press. CBS (2011). Schoolgrootte; onderwijssoort en levensbeschouwelijke grondslag. Beschikbaar:

http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=03753&D1=a&D2=1-2,6,8-9,13,%28l-2%29-l&D3=0-2&D4=0&D5=a,!0-9&HD=120116-1102&HDR=T,G3,G4& STB=G2,G1 [Laatst bekeken: 1 februari 2012]

CBS (2012). Leefstijl, preventief onderzoek; persoonskenmerken. Beschikbaar: http://statline.cbs.nl/ StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=81177NED&D1=13,25,38-42&D2=0-2,4-13,34-38&D3=0&D4=l&HD=110905-0955&HDR=G3,G2,T&STB=G1 [Laatst bekeken: 7 februari 2012] Desiree_17 (2012). Nederlandse maaltijd patroon. Beschikbaar: http://mens-en-gezondheid.infonu.

nl/gezonde-voeding/16036-nederlandse-maaltijd-patroon.html [Laatst bekeken: 6 februari 2012]

Hertgers, S. & Jansen, C. (2006). Wel vet, niet cool! De rol van consequentiebetrokkenheid bij de

verwerking en het resultaat van fear appeal boodschappen in de obesitasvoorlichting.

Beschikbaar: http://dare.ubn.kun.nl/bitstream/2066/43545/1/43545_H%26J20060001.pdf [Laatst bekeken: 6 maart 2012]

Effting, M. (2011). Student die op kamers woont dijt kilo’s uit door bier en snacks. Beschikbaar: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2672/Wetenschap-gezondheid/article/detail/2456865/2011 / 06/24/Student-op-kamers-dijt-kilo-s-uit-door-bier-en-snacks.dhtml [Laatst bekeken: 6 februari]

Fishbein, M. (1980). A theory of reasoned action: some applications and implications. In Howe, H.E., Jr. (ed.), Nebraska Symposium on Motivation (65-116). Lincoln: University of Nebraska Press. Guggenbühl, N. (2006). Het ontbijt: factor of merker van gezondheid?. Beschikbaar:

http://www.healthandfood.be/html/nl/article/79/acteur.htm [Laatst bekeken: 6 februari 2012]

Heerwegh, D. (2004). Using progress indicators in web surveys. In Proceedings of the 59th

AAPOR conference. Phoenix, Arizona.

Het Nationale Kompas Volksgezondheid (2007). Preventie van overgewicht. Beschikbaar: http://www.rivm.nl/vtv/object_document/o2931n19669.html [Laatst bekeken 22 januari 2012]

Jackob, N., & Zerback, T. (2006). Improving quality by lowering non-response - a guideline for online surveys. In Proceedings of the WAPOR-Seminar Quality Criteria in Survey Research. Italy: Cadenabbia.

Jansen et al., (2005). Toevoegen van angstaanjagende foto’s op tabaksverpakkingen: Wat voor

effecten zijn er te verwachten? Beschikbaar: http://repository.ubn.ru.nl/bitstream/2066/

42972/1/42972.pdf [Laatst bekeken 16 juni 2012]

of Planned Behaviour. Psychology and Health, 18 (1), 63-77.

Knobbout, J. & Wel, F. van (1996). Jongeren en angstaanjagende voorlichting. Tijdschrift voor

Communicatiewetenschap, vol. 24, nr. 3, p. 246-258.

Krosnick, J. (1991). "Response strategies for coping with the cognitive demands of attitude measures in surveys." Applied Cognitive Psychology. Vol 5, 213-36.

Marktonderzoek (2010). Steekproef. Beschikbaar: http://www.allesovermarktonderzoek.nl/Extra/ Steekproef.aspx [Laatst bekeken: 16 november 2011]

Messaris, P. (1997). Visual persuasion: The role of images in advertising. Thousand Oaks, CA: sage. Michels, W.J. (2006). Communicatie handboek (2de druk). Groningen: Wolters-Noordhoff.

O'Keefe, D. J. (2002). Persuasion: Theory and research (2de druk.). Thousand Oaks, CA: Sage Publications.

Perloff, M. R. (2010). The dynamics of Persuasion, communication and attitudes in the 21st century (4de druk). New York: Routlegde

Radboud Universiteit Nijmegen (2012) Smakelijk eten!. Beschikbaar: http://www.ru.nl/vox/archief/

zoek_op_nummer/jaargang-7/nummer_9/artikelen/smakelijk_eten!/?IdxIdt=741335 [Laatst bekeken: 1 februari 2012]

RIVM (2006). Overgewicht bij jonge kinderen en volwassenen: kwantificeren van de kloof tussen

Energie-inneming en energieverbruik. Beschikbaar: http://www.rivm.nl/bibliotheek/rap

porten/350020002.pdf [Laatst bekeken: 6 februari 2012]

RIVM (2012). Nederlandse buik steeds dikker. Beschikbaar: http://www.rivm.nl/Bibliotheek/Algem een_Actueel/Nieuwsberichten/2012/Nederlandse_buik_steeds_dikker [Laatst bekeken: 6 februari 2012]

RTLNIEUWS (2012). Helft Nederlanders heeft overgewicht. Beschikbaar: http://www.rtl.nl/%28/ actueel/rtlnieuws/binnenland/%29/components/actueel/rtlnieuws/2012/01_januari/30/binn enland/ helft_nederlanders_is_te_dik_rivm.xml [Laatst bekeken: 6 februari 2012]

Rogers, R. W. (1975). A protection motivation theory of fear appeals and attitude change. Journal of

Psychology, 91, 93-114.

Schifter, D.E. & Ajzen, I. (1985). Intention, perceived control, and weight loss: an application of the theory of planned behavior. Journal of Personality and Social Psychology, 49, 843-851. Schutte, P. (2012). Niet ontbijten is ongezond. Beschikbaar:

http://www.ontbijtkrant.nl/niet-ontbijten-is-ongezond.asp [Laatst bekeken: 20 februari 2012]

Seo, K. W. (2008). Effects of visual images in health message framing. Beschikbaar: https://etda.libraries.psu.edu/paper/8704/4021 [Laatst bekeken: 21 juni 2012]

Studenten.net (2010). 94% van de studenten maakt gebruik van social media. Beschikbaar:

http://www.studenten.net/info_contact/persberichten/15780/persbericht_94_procent_stud enten_maakt_gebruik_van_social_media [Laatst bekeken: 27 juni 2012]

SWOV (2011). Angstaanjagende voorlichting. Beschikbaar: http://www.swov.nl/rapport/Factsheets/ NL/Factsheet_Angstaanjagende_voorlichting.pdf [Laatst bekeken: 15 december 2011] Traci Mann, A. et all (2010). Medicare’s Search for Effective Obesity Treatments. Diets Are Not the

Answer. Beschikbaar: http://motivatedandfit.com/wp-content/uploads/2010/03/Diets_ dont

_work.pdf [Laatst bekeken: 21 juni 2012]

Ten Broeke, A. & Veldhuizen, R. (2010). Lijnen is niet de oplossing. Beschikbaar: http://www.kennisli nk.nl/publicaties/lijnen-is-niet-de-oplossing [Laatst bekeken: 21 juni 2012]

Vansant, G. (2000). Tussendoortje? Ja of neen?. Beschikbaar: http://www.nice-info.be/BENL/as sets_db/ITEMSKEYWORDS2/items/documents/NNtussendoorIN.pdf [Laatst bekeken: 7 februari 2012]

Voedingscentrum (2012). Kies ik gezond?. Beschikbaar: http://www.kiesikgezond.nl/www/scripts/ stap1.php?t=1 [Laatst bekeken: 6 februari 2012]

Witte, K. (1992). Putting the fear back into fear appeals: the extended parallel process model. Communication Monographs, vol. 59, nr. 4, p. 329-349.

Witte, K. (1998). Fear as motivator, fear as inhibitor: Using the EPPM to explain fear appeal successes and failures. In P. A. Andersen & L.K. Guerrero (Eds.), The handbook of communication

Bijlage I: Protection Motivation Theory

In deze bijlage is het PMT van Roger (1975) te zien.

Bijlage II: Afbeeldingen uit onderzoek Hertgers en Jansen (2006)

In deze bijlage zijn twee afbeeldingen uit het onderzoek van Hertgers en Jansen (2006) toegevoegd. In de bijschriften wordt aangegeven om welke versies het gaat.

Figuur 9: Advertentie uit onderzoek Hertgers en Jansen (2006): hoge threat, hoge efficacy.

Bijlage III: Overzicht variabelen

In deze bijlage wordt een overzicht gegeven van de variabelen die centraal hebben gestaan in dit onderzoek. In de onderstaande tabel wordt per variabele aangegeven wat voor soort variabele het is, er wordt een omschrijving gegeven en de waarden die de variabele kan krijgen, worden gegeven. Vervolgens worden de interfererende variabelen geoperationaliseerd.

Soort variabele Omschrijving variabele Waarden OV1 Blootstelling aan fear appeal Wel

Niet

AV1 Geïntendeerde gedrag studenten tegenover ontbijten

Geen reactie

Danger control mode gedrag Fear control mode gedrag

AV 1.1 Severity Laag Hoog AV 1.2 Susceptibility Laag Hoog AV 1.3 Response-efficacy Laag Hoog AV 1.4 Self-efficacy Laag Hoog AV 1.5 Fear Laag Hoog

IV1 Leeftijd Tussen de 16 en 30 jaar

IV2 Woonsituatie Thuiswonend bij ouder(s)/verzorger(s) Samenwonend met partner

Samenwonend met een vriend(in)

Studentenhuis: met meerdere studenten in één huis Alleen

Anders

IV3 Vormgeving advertentie Advertentie 1 Advertentie 2 Advertentie 3

IV4 Opleiding Wel gerelateerd aan onderwerp

Niet gerelateerd aan onderwerp

IV5 Huidig ontbijtgedrag Ik ontbijt elke dag

Ik ontbijt gemiddeld 6 keer per week Ik ontbijt gemiddeld 5 keer per week Ik ontbijt gemiddeld 4 keer per week Ik ontbijt gemiddeld 3 keer per week Ik ontbijt gemiddeld 2 keer per week Ik ontbijt gemiddeld 1 keer per week Ik ontbijt nooit

Tabel 9: Overzichtstabel variabelen

Woonsituatie (IV1)

Bij de woonsituatie gaat het er om of de student bij ouder(s)/verzorger(s) woont, op kamers in een studentenhuis, samenwoont met een partner of vriend(in) of alleen woont. Het is van belang om rekening te houden met deze variabele omdat uit onderzoek gebleken is dat studenten die uitwonend zijn over het algemeen ongezonder eten en daardoor snel dikker worden (Effting, 2011).

De kans bestaat dat studenten die thuis bij hun ouders wonen beter ontbijtgedrag vertonen waardoorhet effect dat de fear appeal heeft op deze groep erg klein is.

Leeftijd (IV2)

Het kan zijn dat de leeftijd invloed kan hebben op de afhankelijke variabele. Het kan zijn dat studenten die al wat ouder zijn een andere houding hebben tegenover het nuttigen van een ontbijt omdat ze zelf, of studiegenoten, al eerder hebben ervaren dat het niet nuttigen van een ontbijt niet bevorderlijk is voor de concentratie en dat je dan juist meer gaat snacken.

Vormgeving advertentie (IV3)

Fear appeals kunnen op verschillende manieren ingezet worden en kunnen daardoor ook op

verschillende manieren en in verschillende mate invloed uitoefenen op het geïntendeerde gedrag van de proefpersoon. Zoals eerder aangegeven wordt er gebruik gemaakt van twee advertenties waarin expliciet de gevolgen (visueel/tekstueel) van ‘niet ontbijten’ gecommuniceerd wordt. Doordat er met twee verschillende afbeeldingen en twee verschillende teksten gewerkt wordt, bestaat de kans dat proefpersonen meer angstgevoelens heeft bij de ene vormgeving dan bij de andere.

Opleiding (IV4)

Het kan voorkomen dat er proefpersonen zijn die een studie volgen die gerelateerd is aan het onderzoeksonderwerp. Zo kan het zijn dat biologiestudenten op de hoogte zijn van de gevolgen van het overslaan van een ontbijt, waardoor de advertenties met fear appeal geen effect hebben op het geïntendeerde gedrag. Daarom is het van belang om na te gaan welke opleiding de proefpersoon volgt om zo uit te kunnen sluiten of de opleiding invloed heeft op het geïntendeerde gedrag.

Huidige ontbijtgedrag (IV5)

Met het huidige ontbijtgedrag wordt het ontbijtgedrag bedoeld dat de proefpersoon de afgelopen periode voorafgaand aan het onderzoek getoond heeft. Het is van belang om hier rekening mee te houden omdat de interventie mogelijk een ander effect heeft op proefpersonen die al dagelijks ontbijten. Hierdoor kunnen de resultaten een verkeerd beeld geven en verkeerd geïnterpreteerd worden.

Bijlage IV: Onderzoeksmateriaal

In het onderstaande schema wordt weergegeven welke verschillen er zijn tussen de advertenties waaraan de verschillende groepen blootgesteld worden. De advertenties verschillen in de mate waarin ze threat en efficacy moeten laten ervaren bij de proefpersonen. In tabel 2 is beschreven hoe deze verschillen gemanipuleerd zijn in de advertenties. In deze bijlage worden de manipulaties verantwoord.

Tabel 2: Schematische weergave manipulaties van de advertenties

Vormgeving algemeen

Er is geprobeerd om de advertenties, ondanks de manipulaties, zoveel mogelijk vergelijkbaar te houden. Elke advertentie bestaat uit een foto-element (bovenaan) met daaronder rode en groene tekst. De rode teksten hebben betrekking op de threat en de groene teksten hebben betrekking op de efficacy. In alle advertenties worden mensen afbeeld en er wordt gebruik gemaakt van hetzelfde lettertype en grootte. In de advertentie zonder fear appeal is gebruik gemaakt van dezelfde lay-out echter is hierbij niet specifiek ingespeeld op de threat en de efficacy.

Manipulaties threat

In de advertenties met een hoge threat wordt een foto getoond van een vrouw met overgewicht die in het ziekenhuis ligt, waarbij de tekst ‘Niet ontbijten leidt tot overgewicht’ geformuleerd is om zo de

severity te benadrukken. Door de tekst ‘Ook jij kan zo dik worden.’ wordt de susceptibility

benadrukt. Er is gekozen voor een persoonlijke aanspreekvorm zodat de proefpersoon zich eerder aangesproken voelt. In de advertenties met een lage threat is een afbeelding gebruikt met personen die overgewicht hebben. De afbeelding is minder ernstig dan de afbeelding in de advertentie met een hoge threat. Daarbij is een tekst geformuleerd die minder ernstig over komt. Er wordt namelijk

Groep nummer Groep 1 Groep 2 Groep 3

Waarden Hoge threat

Hoge efficacy Hoge threat Lage efficacy Lage threat Hoge efficacy THREAT

Severity Visueel Persoon met overgewicht in ziekenhuis

Persoon met overgewicht in ziekenhuis

Personen met overgewicht Verbaal Niet ontbijten leidt tot

overgewicht

Niet ontbijten kan leiden tot overgewicht

Niet ontbijten kan leiden tot overgewicht

Susceptibility Visueel - - -

Verbaal Ook jij kan zo dik worden als je niet ontbijt!

Ook jij kan zo dik worden als je niet ontbijt!

Ook jij kan zo dik worden als je niet ontbijt!

EFFICACY

Self-efficacy Visueel - - -

Verbaal Ga naar

www.voedingscentrum.nl om te kijken welk ontbijt

bij jou past!

www.voedingscentrum.nl Ga naar

www.voedingscentrum.nl om te kijken welk ontbijt

bij jou past! Response

efficacy

Visueel - - -

Verbaal Start de dag met een ontbijt en verklein daarmee de kans op

overgewicht.

Start de dag met een ontbijt en verklein daarmee de kans op

overgewicht.

Start de dag met een ontbijt en verklein daarmee de kans op

aangegeven dat het mogelijk is dat het overslaan van een ontbijt ‘kan’ leiden tot overgewicht. Verder wordt in deze advertentie dezelfde tekst gebruikt om de susceptibility te benadrukken.

Manipulaties efficacy

In de advertenties met een hoge efficacy wordt aangegeven dat het nuttigen van een ontbijt de kans verkleind op overgewicht. Hiermee wordt er ingespeeld op de response efficacy: aan de student wordt duidelijk gemaakt met welk gedrag het negatieve gevolg (krijgen van overgewicht) voorkomen kan worden. Daarnaast wordt er gewezen op de website van het voedingscentrum, hierdoor wordt ingespeeld op de self-efficacy. Mocht een student niet goed weten hoe hij/zij het aan moet pakken dan kan hij/zij via deze website informatie en tips verkrijgen. In de advertenties met een lage efficacy wordt er alleen een link gegeven, zonder instructies.

Advertentie zonder fear appeal

De vierde groep bevat geen fear appeal en er wordt dan ook niet ingespeeld op de variabelen uit de tabel. Er is voor gezorgd dat ook deze vierde advertentie vergelijkbaar is met de advertenties die wel een fear appeal bevatten waardoor interfererende effecten geminimaliseerd zijn. Wanneer naar de advertenties gekeken wordt is te zien dat de lay-out van de advertentie gelijk is aan die van de advertenties met fear appeal. De bovenste helft wordt gevuld door een afbeelding met mensen en de onderste helft bevat tekst. De tekst heeft de zelfde kenmerken qua kleur en stijl. Het eerste deel van de tekst is rood gekleurd en daarbij wordt ingegaan op de negatieve gevolgen van het gedrag. Het tweede deel van de tekst is groen gekleurd en daarbij wordt ingespeeld op het aanbevolen gedrag.

Afbeeldingen van de advertenties

Advertentie voor groep 1: hoge threat en hoge efficacy:

Advertentie voor groep 2: hoge threat en lage efficacy

Figuur 12: Advertentie (2) met hoge threat, lage efficacy.

Advertentie voor groep 3: lage threat en hoge efficacy

Figuur 13: Advertentie (3) met lage threat, hoge efficacy.

Bijlage V: Inhoud enquêtes met betrekking tot variabelen

In deze bijlage wordt beschreven welke stellingen geformuleerd zijn voor de verschillende variabelen. Hieronder worden de stellingen per variabele besproken. Daarnaast wordt verantwoord waarom de stellingen geformuleerd zijn (zie cursieve tekst).

1. Severity (AV 1.1)

1. Niet ontbijten kan er voor kan zorgen dat je overgewicht krijgt. 2. Ik ben bang geworden om dik te worden

3. Het overslaan van een ontbijt heeft negatieve gevolgen voor je gewicht.

Deze stellingen zijn geformuleerd omdat zo nagegaan kan worden of de proefpersoon de ernst van de negatieve gevolgen in ziet. Daarnaast kan aan de hand van de antwoorden nagegaan worden of de advertentie goed gemanipuleerd is: of studenten die blootgesteld zijn aan advertenties met een hoge threat (nadruk op severity en susceptibility) hoger scoren dan studenten die blootgesteld zijn aan een advertentie met een lage threat (minder nadruk op severity en susceptibility).

2. Susceptibility (AV 1.2)

4. Ik ben bang dat overgewicht mijn gezondheid bedreigd 5. Niet ontbijten kan bijdragen aan het krijgen van overgewicht 6. Ik ben bang om dik te zijn

Deze stellingen zijn geformuleerd omdat zo nagegaan kan worden of de proefpersoon zelf denkt dat hij of zijn kans heeft dat de negatieve gevolgen hem/haar kunnen overkomen. Daarnaast kan aan de hand van de antwoorden nagegaan worden of de advertentie goed gemanipuleerd is: of studenten die blootgesteld zijn aan advertenties met een hoge threat (nadruk op severity en susceptibility) hoger scoren dan studenten die blootgesteld zijn aan een advertentie met een lage threat (minder nadruk op severity en susceptibility).

3. Self-efficacy (AV 1.4)

7. Ik ben in staat om wel te ontbijten

In document Interventie overgewicht bij studenten (pagina 43-91)

GERELATEERDE DOCUMENTEN