• No results found

Uit de literatuurstudie van Masterproef Deel 1 blijkt dat het FAS anno 2020 gediagnosticeerd wordt op basis van een combinatie van beeldvorming, klinische kenmerken en anamnestische gegevens. Indien een neurologisch letsel gevonden wordt op de beeldvorming en er geen aanwijzingen zijn voor een functionele stoornis, wordt het FAS geclassificeerd onder de neurogene variant van FAS. Echter is het zo dat spraakstoornissen ook van functionele aard kunnen zijn, zelfs met de aanwezigheid van een neurologisch letsel. In dat geval is niet het neurologisch letsel, maar de functionaliteit de oorzaak van FAS (McWhriter et. Al, 2019). Met dit onderzoek werd nagegaan of het foreign accent syndrome fysiologische correlaten kent en deze als diagnostische criteria kunnen dienen.

4.1. Belang van ERP-onderzoek bij de diagnose van FAS

De huidige studie toont aan dat er bij de geëvalueerde personen met FAS geen ERP-veranderingen plaatsvinden op vlak van fonologische en semantische decisie zonder aandacht (MMN). Bij de fonologische decisietaak met aandacht (P300) vertoonden de patiënten een vertraagde pieklatentie. De afname op verschillende tijdstippen gaven consistente resultaten, er is bijgevolg geen sprake van neurale plasticiteit die voor veranderingen in de elektrische potentialen kan zorgen. Het FAS zorgde met andere woorden niet voor een verandering in de neurale plasticiteit van fonologie.

De semantische decisietaak werd zonder aandacht afgenomen en toonde geen ERP-veranderingen. Een dissociatie tussen de resultaten op de semantische decisietaak met en zonder aandacht zou het psychogene karakter van het FAS bij deze patiënten kunnen bevestigen. Het uitblijven van een verandering in het taalsensitief EEG suggereert dat de patiënten in dit onderzoek geen organogeen letsel hadden dat aan de basis lag van hun FAS.

De resultaten van dit onderzoek demonstreren de toegevoegde waarde van ERP-onderzoek in de diagnostiek van FAS. Naast de subjectieve diagnose van FAS op basis van een combinatie van beeldvorming, klinische kenmerken en anamnestische gegevens kan een linguïstisch ERP-onderzoek de differentiatie maken tussen een FAS van organogene en functionele oorsprong. In lijn met afasie bij personen met een niet-aangeboren hersenletsel kan vermoed worden dat bij een FAS van organogene oorsprong de talig uitgelokte potentialen zullen afwijken in amplitude, latentietijd en/of topografische distributie van de activiteit. Temeer omdat het voor de afgenomen paradigma’s bewezen is dat ERP- onderzoek sensitiever is dan de equivalente pen-en-papiertaken (Kharatchyan et al., 2017). Verder onderzoek naar de EEG-afwijkingen bij FAS van organogene oorsprong dringt zich bijgevolg op. Bij een functioneel gerelateerd FAS wordt verwacht dat de karakteristieken van de event related potentials (ERP) binnen de range van het normale liggen, behoudens de latentietijd (reactietijd) bij aandachtsgerelateerde taken, die bewust of onbewust kan beïnvloed worden door het antwoordgedrag van de persoon met FAS. In huidige studie werd de evolutie van het FAS cerebraal gevolgd door de afname van het ERP-onderzoek bij de eerste proefpersoon op verschillende tijdstippen te herhalen. Aangezien er geen evolutie in ERP’s werd weerhouden kan aangenomen worden dat het FAS geen invloed heeft op de neurale plasticiteit met betrekking tot de afgenomen taalparadigma’s.

Het is echter niet uitgesloten dat het functioneel aanhouden van een vreemd accent gedurende een lange periode een impact kan hebben op de neuroplasticiteit van taal in de hersenen. Bij een persoon die reeds heel lang over een FAS beschikt, zal het bijgevolg moeilijk worden om de neuroplasticiteitsveranderingen ten gevolge van het functioneel FAS te onderscheiden van de neuroplasticiteitsveranderingen ten gevolge van een organisch letsel met FAS tot gevolg. In ieder geval bewijst ERP-onderzoek zijn meerwaarde in de differentiaaldiagnostiek tussen een functioneel en organogeen FAS in het initieel stadium van FAS.

4.2. Belang van subjectieve beoordeling van de spraakstalen bij de

diagnose van FAS

Vervolgens werd onderzocht hoe twee groepen studenten van de opleiding Logopedische en Audiologische Wetenschappen de spraak van de personen met een FAS waarnemen en of er een verschil merkbaar is tussen beide groepen. Het verschil in de is voorkennis van de groepen studenten van FAS. Om de spraak te kunnen beoordelen in de periode voor het ontwikkelen van een FAS, werd bij de patiënt een audio- of videostaal opgevraagd. Bij de eerste casus was het spraakstaal van de patiënt voor FAS heel kort en moeilijk verstaanbaar. Dit kon voor een vertekend beeld van de resultaten zorgen. De resultaten van de beoordeling van casus 1 tonen aan dat er een verschil is in de beoordeling van de normaliteit van de spraak, waarbij de spraak tijdens het FAS vaker als niet normaal wordt beoordeeld dan de spraak voor het ontwikkelen van een FAS. Vlaams wordt in beide gevallen het meest genoemd als moedertaal. Tijdens FAS worden wel dubbel zoveel verschillende moedertalen genoemd dan bij de spraak voor FAS.

Bij de tweede casus wordt de spraak en taal in de spontane spraak voor het FAS als normaal waargenomen. Tijdens het FAS beoordelen de meeste luisteraars de spraak als niet normaal. Volgens de meeste luisteraars is er dus bijgevolg een stoornis aanwezig. Tijdens het FAS worden door studenten verschillende talen genoemd en is er geen taal die een echte voorkeur krijgt. Het toekennen van een accent aan een persoon met FAS geeft enorm diverse resultaten weer, afhankelijk van de modaliteit (spontaan spreken, lezen) waarin de spraakstaal werd aangeboden. De meest genoemde moedertaal bij het lezen van de tekst ‘Noordenwind en de Zon’ bij deze persoon, ongeacht de taal waarin ze spreekt, is het Frans. Dit is in contrast met de spontane spraak waarbij de beoordelaars heel diverse accenten toekennen, zonder uitgesproken voorkeur.

De beoordelaars geven een uiteenlopende beoordeling aan het accent van de spraak bij de twee patiënten met een FAS. Jose, Read en Miller (2015) vinden dat het beoordelen van een accent beïnvloed kan worden door de eigen kennis van een taal en door de ervaringen van de luisteraars met accent. Binnen dit onderzoek werd niet nagegaan wat de moedertaal, tweede taal, actieve en passieve talenkennis van de beoordelaars zijn. Deze informatie zou tot een beter begrip kunnen leiden over waarom een luisteraar een bepaald accent waarneemt, maar meteen ook bevestigen dat het toekennen van de diagnose van FAS afhangt van het oor van de luisteraar, wat door omgevingsfactoren zoals educatie en opleiding, subjectief is.

vergeleken met de spraak van echte buitenlandse sprekers of moedertaalsprekers van dat accent (Verhoeven et al., 2013). Het kunnen vergelijken van spraak voor en tijdens het FAS toont dat beoordelaars de spraak tijdens het FAS dikwijls niet normaal vinden in vergelijking met voor het FAS. De studenten Logopedische Wetenschappen (semi-professionele logopedisten) beoordelen de spraak van beide casussen met FAS als verbaal apractisch, dysartrisch of afatisch. Prosodische en articulatorische problemen lijken voor sommige beoordelaars ook aan de basis te liggen van het FAS. Andere minder frequent voorkomende diagnoses zoals onder andere de ziekte van Parkinson, dyslexie en stemstoornissen worden ook gegeven. Dit toont aan dat de spraak bij een persoon met FAS wel als gestoord wordt waargenomen en niet enkel een vreemd accent aanwezig is. Comorbiditeit van FAS met andere neurogene spraak- en taalstoornissen zoals afasie en verbale apraxie worden in de literatuur gemeld. Bij de eerste proefpersoon was dat niet het geval, de tweede proefpersoon heeft naast FAS ook een verbale apraxie.

De reden die bij de twee patiënten wordt aangegeven waarom de spraak niet normaal is, is dat er prosodische afwijkingen aanwezig zijn. De twee groepen studenten geven weer dat de spraak onnatuurlijk klinkt, vreemde pauzes bevat, haperend, gescandeerd en vertraagd is. Voornamelijk veranderingen op suprasegmentaal vlak worden weergegeven wat voor een verstoorde prosodie zorgt en de spraakverstaanbaarheid doet afnemen. Ook Verhoeven en Mariën (2010) beschrijven een patiënt waarbij de spraaksnelheid en articulatiesnelheid trager zijn dan wat normaal is voor het Vlaams. Op segmentaal vlak worden door een aantal beoordelaars articulatiefouten beschreven.

De twee groepen studenten onderscheiden zich van elkaar door de voorkennis die ze hebben. De groep uit de eerste master waren reeds theoretisch vertrouwd met FAS, studenten uit de tweede bachelor hadden geen kennis rond het syndroom. De diagnose van FAS werd enkel gegeven door studenten uit de eerste master maar zij gaven dikwijls uiteenlopende beoordelingen aan de spraak van de beide patiënten op basis van de spraakstalen. FAS is een zeldzame stoornis en op basis van spraakstalen zonder een anamnestische geschiedenis, neurologisch en klinisch onderzoek lijkt het niet mogelijk de diagnose te geven. Het kan zijn dat de studenten die de diagnose FAS gaven de link hebben gelegd met de lessen. Anderen waren op de hoogte van het onderwerp van deze masterproef, wat hen aan de diagnose FAS kan doen denken.

Beide groepen tonen ook weinig statistisch significante verschillen bij de antwoorden op de vragen. Dit kan verklaard worden doordat beide groepen weinig tot geen ervaring hebben in het beoordelen van spraakstalen. Het kan interessant zijn om in volgende studies een vergelijking te maken tussen logopedisten met ervaring in het beoordelen van spraakstalen en studenten. Op die manier kan nagegaan worden of een ervaren beoordelaar het FAS anders waarneemt of dat er toch geen verschillen blijken in waarneming ongeacht de ervaring. Verhoeven et al. (2013) lieten spraakstalen beoordelen door drie verschillende groepen, namelijk studenten logopedie, leraren Nederlands en studenten psychologie. Zij vonden dat de drie groepen een voorkeur gaven aan een ander accent, maar dus allemaal het accent als een vreemd accent beschouwden.

De gebruikte vragenlijst is zo opgesteld dat het een grote hoeveelheid aan informatie kan opleveren over de subjectieve waarnemingen van de luisteraars. Normaliteit van de spraak kan over een grote schaal variëren, de vraag werd echter zo gesteld dat studenten met ja of nee antwoordden en aangaven

waarom. Het gebruik maken van een visueel analoge schaal (VAS-schaal) kan dit probleem oplossen daar deze de beoordelaars toelaat een punt te kiezen over een groter bereik. Het gebruik in terminologie Vlaams-Nederlands-Hollands zorgde ook voor verwarring. Een aantal beoordelaars geven in vraag twee aan dat ze denken dat Vlaams de moedertaal is, echter beantwoordden ze vraag 3 met een andere moedertaal, dikwijls het Nederlands. Dit zorgt ervoor dat het niet altijd duidelijk is wat bedoeld wordt met ‘Nederlands’. Deze term zal door de beoordelaars zowel voor Vlaams-Nederlands als Hollands- Nederlands gebruikt worden. Hierdoor is voorzichtigheid nodig bij het interpreteren van de resultaten. Voor het afnemen van de vragenlijsten duidelijk het verschil kaderen tussen Vlaams-Nederlands- Hollands kan ervoor zorgen dat de beoordelaars de termen niet door elkaar gebruiken.

Doordat de vragenlijst open vragen bevatten kan je veel informatie verwerven zonder de studenten in een richting te sturen. Aan de andere kant laten hier veel studenten vragen ook onbeantwoord na. Het vergroten van de beoordelaarsgroep zou ervoor kunnen zorgen dat op elke vraag voldoende respons komt.

Het gebruik maken van de subjectieve beoordeling van de spraak bij een persoon met FAS door een grote groep kan naast de objectieve onderzoeken zeker een diagnostische meerwaarde hebben. Het is zo dat de spraak bij een persoon met FAS veel verschillende kenmerken krijgt en beoordelaars niet snel tot een consensus komen over het accent. Het is echter niet duidelijk of dit kenmerkend is bij de spraak van personen met een FAS. Echter is het noodzakelijk om naast de subjectieve beoordeling een anamnese en uitgebreid neurologisch en klinisch onderzoek uit te voeren om tot een goede objectieve diagnose te komen. Een subjectieve beoordeling laten uitvoeren door een grote groep beoordelaars is ook niet efficiënt om snel en accuraat een diagnose te stellen.