• No results found

In dit laatste hoofdstuk zullen allereerst de conclusies van dit onderzoek aan bod komen, waarna vervolgens enkele beperkingen van het onderzoek aan bod komen. Tenslotte zullen ook enkele aanbevelingen voor vervolgonderzoek gedaan worden.

7.1 Conclusie

Op basis van de resultaten uit de kwantitatieve analyse kan geconcludeerd worden dat er inderdaad verschillen bestaan in de mate van risicoverslaggeving tussen Frankrijk, Zweden en Nederland. Franse ondernemingen hebben kwantitatief significant minder risicoverslaggeving in jaarverslagen staan dan Nederlandse en Zweedse ondernemingen. Dit is in overeenstemming met de verwachtingen vooraf aan dit onderzoek. In tegenstelling tot deze verwachtingen besteden Zweedse ondernemingen echter niet meer aandacht aan risicoverslaggeving in jaarverslagen dan Nederlandse ondernemingen. Het tegendeel is zelfs waar, Nederlandse ondernemingen geven meer aandacht aan risicoverslaggeving dan Zweedse ondernemingen.

Ook de kwalitatieve analyse laat een soortgelijk beeld zien. Kwalitatief scoort Frankrijk het laagst op elk van de drie onderzochte dimensies. Zweden scoort gemiddeld en Nederland scoort op elke dimensie het hoogst. Samen met de resultaten van de kwantitatieve analyse kan daarom geconcludeerd worden dat er verschillen tussen deze drie betreffende landen zijn, en dat deze voor een deel te verklaren zijn op basis van culturele verschillen.

Volgens het model van Hofstede is Frankrijk op basis van culturele eigenschappen de minst open cultuur, met een lage mate van individualism en een hoge score op de dimensie uncertainty avoidance. Een logisch gevolg hiervan is dat het ook het minste aandacht geeft aan risicoverslaggeving. Op basis van de resultaten van dit onderzoek blijkt dit inderdaad het geval te zijn, zowel kwantitatief als kwalitatief.

Het verschil tussen Zweden en Nederland is op basis van het model van Hofstede moeilijker aan te geven. Nederland scoort hoger op de dimensie individualism terwijl Zweden lager scoort op de dimensie uncertainty avoidance. In dit onderzoek is ervan uitgegaan dat Zweedse ondernemingen, op basis van het grotere verschil op de dimensie uncertainty avoidance ook meer risicoverslaggeving in jaarverslagen zouden opnemen. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt echter dat het tegendeel waar is, en dat Nederlandse ondernemingen meer risicoverslaggeving in jaarverslagen hebben opgenomen. Dit kan betekenen dat cultuur niet zo bepalend is voor de mate van risicoverslaggeving in

jaarverslagen als in dit onderzoek verondersteld, of dat de dimensie individualism veel zwaarder weegt dan de dimensie uncertainty avoidance. In dat laatste geval, wat in strijd is met resultaten uit gedane onderzoeken naar de mate van invloed van de dimensies van Hofstede op verslaggeving, valt het goed te verklaren waarom Nederlandse ondernemingen significant meer aandacht aan risicoverslaggeving besteden dan Zweedse ondernemingen.

7.2 Beperkingen van het onderzoek

Hoewel in dit onderzoek geprobeerd is zoveel mogelijk beïnvloedende factoren uit te sluiten om een goed en reëel beeld te geven van de verschillen in risicoverslaggeving tussen landen, zijn er toch een aantal beperkingen van dit onderzoek aan te wijzen.

Allereerst bestaan er, al dan niet ook als gevolg van culturele verschillen tussen landen, verschillen in wet- en regelgeving met betrekking tot (risico)verslaggeving tussen verschillende landen. Deze verschillen in wet- en regelgeving kunnen een grote invloed hebben op de mate van risicoverslaggeving wat ondernemingen opnemen in hun jaarverslag. Doordat wet- en regelgeving als beïnvloedende factor niet is meegenomen in dit onderzoek, kan niet uitgesloten worden dat dit de resultaten heeft beïnvloedt. Doordat ondernemingen in categorieën aan elkaar zijn gekoppeld, waarbij branchespecifieke wet- en regelgeving geëlimineerd is als eventuele beïnvloedende factor, blijft alleen landelijke wet- en regelgeving over als mogelijke factor die de onderzoeksresultaten heeft beïnvloedt. Hierbij kan worden aangetekend dat alle onderzochte ondernemingen multinationals zijn, waardoor zij hun jaarverslag vaak op basis van internationale standaarden opstellen en uitbrengen. Ook hierdoor zullen eventuele verschillen in wet- en regelgeving die invloed hebben op risicoverslaggeving verminderd worden.

Een andere beperking van dit onderzoek is de subjectiviteit die aanwezig is bij het bepalen van het aantal zinnen waarin inhoudelijk iets gezegd wordt over risicoverslaggeving. Het aantal zinnen is in dit onderzoek gebruikt als enumeration unit, waarbij de onderzoeker bepaalt welke zinnen wel en welke niet meegeteld worden. Deze subjectiviteit kan ondervangen worden door de verslagen dubbel te laten coderen door twee daarvoor getrainde codeurs. In dit onderzoek is dat echter niet gebeurd, waardoor er bij de resultaten van dit onderzoek rekening gehouden moet worden met enige subjectiviteit.

In het verlengde daarvan is ook de analyse van kwalitatieve aspecten van risicoverslaggeving subjectief. Weliswaar is aan de hand van het analysemodel van Beretta en Bozzolam (2004) een theoretisch onderbouwde methode opgesteld om de kwaliteit van risicoverslaggeving te bepalen, maar

de beoordeling zelf blijft erg subjectief. Hoewel deze subjectiviteit van de beoordelaar bij het analyseren van alle jaarverslagen in gelijke mate aanwezig is, waardoor alsnog wel verschillen in juiste verhoudingen naar voren kunnen komen, moet er rekening mee gehouden worden dat de beoordeling van de jaarverslagen op kwalitatieve aspecten van risicoverslaggeving niet volledig objectief is. Daarmee zijn de uitkomsten van deze kwalitatieve analyse ook niet geheel valide. Voor de conclusies van dit onderzoek heeft dit echter geen directe gevolgen, aangezien de hypotheses aangenomen dan wel verworpen zijn op grond van de uitkomsten van de kwantitatieve analyse.

Ook andere dan culturele factoren hebben invloed op de mate van risicoverslaggeving in jaarverslagen. Hoewel door het koppelen van ondernemingen uit Frankrijk, Zweden en Nederland in categorieën geprobeerd is deze factoren zoveel mogelijk uit te sluiten, kan niet met zekerheid gesteld worden dat deze factoren uiteindelijk geen invloed hebben gehad op de resultaten.

Tenslotte brengen veel ondernemingen, naast het jaarverslag, ook veel andere verslagen en nieuwsberichten uit waarin ook het een en ander gezegd kan worden over risico’s en risicomanagement. Deze zijn echter in dit onderzoek niet meegenomen, terwijl het wel voor kan komen dat ondernemingen vanwege een uitgebreide beschrijving van risico’s in een ander verslag besluiten om in het jaarverslag niet veel aandacht aan risicoverslaggeving te besteden. Het gevolg hiervan is dat het onderzoek, zoals het in deze vorm is uitgevoerd, niet een volledig beeld schetst van de situatie. Toch blijft het jaarverslag voor belangengroepen vaak een erg belangrijk communicatiemiddel en daarom zal een onderneming risicoverslaggeving in het jaarverslag opnemen wanneer zij daarover naar belangengroepen wat wil communiceren.

7.3 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek

Bij vervolgonderzoek naar verschillen tussen landen voor wat betreft risicoverslaggeving zal rekening gehouden kunnen worden met meerdere beïnvloedende factoren door deze uit te sluiten of juist in het onderzoek mee te nemen. Hierdoor zal een nog completer beeld uit het onderzoek naar voren komen, waar bij dit onderzoek verondersteld wordt dat enkel culturele verschillen van invloed zijn op de mate van risicoverslaggeving. Het valt echter niet uit te sluiten dat ook andere factoren van invloed zijn geweest op de uitkomsten zoals die uit dit onderzoek naar voren komen.

Tevens is in dit onderzoek de kwantitatieve analyse uitgevoerd door slechts één persoon, wat de onderzoeksgegevens subjectief maakt. Bij soortgelijk vervolgonderzoek is het aan te raden om dit gedeelte van het onderzoek door twee daarvoor getrainde personen te laten uitvoeren om op die manier betrouwbare uitkomsten te krijgen.

Tenslotte is het interessant om te kijken naar verschillen in risicoverslaggeving tussen andere landen dan de hier onderzochte drie. Risicoverslaggeving is de laatste jaren belangrijker geworden, en internationaal wordt geprobeerd om de verschillen in risicoverslaggeving te verkleinen. Wanneer meer inzicht wordt verworven in de huidige verschillen in risicoverslaggeving tussen landen levert dit interessante informatie op wat gebruikt kan worden bij het zoeken naar internationaal gelijke standaarden op dit gebied.

Literatuurlijst

AICPA, 1994. Improving business reporting. A customer focus. New York: American Intitute of Certified Public Accountants

Beretta, S., Bozzolam, S., 2004. A framework for the analysis of firm risk communication. The international Journal of Accounting, 39, 265-288

Chanchani, S., MacGregor, A., 1999. A Synthesis of Cultural Studies in Accounting. Journal of Acounting Literature, 18, 1-30

Combes-Thuélin, E., Henneron, S, Touron, P., 2006. Risk regulations and financial disclosure. An investigation based on corporate communication in French traded companies. Corporate communication: An International Journal, 11, 303-326

Drogendijk, R., Slangen, A., 2005. Hofstede, Schwartz, or managerial perceptions? The effects of different cultural distance measures on establishment mode choices by multinational enterprises. International Business Review, 15, 361-380

FASB, 2001. Improving business reporting: insights into enhancing voluntary disclosure. Steering Committee Report, Business Reporting Research Project, Financial Accounting Standard Board

Gray, S.J., 1988. Towards a theory of cultural influence on the development of accounting systems internationally. Abacus, March, 1-15 De Groot, J, 2007. ‘Accounting for risks’ in het

jaarverslag. PricewaterhouseCoopers Spotlight 2007, 41-47

Doupnik, T.S., Tsakumis, G.T., 2004. A critical review of tests of Gray’s Theory of Cultural Relevance and suggestions for future research. Journal of Accounting Literature

ICAEW, 1998. Financial reporting of risk: Proposal for a statement of business risk. London: Financial Reporting Committee-Institute of Chartered Accountants in Engeland and Wales ICAEW, 2000. No surprises: The case for better

risk reporting. London: Financial Reporting Committee-Intitute of Chartered Accountants in England and Wales

De Jong, E., Smeets, R., Smits, J., 2005. Culture and openness. Social Indicators Research, 78, 111-136

Hofstede, G.H., 1980. Culture’s Consequences: International differences in work-related values. Beverly Hills, CA: Sage Publications Kirkman, B.L., Lowe, K.B., Gibson, C.B., 2006. A

quarter century of Culture’s Consequences: a review of empirical research incorporating Hofstede’s cultural values framework. Journal of International Business Studies, 37, 285-320 Krippendorf, K., 1980. Content Analysis: An

Introduction to its Methodology. Beverly Hills, CA: Sage Publications

Linsley, P.M., Shrives, P.J., 2006. Risk reporting: A study of risk disclosures in the annual reports of UK companies. The British Accounting Review, 38, 387-404

Linsley, P.M., Shrives, P.J., Crumpton, M., 2006. Risk disclosure: An exploratory study of UK and Canadian banks. Journal of Banking Regulation, 7, 268-282

Perera, H., 1989. Towards a framework to analyse the impact of culture on accounting. International Journal of Accounting, 24, 42-56 Salter, S.B., Niswander, F., 1995. Cultural

influence on the development of accounting systems internationally: A test of Gray’s (1988) theory. Journal of International Business Studies, 26, 379-397

Schwartz, S.H., 1992. Universals in the content and structure of values: Theoretical advances and empirical tests in 20 countries. Advances in Experimental Social Psychology, M. Zanna, San Diego: Academic Press

Schwartz, S.H., 1994. Beyond individualsm/collectivism: New cultural dimensions of values. Individualsm and collectivism: Theory, methods, and applications, 85-119, Thousands Oaks: Sage Publications.

Schwartz, S.H., 1998. A theory of cultural values and some implications for work. Applied psychology: An International Review, 48, 12-47

Solomon, J.F., Solomon, A., Norton, S.D., Joseph, N.L., 2000. A conceptual framework for corporate risk disclosure emerging from the agenda for corporate governance reform. British Accounting Review, 32, 447-478

Tsakumis, G.T., 2007. The Influence of Culture on Accountants’ Application of Financial Reporting Rules. Abacus, 43, 27-48

Zarzeski, M.T., 1996. Spontaneous Harmonization Effects of Culture and Market Forces on Accounting Disclosure Practices. American

Accounting Association, Accounting Horizons, 10, 1, 18-37

Zhang, D., Lowry, P.B., Zhou, L., Fu, Z., 2007. The impact of Individualism-Collectivism, Social Presence, and Group Diversity on Group Decision Making Under Majority Influence. Journal of Management Information Systems, 23, 53-80

GERELATEERDE DOCUMENTEN