• No results found

7.1 Discussie

In dit artikel is op basis van de cultuurdimensies van Hofstede, de onafhankelijkheid van de RvC en de gehanteerde accountingmethode een onderzoek gedaan naar de fiscale transparantie in externe verslaggeving. Het onderzoek heeft voornamelijk betrekking op Amerikaanse en Chinese ondernemingen, waarbij de volgende hoofdvraag is gesteld:

“Zijn culturele verschillen van invloed op de fiscale transparantie in externe verslaggeving?”

De hoofdvraag wordt gestructureerd uitgediept, te beginnen met de gedragscultuur die bepaald is met behulp van het Hofstede model (1980). De cultuur van Amerika en China liggen ver uit elkaar. Waar de Amerikaanse cultuur zich kenmerkt als individualistisch, een matige vorm van onzekerheid vermijdend gedrag en een lage vorm van machtsafstand, typeert de Chinese cultuur zich als collectivistisch, wordt onzekerheid vermeden en is er een sterke mate van machtsafstand.

De beschikbare theorie suggereert dat de cultuur van invloed is op de mate van transparantie in de externe verslaggeving. Bryan et al (2012) suggereren dat individualisme leidt tot opportunistisch gedrag, wat het agency conflict versterkt. Stakeholders zullen bij een heviger agency conflict om meer informatie vragen, wat zal leiden tot een transparantere fiscale externe verslaggeving. Dit heeft geleid tot H1a, waarbij een positieve relatie werd verwacht tussen individualisme en fiscale transparantie in de externe verslaggeving. Echter, de lineaire regressie ondersteunt deze hypothese niet, waardoor die niet geaccepteerd kan worden. Een

32 mogelijke verklaring hiervoor is de angst voor ‘over-exposure’. Teveel transparantie leidt tot over-exposure, wat de effectiviteit doet afnemen door een verhoging van de transactie kosten (Heald, 2003).

Hypothese 1b suggereert op basis van onderbouwende literatuur dat er een negatief verband is tussen vermijding van onzekerheid en fiscale transparantie in de externe verslaggeving. Deze relatie kan bevestigend worden beantwoord met behulp van statistisch onderzoek van de praktijk gegevens. De relatie is significant op een 10 procentniveau. Met andere woorden, hypothese 1b kan aanvaard worden.

Bestaande wetenschappelijke literatuur suggereert dat er een negatieve relatie is tussen machtsafstand en fiscale transparantie in de externe verslaggeving. Zarzeski (1996) stelt dat een hoge mate van machtsafstand de informatiedeling vermindert, wat een negatieve relatie met fiscale transparantie suggereert. Dit werd eveneens gesteld bij hypothese 1c. De hypothese kan worden verworpen na het uitvoeren van de lineaire regressie. Mogelijk zijn er andere factoren van invloed op fiscale transparantie in tegenstelling tot de cultuurdimensie machtsafstand.

Na het opstellen van de gedragscultuur betreffende de cultuurdimensies door middel van Hofstedes’ cultuur model en het interpreteren van de opgesplitste hypothese 1, wordt dit verder toegelicht met twee andere juridische culturele verschillen tussen Amerika en China, te weten RvC onafhankelijkheid en de gekozen accountingmethode. Daarbij wordt eveneens de lineaire regressie geïnterpreteerd.

De juridische culturele verschillen binnen Amerikaanse en Chinese ondernemingen uiten zich op verschillende manieren. Te beginnen met de bestuursstructuur. Amerikaanse ondernemingen hebben over het algemeen een one tier board, waarbij de CEO eveneens voorzitter van de RvC is. Chinese ondernemingen hebben voornamelijk een two tier board, wat er toe leidt dat de RvC van de Chinese ondernemingen onafhankelijk is van de Raad van Bestuur, in tegenstelling tot de Amerikaanse ondernemingen. Verder is de gekozen accountingmethode tussen Amerika en China verschillend. In Amerika wordt gebruik gemaakt van de US GAAP, wat als een rules based accountingmethode beoordeeld kan worden, terwijl in China sinds 2006 de IFRS verplicht is gesteld, wat onder de principle

33 based accountingmethode geschaard kan worden. Dit uit zich in hypothese 2 en 3 van dit artikel.

Op basis van het literatuuronderzoek werd een positieve relatie verwacht tussen RvC onafhankelijkheid en fiscale transparantie in de externe verslaggeving. Eng & Mak (2003) suggereerden dat er transparanter gerapporteerd wordt bij aanwezigheid van een onafhankelijke RvC. Na het testen van de dataset blijkt dat deze relatie significant is op een 5 procentniveau. Met andere woorden, de ondernemingen met een onafhankelijke RvC, voornamelijk Chinese ondernemingen, rapporteren daadwerkelijk transparanter met betrekking tot fiscaliteit in de externe verslaggeving. Hypothese 2 kan geaccepteerd worden.

Uit het artikel van Holmen (2012) blijkt dat de gekozen accountingmethode van invloed is op de mate van fiscale transparantie in de externe verslaggeving. Er zijn twee verschillende

accountingmethodes, namelijk principle based accounting en de rules based

accountingmethode. Het verschil kenmerkt zich doordat er bij de principle based accountingmethode geen specifieke regels zijn in tegenstelling tot de rules based accountingmethode. De hypothese dat de principle based accountingmethode positief is gerelateerd aan de mate van fiscale transparantie kan bevestigd worden, aangezien de relatie significant is op een 5 procentniveau. Aangezien de Chinese ondernemingen principle based accountingmethode toepassen, kan er gesteld worden dat de Chinese ondernemingen transparanter zijn in de externe verslaggeving met betrekking tot fiscaliteit in vergelijking met de Amerikaanse ondernemingen die de rules based accountingmethode hanteren.

7.2 Conclusie

Fiscale transparantie is een relatief nieuw onderwerp dat veel in de spotlights staat de afgelopen periode, onder andere door LuxLeaks en de Panama Papers. Het vermijden van belastingen is niet illegaal, maar de vraag die zich ontpopt is, in hoeverre het ethisch verantwoord is om belastingen te vermijden. In deze scriptie werd onderzocht of het rapporteren over fiscaliteit in de externe verslaggeving wordt beïnvloed door de culturele achtergronden. Hierbij werden de culturele verschillen van Amerika en China belicht, omdat die tegenstrijdig zijn. Gedragscultuur werd gemeten aan de hand van de waardes die Hofstede aan de cultuurdimensies individualisme, onzekerheid vermijden en machtsafstand toekent. Verder drukken de cultuurverschillen zich uit in de variabelen onafhankelijkheid van de RvC en de gekozen accountingmethode, principle of rules based accounting. In totaal leidt dit tot

34 vijf verschillende hypotheses. Van de opgestelde hypotheses kunnen er drie geaccepteerd worden en twee verworpen. De hypotheses die statistisch onderbouwd zijn door een regressieanalyse zijn hypothese 1b, 2 en 3. Dit betekent dat de cultuurdimensie onzekerheid vermijdend gedrag, RvC onafhankelijkheid en de gekozen accountingmethode een positieve relatie hebben met de mate van fiscale transparantie. Hypotheses 1a en 1c kunnen verworpen worden. Er is geen bewijs gevonden voor de cultuurdimensies individualisme en machtsafstand in relatie met de mate van fiscale transparantie. Dit beantwoordt de hoofdvraag. Het blijkt dat cultuur wel degelijk van invloed is op fiscale transparantie in externe verslaggeving, maar niet op alle vooropgestelde hypotheses. De hoofdvraag van dit onderzoek wordt dan ook als volgt beantwoord: alleen de gedragscultuur onzekerheid en de juridische cultuurverschillen RvC onafhankelijkheid en de gehanteerde accountingmethode zijn van invloed op de fiscale transparantie in de externe verslaggeving.

GERELATEERDE DOCUMENTEN