Dijkvak 8: Zomerdijk (havens, Eembrugge dorp) PQ’s: geen.

Beheer: zeer uiteenlopend, veelal gemeentelijk of particulier.

Van enige representatieve, te inventariseren dijkvegetatie is in dit traject eigenlijk geen sprake. Voor een deel bestaat de kering uit de walkant van de overslaghaven. Verder bestaat zij voor een groot deel uit de openbare weg, ook door het dorp Eembrugge waar de ‘dijk’ merendeels in gemeentelijk of particulier beheer is (huizen en tuinen). Overigens zullen delen van dit traject mogelijk binnenkort gereconstrueerd worden met het oog op de vereiste dijkhoogte en stabiliteit van het dijklichaam.

Actuele VTV typen: W1; lokaal P/W1.

Interessante soorten: Op buitentalud en kruin komt regelmatig de Behaarde boterbloem voor. Omdat dit dijkvak vanwege het maaibeheer pas laat in het jaar bezocht kon worden is niet bekend of ook de Veldgerst er aanwezig is. Indien deze soort inderdaad voorkomt is zij mogelijk vooral in het zuidelijke deel van dit vak aan te treffen; tussen de jachthaven en het dwarshek bij GPS F1215. Het voorjaar of vroege zomer is de beste tijd om dit te controleren.

Probleemsituaties:

- De zeer open vegetatie en het grote aantal open plekken moet in dit dijkvak als een serieus probleem beschouwd worden. Deze situatie is vooral aan te treffen op het binnentalud ten noorden van het dwarshek nabij GPS F1215, maar ook ten zuiden daarvan in beperkte mate op het buitentalud. Een goede indruk van de zeer open vegetatie is te krijgen via de foto’s 1219-1224, 1243-1246, 1248-1250 (oktober 2008) en 1473-1477 (januari 2009). Het kan haast niet anders of de actuele situatie heeft sterk negatieve effecten voor de erosiebestendigheid.

Wat de precieze oorzaak is, is niet bekend. Tijdens het jaar van onderzoek is in elk geval geen sprake geweest van grote droogte. De soortensamenstelling wijst ook zeker niet op een extreem schraal milieu, veeleer het tegendeel. Op het eerste gezicht doet de situatie eerder denken aan overbegrazing, of aan een ‘kapot gemaaide’ toplaag van de zode, of aan verstikking door maaisel dat lange tijd is blijven liggen (foto’s 1-2).

Probleemsituaties (vervolg):

- Erosieranden. Over zeer grote lengtes komen langs de bovenrand van het binnentalud steile erosieranden voor van ca. 30 cm hoog. Ook dit moet als een ernstig probleem beschouwd worden die de stabiliteit van de dijk aantast. Een indruk van de situatie is te krijgen met behulp van foto’s 1215-1218, 1225-1235, 1243-1246 en 1473-1477. Dit probleem speelt op een groot deel van het dijkvak ten noorden van het dwarshek (bij GPS F1215), tussen de GPS markeringen F1215 en F1248. In totaal gaat het om een stuk ter lengte van ongeveer een kilometer (!) waarbij het probleem in de meest noordelijke 200 meter wat minder acuut is. Ook van deze situatie is de oorzaak ons onbekend. Mogelijk ligt die bij een begrazing met koeien in het verleden?

Streefbeeld: Soortenrijke Kamgrasweide (W3; Veldgerst subassociatie).

Globaal beheersadvies: De indruk bestaat dat hier naast de schapenbegrazing ook soms gemaaid wordt zonder het maaisel af te voeren. Het laten liggen van maaisel wordt sterk afgeraden. Wanneer aanvullend gemaaid wordt dient maaisel altijd geruimd te worden! Het kan zeker goed zijn via aanvullend maaien de vegetatie kort te houden, maar er moet dan wel voor gewaakt worden dat de zode niet kapotgemaaid wordt. Aan de erosieranden zal herstel plaats moeten vinden.

4.2.10 Dijkvak 9: Zomerdijk (industrieterrein Eemweg) PQ’s: 158 – 159 – 160. Foto’s 1257-1269, 1271-1277.

Beheer: Door particuliere eigenaren en/of gemeente. De kering loopt hier over het industrieterrein Eemweg (ten oosten van de Bisschopsweg), langs de jachthaven en langs particuliere woonboten tot aan opnieuw een jachthaven langs de A1. Veelal leende alleen het binnentalud zich hier voor inventarisatie.

Op het deeltraject over het eigenlijke industrieterrein is het buitentalud meestal niet toegankelijk en betreft veelal een hoger gelegen werkterrein. Het binnentalud bestaat hier ofwel uit een gazonvegetatie (foto 1274) of uit zeer productieve ruige hooilanden (foto’s 1275 en 1277). Op dit deeltraject zijn geen opnamen gemaakt.

Langs de jachthaven (foto 1276) is de vegetatie soortenarm met een bijzonder hoog aandeel van ruigtesoorten als Grote vossestaart, Fluitekruid, Brandnetel en Witte dovenetel (PQ 158; foto’s 1263-1266). Vegetatiekundig betreft het Fluitekruidruigten, Brandnetelruigten en overgangen daartussen. In termen van de VTV typologie gaat het steeds om ruig hooiland (R).

Op het buitentalud komt in de Fluitekruidruigte plaatselijk ook Braam voor (PQ 159; foto’s 1267-1269). De vegetatie is hier behoorlijk open van karakter, waarschijnlijk vooral door de beschaduwing door grote boten op het terrein van de jachthaven en door de Berken op de teen van het talud (ook bladval speelt een rol).

Langs het laatste, zuidelijke traject van dit dijkvak liggen woonboten. Het buitentalud bestaat hier uit tuintjes en alleen het binnentalud is geïnventariseerd (PQ 160; foto’s 1257, 1260-1262, 1271-1273). De vegetatie is hier beduidend minder ruig en heeft plaatselijk kenmerken van de betere hooilanden. Toch komen ook hier nogal wat ruigte soorten voor. De vegetatie bevindt zich op de grens van het Glanshaverhooiland en de rompgemeenschap Fluitekruid. Op grond van de VTV typologie gaat het hier om minder soortenarm hooiland (H2).

Actuele VTV typen: R, lokaal H2 (soms gazon: W1). Interessante soorten: geen.

Probleemsituaties: Sterke verruiging met Brandnetel en Fluitekruid, soms Braam.

- Japanse duizendknoop op het gedeelte langs de woonboten. De soort komt voor op de kruin (GPS: Japans dk, foto 1258) aan de rand van een tuin van een woonboot maar heeft zich op enkele meters daarvan ook al uitgebreid naar het binnentalud (foto 1259).

Streefbeeld: Langs het industrieterrein en Jachthaven dient minimaal gestreefd te worden naar soortenarm hooiland zonder ruigte aspect (H1). Ter hoogte van de woonboten, waar minder verstoring optreedt door zwaar werkverkeer, kan gestreefd worden naar een soortenrijk Glanshaverhooiland (H3).

Globaal beheersadvies: Overal dient het tegengaan van verruiging prioriteit te hebben. Daartoe zal een veel intensiever hooilandbeheer uitgevoerd moeten worden; de eerste jaren mogelijk drie tot vier maal per jaar. Het maaisel dient daarbij steeds binnen één week geruimd te worden.

4.2.11 Dijkvak 10: Zomerdijk (tussen A1 en Baarn) Beheer: PQ’s: geen.. Foto’s 111-114. Woonboten.

Er is hier feitelijk alleen sprake van een buitentalud en dat wordt volledig in beslag genomen door de tuintjes van woonboten, een restaurant, e.d..