• No results found

van Dijk, de nieuwe machinist

In document Lek en Huibert Kroniek (pagina 87-92)

DE ACHTKANTE WINDMOLEN WERD MOTORGEMAAL

H. van Dijk, de nieuwe machinist

In oktober 1934 werd een advertentie gezet voor een nieuwe machinist. Hij zou f 200,- salaris plus vrij wonen krijgen, dus minder dan Den Braven verdiende. Het was crisistijd en er waren veel werklozen, dus velen wilden met minder salaris genoegen nemen.

Er kwamen 31 sollicitanten op af Hendrik van Dijk omtrent 1958. hij volkomen zijn plicht heeft ver- (Foto: A. van Dijk-van Zessen) vuld. In het eerste jaar dat hij

machinist was, hadden enkele

ingelanden weliswaar schriftelijk geklaagd over te hoog water op de polder, vooral op 26 december 1935, maar het bestuur vond dat de ingelanden wel wat te voorbarig reageerden. Door de vorst en sneeuw en de later ingevallen dooi was het water op den genoemden 26e December wel heel wat te hoog, doch dit was op meerdere polders het geval. Het bestuur liet de brief van de boze ingelanden aan Van Dijk lezen, zoodat hij toen ook wist met wien of hij te doen had. Van Dijk werd geadviseerd zich i.v.m. het wegmalen

van het water zich niet aan iemand anders te storen dan aan het bestuur en daarmee was de kous af.69

In latere jaren bleven enkele ingelanden klagen, maar over het algemeen was men goed tevreden. Van Dijk moest wel meer malen, want in 1937 werd het zomerpeil verlaagd van 17 naar 14 cm-NAP (1,59 m onder Zederikpeil). Hij kreeg hiervoor in 1936 f 10,- gratificatie en in 1937 f 30,-. Hij had in 1937 voor het meerder malen door de peilverlaging f 60,- salarisverhoging gevraagd, maar dat werd, naast de gratificatie, f 25,- per jaar, zodat hij toen f 225,- verdiende. Hij had in 1937 ook verlaging gevraagd van de huur van het stukje bouwland. Voor het vele malen werd hem de gehele huur met ingang van 1939 kwijtgescholden, dus dat scheelde hem weer f 20,- aan kosten. In dat jaar werd opnieuw het zomerpeil met 10 cm verlaagd, zodat hij er wel meer voor moest doen. Pas in 1941 werd er naar aanleiding van een algemeen verzoek van de regering weer f 20,- opslag gegeven en in december 1945 weer 15% toelage. De grote klapper kwam pas in 1947, toen zijn salaris op last van Gedeputeerde Staten met maar liefst 40% werd verhoogd tot f 315,- per jaar. De eerder verstrekte toelagen vervielen toen echter meteen.

Toch had het een goede kant, want met alle emolumenten had hij nu een salaris dat hoger was dan f 400,- en daardoor kreeg hij pen-sioenrechten. Met terugwerkende kracht tot 1 oktober 1946 werd toen door de polder premie voor hem betaald.

Hij kreeg ook kinderbijslag. In 1948 kreeg hij in verband met het krijgen van een tweeling en omdat hij altijd goed zijn plicht doet, f 25,- gratificatie. Dat was niet voor het malen, want het gemaal lag toen stil.

Er zijn ook hulpmachinisten geweest. Zo werd in het voorjaar van 1937 T.E. Bor uit Ameide als hulpmachinist benoemd.70

Van Dijk stopte ermee

Vanaf eind 1941 tot 30 december 1952 was het gemaal buiten bedrijf geweest en daarna braken er weer betere tijden aan voor Van Dijk.

In 1954 werden het gemaal en het huis van Van Dijk aangesloten op het elektriciteitsnet, zodat het gehannes met petroleumlampen tot het verleden behoorde. Omdat in 1959 zijn salaris veel te laag is voor de tegenwoordige tijd, werd het opgetrokken tot f 600,-, waarbij nog f 100,- extra kwam voor de winterbemaling. Al met al nog lang geen

vetpot. Per 1 januari 1961 werd dit f 1000,-, maar toen moest hij wel de helft van zijn pensioenpremie zelf gaan betalen! Na zeven-entwintig jaar als machinist werkzaam te zijn geweest nam hij per 1 februari 1962 ontslag, wat hem op de meest eervolle wijze werd verleend. Van Dijk was toen bijna 53 jaar oud. Hij overleed op 1 april 1985.

Van Dijk had nog in de loop der tijd een schuurtje bij het gemaal gezet en dat werd in 1963 voor f 450,- door de polder overge-nomen.71

Gerrit den Braven Az werd de nieuwe machinist

Er werd eind 1961 een advertentie geplaatst in De Gecombineerde en in de Schoonhovensche Courant, waarop 16 sollicitanten af-kwamen. Gekozen werd Gerrit den Braven, de zoon van de vroegere molenaar/machinist Aart den Braven en even oud als de vertrekkende H. van Dijk. Hij begon per 1 februari 1962 met een proeftijd van 1 jaar en een salaris van f 1000,- per jaar. Per 1 februari 1963 kwam hij in vaste dienst. Zo kwam een zoon van Aart den Braven toch nog als machinist op het poldergemaal. Hij ging wonen in het huisje, dat intussen als adres Boezemweg 25 had gekregen.

De visvergunning van Gerrit den Braven. (Andre Tukker)

De instructie voor de machinist, gedateerd januari 1962. (AHVHL-APA, inv. 35.)

Met het salaris ging het ook de goede kant op. Op 1 januari 1963 werd dat f 1100,- per jaar en was in 1971 al opgelopen tot f 3000,-.

Volgens de Algemene Bond van Ambtenaren was dat echter veel te laag en moest ruim f 4000,- zijn. Machinisten in andere polders schenen echter nog minder te verdienen dan Den Braven! Eind 1972 kreeg hij voor de laatste maal zijn salaris van de polder, want op 1 januari 1973 trad hij in dienst van het Waterschap De Vijfheeren-landen te Vianen. Dat duurde niet lang, want in 1974 werd hij op 24 april vijfenzestig jaar en ging toen met pensioen. Dit betekende niet dat hij geen dienst meer deed, want hij bleef op een arbeidscontract dienst doen als machinist. Ook dat duurde niet lang, want op 6 september 1976 overleed hij te Ameide. Zijn opvolger was Jaap Haringsma, die machinist bleef tot het gemaal in 1999 buiten bedrijf werd gesteld.72

Jaap Haringsma aan het werk in 1998. Foto: André Tukker.

In document Lek en Huibert Kroniek (pagina 87-92)