• No results found

4.3 Opzet interview docent certificering mensenhandel

7.3.6 Diagnosticeren van psychische problemen bij slachtoffers mensenhandel

Over het algemeen worden officiële diagnosen (bv. DSM IV) gesteld voor psychische problemen bij slachtoffers van mensenhandel. De diagnostiek wordt uitgevoerd door psychologen en psychiaters, soms in combinatie met een verslag van andere artsen. Voor de diagnostiek worden verschillende methoden gebruik, waaronder klinische interviews, gestandaardiseerde vragenlijsten, en gesprekken. In sommige gevallen wordt er slechts een voorzichtige constatering gedaan dat er sprake is van een trauma. De hulpverleners die geïnterviewd zijn, geven aan dat de diagnostiek meestal wordt uitgevoerd door de eigen (locale) organisatie, of door professionals van het ‘hoofdkantoor’.

De vraag of politie en OM anders met de zaak of het slachtoffer omgaan wanneer er een officiële diagnose is gesteld, is voor de meeste

hulpverleners niet te beantwoorden. Aan de andere kant geven

geïnterviewde politie- en OM- medewerkers aan dat het voor hen niet altijd bekend is of een slachtoffer gediagnosticeerd is. Hieruit wordt

geconcludeerd dat een officiële diagnose geen invloed heeft op de manier van interviewen/ondervragen van slachtoffers mensenhandel.

7.3.7 Algemene suggesties geïnterviewden voor omgaan met getraumatiseerde slachtoffers

Het beeld dat de hulpverleners schetsen voor een ideale situatie om het verhaal boven tafel te krijgen begint bij het hanteren van de bedenktijd; die rustperiode heeft een slachtoffer volgens hen nodig om te stabiliseren. Slachtoffers moeten uit de overlevingsstand komen en ze moeten vertrouwen terug kunnen opbouwen. Deze tijd zou gebruikt moeten worden om een behandeling te starten en een diagnose te kunnen stellen. Ten tijde van de verhoren moet er volgens de geïnterviewden rekening gehouden worden met de psychische problematiek van het slachtoffer. HV 1 is van mening dat de tijd die je geeft aan het slachtoffer juist consistentie in de verklaringen oplevert. ‘Verdrongen herinneringen krijg je er niet in korte tijd en onder druk uit. Er moet meer tijd en rust tijdens de verhoren zijn en je moet er niet vanuit gaan dat na twee gesprekken het hele verhaal op tafel ligt. Voor het slachtoffer en het kunnen herinneren van belangrijke details is het belangrijk om niet een of twee lange verhoren te houden maar meerdere korte momenten van verhoor in te bouwen. De gedachte dat mensen hun verhaal dan kunnen gaan aanpassen speelt dan echter wel op. Misschien kan deze kwestie door een gedragskundige of een neuropsycholoog

beoordeeld worden.’ Wanneer slachtoffers serieus worden genomen, wekt dit volgens een van de geïnterviewden vertrouwen op bij slachtoffers waardoor zij ook opener zijn.

Een van de geïnterviewden (HV 4) suggereert dat het ideaal zou zijn om een slachtoffer in therapeutische sfeer een verklaring te laten afgeven. Hiermee wordt bedoeld dat het verhoor in een minder formele en voor het

slachtoffer prettige setting plaatsvindt: tijdens het verhoor moet het welzijn van het slachtoffer voorop staan van de geïnterviewde. Op deze manier zou het slachtoffer eerder vertrouwd raken met de setting en kan zij/hij in alle rust en vrijheid een verklaring afleggen. Wellicht is het voor de

waarheidsvinding wel beter om het slachtoffer zo snel mogelijk en in één keer zijn of haar verhaal te laten doen, maar voor het slachtoffer is dit zeker niet de beste manier volgens HV 4: ‘Ze moeten op zijn minst de tijd en de mogelijkheid hebben gehad om de gevolgen van het strafproces te overzien.’

7.4 Certificering verhoormethoden mensenhandel

In deze laatste paragraaf over de interviews in Nederland, wordt de vraag beantwoord ‘of specifieke verhoormethoden (waar mogelijk sprake van zou zijn) op dit moment deel uitmaken van de leergang t.b.v. de mensenhandel- certificering van politierechercheurs’ (subvraag van vraag 6)?

7.4.1 Resultaten

Alvorens in te gaan op de uitkomsten, volgt eerst kort een beschrijving van de certificering. De certificering mensenhandel bestaat uit twee losse certificeringstrajecten. De eerste is mensenhandel ‘Overige vormen van uitbuiting (12 dagen)’ en de tweede, waarvoor de eerste moet zijn afgerond, is mensenhandel ‘Seksuele uitbuiting en uitvoeren prostitutiecontrole (7 dagen)’. De opleidingen worden verzorgd door de politieacademie, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van externe docenten en trainers.

Kennisoverdracht en –vermeerdering, inclusief leren door deelname aan trainingen, vindt in zijn geheel plaats tijdens de opleidingen. Aan de opleidingen is geen zelfstudie verbonden (zoals het lezen van artikelen, boeken en dergelijke).

Volgens de geïnterviewde docent worden geen specifieke op mensenhandel gerichte verhoormethoden geleerd tijdens de opleidingen van de

politieacademie. In de opleidingen is bovenal, naast kennisoverdracht over wet- en regelgeving, aandacht voor houding en communicatieve

vaardigheden tijdens de informatie- en intakegesprekken en verhoren. Bestudering van het schriftelijke materiaal (powerpoints, hand-outs, samenvattingen) leert exact hetzelfde. Daarin komen algemene, maar daarom niet minder belangrijke, aspecten van communicatievaardigheden aan bod die essentieel zijn voor de omgang met slachtoffers van

mensenhandel. Het gaat bijvoorbeeld op meer abstract niveau om zaken als echtheid (het overstijgen van de beroepshouding), respect (voor diversiteit en individualiteit waarderen), competentie (waarde toevoegen),

pragmatisme (alles wat ethisch is en werkt) en zicht op de eigen

praktisch gaat het om algemene communicatievaardigheden zoals aandachtgevend gedrag, vragen stellen, parafraseren, reflecteren van gevoel, samenvatten en dergelijke. Het viel buiten het bestek van dit onderzoek te inventariseren wat binnen deze certificering en gerelateerde opleidingen van de politieacademie aan psychotrauma wordt onderwezen. Wat deze certificering betreft, merkt de geïnterviewde verder op dat deze certificering vooralsnog eenmalig is. Voor het behoud van de certificering is het volgen van cursussen gericht op deskundigheidsbevordering of het onderhouden van kennis en vaardigheden niet verplicht; men behoudt de verkregen certificering ongeacht de verdere werkervaring en eventuele (bij)scholing daarna. Volgens de geïnterviewde zou deze situatie veranderd moeten worden en zou sprake moeten zijn van her-certificering na verloop van tijd om de kwaliteit te behouden.

7.4.2 Conclusies belangrijkste resultaten hoofdstuk 6