• No results found

Detailvragen aangepast maaibeheer

Bevraging betrokkenen aangepast beheer binnen de waterschappen

5.3.2 Detailvragen aangepast maaibeheer

Discipline-specifieke doelen

De antwoorden op de detailvragen over discipline-specifieke doelen bij het uitvoeren van aangepast maaibeheer zijn samengevat in Tabel 5.3.

Tabel 5.3. Het aantal waterschappen dat binnen de vragen over discipline specifieke doelen

per deelvraag koos voor het betreffend antwoord.

Table 5.3. The number of water authorities that within the questions on adapted maintenance (mowing management) per sub-question selected the respective answer(s).

Discipline specifieke doelen (wat moet je doen voor ...) #

Hydrologie

Geen specifieke doelen 4

Vasthouden/retentie 5

Aandacht voor het voorkomen van overstromingen 7

Beheer & Onderhoud

Watergang moet beheerbaar zijn/blijven 8

Plukken laten staan 3

Bos is goed 1

Allen als andere doelen dat toelaten 3

Zorgvuldig maaibeheer 3

Ecologie

Behalen/behouden biodiversiteit(natuur)/variatie/ecologie 10

Voor vis 6

Voor Flora en fauna(wet) op oevers 4

Ondergeschikt 1

Chemie

Beschouwd als gegeven maar (nutriënten) vormen een

probleem 10

Onbekend 1

Vanuit hydrologisch oogpunt is aangepast maaibeheer nuttig bij het vasthouden van water, maar tegelijk moeten overstromingen worden voorkomen.

Ook de afdelingen beheer en onderhoud stellen de beheerbaarheid van de watergang, ‘zorgvuldigheid’ en ‘alleen als andere functies het toelaten’ voorop.

De ecologen stellen de winst voor de biodiversiteit en ecologie voorop en dan vooral met het oog op de visstand. Soms wordt ook de oeverbiodiversiteit voor soorten genoemd, net zoals de flora en fauna in relatie tot de Flora & Faunawet.

De chemici (waterkwaliteitsmedewerkers) zijn vooral bezorgd over de effecten van te hoge voedingsstoffengehalten.

Geconcludeerd kan worden dat aangepast maaibeheer niet voorop staat bij de hydrologen en de beheer- en onderhoudsafdelingen.

Uitvoering

De antwoorden op de detailvragen over het uitvoeren van aangepast maaibeheer zijn samengevat in Tabel 5.4.

Tabel 5.4. Het aantal waterschappen dat binnen de vragen over het uitvoeren van

aangepast maaibeheer per deelvraag koos voor het betreffend antwoord.

Table 5.4. The number of water authorities that within the questions on the execution of adapted maintenance (mowing management) per sub-question selected the respective answer(s).

Details over het uitvoeren van aangepast maaibeheer #

Waarom voert u aangepast maaibeheer uit?

Flora & Faunawet 8

KRW 9

Provinciale doelen 4

Eigen doelen (biodiversiteit, behoud van soorten) 7

Doelen ontbreken 1

Hoe voert u (aangepast) maaibeheer uit?

Standaard maaien 9

Handmatig 4

Beheerpakketten 3

Stroombaan maaien 6

Blokken (mozaïek) maaien 7

Alternerend maaien (beide zijden 1xpjr) 4

Alternerend maaien (1-zijde 1xpjr) 8

Alternerend maaien (1xp2jr) 4

Maaifrequentie (<1xper2jr) 5

Wie beslist of aangepast maaibeheer wordt ingezet?

Afdeling Beheer & Onderhoud 9

Gebiedsbeheerder 3

Ingelanden (agrariërs) en terreineigenaren en -beheerders 4

Waterschapshydrologen 2

Waterschapsecologen 2

Geautomatiseerd systeem 2

Waar, in welke wateren, wordt aangepast maaibeheer uitgevoerd?

KRW waterlichamen 7

Wateren met een provinciaal doel 2

Overgedimensioneerde wateren 3

Als kwantiteit het toestaat 5

Details over het uitvoeren van aangepast maaibeheer #

Niet in natuurwateren 1

In EVZs, EHS-en en Natuurterreinen 5

Wanneer en hoe vaak wordt aangepast maaibeheer uitgevoerd (seizoen / frequentie)?

1xvj / 2xvj+1xnj 3 <1xpj 3 min 1xpj 5 1-2xpj 3 2xpj 3 >2xpj 3

Afhankelijk van de mogelijkheden 3

Maaiplan of maaikalender 6

Van wie komt het initiatief voor het overgaan tot aangepast maaibeheer?

Eigen initiatief 7

Initiatief van kennisinstellingen (experimenteel) 5

Hoeveel % aangepast beheer ligt in natuurgebied?

Alleen in natuurgebied (incl. EVZ) 2

Natuur en Flora & Fauna-wet wateren 2

Onbekend 7

In een enkele beek 3

Legenda: pjr=per jaar, EVZ=Ecologische VerbindingsZone, EHS=Ecologische HoofdStructuur, vj=voorjaar, nj=najaar

De KRW, de Flora & Fauna wet en eigen doelen vormen ook voor het aangepast maaibeheer meestal de aanleiding om met een ander beheer te starten.

In alle waterschappen worden verschillende vormen van standaard en aangepast maaibeheer uitgevoerd, waarbij aangepast maaibeheer, stroombaanmaaien, blokken en alternerend maaien het meest frequent voorkomen.

De beslissing of er wel of niet aangepast maaibeheer wordt ingezet ligt bijna altijd bij de afdeling Beheer & Onderhoud en binnen sommige waterschappen wordt dit in relatie met de ingelanden vastgesteld.

Het uitvoeren van aangepast maaibeheer vindt juist in de KRW-waterlichamen plaats. Overige wateren zijn niet benoemd. Wel is er steeds een vereiste vanuit natuurkwaliteit gerelateerde doelen en bij de helft van de waterschappen mag het de waterkwantiteit niet in de weg staan.

De frequentie van maaien verschilt sterk tussen de watergangen, maar is meestal één- of tweezijdig in het najaar. Vaak wordt een maaiplan of maaikalender (op papier) gevolgd. Het initiatief voor het overgaan op aangepast maaibeheer komt vaak uit de eigen

organisatie, maar wordt ook regelmatig door kennisinstellingen geïnitieerd. De trend om aangepast maaibeheer uit te gaan voeren volgt uit de gedachte ‘meer planten laten staan is goed voor de biodiversiteit’.

Het daadwerkelijk implementeren van aangepast maaibeheer is vaak beperkt tot wateren met natuurdoelen.

Geconcludeerd kan worden dat veel waterschappen die aangepast maaibeheer uitvoeren, dit meestal doen in wateren met natuurdoelen. De regie hiervoor ligt bij de afdeling beheer en onderhoud en de ingelanden. De wijze waarop aangepast maaibeheer wordt uitgevoerd verschilt sterk tussen de waterschappen.

Gebruik van beschikbare kennis

De antwoorden op de vragen over het gebruik van beschikbare kennis en informatie over aangepast maaibeheer zijn samengevat in Tabel 5.5.

Tabel 5.5. Het aantal waterschappen dat binnen de vragen over het gebruik van

beschikbare kennis en informatie over aangepast maaibeheer per deelvraag koos voor het betreffend antwoord.

Table 5.5. The number of water authorities that within the questions on the use of available knowledge and information on adapted maintenance (mowing management) per sub-question selected the

respective answer(s).

Gebruik van beschikbare kennis en informatie #

Welke onderbouwing ligt ten grondslag aan de keuzes?

Ecologische kwaliteit 5

Beekdalbrede benadering 1

Geen 7

Welke kennisbronnen worden gebruikt?

Eigen kennis en inzichten 10

Externe adviseurs 2

Kennisinstellingen 9

Collega waterschappen 5

Wordt de informatie systematisch verzameld?

Ja 7

Nee 6

Is een plankaart beschikbaar?

Aanwezig 4

Afwezig 4

Maaikalender 5

Beheerplan/maaiboek 6

Plankaart 5

Het is opvallend dat voor het uitvoeren van aangepast maaibeheer meestal geen onderbouwing is, behalve soms algemene ecologische redeneringen.

Waterschappen gaan bijna altijd uit van eigen kennis en inzichten, maar gebruiken meestal ook kennisinstellingen of regelmatig de kennis van collega-waterschappen.

Vaak wordt informatie/kennis niet systematisch verzameld.

Bij de helft van de waterschappen wordt gebruik gemaakt van een plan in de vorm van een maaikalender, beheerplan, maaiboek of plankaart.

Geconcludeerd kan worden dat niet altijd gebruik wordt gemaakt van beschikbare kennis maar dat wel vaak gebruik gemaakt wordt van kennisinstellingen. Kennis wordt ook niet systematisch verzameld, de uitvoering wordt wel vaker via een plan opgezet.

Monitoren

De antwoorden op de vragen over het monitoren van aangepast maaibeheer zijn samengevat in Tabel 5.6.

Tabel 5.6. Het aantal waterschappen dat binnen de vragen over het monitoren van

aangepast maaibeheer per deelvraag koos voor het betreffend antwoord.

Table 5.6. The number of water authorities that within the questions on monitoring of adapted maintenance (mowing management) per sub-question selected the respective answer(s).

Monitoren #

Is een monitoringsstrategie beschikbaar?

Monitoringsstrategie ontbreekt 0

Monitoren volgens KRW 10

Beperkte aanvullende monitoring 10

Hoe wordt monitoring ingevuld?

Standaard in het KRW meetnet 10

Niet 8

Nauwelijks 2

Hoe wordt de maatregel gevolgd/gemonitord? 0

M.b.v. het model maaibos 2

Incidentele maatregel-effect monitoring 8

Alleen vis monitoring 2

Standaard KRW monitoring 6

Niet 3

Verrichten jullie additionele metingen zelf? 0

Nee, uitgevoerd door kennisinstellingen 4

Ja, alleen vissen 3

Ja 2

Nee 1

Is het monitoren onderdeel van aangepast beheerplan/herstelplan 0

Nee 11

Waarom wordt een bepaalde meetstrategie/parameterkeuze

gemaakt? 1

Niet aan de orde 10

Vindt adaptief handelen plaats (m.a.w. het handelen wordt steeds aangepast op de verkregen ervaring)?

Blijft bij pilots 3

Nee 8

Wie voert de additionele/aanvullende (m.a.w. bovenop de reguliere monitoring) monitoring uit?

Vrijwilligers/studenten 4

Uitbesteding 4

Vindt niet plaats 1

Waterschapslaboratorium 6

In eigen beheer 4

Bijna alle waterschappen monitoren volgens de methoden die zijn voorgeschreven ten

behoeve van de KRW. Daarnaast wordt een beperkt aantal aanvullende metingen uitgevoerd. Deze monitoring wordt uitgevoerd als onderdeel van het standaard KRW-meetnet.

Er vindt wel vaak incidenteel maatregel-effect monitoring plaats, die soms door kennisinstellingen wordt uitgevoerd.

Monitoren vormt geen onderdeel van het beheer- of herstelplan en er wordt geen bepaalde meetstrategie gevolgd en parameterkeuze gemaakt.

Er wordt nauwelijks adaptief gemonitord, m.a.w. dat de monitoring en de daar op volgende handelingen aangepast worden aan de hand van de verkregen resultaten. Monitoren blijft toch bij pilots.

Aanvullende monitoring wordt zowel intern als door externe partijen uitgevoerd.

Geconcludeerd kan worden dat monitoren van aangepast maaibeheer weinig aandacht krijgt en beperkt is tot het inzetten van de KRW-methoden.

Knelpunten bij aangepast (maai)beheer

De antwoorden op de vragen over knelpunten bij aangepast (maai)beheer zijn samengevat in Tabel 5.7.

Tabel 5.7. Het aantal waterschappen dat binnen de vragen over knelpunten bij aangepast

(maai)beheer per deelvraag koos voor het betreffend antwoord.

Table 5.7. The number of water authorities that within the questions on bottlenecks with adapted maintenance ((mowing) management) per sub-question selected the respective answer(s).

Knelpunten bij aangepast (maai)beheer #

Waarom ontbreekt aangepast (maai)beheer (soms/vaak)?

Functie (agrarisch) is leidend 11

Hoe wordt over het planten van bomen (introduceren beschaduwing) gedacht?

Ja, bomen toelaten/aanplanten 5

Ja, tenzij agrariër/onderhoud last/hinder ondervinden 6

Nee 2

Treedt verslibbing op?

Ja, is een probleem 6

Nee, is geen probleem 3

Is niet in beeld 2

Vormen de ingelanden het probleem?

Uitgangspunt is geen overlast 11

Vormen exoten een probleem?

Niet benoemd 4

Indien ja, bestrijden 7

Is voldoende ruimte beschikbaar?

Te weinig ruimte beschikbaar 7

Is niet beschikbaar 4

Omdat de gebruiksfunctie van het omringende land leidend is, ontbreekt meestal aangepast maaibeheer. Bijna de helft van de waterschappen wil bomen langs beken toelaten en eventueel aanplanten, terwijl de anderen daar meer (last en hinder) of minder (afhankelijk van de agrariër) op tegen zijn.

Verslibbing door het laten staan van planten wordt vaak als probleem gezien. De ingelanden bepalen, er mag geen overlast optreden.

Vaak worden exoten als een probleem gezien en moeten dan bestreden worden. Ook wordt ruimtetekort vaak genoemd als knelpunt.

Geconcludeerd kan worden dat aangepast beheer alleen mogelijk blijkt te zijn als alle functies het toelaten, omwonenden er mee instemmen en er voldoende ruimte beschikbaar is. Verslibbing en exoten worden als problemen ervaren.

Risico’s

De antwoorden op de vragen over risico’s bij aangepast (maai)beheer zijn samengevat in Tabel 5.8. Het meest genoemde risico is dat op schadeclaims door landbouw en bebouwing. Tabel 5.8. Het aantal waterschappen dat binnen de vragen over risico’s bij aangepast

(maai)beheer per deelvraag koos voor het betreffend antwoord.

Table 5.8. The number of water authorities that within the questions on risks with adapted maintenance ((mowing) management) per sub-question selected the respective answer(s).

Risico’s #

Hoe wordt omgegaan met risico’s?

Spelen op safe, risico’s op claims

voorkomen 10

Er zijn geen risico's 2

Is er risicobeleid?

Nee 11

Bijna alle waterschappen spelen op safe en trachten risico’s op claims te voorkomen. Waterschappen hebben geen risicobeleid.