Bijlage 1 Het definitieve projectplan
Aanleiding en uitwerking (Projectplan)
1. Aanleiding
De opdrachtgever is dhr. Richard Klomp, directeur van het Rafaël Nederland Instituut voor
Training en Vorming53, gevestigd te Amersfoort. Dhr. R. Klomp is tevens senior-voorganger van Rafaël Evangelisch Centrum, ook in Amersfoort.
Het Rafaël Nederland Instituut voor Training en Vorming bestaat inmiddels 13 jaar in zijn huidige vorm en heeft zich voornamelijk gericht op het lesgeven van het vak systematische theologie aan de voorgangers en andere leiders van Rafaël gemeenten. Rafaël Nederland is een kerkgenootschap waarbij een 38-tal evangelisch-charismatische gemeenten zijn aangeslo- ten. Deze worden geleid door een voorganger, die dit veelal op latere leeftijd (de zg. “late roeping”) is gaan doen en over het algemeen niet of nauwelijks theologisch is opgeleid. Meestal heeft hij (of zij54) ook nog een betaalde baan in de maatschappij. Omdat Rafaël Ne- derland het belangrijk vindt dat haar voorgangers minimaal een basisniveau aan theologische- en Bijbelkennis (en uitlegvaardigheden) hebben, is deze school opgezet om de voorgangers de gelegenheid te geven om in de avonduren een basisopleiding theologie te volgen, waarbij de theologische uitgangspunten van Rafaël ook worden benadrukt.
Ik ben zelf al 4 jaar verbonden aan deze school als docent en momenteel ook lid van het ma- nagementteam.
Omdat het Rafaël Nederland Instituut voor Training en Vorming vorig jaar maart begonnen is met het proces om als school gecertificeerd te worden als School of Ministry door Foursquare Ministry Training55, heb ik dit proces administratief gecoördineerd, wat heeft geleid tot het verkrijgen van dit certificaat als eerste instituut buiten de USA, wat is uitgereikt op 9 maart 2010.
53 Tot 1 mei 2010 heette dit de Rafaël School voor Theologie.
54 Binnen Rafaël staan alle taken en ‘ambten’ open voor mannen en vrouwen. Dit is al sinds de oprichting van
The Foursquare Church in 1923 het geval.
55
72 Ik wil in dit afstudeerproject een inhoudelijke en theologische aanvulling geven op de drie moduleopdrachten (adviesrapporten) over kwaliteitszorg, die ik afgelopen anderhalf jaar voor de NCOI heb geschreven.
In deze afstudeeropdracht ga ik specifiek in op een Praktijkgericht curriculum over de on- derwerpen Gemeenteopbouw en Leiderschap voor Rafaël voorgangers. Mede door de cer- tificering, maar ook door de wensen vanuit het werkveld, is er sterk nagedacht over een uit- breiding van het onderwijs- en trainingsprogramma.
Als docent ben ik in de eerste plaats theoloog. Het te maken curriculum zal dan ook in de eer- ste plaats van een goed theologische gehalte, qua niveau en inhoud moeten zijn. Ook moet het een concreet beroepsproduct zijn, wat meteen te gebruiken is binnen het Rafaël Nederland Instituut voor Training en Vorming en voorziet in de behoeften van het werkveld.
Het initiatief voor dit plan is van mijzelf en de opdrachtgever is mondeling akkoord gegaan met dit voorstel van mij.
2. Probleem en doelstelling
De vraagstelling van de opleiding is:
“Maak – mede op basis van een interactief proces met een aantal Rafaël voor- gangers (als potentiële deelnemers) - een uitgewerkt voorstel waarbij het Rafaël Nederland Instituut voor Training en Vorming zijn voorgenomen uitbreidings- plannen praktisch en concreet kan realiseren in een verantwoord curriculum dat op competenties gebaseerd is voor de 4 beroepsrollen voor voorganger, nl. pas- toraat, prediking, toerusting, en leidinggeven. Omdat deze laatste twee rollen nog niet worden behandeld in het huidige curriculum, heeft de ontwikkeling daarvan de hoogste prioriteit”
Doelstelling:
De doelstelling is om te komen tot een praktijkgericht curriculum dat bruikbaar is binnen het Rafaël Nederland Instituut voor Training en Vorming voor een tweetal onderwerpen, nl. Ge- meenteopbouw en Leiderschap.
73 Dit lessenpakket moet geschikt zijn voor de doelgroep die het Instituut wil bereiken, nl. voor- gangers en actieve gemeenteleden die zich uitstrekken naar een leidende taak in de gemeente. Dit wil ik bereiken op twee manieren. Enerzijds door een representatief aantal Rafaël voor- gangers te interviewen om te onderzoeken wat hun eigen trainingsbehoeften zijn en die van hun gemeenteleden. En anderzijds om vanuit zowel reformatorische als evangelische litera- tuur onderzoek te doen naar de invulling van dit lesprogramma. Deze literatuur zal een goed overzicht van zowel de theorie als de praktijk van Gemeenteopbouw en Leiderschap moeten geven. De resultaten van de interviews zullen verwerkt worden met de inzichten vanuit de literatuurstudie tot een curriculum.
Het programma zal competentiegeoriënteerd (inmiddels praktijkgericht) moeten zijn, ener- zijds omdat dit momenteel de gangbare wijze van opleiden is en anderzijds omdat daarmee concreter getoetst kan worden of het geleerde aansluit bij de taken en beroepsprofiel van de voorgangers.
Deelvragen:
• Onderzoek de behoefte aan een verbreding van het huidige lesprogramma en in hoeverre dit in de persoonlijke behoefte van de voorganger en/of de gemeenteleden voorziet.
Onderzoeksvragen:
• Inventariseer wat de wensen en ideeën zijn van de voorgangers m.b.t. doelstellingen en onderwerpen van de te maken modules.
• Inventariseer wat de wensen en ideeën zijn m.b.t. de werkvormen en wijze van toetsing van de te maken modules.
3. Projectresultaten
Na afronding zal er een werkbaar en uitvoerbaar curriculum zijn, waarmee het Rafaël Neder- land Instituut voor Training en Vorming zijn voorgenomen uitbreidingsplannen om kan zetten in een tweetal lesprogramma‘s, één over het onderwerp Gemeenteopbouw (als voorbereiding van de beroepstaak toerusten) en één over het onderwerp Leiderschap. Beide lesprogramma’s moeten competentie georiënteerd zijn.
Een curriculum zal in de huidige structuur van het Instituut bestaan uit 12 lesavonden die in de periode september t.m. april worden gegeven. Op elke avond wordt dan een deelonderwerp behandeld met bijbehorende literatuurstudie en relevante toetsing.
74 Ik wil met de uitvoering van dit projectplan aantonen dat ik als afgestudeerd GPW-er vol- doende kennis, vaardigheden en attitude bezit, om als HBO-professional in het werkveld suc- cesvol beroepsmatig te werken. Ik denk dat dit is aangetoond als ik kan laten zien dat ik alle competenties op het gewenste niveau heb gebracht d.m.v. het uitvoeren van dit projectplan.
Doordat ik als auteur van dit plan zelf betrokken ben bij het Rafaël Nederland Instituut voor Training en Vorming, en de directeur de opdrachtgever is, geeft dit de garantie56 voor een goede verankering in de organisatie.
Samenvatting:
De volgende producten worden opgeleverd:
• Papieren versie van het eindproduct.
• Projectpresentatie.
• Verantwoordingsdocument57 met:
o Definitief projectplan
o Procesverslag
o Inhoudelijke verantwoording
o Popularisering van de uitkomsten
4. Activiteiten
Dit plan zal gedeeltelijk gebaseerd zijn op literatuurstudie en tevens op interviews met be- langhebbenden en betrokkenen (b.v. voorgangers en docenten) van Rafaël Nederland en het Rafaël Nederland Instituut voor Training en Vorming.
5. Tijd
Ik wil dit project uit gaan voeren vanaf 29 maart 2010 (week 13) t.m. 16 juli 2010 (week 28). De presentatie zal na de zomervakantie (in week 33) plaats vinden.
Planning:
Initiatief fase: week 8
56
Disclaimer: Voor de uiteindelijke implementatie van dit lesprogramma is de toestemming nodig van het be- stuur van Rafaël Nederland. Deze toestemming kan pas worden gevraagd nadat dit lesprogramma gereed is. De werkelijke uitvoering van dit lesprogramma valt daarom buiten de scope van dit afstudeerproject, hoewel ik m’n uiterste best zal doen om dit te realiseren. (zie Nazorgfase)
57
75
Definitiefase: week 13 t.m. 15
Ontwerpfase: week 16
Voorbereidingsfase: week 17
Realisatiefase: week 18 t.m. 28 (mei t.m. juli)
- Feedbackronde meelezer: week 23 (11 juni) - Feedback meelezer retour week 25 (25 juni) - Inleveren materiaal: week 28 (16 juli)
Presentatie project: week 33 (woensdag 18 augustus)
Nazorgfase: 2010/2012 (en verder)
6. Geld/uren
Voor de opdrachtgever zullen er geen kosten aan dit afstudeerproject verbonden zijn.
7. Kwaliteit
• Het afstudeerproject moet voldoen aan de 6 criteria (met de daarbij genoemde indicatoren) zoals die geformuleerd zijn in bijlage 3 van de Nota Afstuderen. Deze zijn:
1. Bijdrage aan beroep.
2. Theoretische verantwoording.
3. Praktijkbeschrijving en oordeelsvorming. 4. Werkproces.
5. Vormgeving. 6. Presentatie.
• Tevens hanteer ik als kwaliteitsnorm de normen van de NVAO58 voor het HBO- onderwijs, met name voor de het Associate Degree, omdat dat het beoogde niveau is wat de opleiding op termijn wil bereiken. Een Associate Degree in Theologie is in Amerika een opleidingseis om voorganger te mogen worden binnen de Foursquare kerk.
• Ik ga uit van de definities van de competenties zoals die geformuleerd zijn in de “brochu-
recompetentieprofielgpw”59 welke als de standaard wordt erkend door de 8 Hbo- opleidingen theologie in Nederland. Het gaat dan met name om de competenties die aan- sluiten bij de eerder genoemde 4 beroepsrollen van de voorganger.
• Het plan moet ook passen binnen de methode van de INK en de jaarlijkse PDCA-cyclus.
58 Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie.(www.nvao.nl) De taken en werkwijze van de NVAO en de
mogelijke consequenties voor onze opleiding heb ik uitvoerig beschreven in mijn adviesrapport Een leven lang leren van 8 mei 2009. Vooralsnog is accreditatie in Nederland niet aan de orde.
59
76 • Ook moet het voldoen aan de kwaliteitseisen van Foursquare Ministry Training, zoals
vastgelegd in hun Institute Handbook Revised Edition.60
8. Communicatie
De opdrachtgever zal elke 4 weken mondeling en/of schriftelijk van de voortgang op de hoog- te worden gesteld. De overige belanghebbenden (contactpersonen en meelezer) van de school, zullen ook elke 4 weken op de hoogte worden gehouden van de voortgang. Halverwege het project zal er een tussenevaluatie zijn.
9. Organisatie
Dit project zal door mij alleen worden uitgevoerd. Dat betekent dat alle werkzaamheden door mij uitgevoerd zullen worden. Wel zal nauw worden samengewerkt met de opdrachtgever en het bestuur van Rafaël Nederland, als vertegenwoordiger van de Rafaël voorgangers.
60
77