• No results found

Lijst van afkortingen

AZN Ambulancezorg Nederland

GHOR Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen GMS Geïntegreerd Meldkamer Systeem

MKA Meldkamer Ambulancezorg

MMT Mobiel Medisch Team

RAV Regionale Ambulancevoorziening RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu VID Verkeersinformatiedienst VWS Volksgezondheid, Welzijn en Sport

WAZ Wet Ambulancezorg

WTZi Wet Toelating Zorginstellingen

ZN Zorgverzekeraars Nederland

Lijst van definities

A1-rit Een spoedeisende rit in opdracht van de centralist in geval van acute bedreiging van de vitale functies van de patiënt of in het geval dat dit gevaar pas na beoordeling door het ambulanceteam ter plaatse kan worden uitgesloten. De rit wordt zo snel mogelijk uitgegeven en het ambulanceteam dient zo snel mogelijk ter plaatse te zijn. De ambulance maakt altijd gebruik van optische en geluidssignalen. (Bron: AZN, 2009)

A2-rit Een rit in opdracht van de centralist naar aanleiding van een zorgvraag waaruit blijkt dat er geen sprake is van direct levensgevaar, maar waarbij er wel sprake kan zijn van (ernstige) gezondheidsschade en de ambulance wel zo snel mogelijk ter plaatse dient te zijn. (Bron: AZN, 2009) Ambulancezorg Ambulancezorg is de zorg die beroepsmatig wordt verleend

om een patiënt binnen het kader van zijn aandoening of letsel hulp te verlenen en, waar nodig, adequaat te vervoeren met inachtneming van datgene wat op grond van algemeen beschikbare medische en verpleegkundige kennis vereist is, dan wel de patiënt te verwijzen naar een andere zorgverlener. Hoofddoel van ambulancezorg is het behalen van individuele gezondheidswinst op basis van de zorgbehoefte van de patiënt. (Bron: AZN, 2009)

Bereikbaarheidsnorm Door het beleid wordt de norm gehanteerd dat de

ambulance in geval van een A1-rit binnen vijftien minuten na melding ter plaatse van het incident moet zijn. De responstijd is dan vijftien minuten. Voor A2-ritten geldt een responstijdnorm van dertig minuten.

B-rit Een rit in opdracht van de centralist van de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) naar aanleiding van een zorgvraag zonder A1- of A2-urgentie, waarbij een tijdstip of

tijdsinterval is afgesproken voor het halen of brengen. (Bron: AZN, 2009)

C2000 Het digitale communicatienetwerk voor de Nederlandse hulpverleningsdiensten. Het huidige C2000-netwerk is sinds 2007 operationeel en vervangt de ongeveer honderd verouderde analoge netwerken die de hulpdiensten voorheen gebruikten. (Bron: www.c2000.nl)

Capaciteitsmodel Rekenmodel voor het bepalen van de benodigde capaciteit om aan de vraag naar ambulancezorg te voldoen.

Dekkingsgraad Percentage inwoners, bereikt binnen een geldende bereikbaarheidsnorm.

Dynamisch Ambulance

Management (DAM)

Dynamisch Ambulance Management (DAM) heeft betrekking op de wijze waarop de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) de beschikbare ambulances gedurende een bepaald tijdvak inzet. De MKA draagt zorg voor een optimale spreiding en beschikbaarheid van de eigen ambulances in haar regio, waarbij een beschikbare ambulance gedurende een dienst niet gebonden is aan een standplaats of post. De MKA-centralist heeft inzicht in de ambulancecapaciteit van andere MKA’s (open grenzen) en doet in voorkomende gevallen een beroep op die

capaciteit, zodat altijd de dichtstbijzijnde ambulance kan worden ingezet. Indien een MKA op enig moment onvoldoende beschikbare ambulancecapaciteit in het gebied heeft, kan de centralist bij andere MKA’s om assistentie verzoeken. Een ambulance van een andere Regionale Ambulancevoorziening (RAV), die zich tijdelijk in het werkgebied van de MKA bevindt, kan worden ingezet voor spoedritten die zich op dat moment in het gebied voordoen. (Bron: AZN, 2009)

Eilandbenadering Een uitwerking van het capaciteitsmodel, waarbij de capaciteit voor eilanden en schiereilanden apart wordt berekend. Er vindt dan geen grensoverschrijdende assistentie plaats met naastgelegen Regionale Ambulancevoorzieningen.

Faalkans De faalkans is de theoretische kans, gehanteerd in het beschikbaarheidsmodel, dat na melding van een spoedopdracht geen ambulance beschikbaar is op de dichtstbijzijnde standplaats.

Grensoverschrijdende assistentie

Het verlenen van ambulancezorg over de grens van de eigen Regionale Ambulancevoorziening (RAV), ook wel interregionale assistentie genoemd. In het uniform begrippenkader (AZN, 2009) is een afwijkende definitie voor grensoverschrijdende assistentie, namelijk die waarbij landsgrenzen worden gepasseerd.

Maximumvariant De variant van het capaciteitsmodel waarbij wordt uitgegaan van paraatheid vanaf de standplaats. Dit uitgangspunt bepaalt de benodigde capaciteit in het deelmodel voor de geografische paraatheid.

Meldtijd De tijdsduur vanaf het begin van de aanname (= het opnemen van de telefoon) door de centralist tot het moment waarop de centralist de ritopdracht heeft verstrekt aan het uitvoerende ambulanceteam. (Bron: AZN, 2009)

Minimumvariant De variant van het capaciteitsmodel waarbij wordt uitgegaan van rijdende paraatheid. Dit uitgangspunt bepaalt de benodigde capaciteit in het deelmodel voor de geografische paraatheid.

Overschrijding Een responstijd groter dan de geldende bereikbaarheidsnorm.

Paraatheid Het gereedstaan van een ambulanceteam om in het geval van een spoedeisende melding zo spoedig mogelijk naar de door de centralist opgegeven locatie te gaan.

Regionale

Ambulancevoorziening (RAV)

De RAV is, op grond van artikel 3 van de Wet

Ambulancezorg (WAZ), de rechtspersoon waaraan de vergunning tot het verrichten van ambulancezorg is verleend. De RAV is integraal verantwoordelijk voor het verrichten van verantwoorde ambulancezorg, zowel bij de dagelijkse routinematige situaties als bij rampen en

ongevallen. Een RAV is een zorginstelling krachtens de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi). Onder het verrichten van ambulancezorg vallen zowel het functioneren van de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) als het verlenen van zorg door het ambulancepersoneel. De RAV bestaat uit een Meldkamer Ambulancezorg en een (of meer)

ambulancedienst(en). (Bron: AZN, 2009)

Responstijd De tijdsduur vanaf het begin van de aanname door de centralist van de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) tot het moment waarop de ambulance arriveert bij de plaats waar de patiënt zich bevindt en waar de ambulance nog kan komen. (Bron: AZN, 2009)

Rijdende paraatheid Bij een situatie van rijdende paraatheid heeft de ambulance geen uitruktijd meer nodig. Er wordt

verondersteld dat er één minuut meer tijd beschikbaar is voor het rijden. Rijdende paraatheid kan een onderdeel zijn van Dynamisch Ambulance Management (DAM). Rijtijd De tijdsduur vanaf het moment waarop de ambulance na

de alarmering vertrekt met het complete ambulanceteam naar de door de centralist aangegeven plaats tot het moment waarop de ambulance arriveert bij de plaats waar de patiënt zich bevindt en waar de ambulance nog kan komen. De rijtijd wordt ook wel aanrijdtijd genoemd. (Bron: AZN, 2009)

Rijtijdenmodel Een model dat de rijtijden voor spoedeisende ambulancezorg simuleert.

Standplaats Een standplaats is een locatie waarvandaan de ambulance vertrekt en waar voorzieningen zijn voor

ambulancepersoneel en -materieel. Vanuit een standplaats wordt 24 uur per dag 7 dagen per week paraatheid

geleverd.

Uitrukpunt Uitrukpunten zijn locaties van waaruit een ambulance naar een melding kan vertrekken maar waar vanuit niet 24 uur per dag 7 dagen per week paraatheid wordt geleverd. Er kunnen voorzieningen zijn ambulancepersoneel en – materieel, maar dit hoeft niet. Een uitrukpunt kan ook een (weg)restaurant zijn van waaruit een ambulance wacht op een melding. In het kader van de minimumvariant van het beschikbaarheidsmodel is een uitrukpunt een virtueel punt van waaruit bij rijdende paraatheid kan worden uitgerukt. Dag- of nachtstandplaatsen zijn standplaatsen waar vanuit overdag of ’s nachts paraatheid wordt geleverd. In onze definitie zijn dit uitrukpunten.

Uitruktijd De tijdsduur vanaf het moment waarop de centralist het uitvoerende ambulanceteam heeft gealarmeerd tot het moment waarop de ambulance na de alarmering vertrekt (= wielen in beweging) met het complete ambulanceteam (ambulancechauffeur + ambulanceverpleegkundige) naar de door de centralist opgegeven plaats. (Bron: AZN, 2009)