• No results found

Deelgebied 3b Voormalig washovercomplex Neer- Neer-lands Reid / noordzijde Kooi – Oerd stuifdijk

4. Ecologische gebiedsbeschrij- gebiedsbeschrij-ving

4.5. Landschapsecologische beschrijving:

4.5.4. Deelgebied 3b Voormalig washovercomplex Neer- Neer-lands Reid / noordzijde Kooi – Oerd stuifdijk

Figuur 4.44: Overzicht van het beheer in het duinboogcomplex Nes - Buren

4.5.4. Deelgebied 3b Voormalig washovercomplex Neer-lands Reid / noordzijde Kooi – Oerd stuifdijk

Ecologische gebiedsbeschrijving

Anders dan het voormalig washovercomplex Zwanewaterduinen / Hagedoornveld werd dit gebied vermoedelijk gedomineerd door overstroming vanuit de Waddenzee, toen het nog een schaars of niet begroeide vlakte was in het begin van de 19e eeuw. De slikafzet-tingen reikten hier veel verder naar het noorden dan in het westelijke washovercomplex.

Pas na de aanleg van de Kooi - Oerdstuifdijk tussen 1882 en 1893, groeiden natuurlijke duinreeksen aan de noordzijde aan. Ook hier is in de huidige situatie geen sprake meer van actieve washoverprocessen. Het oorspronkelijke washovercomplex is getransfor-meerd tot een natuurlijk kweldergebied, in de luwte van een complex van stuifdijken en natuurlijke duinreeksen. Het basispatroon hiervan is vastgelegd bij de aanleg van de Kooi - Oerdstuifdijk en in de 60-er jaren van de vorige eeuw nog eens bevestigd met door een nieuwe stuifdijk aan de Noordzeezijde. In de 90-er jaren is tenslotte nog een beschoeiing langs de zuidzijde van het Neerlands Reid aangelegd om verdere afkalving te voorkomen.

De huidige situatie is weergegeven in figuur 4.45. In feite heeft dit gebied zich nu ook als duinboogcomplex ontwikkeld, evenals het voormalige washovercomplex ter hoogte van de Zwanewaterduinen. Het verschil met de Zwanewaterduinen is dat in hier een geleide-lijke overgang naar een aansluitend kweldergebied ligt en vandaar vervolgens naar de slikplaten en het open water van de Waddenzee.

Het Neerlands Reid is een goed voorbeeld van een begraasde eilandkwelder. Van zuid naar noord is een fraaie zonering aanwezig van de lage kwelder (= habitatype H1310A zilte pionierbegroeiingen (zeekraal) naar de hoge kwelder (= habitattype H1330A schor-ren en zilte graslanden). Dat wil zeggen: van zeekraalgemeenschappen via kweldergras- en lamsoorvegetaties naar plantengemeenschappen met Engels gras, zilte rus en melk-kruid. Hogerop vindt men tenslotte de brakke graslandvegetaties met fioringras, rood

goed ontwikkelde microgradiënten langs de slenken aanwezig met op de oeverwallen schorrenkruid in de lagere delen en zeealsemvegetaties hoger op de kwelder. Tenslotte zijn aan de randen van de lage duintjes nog elementen van pioniervegetaties met zee-vetmuur (= habitatype H1310B zilte pionierbegroeiingen (zeezee-vetmuur)) aanwezig met behalve de naamgevende soort o.a. Deens lepelblad en kattendoorn.

A

B

Figuur 4.45 Voormalig washovercomplex Neerlands Reid in huidige situatie met A) hoogtekaart en B) luchtfoto.

Mogelijk van nog groter belang is de ornithologische functie van het Neerlands Reid. Het gebied is belangrijk als broedgebied voor o.a. eidereend, kluut, visdief en noordse stern.

Voor soorten als grauwe ganzen, scholeksters, bergeenden, smienten en doortrekkende steltlopers als rosse grutto’s, wulpen, zwarte ruiters, groenpootruiters en steenlopers dient het gebied als slaapplaats en/of foerageergebied. Voor o.a. brandganzen, rotgan-zen, bontbekplevieren, zilverplevieren en bonte strandlopers dient het gebied regelmatig als hoogwatervluchtplaats.

Het aangrenzende duingebied ten noorden van de Kooi - Oerdstuifdijk bestaat uit lange oost - west georiënteerde duinreeksen met tussenliggende voormalige primaire valleien.

Na sluiting van de Kooi - Oerdstuifdijk zijn tussen 1900 en 1935 aan de oostzijde vanaf

paal 19 een aantal parallelle ruggen ontstaan die zich in het oosten langs de noordzijde als nieuwe duinbogen rond de Oerderduinen zijn gaan krommen. Ook hierbij zijn nieuwe valleien afgesnoerd. In de meest noordelijke vallei daarvan kan bij hoge tijen een grote hoeveelheid zout water vanaf de oostzijde naar binnen stromen.

In 2007 zijn aanzienlijke delen van deze valleien door de beheerder (It Fryske Gea) ge-plagd. Hier zijn fraaie pioniervegetaties ontstaan met veel soorten uit het dwergbiezen-verbond en de associatie van strandduizendguldenkruid en krielparnassia (= habitattype H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk)). De droge duinen zijn in het algemeen vrij soor-tenarm. Naast dichte helmvegetaties komen op veel locaties duindoornstruwelen voor maar ook struwelen van grauwe wilg. In de zeereep zijn kerven in de stuifduin langs de zeereep gemaakt om binnenwaartse verstuiving op gang te brengen.

Hydrologie van deelgebied 3b Voormalig washovercomplex Neerlands Reid / noordzijde Kooi – Oerd stuifdijk

In de noordwestelijke punt van het kweldergebied van het Neerlands Reid, die is ingeslo-ten door twee duinruggen ( Kooiduinen en Kooi - Oerdstuifdijk) worden op basis van ge-meten grondwaterstanden en hoogteligging, kwelrijke omstandigheden verwacht.

Grondwater afkomstig van zowel de Kooiduinen als van het duingebied van de stuifdijk kan hier tot afstroming komen (zie ook figuur 4.42 en bijdragen aan een gradiëntrijk milieu van zoet kwelwater overgaand in brak/zout oppervlaktewater.

Habitattypen in deelgebied 3b Voormalig washovercomplex Neerlands Reid / noordzijde Kooi – Oerd stuifdijk

Binnen het deelgebied voormalig washovercomplex Neerlands Reid / noordzijde Kooi – Oerd stuifdijk komen op Ameland de volgende habitattypen voor (zie ook de ecologische gebiedsbeschrijving voor de context). Figuur 4.46

H1310A zilte pionierbegroeiingen (zeekraal), H1330A schorren en zilte gras-landen (bui-tendijks), H2120 witte duinen*, H2160 duindoornstruwelen*, H2170 Kruipwilgstruwe-len*.

*= ook zoekgebied (Zg)

Beheer en recente maatregelen in deelgebied 3b Voormalig washovercomplex Neerlands Reid / noordzijde Kooi – Oerd stuifdijk (figuur 3.47)

 Het Neerlandsreid wordt samen met de Kooiduinen begraasd.

 In een aantal valleien ten noorden van de Kooi – Oerd stuifdijk is struweel verwij-derd en is geplagd.

 In de zeereep zijn kerven aangebracht om de verstuiving te bevorderen en de dynamische ontwikkeling van de duinen te stimuleren.

Figuur 4.46: Overzicht van de habitattypen in deelgebied 3b Voormalig washovercomplex Neerlands Reid / noordzijde Kooi – Oerd stuifdijk

Figuur 4.47: Overzicht van het beheer in het voormalig washovercomplex Neerlands Reid / noordzijde Kooi – Oerd stuifdijk