• No results found

De waarde van bewegen met vluchtelingen en migranten

In document Kracht van sport in de wijk (pagina 56-58)

Bij de opleiding Psychomotorische Therapie bij Hogeschool Windesheim wordt sport ingezet als middel voor de behandeling van mensen met psychische problemen. De term sport, kan niet zonder de term bewegen. Sport wordt vaak geassocieerd met een georganiseerde vorm van bewegen binnen een club of vereniging. Bewegen behelst meer, namelijk ook alle ongeorganiseerde vormen van sporten en activiteiten. ‘Maatschappij in beweging’ is een werkterm voor een werkplaats waar we ons met maatschappelijke vraagstukken bezighouden, waar bewegen van waarde kan zijn.

Eén van de dingen die we doen zijn activiteiten rondom vluchtelingen, daar zijn we in 2015 mee gestart. Een paar honderd meter naast de hogeschool was er een crisisopvang waar vluchtelingen, met name mannen, zaten. Eén van mijn collega’s zei: ‘Het kan toch niet zo zijn dat wij als instituut niets met deze mensen doen, terwijl wij hier met mensen zitten die

verstand hebben van bewegen en die hier van betekenis kunnen zijn? Vervolgens zijn we gestart en binnen twee weken hadden we zeventig vrijwilligers. Docenten, studenten, mensen uit het werkveld, mensen uit

ondersteunende diensten die de vluchtelingen wel van de ene naar de andere plek wilden begeleiden om te wandelen. De vrijwilligers mochten bij ons op de campus met ongeveer tweehonderd vluchtelingen per week aan de slag. Niet alleen, maar met collega’s, alumni en studenten erbij, studenten die spontaan vanuit de gang meekwamen, lessen rondom sport en spel die ingevuld werden in deze context. Dit leidde tot een nominatie voor het beste schoolinitiatief, die prijs hebben we gewonnen en daar kwam weer media-aandacht uit voort. In sport zit een moment van winnen of competitie, een duel, maar de insteek die wij hebben gehanteerd, is om te stoppen bij negen-negen. We waren alert op ‘wij tegen zij’, door gemixte teams te maken werd integratie bevorderd. Wij wilden vooral dat mensen welkom waren, dat ze mee konden doen en daarbij een positieve ervaring opdeden. Daarin hebben we snel geleerd dat we geen arrangementen klaar moeten zetten voor deze groep. In onze beleving kom je binnen, alles staat klaar, dan wacht je af tot je uitleg krijgt, dan ga je de oefening doen en daarna ga je het spel volleybal spelen. Maar al snel kwamen we erachter dat deze mensen een dusdanige overlevingsdrang hebben ontwikkeld, dat ze alles aan de kant schoven en gingen doen wat ze op dat moment echt wilden doen. Je

moet dus samen met de vluchtelingen dingen opbouwen, vragen wat ze nodig hebben. Bovendien merkten we dat participatie bevorderd wordt door samen met hen velden op te bouwen, spullen te sjouwen, op te ruimen en water te halen. Samen ‘aan het werk zijn’ brengt gelijkwaardigheid, en verhindert dat de ander dankbaar zou moeten zijn. Daarnaast zochten we voor iedereen een passende rol: de geblesseerden werden toeschouwer, coach of scheidsrechter, de oudere mannen hielpen met water en vanuit hun overwicht met het sussen van kleine conflictjes, degene die goed was in de taal hielp als tolk. Een mooi voorbeeld dat me bij is gebleven is een man die in Syrië fysiotherapeut was. Wij regelden een behandeltafel en hij werd onze fysiotherapeut, want daar is hij goed in, en als er iemand geblesseerd raakte, dan had hij in deze context een belangrijke rol.

Wat maakt een beweegaanbod voor

vluchtelingen tot een succes? Wat is daarvoor nodig? Wat maakte dat ons initiatief

werkte in de periode dat er in de media negatieve aandacht was? Wij startten met dit sportinitiatief in een periode dat er in een asielzoekerscentrum (AZC) grote gevechten waren met uitrukkingen van de politie – moesten we hier wel aan beginnen? Waarom is het bij ons goed gegaan? Was dat toevallig? Hebben we geluk gehad? Dat hebben wij ons afgevraagd en wij hebben gezegd dat bewegen zoals wij het hebben ingezet en georganiseerd, leidt tot de mogelijkheid van recreatie en ontspanning. Tegelijkertijd bood

het ook mogelijkheden voor het aangaan van contact en communicatie. Eén van de mooiste feedbackpunten die we kregen was: ‘Jullie hebben zo’n open houding, jullie kijken ons altijd aan en jullie heten ons altijd welkom.’ En dat klopt, zo doen we dat binnen onze school, maar dat is een start van communicatie. Eerst moet je ruimte bieden om aan de slag te gaan, om even te ontspannen en daarna in de pauzemomenten oprechte interesse tonen: ‘Hoe zeg je dat in jullie taal? Hoe zit dit? Wat zijn pepernoten?’ Laagdrempelig met elkaar het contact aangaan, bewegen in het kader van participatie en meedoen. Iedereen mag meedoen, iedereen die vandaag ‘Nee, ik heb pijn, het is lastig of ik ben moe’ zegt, krijgt te horen: ‘Kom mee, ga aan de zijkant zitten. Heb je een bijdrage? Jij bent belangrijk, want jij kan Engels. Kan jij een beetje bemiddelen? Als er iets is wat wij niet verstaan, sein ons dan in.’ Iedereen heeft een rol, iedereen is belangrijk en iedereen mag meedoen. Meedoen is ‘erbij zijn’. Er zijn genoeg tv-programma’s opgezet waarbij een aantal mensen bij elkaar in één ruimte worden gezet en er gedoe ontstaat. Dat is hetzelfde als veel ratten in een klein kooitje. Zet vijfhonderd tot achthonderd vluchtelingen – mannen – bij elkaar in de IJsselhallen in Zwolle en dat geeft gedoe, zeker als ze een belaste achtergrond hebben. Bewegen heeft dus waarde om te ontspannen, maar ook ter voorkoming van verder ontstaan van psychische problematiek. Bewegen kan ook emoties reguleren, een uitlaatklep bieden, piekergedachtes (tijdelijk) naar de achtergrond

verschuiven. Bewegen en daardoor fysiek moe worden, kan betekenen dat je makkelijker in slaap valt. De kenmerken van problemen bij vluchtelingen en migranten zijn in het algemeen een hoge mate van stress en psychische problemen. Als je daar rekening mee houdt en daarmee aan de slag gaat, kan dat bijdragen aan succes. In de media was er veel aandacht voor dat succes. Dat betekent dat wij er niet mee wilden ophouden, maar een vervolg zijn gestart.

In document Kracht van sport in de wijk (pagina 56-58)