• No results found

5 De historische en landschappelijke context van de 7 onderzochte schansen

5.5 De schans van Houthalen (gemeente Houthalen-Helchteren)

5.5.1 Geschreven bronnen

Ook Houthalen is niet aan de krijgsverrichtingen ontkomen. In 1695, tijdens de Negenjarige Oorlog, legerden er diverse compagnieën; in 1702 logeerden er de troepen van Marlborough (Cor-nelis, 1969). Zelfs toen het na de Spaanse Successieoorlog rustiger werd, kwamen regelmatig sol-daten in Houthalen. De Hoevereindeschans was gebouwd door de inwoners van het dorp Houtha-len en het gehucht Hoevereinde. Van deze schans is echter weinig bekend. Ook het werk van Cornelis (1969) over de schansen van Houthalen verschaft weinig historische gegevens.

Figuur 27. Houthalen en omgeving op de Ferrariskaart uit 1775, blad Zonhoven 166. De vermoedelijke ligging van de schans is in geel aan-gegeven (bron: Koninklijke Biblio-theek van België e.a., 2009).

Vermeldingen

De oudst bekende vermelding van de Hoevereindeschans dateert uit 1657, waar ze staat aan ge-duid als de Nieuwe Schans (Mertens, 1983). De schans heeft blijkbaar nog andere benamingen gehad, want in 1676 wordt ze ‘klijn schans’ genoemd en in 1685 wordt ze aangeduid als ‘fortalitio in Heveringe’ (Mertens, 1983). In de burgemeestersrekeningen van 1741 wordt ze weer aange-duid als de Nieuwe Schans (Cornelis, 1969). Aan het eind van de 18e eeuw was een zekere Jan Conings kapitein van deze schans (Mertens, 1983). De benamingen Nieuwe Schans en ‘klijn schans’ wijzen er op dat de Hoevereindeschans tot de jongere en kleinere schansen van Houthalen behoorde.

5.5.2 De schans van Houthalen op enkele historische kaarten

De Ferrariskaart (1770–1777)

De schans van Houthalen is niet herkenbaar op de Ferrariskaart (fi guur 27). Wel kunnen we afl eiden dat ter hoogte van de schanslocatie een stuk akkerland temidden van drassige weiden aanwezig was. Dit akkerperceel vertoont enige gelijkenissen met de huidige percelering: het is langwerpig, zuidwest-noordoost georiënteerd en wordt in de lengte opgedeeld. Mogelijk is aan het eind van de 18e eeuw de schans van Houthalen al omgezet in akkerland. De schans lag relatief geïsoleerd, op circa 800 m ten noorden van het gehucht Hoevereinde. De kern van Houthalen lag nog verder: circa 1 km ten zuidoosten van de schans.

De Atlas van de Buurtwegen (ca. 1840)

Op de Atlas van de Buurtwegen is de schans wel nog herkenbaar als een rechthoekig, noordoost -zuidwest georiënteerd perceel (figuur 28). De omgrachting staat nog aangegeven. Het westelijke deel van de schans ligt relatief dicht bij een knik in de Winterbeek, die mogelijk diende voor de watervoorziening. Er lopen 2 wegen naar de schans: één aan de oosthoek en één komt uit in de zuidhoek. Waarschijn lijk is de meest oostelijke weg ook de oorspronkelijke toegang van de schans.

Uit de percelering valt op te maken dat de noordoostelijke gracht al gedeeltelijk is dichtgeworpen. Hier loopt immers al een paadje, terwijl de oorspronkelijke percelering van de gracht nog aan de noordzijde van het paadje verder loopt. De totale afmetingen van de buitenkant van de omgrach-ting bedraagt circa 101 x 47 m (ca. 48 are). De breedte van de gracht is in het noordwesten circa 6 m, in het zuidoosten circa 7 m. In het zuidwesten varieert ze van circa 7 tot 9 m en in het noord-oosten van circa 9 tot 11 m. Het binnenterrein heeft een oppervlakte van circa 27 are (ca. 83 x 33 m). Uit de kadastrale mutatieschetsen blijkt dat de schans in 1857 in 2 percelen is gesplitst (figuur 29). Voor het overige is de kadastrale indeling nauwelijks veranderd. De schans heeft nog steeds een agrarisch gebruik, waardoor eventuele verstoringen relatief beperkt lijken.

Figuur 28. De schans van Houthalen afgebeeld op de Atlas van de Buurtwegen, Houthalen, Kaartblad 5 (bron: Agentschap voor Ruimtelijke Ordening).

‘Dépôt de la Guerre’ (1877)

Op de kaarten van het ‘Dépôt de la Guerre’ staat de schans alleen aangegeven als een akker land-perceel (figuur 30). De omgrachting is niet aangegeven. Direct ten westen van de schans is intus-sen een spoorweg aangelegd.

5.5.3 De Centraal Archeologische inventarisatie (CAI)

De schans van Houthalen is niet aangegeven in de CAI. Ook in de verdere omgeving staan geen vindplaatsen aangegeven.

5.5.4 Landschappelijke context

Topografie

De schans van Houthalen ligt ten westen van de dorpskern (bijlage 2). De schans ligt langs een veldweg getje dat begint op de overgang van de Motmanstraat naar de Tramstraat. Direct ten noordwes ten van de schans, ter hoogte van de voormalige spoorweg, ligt een fietspad. De Win-terbeek ligt circa 40 m ten westen van de schans. Het middel punt van de schans wordt ongeveer gevormd door de Lambertcoördinaten 219250 en 192035.

Figuur 29. De wijzigingen in de percelering van de schans van Houthalen gedurende de 19e en 20e eeuw (bron: Provinciaal Kadaster Hasselt).

Geologie

De schans van Houthalen ligt aan de voet van het Kempisch Plateau, in het zogenaamde pedi-ment van Diepenbeek-Beringen. Deze smalle strook helt zachtjes af in zuidwestelijke richting. In tegen stelling tot het plateau is het gebied laaggelegen en heeft het een ondiepe watertafel. In het pedi ment van Diepenbeek-Beringen spelen ook nog de oudere Tertiaire zeeafzettingen een rol in het huidige reliëf. Bij de aanvang van het Tertiair, 65 miljoen jaar geleden, lag het noorden van België, waaronder het pediment, nabij de kust of behoorde zelfs tot de tertiaire zee. De verdeling tussen land en zee verschoof in het Tertiair diverse malen (transgressies en regressies). Tijdens de belang rijke transgressies werden op de bodem van de tertiaire zee enorme hoeveelheden zand en klei afgezet. Mettertijd drongen de transgressies minder diep naar het zuiden door (Dreesen e.a., 2001). Door deze geleidelijke terugtrekking en de kanteling van het gebied naar het noorden zijn in noordelijke richting de oudere tertiaire afzettingen steeds afgedekt door jongere lagen. In de omgeving van Houthalen komen vooral de grove glauconietrijke zanden van de zogenaamde For-matie van Diest voor. In het Pleistoceen wordt het pediment vooral gekenmerkt door intense erosie van de mariene zan den en kleien uit het Tertiair. Mede door het opheffen van Kempisch Plateau komt er aan de voet hiervan ook grind voor. Tijdens de laatste ijstijd (Weichselien) heeft de wind het pediment bedekt met dekzand (Formatie van Wildert; Frederickx & Gouwy, 1996). De dekzand-afzettingen zijn relatief dun, zodat de hoofdkarakteristieken van het tertiaire reliëf praktisch nooit werden uitgewist.

Hydrologie

Het pediment van Diepenbeek-Beringen wordt doorsneden door rivieren die het Kempisch Plateau draineren (Scheldebekken). Deze rivieren hebben in het pediment zeer brede en vochtige alluviale vlaktes met talrijke vijvercomplexen.

De schans van Houthalen ligt in de brede vallei van de Mangel- en Winterbeek. Deze beken hebben zich in de Formatie van Diest ingesneden, waardoor aan de basis van de alluviale afzet tin-gen herwerkt zand van deze Formatie voorkomt (Frederickx & Gouwy, 1996). Het alluvium zelf is eerder zandig en ten noorden van de schans wordt het vooral gekenmerkt door veen. Ten zui den van de schans van Houthalen zijn nog kleinere dalen te herkennen die naar de brede vallei leiden. Ze zijn grotendeels opgevuld met colluvium (Frederickx & Gouwy, 1996).

Bodem

Volgens de bodemkaart ligt de schans van Houthalen op de overgang van de matig droge tot droge gronden in het oosten naar de natte tot zeer natte gronden in het beekdal van de Mangel- en Win-terbeek (bijlage 2; http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/bodemkaart/). De schans ligt dan ook in een zone waar matig natte podzolen voorkomen (code Zdg: matig natte zandbodems met duidelijke ijzer- en/of humus-B-horizont). Al direct ten noorden van de schans beginnen de natte bodems. Het gaat om natte zandbodems en lemige zandbodems zonder profielontwikkeling (codes Zeg en Sep). Nog verder noordwaarts ligt een groot gebied met veenbodems. De Tram straat en Motmansstraat liggen typerend aan de rand van het droge heidegebied naar de nattere gronden die vroeger als beemden in gebruik waren. Hier worden de bodems gekenmerkt door matig droge podzolen (code Zcg: matig droge zandbodems met duidelijke ijzer- en/of humus-B-horizont).

De omgeving van de schans was oorspronkelijk veel natter dan tegenwoordig. Omwonenden wisten nog zeer goed dat vroeger het water regelmatig tot tegen de Motmanstraat kwam. Door het uitdiepen van de Winterbeek en de aanleg van een riolering onder het fietspad is de grond-waterspiegel drastisch gezakt.

DHM-Vlaanderen en terreininspectie

Op het digitaal Hoogtemodel is duidelijk te zien dat de schans zich bevindt op de glooiing van een zuidwest-noordoost georiënteerd dal (kaartbijlage 3).

Omgeving

De schans ligt direct aan de westelijke rand van de bebouwing. Ten westen van de schans ligt de Winterbeek en nog verder de Mangelbeek. Deze omgeving wordt gekenmerkt door een natte vege-tatie. Direct ten westen ligt en fietspad. Ten zuidoosten van het schansterrein ligt bebouwing en grote grasvelden omgeven met hekwerk.

Schanslichaam

Het schanslichaam is op het digitaal hoogtemodel herkenbaar als een smalle, noordoost-zuid-west georiënteerde ‘bolling’ (kaartbijlage 3). Doordat de schans relatief klein is, aan de rand van een met hekwerk omgeven villa ligt en de omgeving enigszins geëgaliseerd is, komt deze bolling min der goed tot uiting (bijlage 2). Het schansterrein zelf is overwegend in gebruik als weide met enkele oude bomen. In de noordelijke hoek bevinden zich enkele schuurtjes met een moestuin. De gebouwtjes bevinden zich overwegend ter hoogte van de gracht, waardoor eventuele verstoringen beperkt lijken. Ten oosten, noorden en zuid wes ten bevinden zich ook weilanden. In het schansli-chaam zelf is nog een zuidwest-noord oost georiën teerd steilrandje aanwezig. Dit is vermoedelijk het gevolg van een oude per ceel scheiding.

Schansgracht

De grachten op zich zijn moeilijk herkenbaar in het landschap (microreliëf). Wel kunnen ze afgeleid worden door de afhelling van het schanslichaam en de huidige kadastrale percelering. De ooste-lijke gracht bevindt zich nabij de huidige perceelsscheiding, op de overgang naar het bebouwde gebied. De noordelijke gracht is waarschijnlijk gedeeltelijk (oostelijke hoek) in gebruik als ‘pad’ met enkele bomen. De westelijke gracht ligt in het grasland, nabij de perceelscheiding. De noor-delijke hoek van deze gracht is mogelijk nog bebouwd (schuurtjes). Ter hoogte van de zuinoor-delijke gracht bevindt zich nu mogelijk een kleiner slootje in het weiland. Volgens Cornelis (1969) werden de grachten in de eerste helft van de 20e eeuw gedempt. De watervoorziening kwam vanuit de Winterbeek.

Planologische bestemming

Het schansterrein ligt in een zone met een agrarische bestemming (http://geo-vlaanderen.agiv. be/geo-vlaanderen/gwp: code 0900). Behoudens bijzondere bepalingen mogen deze gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, bene-vens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan

over-eenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. Voor het schansterrein kunnen wel beperkingen worden opgesteld om zo de nodige ruimten te reserveren voor de uitvoering van werken van openbaar nut, voor het beschermen van deze werken of om de werken te beschermen of in stand te houden.

Direct ten westen van de schans (ten noorden van het fietspad), in de vallei van de Mangel- en Winterbeek, bevindt zich een natuurgebied (http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/gwp: code 0701). Het wordt gekenmerkt door graslanden en een natte vegetatie.

Ten zuiden van de schans, langs de Motmansstraat en Tramstraat, bevindt zich tenslotte een woongebied (http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/gwp: code 0100).