• No results found

8 Conclusies en aanbevelingen

8.2 Conclusies

Hoofdstukken 2 en 3

De Zuidelijke Nederlanden vormden vanaf het midden van de 16e eeuw t/m begin 18e eeuw voort-durend het decor van strijdtoneel. Over de veldslagen en belegeringen (officiële oorlogen) zijn zeer veel gegevens bekend. Hoewel het Prinsbisdom Luik in principe neutraal was, hadden de oorlogvoe-renden het recht gewapend door het land te trekken en mochten ze zelfs winter kwartieren oprichten. In de vele publicaties is tot voor kort zeer weinig aandacht geschonken aan de ‘onofficiële’ oorlogen die met de strijd gepaard gingen. De plattelandsbevolking had veel te lijden van het strijdtoneel. Voor hun was het een periode van plundering, gijzeling, uitbuiting, geweldpleging, armoede en ellende. Aangezien ze van de hogere overheden geen hulp kregen, moest de boerenbevolking zo goed en zo kwaad het kon zelf voor hun bescherming en verdedi ging zorgen. Herhaaldelijk werd de plattelands-bevolking geplaatst voor de keuze tussen zelfverdediging, betalen, diplomatieke actie, vluchten en verkommeren.

Hoofdstuk 4

Vanaf het eind van de 16e eeuw neemt de boerenbevolking zijn toevlucht tot kleine vlucht oor den: de schansen. De schansen moesten de bevolking beschermen tegen groepen plunderende sol da-ten. Een beleg door een leger konden deze schansen zeker niet doorstaan.

Op de Limburgse zandgronden bouwde vrijwel ieder dorp en gehucht een schans om mensen en vee in (betrekkelijke) veiligheid te kunnen brengen. Verder zijn dergelijke ‘boerenschansen’ ook bekend uit de oostelijke delen van de Belgische provincies Vlaams Brabant en Antwerpen. In Ne derland komen ze met enige regelmaat voor in Midden Limburg en sporadisch in Noord- Lim-burg en Noord Brabant.

De schansen werden meestal aangelegd op gemeenschapsgrond, vooral in natte gebieden zodat de grachten vol water bleven en de vijand moeilijk kon doordringen. De verdediging bestond vooral uit de geïsoleerde ligging. Mocht de schans ontdekt worden, dan boden de grachten, een wal (eventueel beplant met doornstruiken) en de gewapende bewoners nog enige vorm van ver-dediging. Over de interne structuur van de schansen is maar weinig bekend.

Hoofdstuk 5

In hoofdstuk 5 wordt de historische en landschappelijke context van de 7 onderzochte schansen verder behandeld. De schans van Opglabbeek (gemeente Opglabbeek) werd in 1603 opgericht in het Groot Broek, een moerassige laagte. Van deze schans zijn de autorisatie tot het oprichten van de schans en de schansreglementen bewaard gebleven. Op basis van historische kaarten kan een indruk worden verkregen van de afmetingen van de schans (zie tabel 3). Zowel het schan-sterrein als de westelijke, zuidelijke als oostelijke gracht, is nog relatief goed herkenbaar in het terrein.

Over de schans van Niel (gemeente As) zijn slechts enkele bronnen bekend. De schans ligt ten noorden van het dorp aan de rand van de vallei van de Bosbeek. De schans lijkt op basis van de historische kaarten relatief klein (zie tabel 3). Van de schans is alleen het schanslichaam nog her-kenbaar als een lichte bolling. Ter plaatse van de oostelijke gracht ligt nu een langwerpige vijver.

De schans van Houthalen (gemeente Houthalen-Helchteren) werd opgericht in de vallei van de Mangel- en Winterbeek. Ook van deze schans zijn vooral verwijzingen bekend. De relatief kleine schans heeft een rechthoekige vorm (zie tabel 3). Vooral het schanslichaam is nog goed bewaard. Door de ligging vlak bij een bebouwd gebied komt de schans visueel minder tot uiting.

De schans van Korspel (gemeente Beringen) wordt al in 1607 vermeld. De schans bevindt zich in een laaggelegen wei landgebied, meer bepaald in een oude geul. Het schanslichaam is herken-baar als een hogere bolling, de omgrachting is niet meer zichtherken-baar.

Van de Kelbergse schans bij Vleugt (gemeente Diest) zijn diverse unieke bronnen bewaard zijn gebleven. Naast een afschrift van de oprichtingsakte van de schans als gemeenschapsgoed in 1629 zijn ook schansboeken be waard gebleven. De schans is nog steeds eigendom van de schansgemeenschap. De historische bronnen geven ook een goede indruk van de opbouw van de schans. Zo wordt melding gemaakt van dijken en een voorschans. De schans werd opgericht in het natte beekdal van de Grote Beek, Kleine Beek en Winterbeek. De schans is nog zeer goed herkenbaar in het terrein.

In tegenstelling tot de overige schansen werd de Hezerschans (gemeente Halen) in een iets dro-gere omgeving op ge richt. Van deze grote schans (zie tabel 3) zijn slechts verwijzingen bekend. Het schanslichaam is nog steeds herkenbaar in het terrein. Een gedeelte van de schans is bebouwd. Het is echter opmerkelijk dat de locatie van de huidige bebouwing ook al op historische kaarten staat aangegeven. Mogelijk gaat de bebouwing dan ook terug op schanshuisjes.

Al in april 1604 waren de voorbereidingen voor de oprichting van de Kolverenschans (gemeente Zonhoven) gestart. De relatief grote schans (oppervlakte schanslichaam hoofdschans ca. 0,62 ha) werd gebouwd aan de rand van de vallei van de Laambeek. Op historische kaarten is ten zuidoosten van de schans een tweede omgracht terrein aangegeven. Mogelijk gaat het om een latere uitbreiding van de schans. De hoofdschans is gedeeltelijk afgegraven, maar nog zeer goed herkenbaar in het terrein. Ook de bijschans is nog enigszins herkenbaar.

Hoofdstuk 6

Met uitzondering van de Kolverenschans (gemeente Zonhoven) zijn de schansen aan een veldonder-zoek onderworpen. Dit onderveldonder-zoek bestond voornamelijk uit een booronderveldonder-zoek. Op de schans van Houthalen (gemeente Houthalen-Helchteren) en de Hezerschans (gemeente Halen) zijn ook proef-sleuven getrokken. De Kelbergseschans bij Vleugt (gemeente Diest) is extra onderzocht middels geo-fysisch onderzoek.

Schans

Afmetingen in horizontale vlak (in meters)

bureauonderzoek veldwerk

Opglabbeek

schanslichaam 61 x 92 (0,56 ha) 49 x 52 (zonder uitbouw; 0,25 ha)

gracht n xx 16 o 10 t/m 15 12 z 12 t/m 16 11 w 10 10 of 14 Niel

schanslichaam 50 x 50 (0,25 ha) 61 x 51 (0,31 ha)

gracht zo xx 13 nw 17,5 16 no 10 t/m 16, 5 11 zw 11 t/m 18,5 xx Houthalen afmetingen 101 x 47 103 x 47

schanslichaam 83 x 33 (0,27 ha) 77 x 31 (0,24 ha)

gracht nw 6 9 no 9 t/m 11 12 zo 7 7 à 8 zw 7 t/m 9 10 Korspel

schanslichaam 47,5 x 68 (0,32 ha) 43 x 65 (0,28 ha)

gracht n 12 t/m 15 24 (4) o 10 10 z 7 9 w 6 8 Kelbergseschans (Vleugt)

hoofdschans 60 x 82,5 (0,49 ha) 55 x 77 (zonder uitbouw; 0,42 ha)

gracht n 10 10 o 6 t/m 12 9,5 z 7,5 8 w 7 10 Hezerschans afmetingen 80 x 165 75 x 170

hoofdschans 146 x 62 (0,9 ha) 148 x 57 (0,84 ha)

gracht

n 10 10

o 7 12,5

z 8 11 (8)

w 11 10

Uit het veldonderzoek blijkt dat een schans niet alleen bestond uit het graven van een gracht en het opwerpen van een wal. Voor het oprichten van de schansen zijn enorme inspanningen ver-richt door de relatief kleine gemeenschappen. Om een egaal en droog schansterrein te verkrijgen, zijn bij iedere schans ophogingspakketten van het schanslichaam vastgesteld. Deze inspanningen

geven mede een idee van de erbarmelijke omstandigheden waaronder de bevolking moet hebben geleefd. Zoals blijkt uit tabel 3 kunnen de tijdens het veldonderzoek vastgestelde afmetingen soms sterk verschillen met de resultaten van het bureauonderzoek.

De vergelijking leert dat een bureauonderzoek een eerste globale indruk kan geven, maar dat voor een meer detaillistisch niveau moet worden over geschakeld naar een specifiek veldonder-zoek. Vooral bij de schans van Opglabbeek zijn de verschillen relatief groot.

Uit de oppervlakten van de binnenterreinen blijkt dat de schansen van Opglabbeek (gemeente Opglabbeek), Niel (gemeente As), Houthalen (gemeente Houthalen-Helchteren) en Korspel (gemeente Beringen) relatief klein zijn ten opzichte van de Kelbergseschans bij Vleugt (gemeente Diest), de Hezerschans (gemeente Halen) en de Kolverenschans (gemeente Zonhoven; ca. 0,62 ha.). Bovendien hadden de Kelbergseschans bij Vleugt en de Kolverenschans nog een voor- of bijschans. Ook uit het veldonderzoek lijkt de Hezerschans (gemeente Halen) opmerkelijk groot. Hieronder wordt een aantal belangrijke eigen schappen per schans beschreven.

Voor de schans van Opglabbeek (gemeente Opglabbeek) is bij de bouw zeer veel werk verricht. Zo goed als het volledige schanslichaam is opgeworpen. Deze ophoging kan oplopen tot 90 cm en het materiaal is hoofd zakelijk van verder gelegen, droge gronden aangevoerd. Oorspronkelijk was de volledige schans omgracht, pas later is een toegangsdijk aangebracht. De grachten zijn boven-dien gedeeltelijk dichtgeworpen, mogelijk met de voormalige wal. Waar schijnlijk had de schans ook hoekuitbouwen.

Ook de schans van Niel (gemeente As) is gedeeltelijk opgehoogd. De schans was oorspronkelijk volledig om gracht, pas later is een toegangsdijk opgeworpen. Uit het veldonderzoek blijkt dat aan de water huishouding van de grachten grote aandacht werd besteed. Zo werden dijken opgewor-pen opdat de grachten altijd watervoerend zouden zijn.

De schans van Houthalen (gemeente Houthalen-Helchteren) is grotendeels opgehoogd. Alleen langs de (noord)oostelijke zijde is geen ophogingspakket vastgesteld. Tijdens het proefsleuven-onderzoek zijn zeer veel sporen aangetroffen die zo goed als allemaal verband houden met de schans. Ondanks de vele sporen is slechts één mogelijke structuur te herkennen. Het vondsten-materiaal maakt duidelijk dat de bewoners van de schans arm waren.

De schans van Korspel (gemeente Beringen) is opgericht in een oude geul, mogelijk een restant van een verwilderd rivier/beeksysteem uit het Laat Glaciaal. De precieze opbouw van het schans-lichaam is onduide lijk. De aanwezigheid van een roestbank in de ondergrond kan de waterhuis-houding in het boven liggende pakket beïnvloed hebben, waardoor er vele vlekken zijn ontstaan. De noordgracht is bre der dan de overige grachten en kent een getrapte opbouw. De oostgracht is gedeeltelijk verstoord.

De Kelbergseschans bij Vleugt (gemeente Diest) is opgericht op een natuurlijk kopje binnen een nat gebied. Voor het verkrij gen van een egaal terrein heeft men ook nog een deel van het schans-lichaam opgeworpen. De schans werd van oorsprong gekenmerkt door hoekuitbouwen aan de zuidzijde. Mogelijk was ook de weg binnen de schans verhard. Van oorsprong was de hoofdschans volledig omgracht. De huidige toegangsdijk is in later tijd ter hoogte van de oorspronkelijke ingang opgeworpen. De voor schans is volledig opgehoogd. Of deze voorschans geheel of gedeeltelijk omgracht was, is niet geheel duidelijk.

De Hezerschans (gemeente Halen) is mogelijk ook opgericht op een natuurlijk kopje. In het oos-telijke deel lijkt het schanslichaam opgehoogd. Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn diverse sporen en vondsten aangetroffen. Niet alle sporen staan direct met het gebruik als schans in verband. Het meest merk waardig is de aanwezigheid van een tweede gracht of sloot binnen de omgrachting. De datering van deze omgrachting lijkt op basis van het vondstenmateriaal overeen te komen met de oprich ting van de schans. Mede gezien de uitzonderlijke grootte van de schans wordt een tweede verdedigingsgordel of een latere uitbreiding van de schans niet uitgesloten. Het vondstmateriaal maakt ook hier duidelijk dat de bewoners van de schans relatief arm waren.

Hoofdstuk 7

In hoofdstuk 7 worden de schansen aan de hand van de beschermingscriteria zeldzaamheid, representativiteit, wetenschappelijk potentieel, archeologische en/of landschappelijke context (inhoudelijke waarde), bewaringstoestand (vormelijke waarde), waarneembaarheid en herinnering (belevingswaarde) gewaardeerd.