• No results found

De ondersteuning in het dagelijks gezinsgebeuren

4 Onderzoeksbevindingen: verderzetting van het theoretisch onderbouwingstraject en de

4.4 De ondersteuning in het dagelijks gezinsgebeuren

In dit punt brengen we in kaart hoe de ondersteuningstrajecten in de bevraagde gezinnen vorm krijgen en welke betekenis de gezinsleden daaraan geven. Hoe ervaren zij de ondersteuning? Stemt dat overeen met hun verwachtingen? Wat betekent voor hen de verzorgende? Vinden zij de

ondersteuning aanbevelenswaardig voor andere gezinnen? De betekenis van de coach nemen we hier niet op, maar in een volgende punt (4.5) waarin we ook de rol van de diensten in kaart brengen.

4.4.1 Een breed palet aan ondersteuningstaken

Door de diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg kan een grote variatie aan praktische taken opgenomen worden, gaande van de in de literatuur en het werkveld onderscheiden ‘activiteiten dagelijks leven’ tot andere, ‘functionele taken’. In de onderzoeksgroep verleent geen enkele verzorgende hulp bij de ‘activiteiten dagelijks leven’. Op 1 moeder na, die wekelijks door een verpleegkundige gewassen wordt, slagen al de andere respondenten er in om zich zelfstandig te wassen, aan en uit te kleden, te verplaatsen, te eten enz. De praktische taken die door de

verzorgende opgenomen worden, situeren zich m.a.w. uitsluitend op functioneel vlak. Zoals eerder vermeld, zijn er 28 taken te onderscheiden waarbij verzorgenden ondersteuning bieden (supra, 4.2.3).

Het aantal taken dat een verzorgende in een gezin opneemt varieert van 3 tot 15. Het gemiddeld aantal opgenomen taken over de hele respondentengroep bedraagt 10,6.

De verzorgenden nemen vooral taken op in de woonkamer, maar ook de keuken en het sanitair behoren tot het werkgebied van de verzorgenden (telkens in 7/12 gezinnen) en de slaapkamer(s) (in 6/12 gezinnen). Inzoomend op de concrete taken die de verzorgenden opnemen, komt opruimen het meeste voor (9 gezinnen), gevolgd door strijken (8), zorg en aandacht voor de kinderen (7), het opbergen van kledij (6), afstoffen (6), stofzuigen of vegen (6). Winkelen, vensters wassen, de was uithalen en het beddengoed verschonen worden in 5 gezinnen door de verzorgende opgenomen, dweilen, afwassen en de kinderen eten geven telkens in 4 gezinnen. De andere taken worden in 1 tot 3 gezinnen opgenomen: eten maken, bedden opmaken, contacten met diensten, financiën opvolgen, administratie opvolgen, afval sorteren, was insteken enz.

De taken worden hoofdzakelijk samen met en/of afwisselend door de moeder opgenomen. Drie taken worden enkel en alleen door de verzorgende uitgevoerd: strijken (wordt door 4 van de 9 gezinnen waar gestreken wordt alleen door de verzorgende gedaan), het wassen van de vensters (2) en het sorteren van afval (1).

Het is eerder uitzonderlijk dat de verzorgende zich op het takenterrein van de vader begeeft en/of samen met hem taken opneemt. Bij de beschrijving van de ondersteuningskenmerken van de respondentgroep (supra, p.41) hebben we reeds beschreven dat in één gezin de verzorgende een halve dag per week ‘exclusief’ met vader aan de slag gaat, in de andere gezinnen is dat minder intensief tot occasioneel of onbestaande. Inzoomend op de concrete taken gaat het vooral over het

‘gezamenlijk’ opnemen van het onderhoud van de woonkamer (in 3 gezinnen) of van de zorg of aandacht voor de kinderen (in 3 gezinnen). Voor taken zoals opruimen, vensters wassen, koken, afwassen enz. geldt dat telkens voor 1 of 2 gezinnen.

De verscheidenheid aan taken die door de verzorgende opgenomen wordt, komt ook uitdrukkelijk ter sprake wanneer de respondenten een omschrijving gevraagd wordt van de ondersteuning15. Voor 7

15 Deze open vraag werd vóór de gesloten vragen naar de taakopname in het gezin en de hulp of ondersteuning die ze daar al dan niet van de verzorgende of anderen krijgen, voorgelegd. Daardoor kregen we ten volle, vanuit

respondenten is de omvang aan taken zelfs zo groot dat ze in eerste instantie te kennen geven dat ze dat niet kunnen omschrijven, bv. ‘Dat ik het niet weet. Dat is eigenlijk helemaal, dat kan ik niet zeggen van wat dat is, nee.’of ‘Ik kan dat niet voorstellen.’

Al dan niet na een aansporing om zelf een omschrijving te geven, verwijzen nagenoeg alle

respondenten (16/18) naar één of meerdere praktische taken die door de verzorgende opgenomen worden. 10 respondenten verwijzen in eerste instantie naar een algemene beschrijving in termen van

‘alles doen, een beetje van alles doen’ en vullen die aan met meer concrete beschrijvingen van wat de verzorgende in het gezin doet en/of op welke manier de verzorgende dat doet.

We doen eigenlijk alles, winkelen, papieren regelen, ja echt alles. (moeder Kim)

Wat zij doen, dat is zo een waaier dat ik zelf niet weet hoe of wat, dat is echt persoonlijke begeleiding tot op het bot. (moeder Kimberly)

Thuiscompagnie, die hun takenpakket dat is een veel grotere waaier [tegenover poetsvrouwen in het dienstenchequesysteem] en daar kunnen ze ook veel meer van afwijken. Dus in het takenpakket staat nu niet van ja ge met uwe klant zijn kind gaan wandelen als het zonnig is, dat staat er niet in. Dat is meer op hun ingeving zelf. (vader Robert)

De praktische taken die de respondenten in hun omschrijving spontaan vermelden zijn: opruimen, zorg en aandacht geven aan de kinderen (bv. een schema opstellen voor het computergebruik, met de kinderen iets doen zodat moeder een huishoudelijke kan opnemen, samen met moeder en kind naar de bibliotheek gaan of gaan wandelen), koken, hulp bij de administratie (bv. telefonisch contact met een dienst voor het opvragen van een document dat ze voordien niet aan vader wilden geven), boodschappen doen, poetsen, hulp bij het beheren van de financiën (bv. goedkope producten, aankooptips: wat hebben we nog en wat moeten we wel of niet kopen), afwassen en strijken.

Tien respondenten verwijzen daarbij ook spontaan naar de wijze waarop de verzorgende die praktische taken in de praktijk brengt: het samen doen, de gestructureerde planmatige aanpak, de aansporing om zelf na te denken en te beslissen over wat er moet gebeuren, niet bemoeien, niet continu kritiek, helpen om zelfstandig te zijn, het aanleren en geven van tips om dingen beter te doen of op weg helpen naar een goede manier van doen, zich bezig houden met mensen en met het hart dingen doen. Dit alles weerspiegelt de doelstellingen en de wijze waarop Thuiscompagnie in de gezinnen ondersteunend wil werken: verbindend, versterkend en vergezellend.

Aansluitend daarbij brengen verschillende respondenten (11/18) ook spontaan een andere dimensie van het takenpakket van de verzorgenden van Thuiscompagnie in het vizier: de mogelijkheid om met de verzorgende tot een gesprek te komen, om met haar te kunnen praten. Dit praten biedt onder andere emotionele steun, bijvoorbeeld door het begrip dat de verzorgende toont voor de situatie van de moeder of door hen te ondersteunen of hen er bovenop te helpen op een moeilijke dag. Vier moeders maken in dat verband een vergelijking met wat een psycholoog of psychiater doet (bv. ‘Heb je iets op uw lever, ge gooit het er uit en ze luisteren. Ge hoeft er niet voor naar de dokter te lopen voor een pilleke.’ of ‘Dat is net zoals dat ge bij een psychiater gaat zitten en ge vertelt wat uw problemen zijn. Ze helpt u dan.’). Daarnaast bieden de gesprekken ook nog op andere vlakken een meerwaarde zoals het

inbrengen van een andere, extra, kijk of de motiverende en stimulerende kracht om de dingen aan te pakken.

Die komen u eigenlijk aanleren (stilte) en ondersteunen (stilte), zowel emotioneel als, ja, (stilte) als het doen zelf. En ja met emotioneel bedoel ik dan, als ge dan een minder goede dag hebt en van kijk dat is niet goed gegaan en dat is niet gegaan en ik kan dat niet. Ja dat ze zeggen

‘Ja maar Lelie denkt ge dat dat bij een ander allemaal op één twee drie gaat of wat? Dat is overal, ge moogt zo een keer een dag hebben. Maar kom, nu gaan we dat terug aanpakken

en waar gaan we aan beginnen. Waar wilt ge dat we.’ Snapt ge? Dat wordt ook gevraagd van wat wilt ge en wat wilt ge dat er gedaan wordt. En als er bijvoorbeeld, dat ge zegt van dat is te veel voor aan te beginnen. ‘Vindt ge niet dat we eerst aan dat of dat beginnen? Wat vindt ge daar zelf van?’ Dus die laten u zelf ook nadenken over die dingen. … Wat doen die nog?

(stilte) En dus vooral niet moeien, bij mij toch niet. (moeder Lelie)

Ze komt u helpen en begeleiden en een beetje aanleren hoe dat ge dingen het beste kunt doen, qua opruimen en zo en een beetje structuur geven toch. Vooral zo, ja, een beetje, zo u een beetje aansporen en tips geven van hoe ge dingen beter kunt doen. [Over welke dingen gaat het dan?]. Vooral straffen en belonen naar mijn zussen toe. Want dat is iemand van buiten af en voor iemand van buiten af is het altijd gemakkelijker om iets te zeggen dan dat ge binnen in een gezin zelf zit. Dat heb ik al gemerkt bij andere mensen ook. Of op de tv ook: ge kunt die toch zo straffen of ge kunt dat toch zo doen. Ja van buitenaf is dat altijd

gemakkelijker dan iemand van binnen het gezin. Ja dat is toch een extra kijk op de dingen, dat kan wel helpen. (jongere Joske)

De verzorgende is zo meer een, wij zijn een gezin, en zij is dan het extra er boven op. … Ja, het doorzettingsvermogen, want dat is wat wij minder hebben, het doorzettingsvermogen. Zij is dan het extra daarbij, om de volledige taak te kunnen volbrengen. (vader Robert)

Vijf respondenten verwoorden, al dan niet aansluitend bij het voorgaande, ook uitdrukkelijk het verschil met een poetsvrouw.

Dat is een hele grote ondersteuning naar het gezin zelf toe. (stilte). Dat is een hele andere regeling dan dat ge iemand van een poetsdienst hebt. Dus poetsdienst is echt voor het huishouden, die houden zich niet bij de mensen bezig. Gezinszorg of thuishulp dat is echt naar de mensen toe, dus die gaan niet alleen voor het huishouden. Dat is echt voor u er boven op te helpen, voor te praten, voor u te helpen naar de kinderen toe, tips te geven.

Jaen het huishouden bij manier van spreken, dat is eigenlijk bijzaak op dat moment, voor mij toch. (moeder Femke)

Opmerkelijk is dat 10 respondenten bij de beschrijving van waar de ondersteuning voor staat, ook spontaan verwijzen naar uitkomsten en veranderingen die ze bij henzelf, in hun gezin of bij de kinderen zien. Ze formuleren dat veelal in termen van de (grote) ondersteuning die ze ervaren. Meer concreet rapporteren ze bijvoorbeeld: minder stress ervaren, minder humeurig zijn, zich terug

buitenshuis begeven. In punt 4.6 gaan we verder in op de veranderingen die zich individueel en/of op gezinsniveau hebben voorgedaan. We leggen ons eerst verder toe op de beoordeling van de

ondersteuning.

4.4.2 Ingeloste en overtroffen verwachtingen

Inzoomend op de verwachtingen van de ouders, sluit wat de verzorgende doet, voor 7 ouders aan bij hun verwachtingen. Voor 8 ouders overtreft dat zelfs hun verwachtingen.

Ik had niet verwacht dat ik zo een goeie zou krijgen. (moeder Lisa)

Nee dat had ik niet verwacht. Ik had verwacht, misschien krijg ik iemand die gewoon hier komt en die het werk snel snel doet en vertrekt. Niet iemand zoals zij. Ze staat open naar mij en mijn kinderen, bijvoorbeeld als ze iets nodig hebben om te maken. Dat is bij haar positief. Ze denkt na wat ze kan doen, zoals voor de kinderen, dat is chapeau, echt waar. (moeder Amani) Dat is boven de verwachtingen. Er is op korte tijd veel gebeurd. (vader Jef)

Als ge de folder zou lezen, ik bedoel de algemene infofolder die ge krijgt en ge gaat dat vergelijken met wat ze doen, ja dan is dat een groot verschil. Wat in de folder staat, dat is maar heel kort. Maar wat ze doen, als ge dat zou vergelijken. In het boekske staat er maar één taak, het huishouden staat er bijvoorbeeld bij. Maar wat houdt dat in? Als ge die twee vergelijkt, wat dat zij effectief doen in praktijk en wat in theorie op papier staat, dat is een groot verschil. … Ja ze doen meer dan wat in de folder staat natuurlijk. (vader Robert)

Slechts één moeder rapporteert dat ze meer had verwacht en dat in termen van vooruitgang op persoonlijk, emotioneel vlak. Ze ziet daarin echter niet zozeer een rol voor de verzorgende weggelegd, maar wel voor een andere professional.

Ge verwacht altijd meer. [Wat had je meer verwacht?] Meer dingen kunnen aanpakken in ene keer. Maar dat gaat niet. Dan moet ge die [verzorgende] dagelijks hebben. Ik wil wel dat dat rapper gebeurt. Persoonlijk zou ik dat liever hebben, dat dat allemaal rapper zou gebeuren. … Twee maal vier uren, dat is goed, dat is het niet. Maar ik bedoel, ik denk dat het ook belangrijk is, als ik zoiets zou moeten organiseren, als ik de macht zou hebben om alles te mogen gebruiken van wat er hier op de markt is, ik zou er zelf zo een soort coaching, psycholoog inschakelen die ook nog een keer bij je apart komt voor, ja, het heeft niet alleen met uw doen te maken, het is ook emotioneel, het zit veel dieper. (moeder Lelie)

4.4.3 Een grote tevredenheid over de ondersteuning door de verzorgende

De waardering die de 16 ouders en de 2 jongeren over de ondersteuning door hun verzorgende uitspreken is bijzonder groot. Op een schaal van 0 tot 10 bedraagt de gemiddelde

tevredenheidscore voor al de respondenten 9,4 (sd= 0,77).

Op de vraag naar wat hen het meeste ondersteund heeft of waaraan ze het meeste hebben gehad, verwijzen nagenoeg alle respondenten naar meerdere aspecten van het ondersteuningspakket.

Slechts uitzonderlijk licht een respondent daar één aspect uit. Zes moeders en een vader antwoorden in eerste instantie dat ze over alles tevreden zijn. Bij doorvragen waar dat alles precies voor staat, geeft elk van hen wel een concrete invulling. De totale respondentengroep voor ogen nemend, spreken de respondenten over het brede spectrum van ondersteuningsaspecten hun tevredenheid uit: 15 respondenten verwijzen naar praktische aspecten als meest steungevend en 11 respondenten naar psychosociale aspecten. Dat zowel de praktische als de psychosociale aspecten de dienst uitmaken blijkt ook uit het antwoordprofiel op de vraag naar de betekenis van de verzorgende: op 2

uitzonderingen na, nemen al de respondenten beide aspecten spontaan in hun omschrijving op.

Ik heb er wel heel veel aan als de verzorgende hier is. … Ja ze doet haar werk echt goed. Ze geeft me toch ook vaak advies: hoe kan ik iets beter doen, zo van gaan we dat daar opruimen en dat kan je zo schoonmaken en ze is gewoon ook heel goed met de kleintjes. … Ja, ik ben heel tevreden met wat ze doet en hoe ze het doet. … Ja het is toch een grote hulp voor mij. Het heeft toch goed gedaan. Misschien komt het gewoon omdat het goed klikt tussen haar en mij.

Eerst had ik gewoon niemand en door alle stress, dan zie je alles heel donker. Ja, dan is zij gekomen en het klikte. Ze helpt me gewoon met alles goed. Het doet me echt wel goed als ze hier is en als ze me met alles helpt hier in huis. … Het is toch wel een goede vriendin geworden, ze helpt heel veel met de kindjes en ze denkt heel veel aan ons en dat vind ik gewoon echt heel lief van haar. Ik zou het heel jammer vinden als ze niet meer zou komen zeg maar. Niet alleen om te werken, maar ook … (moeder Christina)

Ja het is toch een grote hulp. … Vooral toch het koken en de hulp met de kinderen en ja met opruimen. Ja vooral de hulp en het babbelen en zo. … Ge kunt ermee babbelen …. het is plezanter als er iemand bij is tegenover als ge helemaal alleen zijt. Ge kunt dan ook vragen hoe

zou ik dat of wat zou ik daarmee doen. … Als er nu iets is of zo, dan babbelen we daar toch over, of over de kinderen. (moeder Carla)

Dat betekent ook alles he. Je krijgt ook andere handen. Je hand is niet genoeg om alles te doen. Ge krijgt daar goede handen bij. … Zij is echt speciaal. Ik weet niet hoe ik dat moet zeggen. Haar manier eigenlijk en haar emotioneel. Ja, en ze doet alles wat moet gedaan worden en ze vergeet niets. Dat is belangrijk. Ze onthoudt de datum van de verjaardag van mijn kinderen bijvoorbeeld. Dat is belangrijk voor mij. (moeder Amani)

Ze betekent eigenlijk veel. Dit geeft me wel dat gevoel van eigenwaarde te hebben en zelfvertrouwen [stilte] en naar het huishouden toe, de opvoeding. Dat is natuurlijk met vallen en opstaan. (moeder Lelie)

Inzoomend op de praktische taken, zet vooral de ondersteuning bij het opruimen de toon (7

respondenten). Andere taakaspecten worden door 1 tot 3 respondenten vermeld: de was, de strijk, het koken, het poetsen, de organisatie en/of de verdeling van het takenpakket, de tips voor de aanpak van het huishouden, de administratie, tips voor het beheer van het gezinsbudget, de zorg voor de

kinderen, de verhuis, de contacten met diensten.

Toch wel echt de grote dingen in huis. We hadden echt wel een rommelkamer en we hebben die samen opgeknapt en meer alles geordend. Ze heeft me heel vaak geholpen met grote opruiming en grote schoonmaak. Heel vaak kom ik daar niet aan toe door de kleintjes. En ja, we hebben ook wel wat rommel weggedaan naar het containerpark. (moeder Christina) De hulp, gewoon de hulp. Ik krijg nu alles beter georganiseerd. Ze geeft me ook tips met inkopen. Ik ben er wel content van. (moeder Jessy)

Ik vind bij mijn zus, daar ben ik van verschoten dat die haar kamer opgeruimd blijft. … Ik heb het niet van in het begin meegemaakt met de verzorgende. Maar met mijn twee zussen, ik denk dat dat toch wel veel gedaan heeft doordat die hier is. (jongere Joske)

Niet alleen het samen doen of de hulp die ze bij de praktische uitvoering krijgen, wordt als

steungevend ervaren, ook de mogelijkheid om te praten en de daaraan gerelateerde psychosociale ondersteuning worden meermaals (8 respondenten) als het meest steungevend beoordeeld. Daarbij verwijzen respondenten zowel naar de nabijheid en aanspreekbaarheid van de verzorgende , als naar het feit dat ze aan haar raad kunnen vragen over bijvoorbeeld de kinderen, de aankopen enz.

Ik heb er heel veel aan. Dat is een steunfiguur eigenlijk omdat ik er ook veel tegen kan vertellen.

[Waarover?] Over alles eigenlijk. (moeder Kim)

De verzorgende betekent alles voor mij. Op sommige, op veel vlakken. Dat is misschien positief, misschien negatief, ik weet dat niet. Ik vind dat naar mij toe positief, maar misschien naar mijn ouders toe negatief. Ik kan bij de verzorgende heel veel terecht. Mijn ouders weten dat en ja. Zo dat ik meer tegen de verzorgende zeg dan tegen hen. Ik heb het gevoel dat ik meer tegen haar kwijt kan, dan dat ik tegen hen kwijt kan. (moeder Femke)

Het laatst vermelde citaat illustreert hoe bij de betrokkenen ook de vrees kan bestaan dat net de goede relatie met de verzorgende en in het bijzonder, het feit dat ze in de verzorgende een goede

gesprekspartner vinden, de relatie met personen in hun eigen informele netwerk (bv. de ouders), kan

gesprekspartner vinden, de relatie met personen in hun eigen informele netwerk (bv. de ouders), kan