• No results found

De lange weg van Tony naar eerlijke handel

In document Competitie om natuurlijke hulpbronnen (pagina 68-70)

nog niet zo makkelijk. Chocogiant Nestlé wilde niet in gesprek met de journalisten wanneer die de suggestie in de mond namen dat zij, het serieuze Nestlé, slavenhandel faciliteerden. Een pr-mevrouw van ijsproducent Ben en Jerry’s jubelde in de camera dat ze het idee van slaafvrije chocolade onder de naam Tony’s (de makkelijker in het Engels uit te spreken voornaam van Van de Keuken, en ook nog eens een knipoog naar Ben en Jerry’s) ‘ge-wel-dig’ vond. Maar buiten de camera, met de microfoon nog aan gaf ze toe dat ze het eigenlijk helemaal niet zag gebeuren. En zelfs de weduwe van Roald Dahl wilde niet meewerken aan het slaafvrij maken van een speciale ‘Willy Wonka chocoladereep’, die rond de première van de film Charlie and the chocolate factory zou worden gelanceerd.

Gelukkig bood een chocoladeleverancier met het keurmerk van Max Havelaar uitkomst. De Belgische leverancier wilde garanderen dat zijn chocolade afkomstig was van een betrouwbare coöperatie in Ghana, die niets met slavenhandel te maken had. In 2005 waren daarmee de eerste vijfduizend repen met een wikkel van ‘Tony‘s Chocolonely, 100% slaafvrije chocolade’ een feit.

Toch bleek bij een bezoek van de journalisten aan Ghana dat zelfs díe vlieger niet lekker opging. De boeren van de coöperatie klaagden dat ze niets van de beloofde bonussen terugzagen en ook boeren die niet bij de club waren aangesloten konden hun cacao gewoon aan de geselecteerde inkopers leveren. En kwamen alle cacaobonen voor de Max Havelaar- en Tonyrepen eigenlijk wel echt alleen van de Ghanese coöp?

H

et begon met een potje journalistieke balorigheid waar het toenmalige RVU- programma Keuringsdienst van Waarde inmiddels bekend mee was geworden: droge, jennerige telefoontjes naar bedrijven en overheidsinstanties, om wazige claims op produc- ten te checken. In dit geval ging het telefoontje naar de politie: ‘Goedemorgen mevrouw, ik wil mijzelf aangeven, want ik heb slavenhandel mogelijk gemaakt. Ik eet chocolade.’ De journalisten waren op het spoor gezet van misstanden op cacaoplan- tages door het Schwarzbuch Markenfirmen, van de Duitse onderzoeksjournalist Klaus Werner-Lobo.

Wat begon als een prank, leidde uiteindelijk tot een heuse rechtszaak. Teun van de Keuken – de enige van het team journalisten die geen kinderen had en die zich een theoretische veroordeling en gevangenisstraf dus wel kon veroorloven – gaf zichzelf daadwerkelijk aan vanwege het mogelijk maken van een strafbaar feit: slavenhandel.

Onder de pr-stunt lag wel degelijk een serieus probleem. En dat ligt er nog steeds. In landen als Ivoorkust, en ook de buurlanden als Burkina Faso, worden jongeren, soms nog maar negen jaar oud, geronseld om op de cacaoplantages te werken. Het werk is zwaar, de lonen extreem laag of gewoon afwezig, en er zijn ook veel ooggetuigenverslagen van afranselingen en zelfs moord op kinderen die zich verzetten of de plantages proberen te ontvluchten.

Terwijl de rechtszaak en vervolgens het hoger beroep liepen, probeerde het team van de Keuringsdienst dan ook een alternatief neer te zetten: 100% slaafvrije chocolade. Dat bleek

kwartaal 1 2016 duurzame derde wereld 67

­

De lange weg van Tony naar eerlijke handel

‘Op weg naar’ slaafvrij

Tien jaar na de eerste repen bestaat ‘Tony’s’ nog steeds. Wat heet, met het oer-Hollandse Konink- lijke Verkade in handen van de Turkse multina- tional Yildiz, noemt Tony’s zich nu zelfs trots ‘de grootste Nederlandse chocoladeleverancier’. Maar op de wikkel staat nu een iets genuanceerder en realistischer slogan: ‘Samen op weg naar 100% slaaf- vrije chocolade’, dat is nu de missie. En om daar zelf aan bij te dragen heeft Tony’s een eigen keten opgezet, van boon tot reep. Het bedrijf heeft nu dan ook eigen mensen in dienst die zelf in Ivoorkust en Ghana kijken hoe hun bonen worden geoogst. Het hoofd van de inkoop moet tot zijn spijt soms toe- zien en accepteren dat jonge kinderen meewerken op de plantages, omdat de ouders zijn overleden en oma de eindjes anders niet aan elkaar kan knopen.

De principiële grens ligt evenwel nog steeds bij gedwongen kinderarbeid, afranselingen of andere tekenen van slavernij.

De groep journalisten van het eerste uur is niet meer zakelijk bij het bedrijf Tony’s betrokken. Het leiden van een commercieel bedrijf met een missie bleek toch iets heel anders dan het journalistiek aan de kaak stellen van een verborgen drama. De repen van Tony’s zijn inmiddels wel een daverend commercieel succes aan het worden. Ook de Amerikaanse markt wordt er nu mee bestookt. Maar de eerlijkheid gebied de makers te zeggen dat er na tien jaar Tony’s niet minder, maar absoluut gezien waarschijnlijk zelfs méér kinderarbeid voorkomt op de cacaoplantages. Het grootste winstpunt: een onbekend stuk in een Duits boek over misstanden in de chocolade-industrie heeft brede bekendheid gekregen. Niet alleen bij de consumenten, ook bij andere producenten van chocolade. Bedrijven als Nestlé, Mars of Verkade zullen nooit meer kunnen ontkennen dat ze van deze oneerlijke handel wisten.

Over de lange, hobbelige weg richting eerlijke han- del maakte regisseuse Benthe Forrer de documen- taire ‘The chocolate case’.

Rob Buiter

‘Wie chocolade eet, maakt zich schuldig aan uitbuiting van kinderen.’

In document Competitie om natuurlijke hulpbronnen (pagina 68-70)