• No results found

________________________________________________________________

2A. TESTMATERIAAL

Basisvraag:

2.1. Zijn de vragen van de Steunogram gestandaardiseerd (voor iedereen die het Steunogram afneemt hetzelfde)?

Helemaal wel Helemaal niet

Basisvraag:

2.2.b. Indien de scoring (beoordeling) door beoordelaars of observatoren gebeurt, is dan het beoordelings- of observatiesysteem (scoringslijst) volledig en duidelijk?

Basisvraag:

2.3. Zijn de items (vragen in de handleiding) vrij van racistische of voor bepaalde bevolkingsgroepen kwetsende inhoud (zoals mensen met een lvb)?

Helemaal wel Helemaal niet

(Bij negatieve beoordeling van één van de basisvragen (2.1, 2.2 en 2.3) kan men direct doorgaan naar criterium 2B)

2.4.a. Zijn vragen, handleiding, en antwoordformulier zodanig ontworpen dat fouten bij de invulling kunnen worden vermeden?

Helemaal wel Helemaal niet

2.4.b. Hoe is de kwaliteit van het Steunograam?

Helemaal goed Helemaal niet goed

Ad. 2.5.

Bij deze vraag moet onder andere worden gelet op de volgende punten:

de scoringsprocedure dient duidelijk te zijn omschreven;

er dient te worden vermeld welke score aan overgeslagen items/vragen moet worden toegekend;

er moet worden aangegeven hoeveel items/vragen mogen worden overgeslagen zonder dat de test zijn waarde verliest;

indien de test van beoordelaars/observatoren gebruik maakt, moet zijn aangegeven hoe men met verschillen tussen beoordelaars/observatoren moet omgaan.

In het algemeen geldt dat een apart antwoordformulier te verkiezen is boven het scoren van verschillende bladzijden in een testboekje teneinde mogelijke fouten in de scoring te voorkomen.

Bij tests die op een computer worden afgenomen en gescoord dient de COTAN-beoordelaar de scoring te kunnen controleren.

Ad. 2.6.

Met betrekking tot de instructie wordt onderscheid gemaakt tussen de instructie voor de geteste (cliënt) en de instructie voor de testleider (afnemer van Steunogram zoals begeleider of psycholoog). De kwaliteit van de instructies voor de geteste wordt in deze vraag beoordeeld, over de kwaliteit van de instructies voor de testleider wordt in vraag 2.8 een oordeel gevraagd.

De instructies of aanwijzingen voor de geteste zijn een onderdeel van het testmateriaal en vormen in het algemeen de eerste bladzijde(n) van het testboekje of de eerste pagina('s) tekst bij afname via de computer. De instructie dient te zijn gestandaardiseerd en de volgende aspecten dienen in de instructie te zijn opgenomen:

voorbeeldvragen;

informatie over de wijze van notatie (of intoetsen) van de antwoorden;

de te volgen strategie bij het niet-weten van het goede antwoord of bij alternatieven die even (on)aantrekkelijk of in gelijke mate van toepassing zijn;

de beschikbare tijd;

indien van toepassing: anonimiteit;

zo mogelijk moeten oefenopgaven worden verstrekt ten behoeve van cliënten die geen ervaring hebben met tests.

Tevens kan van Nederlandstalige Belgische tests worden verlangd dat de instructie in gangbaar Nederlands is gesteld of is aangepast aan gebruik in Nederland.

2.5. Is het scoreformulier zodanig ontworpen en beschreven dat fouten bij de scoring kunnen worden vermeden?

Helemaal wel Helemaal niet

2.6. Is de instructies voor de geteste (lvb-cliënt) volledig en duidelijk?

Helemaal wel Helemaal niet

Ad. 2.7.

Elke test hoort te zijn voorzien van een handleiding. Een proefschrift, een of meer artikelen en dergelijke worden niet beschouwd als handleiding.

Ad. 2.8.

De aanwijzingen voor de testleider (degene die het Steunogram afneemt) in de handleiding hebben als belangrijkste doel ervoor te zorgen dat de testafname gestandaardiseerd plaatsvindt. Er moet zoveel mogelijk letterlijk zijn voorgeschreven wat de testleider wel en niet mag zeggen (zo is bijvoorbeeld de aanbeveling "de testleider legt het doel van de test uit" onvoldoende) en welke handelingen de testleider moet verrichten (bijvoorbeeld het op een bepaalde manier rangschikken van het testmateriaal bij een vaardigheidsproef). Ook moet worden voorgeschreven hoe op vragen moet worden in-gegaan (er kunnen bijvoorbeeld standaardteksten worden gegeven voor de antwoorden op veel voorkomende vragen).

Ad. 2.9.

Een handleiding moet volledig, nauwkeurig en duidelijk zijn over de gebruiksmogelijkheden en be- perkingen van de test of instrument (Steunogram). Afhankelijk van de situatie waarvoor de test is bedoeld kan dit tot verschillende suggesties leiden. Is bijvoorbeeld bij classificatiebeslissingen in het onderwijs aangegeven dat de beslissing niet dient te zijn gebaseerd op één toetsafname? Wijst men in het geval van voortgangscontrole op de relatie tussen toetsscore en het verdere onderwijs/leer-proces? Leidt interpretatie van testgegevens in de klinische situatie tot empirisch gefundeerde uitspraken of slechts tot behandeldoelen? Wordt er bij tests bedoeld voor beroepskeuzebegeleiding bijvoorbeeld op gewezen niet alléén op de testscores af te gaan bij het nemen van beslissingen? Wordt bij tests bedoeld voor selectie aangegeven voor welk type functies de test is bedoeld en wat de kritieke functie-inhoud is van deze functies?

Ad.2.12.

Wordt bijvoorbeeld aangegeven welke andere variabelen aan de voorspelling bijdragen? Wordt vermeld wat de mogelijke invloed is van achtergrondvariabelen en (test)ervaring op de scores? Voorkennis of ervaring van de cliënt dat de uitkomsten van het Steunogram kunnen beïnvloeden?

Ad. 2.13.

In de handleiding kan bijvoorbeeld worden verwezen naar de kwalificatieregeling van het NIP en de daarbij gebruikte indeling van tests in twee categorieën. Een alternatief is dat een adequate omschrijving van de kennis en vaardigheden wordt gegeven die noodzakelijk wordt geacht voor de afname en interpretatie van de test.

2B. HANDLEIDING

Basisvraag:

2.7. Is een handleiding (Steunogram 2.0) beschikbaar?

(Bij negatieve beoordeling van vraag 2.7 kan men direct doorgaan naar criterium 3).

Helemaal wel Helemaal niet

2.8. Zijn de aanwijzingen voor de testleider (gebruiker van het Steunogram) volledig en duidelijk?

Helemaal wel Helemaal niet

2.9. Wordt informatie gegeven over de gebruiksmogelijkheden en beperkingen van het Steunogram?

Helemaal wel Helemaal niet

2.12. Wordt gewezen op soorten informatie die bij de interpretatie van de resultaten van belang kunnen zijn?

Helemaal wel Helemaal niet

2.13. Wordt de mate van deskundigheid die vereist is voor afname en interpretatie van het Steunogram vermeld?

Helemaal wel Helemaal niet

Enquête

De volgende enquete is bedoeld om de beoordeling van de inhoud en de vorm van het Steunogram weer te geven. Aan u wordt gevraagd uw mening te geven en waar mogelijk suggesties te doen om het Steunogram te verbeteren. Opmerkingen over de onderwerpen die in de vragen aan de orde worden gesteld kunnen onderaan iedere categorie worden weergegeven. U wordt verzocht alle vragen in te vullen.

De volgende criteria komen aan bod: 1. Steunogram

2. Stappen 3. Integratie 4. Evaluatie

1. Steunogram:

1.1 Diagram:

a) Is het gebruik van het Genogram om familieleden in kaart te brengen duidelijk en overzichtelijk? Zo nee: waarom niet?

b) Is het gebruik van het Sociogram en Ecogram om het netwerk in kaart te brengen duidelijk en overzichtelijk? Zo nee: waarom niet?

c) Is de opzet van het gehele diagram van het Steunogram in zijn geheel duidelijk en overzichtelijk? Zo nee: waarom niet?

d) Wordt voldoende/ te veel/ te weinig mogelijkheid gegeven voor eigen aanvulling?

1.2 Legenda:

a) Zijn de gebruikte symbolen duidelijk? Zo nee: waarom niet?

b) Is de legenda voldoende informatief? Zo nee: waarom niet?

c) Missen er nog belangrijke symbolen? Zo ja, welke?

Overige opmerkingen over de legenda:

2. Stappen

1. Uitleg:

b) Ontbreekt belangrijke instructie/uitleg? Zo ja, wat?

2. Intekenen jongere:

a) Is de uitleg duidelijk? Zo nee: waarom niet?

3. Familieboom maken:

a) Is de uitleg duidelijk? Zo nee: waarom niet?

b) Er is bewust vrijheid aan de testafnemer gelaten om zelf te bepalen waar kenmerken worden ingevuld. Is dit prettig of juist niet? En waarom?

4. Invullen semi-gestructureerd interview familie: a) Is de instructie duidelijk? Zo nee, waarom niet?

b) Zijn de vragen duidelijk? Zo nee, waarom niet?

c) Zijn de vragen geschikt voor mensen met een licht verstandelijke beperking? Zo nee, waarom niet?

d) Welke vragen zijn voor verbetering vatbaar? (dit mag ook worden aangegeven en naar eigen inzicht verbeterd in de handleiding)

e) Welke vragen ontbreken/zijn overbodig? (dit mag ook worden aangegeven en naar eigen inzicht verbeterd in de handleiding)

5. Intekenen vrienden, school/werk, hobby’s/sport en buurt: a) Is de instructie duidelijk? Zo nee, waarom niet?

6. Invullen emotionele band vrienden, school/werk, hobby’s/sport en buurt: a) Is de instructie duidelijk? Zo nee, waarom niet?

7. Invullen semi-gestructureerd interview sociale contacten: a) Is de instructie duidelijk? Zo nee, waarom niet?

b) Zijn de vragen duidelijk? Zo nee, waarom niet?

c) Zijn de vragen geschikt voor mensen met een licht verstandelijke beperking? Zo nee, waarom niet?

d) Welke vragen zijn voor verbetering vatbaar? (dit mag ook worden aangegeven en naar eigen inzicht verbeterd in de handleiding)

e) Welke vragen ontbreken/zijn overbodig? (dit mag ook worden aangegeven en naar eigen inzicht verbeterd in de handleiding)

8. Vragen per netwerklid:

a) Is de instructie duidelijk? Zo nee, waarom niet?

b) Geven de gevraagde kenmerken voldoende relevante informatie? Zo nee, waarom niet?

c) Ontbreken relevante kenmerken?

9. Vragen in verband met risicofactoren: a) Ontbreken belangrijke risicofactoren?

b) Is de vorm van de vragen juist/ zijn er betere alternatieve vragen?

10. Vragen in verband met beschermende factoren: a) Ontbreken belangrijke beschermende factoren?

b) Is de vorm van de vragen juist/ zijn er betere alternatieve vragen?

11. Correctie en aanvulling:

a) Is de instructie duidelijk? Zo nee, waarom niet?

b) Ontbreken er nog vragen of heeft u nog opmerkingen over deze laatste stap?

3. Integratie

a) Met welke instrumenten/vragenlijsten wilt u het Steunogram gebruiken als dit een goed instrument blijkt te zijn? Waarom?

b) Wat moet er van het Steunogram worden aangepast om het goed te kunnen gebruiken met bovengenoemde instrumenten?

4. Evaluatie

Sterke punten van het Steunogram:

Zwakke punten van het Steunogram: