• No results found

Na het concept ideologie te hebben behandeld en het neoliberalisme als een ideologisch systeem te hebben aangetoond, volgt nu een systematische kritiek op de effectiviteit en uitwerking van de neoliberale ideologie. Om dit te kunnen doen is het echter eerst nodig om duidelijk te maken wat ​ ideologiekritiek als praktische activiteit

inhoudt. Dit zal gebeuren door de belangrijkste kenmerken van het kritische project van Marx en de methodische aanpak van de traditie van de ​Kritische Theorie te expliciteren. Vanuit de daaruit geconstrueerde methodiek zal ik een ideologiekritiek op de neoliberale ideologie toepassen. Zodoende wordt duidelijk hoe en waarom een ideologiekritiek van het neoliberalisme een relevante onderneming is.

3.1 Ideologiekritiek en de Kritische Theorie 3.1.1) De kritische praktijk van Marx

Het kritische project van Marx kunnen we volgens Celikates het best begrijpen als een emancipatorische praktijk.200Het houdt een praktische handeling in, met als uitkomst de verlossing van sociaal geïnduceerde verwarring over de aard van sociale verhoudingen. Door deze praktijk wordt de verwarring voor de verwarden zelf inzichtelijk en worden de voorheen verwarde subjecten ontdaan van waanbeelden over de sociale realiteit. Het denken zelf moet ook als praktijk worden begrepen. Marx formuleert dit zelf als het streven naar ‘the self-clarification (critical philosophy) of the struggles and wishes of the age’;201 een diagnose en kritiek op de huidige vormen van sociaal geïnduceerd lijden.202 Hoewel een maatschappij brede emancipatie een radicale sociaal-politieke revolutie vereist, en Marx dus het belang van collectief georganiseerde politieke strijd onderkent, benadrukt hij dat emancipatie primair een kwestie van zelfemancipatie is. 203

Van cruciaal belang is daarbij aan te tonen dat het sociale bewustzijn stamt uit de materiële ordening binnen de samenleving. De materiële economische ordening is geen statisch maar een veranderlijk gegeven; het sociale bewustzijn stamt uit de wijze waarop de sociaal economische materiële samenleving in een historisch tijdperk is geordend. Ook het sociale bewustzijn is dus veranderlijk. Dat de bewustzijnsvorm stamt uit de materiële orde is de eerste premisse van de Marxistische (historisch) materialistische methode. Omdat de materiële orde binnen een samenleving afhankelijk is van het punt van historische ontwikkeling, is het sociale bewustzijn dus de uitkomst van een bepaalde historische situatie. De bewustzijnsvorm van mensen beïnvloedt hoe zij zich als mens verhou​den tot de rest van de wereld en hoe zij zichzelf begrijpen. Marx formuleert het

200 Robin Celikates, Karl Marx: Critique as Emancipatory Practice. In Karin de Boer, Ruth Sonderegger

(eds.), Conceptions of Critique in Modern and Contemporary Philosophy (101-118). Palgrave Macmillan, 2011: 102. 

201 Ibid., 115.  202 Ibid., 114. 203 Ibid., 105.

zelf, in ​ De Duitse Ideologie​, als volgt: ‘The nature of individuals thus depends on the material conditions determining their production.’ 204

De kritische methode van Marx is een ​ immanente ​kritiek omdat de bronnen van

kritiek zijn afgeleid uit het te bekritiseren systeem zelf, zoals de inherente waardesystemen, vermeende wetenschappelijke verhandelingen en de conceptualisaties van de menselijke natuur binnen de liberale theorie.205 Marx draagt geen abstracte criteria van buiten het systeem aan, maar richt zich in zijn ideologiekritiek op het betekeniskader dat de ideologie zelf voortbrengt om de inherente fouten en tegenstrijdigheden van de theorie aan te tonen. De kritiek toont aan dat de criteria waarop een systeem zichzelf baseert niet kunnen worden gerealiseerd binnen de methode of theorie van dat systeem. Immanente kritiek behoudt deze criteria of waarden, en onderzoekt onder welke omstandigheden de realisatie van deze criteria mogelijk wordt.206 In dit proces krijgen de criteria of waarden een andere invulling dan deze in het bekritiseerde systeem hadden. 207 Immanente kritiek dient criteria te vinden die aansluiten bij echte sociale praktijken, strijd, ervaringen en zelfinzicht. Kritiek draagt bij aan sociaal zelfbegrip, hetgeen het domein van sociale strijd is.208 Marx’ kritisch project is daarmee praktisch zowel als emancipatorisch, omdat het naast de analyse van een bepaald fenomeen bijdraagt aan een transformatie in de sociale wereld die – gezien de bestaande praktijken, strijd en ervaringen waarop de kritische analyse aansluit – reeds gaande is 209 De kritiek is zelf onderdeel van die transformatie, omdat het bijdraagt aan de manier waarop personen zichzelf begrijpen in relatie tot de sociale maatschappelijke verhoudingen​

.

De kritiek is zelf deel van de sociale beweging en daardoor een emanciperende praktijk. Ofwel, kritiek moet gebaseerd zijn op een analyse van de sociale realiteit en is daardoor tegelijkertijd onderdeel van de sociale strijd.

Onderdeel van Marx’ kritische project is ook ​ defetisjerende ​kritiek​, wat betrekking heeft op zijn materialistische kritiek op het idealisme. Defetisjerende kritiek richt zich op de ideologische misleiding die zorgt dat datgene wat door mensen zelf geproduceerd wordt, door hen wordt ervaren als een vreemde kracht die onafhankelijk van het menselijk vermogen, als een ​ding-op-zich bestaat.210 In het geval van het warenfetisjisme, wordt de ware aard van de sociale verhoudingen gemystificeerd als direct gevolg van de economische productie modus. In het spontane, alledaagse bewustzijn en het discours van de klassieke politieke economie heerst de assumptie dat de sociale realiteit een objectieve, regel volgende, natuurlijke sfeer is. Er wordt noch van de sociale relaties noch de menselijke activiteit notie genomen. Het doel van defetisjerende kritiek is om

204 Karl Marx en Friedrich Engels, The German Ideology (1845-46). In Robert C. Tucker (ed.): The Marx-Engels Reader (146-200). Norton, 1978 (2nd ed.): 150.

205 Celikates, 2011: 113.  206 Ibid., 111.

207 Immanente kritiek stoot de originele waarden en criteria niet af, maar onderzoekt juist de

mogelijkheid van de vervulling van deze waarden; dit resulteert in een andere concrete invulling van die waarden. Marx geeft in zijn beschrijving van een socialistische samenleving bijvoorbeeld een andere concrete invulling aan de liberale waarden van vrijheid en gelijkheid.

208 Celikates, 2011: 113/114.  209 Ibid., 101. 

aan te geven dat de sociale realiteit in het kapitalisme zich noodzakelijk gemystificeerd presenteert 211

Balibar en Žižek stellen dat de Marxistische theorie van ideologie enkel dient om de theorie van het historisch materialisme af te maken. 212 Ik zou echter willen opperen dat het een inherent onderdeel is van zijn analyse van de kapitalistische samenleving. Daarmee stem ik in met Celikates die stelt dat ideologiekritiek van fundamenteel belang is voor Marx' project.213 Het bekritiseren van iets is voor Marx tegelijkertijd ook een kritiek op de vormen van kennis en praktijken die met het bekritiseerde overeenkomen. Marx’ werk ​Capital is een immanente kritiek op de liberale economische theorie waar 214

het kapitalistisch systeem uit voortkomt, en is gelijktijdig een ideologie kritiek en defetisjerende kritiek op de ​liberale ​ideologie​. Dit laatste wordt niet expliciet duidelijk gemaakt in het werk zelf. Het is eerder een impliciet gegeven dat stamt uit Marx’ algehele kritische methode. Het kapitalistisch systeem is, om geaccepteerd te worden en praktisch te blijven functioneren, afhankelijk van de liberale ideologie. De analyse van de kapitalistische maatschappij is daarom onlosmakelijk verbonden aan de analyse van de ideologie die deze maatschappelijke ordening in werking houdt. Dit betekent dat Marx’ kritiek op het kapitalistische systeem tegelijkertijd ook een ideologiekritiek op de liberale ideologie is.

Marx bekritiseert het liberalisme op verschillende punten, waarvan hier slechts enkele kortstondig kunnen worden benoemd. Volgens Marx is de liberale aanname dat politiek voornamelijk binnen de officiële politieke instituten bedreven wordt, onjuist; de liberale politieke filosofie neemt geen notie van de sociaal-economische bepaling van het politieke. Politiek is hoofdzakelijk een kwestie van klassenstrijd, en de staat en het recht zijn middelen waarmee de heersende klasse deze strijd uitvoert. Ook bekritiseert hij de liberale opvatting dat vrijheid en gelijkheid geïnstitutionaliseerd zouden zijn in de liberale staatsvorm. De strikt ​individualistische opvatting van persoonlijke vrijheid en

gelijkheid voor de wet, representeren het atomisch karakter van de sociale relaties binnen de kapitalistische samenleving; de individuele rechten maskeren en legitimeren de structurele ongelijkheden en collectieve uitbuiting die inherent zijn aan het kapitalistisch systeem, en welke niet binnen het liberale denken opgelost kunnen worden.215Marx wil de tweedeling tussen het collectieve en het individuele overstijgen, en stelt een relationele benadering voor waarin de complexiteit van de sociale verhoudingen erkend wordt. Het sociale geheel, zo stelt Marx, bestaat uit de concrete handelingen van individuen en wat het individu doet is sociaal; de samenleving produceert de mens en de mens produceert de samenleving. 216

Binnen de liberale economie maakt Marx een onderscheid tussen de ​politieke economie als wetenschappelijk streven dat probeert inconsistenties tussen theoretische

voorspellingen en praktische effecten te onderzoeken, en de ​ vulgaire economie die zich

neerlegt bij onjuiste ideeën en vooral gericht is op het verdedigen van de theoretische

211 Seyla Benhabib, The Critique of Instrumental Reason. In Slavoj Žižek (ed.),​ Mapping Ideology (66-92).

Verso, 2012: 70.

212 Slavoj Žižek, ​The Spectre of Ideology. In Slavoj Žižek (ed.), ​Mapping Ideology (1-33).Verso, 2012: 28. 213 Celikates, 2011: 107. 

214 Ibid., 101.  215 Ibid., 106. 216 Ibid., 104.

implicaties.217 Ook in de politieke economie vinden aspecten van de liberale ideologie echter hun weerklank; de liberale ideologie verzorgt het betekeniskader waarmee de economische realiteit door de politieke economie benaderd wordt, en beïnvloedt daardoor het economisch onderzoek dat zich binnen het liberale kader afspeelt. De politieke economie beschouwt economische categorieën als tijdloze regels, terwijl deze bepaald worden door het punt van historische ontwikkeling; een historisch specifieke en politiek veranderbare productiemodus wordt voorgesteld als natuurlijk, ahistorisch, apolitiek en onveranderbaar.218 Verder bekritiseert hij de liberale benadering om ongelijkheid door middel van redistributie te corrigeren; 219 in plaats van de ongelijke verdeling van de productiemiddelen als fundamenteel maatschappelijk probleem te onderkennen, accepteert het liberalisme deze ongelijkheden als een noodzakelijk aspect van de samenleving, terwijl deze juist de uitkomst zijn van een specifieke sociale formatie, namelijk: het kapitalisme. 220

3.1.2) De Kritische Theorie

Nu de Marxistische kritische praktijk is behandeld richten we ons tot de traditie van de Kritische Theorie. Het praktische doel van een kritische theorie is om machtsverhoudingen in de samenleving inzichtelijk te maken. Hiermee is de eerste stap naar emancipatie van die machtsverhoudingen gezet.221 Kritische theorieën zijn erop gericht een bepaalde verlichting te bewerkstelligen in actoren die deze theorie toepassen, om hen te bevrijden van hun eigen aandeel in het frustreren van hun bewuste menselijke acties. 222

De traditie van de kritische theorie kan worden begrepen als een voortzetting van het kritische project van Marx. Het grondbeginsel van de kritische theorie is dan ook dat het kapitalisme een irrationeel systeem is dat vervreemdende en zelfs pathologische effecten op het denken en de lichamen van kapitalistische subjecten teweegbrengt en waarin arbeiders structureel worden uitgebuit.223 In de loop van de ontwikkeling van de traditie van de kritische theorie verandert de aanpak echter zodanig dat de inhoud en het streven niet meer gelijk zijn aan die van Marx’ kritische project.224 Deze veranderingen zullen hier niet behandeld worden. Ik zal mij enkel richten op algemene kenmerken van de kritische theorie en diens methode die overeenstemmen met Marx’ eigen methode van kritiek. Zo kom ik uit op een – niet geheel in overeenstemming met

217 David

 Leopold, Marxism and Ideoloy: From Marx to Althusser. In Michael Freeden, Lyman Tower Sargent & Marc Stears (eds.), The Oxford Handbook of Political Ideologies (20-37). Oxford, 2013: 25. 

218 Celikates, 2011: 113.

219 In het neoliberalisme wordt ongelijkheid ook geaccepteert, maar verdwijnt het idee dat deze door

redistributie naar een meer egalitair niveau moet worden gebracht. Zoals in het vorige hoofdstuk besproken heeft neoliberalisering juist een verdieping van ongelijkheid teweeg gebracht, onder andere door wat Harvey analyseert als redistributie van de lage naar de hoge sociaal-economische klasse.

220 Celikates, 2001: 107, 108.

221 Lois McNay, Contemporary critical theory. In Michael Freeden, Lyman Tower Sargent & Marc Stears

(eds.), The Oxford Handbook of Political Ideologies (138-154). Oxford, 2013: 138. 

222 Raymond Geuss, The Idea of a critical theory. Cambridge, 1981: 2.  223 McNay, 2013: 138. 

de werkwijze van de meeste hedendaagse kritische theoretici – bruikbare methode voor de kritische theorie die dicht bij de Marxistische praktijk van ideologiekritiek blijft.

De Marxistische theorie van de samenleving geeft ons kennis over de samenleving. Echter, deze kennis valt niet gemakkelijk binnen de geaccepteerde categorieën van kennis. De Marxistische filosofie heeft dan ook revolutionaire implicaties over de aard van het kennen en houdt een radicaal nieuw type theorie in, namelijk: een Kritische Theorie.225 Kritiek op de ideologie is de kern van deze kritische theorie van de samenleving.226Zoals hierboven reeds genoemd, is de Marxistische kritiek begrepen als emancipatorische praktijk, deel van de sociale beweging.227 In de praktijk van het toepassen van de theorie wordt kennis verkregen over het sociale; de ideologiekritiek kan als een vorm van kennis beschouwd worden.228 Deze kennis is niet van objectiverende aard, zoals het geval is in natuurwetenschappelijke kennis. Objectivering is niet toereikend om te komen tot kennis over het sociale, ofwel, kennis over de samenleving. Door de sociale realiteit te objectiveren wordt er namelijk geen kennis verkregen over hoe zij tot stand komt. De kennis die met de uitvoering van de kritische theorie wordt verkregen komt op reflexieve wijze tot stand. Terwijl een229 objectiverende theorie afstand neemt van het bestudeerde object, is een kritische theorie altijd zelf onderdeel van het object dat ze onderzoekt. De kritische theorie is zelf onderdeel van de sociale beweging en de kennis die zij inhoudt is daarom deel van het sociale bewustzijn. De kritische theorie is gelijktijdig deel van kritische praktijk van sociale strijd. Hierin ligt de relevantie van de methode: de praktijk van kritische theorie of ideologiekritiek is, doordat zij zelf onderdeel is van het sociale domein, een actief deel van het sociale bewustzijn. Haar uitvoering is de emancipatie van sociale misleiding en sociaal geïnduceerd lijden.

Zoals reeds aangegeven pleit Celikates ervoor de Marxistische kritiek te begrijpen als emancipatorische praktijk. Deze benadering plaatst hij tegenover de benadering van het Marxisme als wetenschap. De nadruk ligt voor hem niet bij wetenschappelijke kennis die de methode zou opleveren, maar bij het praktische karakter van ideologiekritiek. Celikates stelt dat voor Marx elke puur filosofische benadering een inherent gelimiteerd karakter heeft, omdat deze negeert dat zijn realisatie niet puur theoretisch kan voltrekken, maar berust op de sociale praktijk.230 Het kritische project van Marx wil Celikates niet indelen in simpelweg een filosofische of wetenschappelijke methode; hij wijst juist op de integratie van omschrijvende, verklarende en normatieve elementen in Marx’ methode:

‘I would maintain that the originality of Marx's thought is lost when it is forced into the simplistic alternative of being either a science or just another philosophical approach. The third alternative exemplified by

225 Geuss, 1981: 1.  226 Ibid., 2/3. 

227 Volgens de theoristen van de Kritische Theorie die tot de Frankfurther Schule gerekend worden,

viel de Marxistische methode samen met de Freudiaanse techniek van psychoanalyse; beiden zijn dan ook inspiratie voor de kritische theorie. (Bron: Geuss, 1981: 1.) In dit werk ga ik niet in op Freuds aandeel in de traditie van de Kritische Theorie.

228 Geuss, 1981: 26.  229 Ibid., 2.

Marx' work, which I take to be still paradigmatic for the project of a critical theory of society, integrates descriptive, explanatory and normative elements.’ 231

Hoewel Celikates de notie van wetenschappelijkheid vermijdt, hoeft deze afwijzing van het wetenschappelijk karakter geen afwijzing van de kritische theorie als reflexieve kennis te veronderstellen. Als ideologiekritiek de emancipatie van een onjuiste bewustzijnsvorm inhoudt, dan moet deze emancipatie noodzakelijk met een ware bewustzijnsvorm gepaard gaan. Deze ware bewustzijnsvorm kunnen we beschouwen als een vorm van kennis. Op zijn minst moet de kritische theorie kennis over de onjuistheid van de ideologische bewustzijnsvorm inhouden. Men leert in de praktijk van de ideologiekritiek de onjuistheid van de ideologische bewustzijnsvorm te herkennen, en komt zo op reflexieve wijze tot kennis. We kunnen de kritische theorie dan beschouwen als een praktijk die op reflexieve wijze emanciperende kennis oplevert. De praktijk van kritiek hoeft dus niet uitsluitend wetenschappelijk van aard te zijn om kennis op te leveren.

Ideologiekritiek als onderdeel van de Kritische Theorie kent volgens McNay twee voornaamste dimensies: ​onthulling en ​reflexiviteit​. De dimensie van onthulling brengt vormen van ideologische dominantie in beeld. Bij dit negatieve sociologische moment hoort een positief moment van normatief denken. De kern van vrijheid is op te maken uit de bestaande onvrije situatie, of in andere woorden, de mogelijkheid tot vrijheid ligt vervat in de onvrijheid. In de dimensie van reflexiviteit keert de kritische theorie zich naar zichzelf, om de eigen vooronderstellingen te onderzoeken. Dit is nodig om te verzekeren dat de ideologiekritiek niet vervalt in een nieuwe ideologische modus van denken.232 Celikates voegt aan de noodzakelijke reflexiviteit van de kritische theorie toe dat theorieën alleen werkelijk kritisch kunnen zijn als ze idealistische en dogmatische normen proberen te vermijden, kritisch zijn over en bewust zijn van hun eigen inbedding in de historische beweging en reflecteren op de politieke implicaties die de theorie inhoudt.233 In de dimensie van reflexiviteit wordt de kritische theorie zich bewust van haar eigen sociale implicaties en leert ze zichzelf begrijpen als onderdeel van de sociale beweging. Hiermee treedt de theorie toe tot de praktijk, en wordt zo onderdeel van het eigen onderzoeksdomein.234 Voor de actoren die de kritische theorie tot uitvoering brengen, brengt de dimensie van reflexiviteit zelfreflectie teweeg. Door middel van deze zelfreflectie realiseren ze dat hun oude bewustzijnsvorm een zelfopgelegde ideologische misleiding was, waar ze zich in de kritische praktijk van hebben geëmancipeerd. 235

Geuss ontdekt binnen de traditie van de kritische theorie drie gronden waarop ideologische kenmerken als onjuist kunnen worden aangetoond, namelijk: op epistemologische, functionele en genealogische grond.236 Hij onderscheidt de criteria waaraan elke categorie van kritiek moet voldoen om als onjuist bewustzijn bewezen te

231 Ibid., 114.  232 McNay, 2013: 139.  233 Celikates, 2011: 114.  234 Geuss, 1981: 55.  235 Ibid., 61.  236 Ibid., 13. 

worden. In het vervolg van dit hoofdstuk zal beschreven worden welke van de door Geuss opgestelde criteria voor kritiek overeenkomen met kenmerken van de neoliberale ideologie. In tegenstelling tot de twee dimensies die McNay onderscheidt, stelt Geuss dat een typisch voorbeeld van een kritische theorie is opgebouwd uit drie componenten:

‘(A) A part which shows that a transition from the present state of society (the ‘initial state’ of the process of emancipation) to some proposed final state is ‘​objectively​’ or ‘theoretically’

possible​ ...

(B) A part which shows that the transition from the present state to the proposed state is ‘​practically necessary​’, ...

(C) A part which asserts that the transition from the present state to the proposed final state can come about only if actors adopt the critical theory as their ‘self-consciousness’ and act on it.’ 237

De structuur die McNay en Geuss aan de kritische theorie geven hoeven niet met elkaar in conflict te staan, mits de ideologiekritiek als een emanciperende praktijk wordt begrepen. In de dimensie van onthulling vallen de door Geuss beschreven epistemologische, functionele en genealogische aspecten van de ideologiekritiek. Hierin zal component (B) – de praktische noodzaak van emancipatie – behandeld worden. Component (A) valt ook onder de dimensie van kritische onthulling. Deze komt namelijk overeen met het positieve moment van normatief denken, dat erop wijst dat de mogelijkheid van vrijheid besloten ligt in de reeds bestaande onvrijheid. Als de mogelijkheid tot vrijheid op te maken is uit de huidige situatie, dan is er een theoretische mogelijkheid dat de emancipatie voltooid kan worden. Ook Marx’ methoden van immanente kritiek en defetisjerende kritiek passen in de dimensie van onthulling. Component (C) komt tot uiting in dimensie van reflexiviteit. Wanneer de kritische theorie zichzelf herkent als zijn eigen objectdomein, beseft de persoon die de