• No results found

Op welke wijze droeg Isabella bij aan de handelscontacten tussen Portugal en de Bourgondische Nederlanden? Deze vraag is eigenlijk erg lastig te beantwoorden, omdat er weinig informatie is overgebleven over de exacte bedragen, producten en opbrengsten bij de handel tussen beide gebieden. Om toch een beeld te kunnen krijgen van deze handelscontacten is het daarom nuttig om te beginnen bij het aantal Portugese handelaren dat aanwezig was in Brugge. Uit de Brugse handelsregisters is te zien dat er van 1441 tot 1450 slechts acht Portugese handelaren in de stad aanwezig waren. Dit aantal steeg tussen 1451 en 1460 naar drieëntwintig Portugese handelaren en tussen 1461 en 1470 steeg dit aantal naar zesentwintig handelaren. Pas vanaf 1481 begon dit aantal te dalen van zesentwintig naar negentien Portugese handelaren en vanaf 1491 daalde dit aantal verder naar slechts tien Portugese handelaren die actief waren in Brugge.123 In zijn geheel waren er op zijn hoogst ongeveer dertig

121 Elbl, ‘Nation, Bolsa and factory’, 8-10 & 20-22; Marques, Notas para a história, 553-554.

122 Paviot, ’Les Portugais á Bruges’,70-72; Elbl, ‘Nation, Bolsa and factory’, 1-4 & 18-20; Marques, Notas para a

história, 469-472.

123 Deze plotselinge daling in het aantal Portugezen te Brugge valt te verklaren doordat de Portugese factorij en

handelsnatie tussen 1490 en 1500 was vetrokken naar Antwerpen. Hierdoor waren er uiteraard minder Portugese handelaren actief in Brugge, aangezien deze immers waren verhuisd naar Antwerpen.

Portugese handelaarsfamilies en ondernemingen actief in Brugge, wat vergelijkbaar was met het aantal aanwezige handelaren uit andere handelsnaties. Zo waren er rond 1490 ongeveer tussen de 30 en 45 Castiliaanse handelaren bekend in Brugge. Het is daarnaast belangrijk om te vermelden dat deze aantallen niet specifiek duiden op het totaalaantal aanwezige Portugezen die betrokken waren bij de handel in Brugge. De Portugezen handelden immers vaak onder grotere handelsassociaties,

organisaties en familiebedrijven, die in deze registers meestal onder één naam vermeld staan. Dit wil zeggen dat in sommige gevallen de handelsondernemingen van meerdere Portugese handelaren, schippers en familieleden in deze registers staan vermeld onder één persoon. Hoewel deze aantallen niet aantonen hoeveel Portugese handelaren en schippers er in totaal aanwezig waren, tonen deze gegevens wel aan dat er gedurende de vijftiende eeuw er een stijgende en constante aanwezigheid was van Portugese handelaren in Brugge.124

Deze Portugese handelaarsfamilies bezaten vaak meerdere bedrijven en ondernemingen, die in het buitenland actief waren bij de handel van specifieke Portugese producten. Een van deze

Portugese handelsproducten was de suiker uit Madeira, dat de Portugese handelaren in grote aantallen verkochten over heel Europa. In eerste instantie verkochten de Portugezen hun suiker slechts via Italiaanse handelaren, maar aan het eind van de vijftiende eeuw was Brugge hier de belangrijkste afzetmarkt voor geworden. Een derde van de suikerproductie uit Madeira ging daarom direct naar Brugge, waar verschillende Vlaamse handelaren betrokken waren geraakt bij de handel tussen Lissabon en Brugge. Actief in deze suikerhandel waren bijvoorbeeld de Vlaamse gebroeders Lem, wiens vader Maarten Lem al vanaf 1450 belangrijke handelscontacten had met Portugese handelaren uit Madeira. Maarten Lem voerde zijn handelsactiviteiten uit vanuit Lissabon, waar hij op 7 juli 1456 van Afonso V een monopolie op kurk verleend kreeg. Samen met zijn kinderen en handelspartner richtte Maarten Lem zich na deze monopolieschenking op de handel van kurk, fruit en suiker uit Madeira. Ook andere Vlaamse handelaren, zoals de gebroeders Nieulant, Jan Lombeart en Jeanin Esmenault, zagen de Portugese suikerhandel als een winstgevende onderneming en raakten daarom betrokken bij de handel tussen Portugal en de Bourgondische Nederlanden.125

Naast de handel in suiker stonden de Portugezen ook bekend om de verkoop van kurk, zout uit Setúbal, honing, was, vet, karmozijn, lederwaren, Portugese wijnen, olijfolie en vruchten zoals rozijnen en vijgen.126 Vooral tijdens de lente periode waren er veel Portugese handelaren in Brugge, die in grote aantallen rozijnen en vijgen verkochten en in maart alweer vertrokken naar Portugal. Kurk was vooral nodig om schoenen te maken en was daarom een zeer gewenst product in Brugge. De producten waarvoor de Portugese handelaren bekend stonden veranderden echter drastisch in de tweede helft van de vijftiende eeuw door de Portugese expansie en kolonisatie van Noord-Afrika. 124 Marques, Notas para a história, 455-459; Vandewalle, Hanzekooplui en Medicibankiers, 45-46; Paviot, ’Les Portugais á Bruges’, 58-59.

125 Lambert, ‘Merchants on the margins’, 244-245; Paviot, ’Les Portugais á Bruges’, 65; Paviot, ’Trade between Portugal’, 26-28.

Vooral na de verovering van Ceuta gingen de Portugezen de Afrikaanse eilanden en kustgebieden exploiteren voor verschillende exotische handelsproducten. Uit Madeira en omliggende eilanden exporteerden de Portugezen hierdoor vooral suiker en taxushout, wat belangrijk was voor de constructie van kruisbogen. Terwijl vanuit het Afrikaanse vasteland er vooral ivoor en exotische vachten naar Brugge kwamen als handelsmonopolie van de Portugese vorst.127

Hoewel er gedurende de twaalfde en dertiende eeuw al Portugese handelaren aanwezig waren in de Bourgondische Nederlanden, was de handel tussen beide gebieden op dat moment nog erg minimaal. De handelscontacten tussen beide gebieden nam pas toe in de veertiende eeuw, nadat Filips de Stoute een tal van handelstoestemmingen en privileges had geschonken aan de Portugese

handelaren in Brugge. Zo verkregen de Portugese handelaren op 10 juli 1384 officieel het recht om veilig en naar gebruiken te handelen in Brugge, al garandeerde Filips de Stoute hierbij hun veiligheid slechts voor een beperkte periode. Deze beperkte veiligheidsgarantie en de oplopende spanningen tussen Engeland en Frankrijk, zorgden er uiteindelijk voor dat veel Portugese handelaren moesten vluchten naar Middelburg. Vanuit Middelburg schreven zij daarom op 22 december 1386 een brief aan de commerciële elite in Brugge, in de hoop zo snel mogelijk te kunnen terugkeren.128 Uit mijn onderzoek blijkt dat de Brugse commerciële elite op 28 december 1386 in een bezorgde toon

reageerden over de huidige situatie, waarbij deze heren beloofden zo snel mogelijk de veiligheid van de Portugese handelaren te garanderen. De correspondentie tussen de Portugese handelaren en de commerciële elite in Brugge toont aan dat beide partijen een grote waarde hechtte aan de handel tussen Portugal en de Bourgondische Nederlanden en oprecht hoopten deze handelscontacten zo snel mogelijk te hervatten. Uiteraard is het belangrijk om hierbij bewust te blijven van het feit dat deze bezorgdheid deels kwam door de concurrentie tussen Brugge en Middelburg en het belang van Portugal als essentiële doorvoerhaven richting de Middellandse Zeegebied.129

Kort na deze uitwisseling stuurde de commerciële elite in Brugge een verzoekschrift naar Filips de Stoute, in hoop de veiligheid van de Portugese handelaren definitief te garanderen. Filips de Stoute reageerde op dit verzoekschrift door op 15 januari 1387 de Portugese commerciële vrijheid en veiligheid nogmaals voor één jaar te garanderen. Bij deze garantie verkregen de Portugese handelaren ongeveer drie maanden de tijd om veilig met hun handelswaar Brugge te verlaten, indien ze in gevaar waren gebracht door huidige conflicten. Hoewel uit de correspondentie tussen Filips de Stoute en de commerciële elite te Brugge blijkt dat de Bourgondische hertog ervan was overtuigd dat het

noodzakelijk was om de veiligheid te garanderen van de Portugese handelaren in Brugge, waren deze initiële afspraken niet voldoende om de Portugese handelaren tevreden te stellen. Op 6 juni 1388 stuurde João I intussen zijn ambassadeur Fernão Goncalves naar de Bourgondische samengestelde 127 Vandewalle, Hanzekooplui en Medicibankiers, 46-49; Paviot, ’Trade between Portugal’, 28-30; Paviot, ’Les Portugais á Bruges’, 61.

128 Paviot, Portugal et Bourgogne au XVe siècle, 133.

129 Ibidem, 56-59; Paviot, ’Trade between Portugal’, 24-26; Vandewalle, Hanzekooplui en Medicibankiers, 45-46; Elbl, ‘Nation, Bolsa and factory’, 1-3; Maria Lagos Trinidade, ‘Marchands étrangers de la Mediterranée au Portugal pedant le Moyen Âge’, Anuario de Estudios Medievales, vol.10 (1980) 343-359, aldaar 343-349 & 358.

staat, om de reeds bestaande Portugese handelscontacten te formaliseren. Dit droeg uiteraard bij aan het besluit van Filips de Stoute om op 20 maart 1389 de Portugese handelaren een officieel en vast handelsovereenkomst te schenken, waarin hij hun veiligheid voor onbeperkte tijd garandeerde. Hierdoor konden de Portugese handelaren eindelijk terugkeren naar Brugge, waar ze op 25 maart 1411 een eigen kapel, dat van de Heilige Kruis, toegekend kregen binnen de stad. Datzelfde jaar, op aandringen van Alvaro Goncalves Coutinho, een Portugese soldaat in dienst van Jan zonder Vrees, verkregen de Portugese handelaren verbeterde handelsprivileges van de Bourgondische hertog, die vergelijkbaar waren met de privileges van de andere handelaren uit Castilië en Genua.130

Ten slotte ondersteunde Isabella de handel tussen Portugal en de Bourgondische Nederlanden. Isabella bleef namelijk loyaal aan haar Portugese achtergrond en familiebelangen, waardoor ze gedurende haar tijd als Bourgondische hertogin gemakkelijk de Portugese handelsbelangen kon behartigen. Uit haar correspondentie blijkt namelijk dat zij bij afwezigheid van haar echtgenoot verantwoordelijk was voor het tijdelijk overzicht en bestuur van verschillende steden binnen de Bourgondische Nederlanden. Zo was Isabella in 1430 betrokken bij het bestuur van Gent, vanwege de onrustige situatie binnen de stad, en in 1449 bij het bestuur van Dijon. Via deze invloedrijke positie was het mogelijk om de handelscontacten tussen Portugal en de Bourgondische Nederlanden te stimuleren, door bijvoorbeeld direct te onderhandelen met het lokale bestuur ten voordele van de plaatselijke Portugese handelaren. Isabella raakte hierdoor betrokken bij onderhandelingen waaruit de Portugese handelsnatie vrijstellingen, handelsrechten en privileges verkreeg. Het is zelfs aannemelijk dat zij direct betrokken was bij de keuze van Filips de Goede, om op 2 november 1438 de Portugese handelaren in Brugge juridisch en officieel te erkennen als wettige handelsnatie in Brugge, met eigen wetgevingen en consuls. Hoewel de Portugezen al voor een lange tijd handelden in Brugge, was het pas op dit moment dat zij wettig erkend waren als volwaardige handelspartners.131

Isabella was tevens direct betrokken bij de handel tussen Portugal en de Bourgondische Nederlanden, doordat ze via de Portugese factor allerlei producten naar en vanuit Portugal liet

versturen. Zo liet ze via de factor Martin Goncales uit Portugal allerlei boeken voor haar privégebruik en taxushout voor Filips de Goede sturen naar de Bourgondische Nederlanden. Dit taxushout uit Madeira was belangrijk voor Filips de Goede, omdat hij hiermee kruisbogen kon laten maken voor zijn manschappen. Zo hielp Isabella bij het bewapenen van de troepen van haar echtgenoot, terwijl ze indirect een nieuwe afzetmarkt opende voor de Portugese houthandelaren in Brugge. Uiteraard komt hierbij de vraag naar boven of dit daadwerkelijk de handel tussen Portugal en de Bourgondische Nederlanden stimuleerde. Hoewel dit wellicht op een kleine schaal was, ben ik van mening dat Isabella de handelscontacten tussen Portugal en de Bourgondische Nederlanden wel degelijk deed 130 Paviot, Portugal et Bourgogne au XVe siècle, 21-22, 57 & 133-138; Paviot, ’Les Portugais á Bruges’,56-59; Vandewalle, Hanzekooplui en Medicibankiers, 45; Elbl, ‘Nation, Bolsa and factory’, 12.

131 Sommé, Isabelle de Portugal, 441-445; Taylor, Isabel of Burgundy, 48-55; Eichberger en Legaré ed., Women at the

Burgundian court, 31-36; Paviot, Portugal et Bourgogne au XVe siècle, 57-59;Mart Janssonius, Isabella van Portugal:

toenemen. Het is immers belangrijk om door te hebben dat deze in-en uitvoer wensen van Isabella ervoor zorgden dat meerdere Portugese handelaren betrokken raakten bij de handel tussen Portugal en de Bourgondische Nederlanden. Veel van deze Portugese handelaren bleven hierdoor permanent met hun families in Brugge wonen, waardoor de handel tussen beide gebieden verder toenam. Deze Portugese nieuwkomers kwamen in meeste gevallen rondom de Sint-Walburg kerk wonen, waar hun integratieproces mogelijk was door de reeds bestaande lokale Portugese gemeenschap. Het was dus deze directe en indirecte bemoeienis van Isabella en het bestaan van een Portugese handelsnatie en gemeenschap binnen Brugge, die bijdroegen bij de toename en intensivering van de handel tussen Portugal en de Bourgondische Nederlanden.132

Conclusie

In dit derde hoofdstuk heb ik gekeken naar de handel tussen Portugal en de Bourgondische Nederlanden gedurende de veertiende en vijftiende eeuw. Ik deed dit aan de hand van de vragen: welke rol speelde de Portugese factor bij de handel tussen Portugal en de Bourgondische

Nederlanden? En op welke wijze droeg Isabella van Portugal bij aan deze handelscontacten? Ik besprak hierbij ten eerste de rol van de Portugese factor, in relatie tot zowel de Portugese vorst als tot de Portugese handelsnatie in Brugge. Uit mijn onderzoek van verschillende Bourgondische

archiefstukken, correspondentie en rekeningen blijkt dat de Portugese factor in eerste instantie belast was met de ondersteuning van de Portugese handelsnatie in Brugge. Hij was hierbij verantwoordelijk voor de rechtspraak over de leden van de Portugese handelsnatie en daarmee als tussenpersoon vaak betrokken bij situaties van conflictbemiddeling. Daarnaast diende de Portugese factor ook als vertegenwoordiger van de Portugese vorst, door te helpen bij het onderhouden van de diplomatieke contacten in het buitenland en het uitvoeren van inkopen voor de vorstelijke familie. De verschillende Portugese factoren waren, zeker vanaf de vijftiende eeuw, immers vooral gericht op het bijhouden en beschermen van het vorstelijke handelsmonopolie. Naarmate er meer exotische producten vrijkwamen door het succes van de Portugese koloniale expansie in Noord-Afrika, raakte de Portugese factor dus steeds directer betrokken bij de verkoop van deze producten. Hoewel de Portugese factor in Brugge dus de plaatselijke Portugese handelaren en handelsnatie ondersteunde, was hij voornamelijk gericht op het dienen van de persoonlijke handelsbelangen van de Portugese vorst en het beschermen van zijn handelsmonopolie in het buitenland.

Daarnaast besprak ik de wijze waarop Isabella de handel tussen Portugal en de Bourgondische Nederlanden stimuleerde. Isabella was als Bourgondische hertogin op verschillende manieren

betrokken bij de handelscontacten tussen Portugal en de Bourgondische Nederlanden. Zo zorgde ze ervoor dat, aan de hand van haar in-en uitvoer wensen, verschillende Portugese handelaren naar Brugge kwamen. Ze liet immers veel producten uit Portugal komen, waardoor ze indirect de komst van allerlei Portugese handelaren richting Brugge stimuleerde. Deze Portugezen verbleven vervolgens

132 Taylor, Isabel of Burgundy,65-66; Eichberger en Legaré ed., Women at the Burgundian court, 32; Sommé, Isabelle de

permanent of voor een langere tijd in Brugge, wat in de Brugse handelsregisters te zien is doordat tussen 1441 en 1470 het aantal Portugese handelaren steeg van acht tot zesentwintig. Bovendien blijkt uit haar correspondentie met lokale ambtenaren en notabelen dat zij, bij afwezigheid van Filips de Goede, vaak verantwoordelijk was voor het overzicht en bestuur van verschillende steden binnen de Bourgondische Nederlanden. Ze maakte hierbij van haar plaatsvervangende taken gebruik om de handel tussen beide gebieden te stimuleren, door onder andere in naam van de Portugese handelaren te onderhandelen voor allerlei vrijstellingen en vrijheden voor de Portugese handelsnatie. Het was ook pas na het huwelijk van Isabella met Filips de Goede dat de Portugese handelsnatie juridisch en wettig erkend was en de Portugese handelaren geaccepteerd werden als volwaardige handelspartners.

Conclusie

Ongeveer 37 jaar heeft Isabella haar echtgenoot bijgestaan in allerlei taken als hertogin van

Bourgondië. Tijdens deze periode was de Portugese bruid van Filips de Goede niet alleen belangrijk voor het stimuleren van contacten tussen Portugal en de Bourgondische samengestelde staat, maar was ze ook betrokken bij allerlei cruciale taken aan het Bourgondische hof. Isabella nam bij de afwezigheid van haar echtgenoot immers verscheidene regerende, politieke en diplomatieke taken over en was vanwege haar connecties met zowel de Portugese als Engelse koninklijke familie een van de meest invloedrijke personen aan het hof. Als vorstelijke vrouw aan het Bourgondisch hof was ze dus niet alleen belangrijk vanwege haar dynastieke connecties, maar ook vanwege de verschillende politieke, diplomatieke en economische taken die ze vervulde voor haar echtgenoot. Ze verbond daarnaast het Portugese en Bourgondische hof aan elkaar en maakte het hierdoor mogelijk voor Filips de Goede om gebruik te maken van de Portugese expertise en assistentie in allerlei ondernemingen. In haar latere levensjaren nam deze invloedrijke positie echter af door enkele botsingen met haar

echtgenoot over verscheidene zaken, waaronder over hun zoon Karel de Stoute. Deze onenigheden zorgden er uiteindelijk voor dat Isabella afstand nam van het Bourgondische hof en hierdoor een lange tijd minder betrokken was bij staatszaken. Hoewel haar relatie met Filips de Goede nooit volledig herstelde, raakte de hertogin na 1467 weer betrokken bij de Bourgondische politiek nadat haar echtgenoot in datzelfde jaar overleed en Karel de Stoute de hertogelijke positie overnam van zijn vader. Uiteindelijk stierf Isabella in 1471 op 74-jarige leeftijd in de armen van haar zoon Karel de Stoute, die na haar dood ervoor zorgde dat de lichamen van zijn ouders samen in een tombe kwamen te liggen in de Chartreuse de Champmol te Dijon. Op deze locatie lag het echtpaar voor enkele eeuwen te rusten, totdat het geweld van de Franse revolutie hun laatste rustplaats verstoorde.133

In deze scriptie heb ik gekeken naar de verschillende contacten tussen de vorstendommen van Portugal en Bourgondië in de vijftiende eeuw en de invloed van het huwelijk tussen Isabella en Filips de Goede op deze contacten. Ik heb dit onderzocht aan de hand van de hoofdvragen: welke contacten waren er tussen Portugal en de Bourgondische samengestelde staat gedurende de vijftiende eeuw? En op welke wijze had het huwelijk tussen Isabella van Portugal en Filips de Goede invloed op deze contacten? Uit mijn onderzoek blijkt uiteindelijk dat voorafgaand aan het huwelijk tussen Isabella en Filips de Goede de vorstendommen van Portugal en Bourgondië al op meerdere manieren met elkaar

133 Taylor, Isabel of Burgundy, 10-11 & 218-219; Jane Friedman, ‘A new look at the imagery of Isabelle of Portugal’,

in contact kwamen. Er was immers al voor een lange tijd sprake van handel tussen Portugal en de Bourgondische hertogen, in 1411 waren enkele dienaren van de Bourgondische hertog de Portugezen te hulp geschoten bij de inname van Ceuta en beide vorstendommen waren voorafgaand aan dit huwelijk al dynastiek met elkaar verbonden doordat de eerste Portugese koninklijke familie afkomstig was van het huis Portugal-Bourgondië. Deze dynastieke connectie brak echter af bij de

machtsovername van João I en herstelde pas ten dele door het huwelijk van Isabella met Filips de Goede.

Dat het huwelijk tussen Isabella en Filips de Goede belangrijk was voor beide partijen heb ik weten te verklaren door te kijken naar de politieke en dynastieke situatie waarin beide

vorstendommen zich in de vijftiende eeuw bevonden. Vanuit Portugees perspectief was dit huwelijk belangrijk, omdat de pas gekroonde João I als buitenechtelijke zoon geen sterke claim had op de Portugese koningskroon. Een huwelijk tussen een lid van de nieuwe dynastie van Avis en de Bourgondische familie was hierbij dus bedoeld om de machtspositie van de leden van Avis te legitimeren binnen de Portugese maatschappij en een beeld van rechtvaardig koningschap te

construeren in een periode van onrust. Voor Filips de Goede daarentegen paste dit huwelijk binnen de Europese politieke situatie van de vijftiende eeuw, omdat het voor de dynastieke ambities van Filips de Goede belangrijk was om neutraal te blijven onder druk van een sterker Frankrijk onder Karel VII. Via een huwelijk met Isabella trouwde de Bourgondische hertog buiten de directe Franse of Engelse