• No results found

De Goede Stalin

In document “Vaders” en “Zonen” (pagina 28-40)

Op tien oktober 2008 verscheen Erofeev in de talkshow Gordon Kixot, waar hij aan de tand werd gevoeld over zijn schrijverschap door talkshowhost Aleksandr Gordon. Het programma opent met de volgende dialoog: АГ. - Я с удивлением обнаруживал у Вас (...) некие элементы (...) античного трагизма, потому что по вашему собственному признанию (...) в романе по-моему «Смерти Сталина» вы говорите, что (...) «в конце концов я убил своего отца» (...) В.Е. - Так вот, такого романа я не писал (...) А.Г. - «Хороший Сталин» извините (...) Оговорился человек, бывает. Я б хотел чтоб Сталин (...) умер и я и сказал «смерть Сталина» В.Е. - А я б хотел, чтоб Сталин был хороший, и вот и написал. (...) А.Г. - Я убедился, что вы вступили в инцест с матерью-родиной 15

In deze korte dialoog ligt de kern van mijn scriptie besloten. De verwijten die Gordon maakt aan Erofeev zijn doorspekt met Popoviaanse en Kantoriaanse essentialistische metaforisaties of zelfs stereotypen, waarbij de metafoor meer een politiek statement wordt dan een literaire stijlfiguur. Daarmee wordt goed duidelijk hoezeer de vader-zoonmetafoor een plaats heeft gekregen in het nationale discours, maar ook hoezeer de polarisatie die erachter schuilgaat nog steeds van invloed is.

In zijn autobiografie vertelt Erofeev over zijn jeugd als zoon van een bekende en alom gerespecteerde Sovjetdiplomaat. Aan bod komen de jaren hij als kind in Parijs doorbrengt, als zijn vader daar als cultureel attaché voor de Sovjet-Unie werkzaam is. Het gezin heeft in Parijs regelmatig contact met grote beroemdheden, zoals Pablo Picasso, Louis Aragon en diens vrouw Elsa Triolet. Erofeevs vader is een gezagsgetrouwe en overtuigd communistische diplomaat, die veel respect geniet van zijn omgeving en de autoriteiten. Daarbij steekt Viktors co-auteurschap aan de in tamizdat uitgegeven almanak Metropol’ in 1979 natuurlijk schril af. Met de publicatie van de bundel verwordt Viktor van zoontje van de nomenklatura tot een dissident. Zijn vader wordt na de publicatie van

Metropol’ gevraagd zich publiekelijk te distantiëren van zijn zoon. Dit weigert hij, en hij raakt zijn diplomatenfunctie kwijt. Zoon Viktor wordt uit de schrijversbond gezet en zijn werk wordt pas weer gepubliceerd vanaf het moment dat Mixail Gorbačëv in 1988 aan de macht komt. De situatie waarin vader en zoon Erofeev zich bevinden heeft dus alle schijn van een onoverbrugbaar conflict. Viktor Erofeev plaatst zijn autobiografie dan ook nadrukkelijk in die context.

Op tekstueel niveau doet hij dat door steeds te verwijzen naar het literaire complex zoals we dat in het voorafgaande hoofdstuk hebben gezien. Dit begint natuurlijk met de openingszin van de roman (в конце концов я убил своего отца) maar dat is slechts het topje van de ijsberg. Erofeev citeert met grote precisie allerlei aspecten van het thematische complex. In dit hoofdstuk wil ik laten zien op welke manieren Erofeev speelt met de culturele metafoor en wat dat in zijn autobiografie voor betekenis heeft.

Kleine motieven

In zijn roman laat Erofeev duidelijk merken dat hij weet uit welke literaire en culturele traditie hij als schrijver zelf afkomstig is: hij stipt met grote precisie delen van de culturele mythe aan, waarmеe het net van connotaties zeer dicht wordt. Zo wordt er gezinspeeld op een vorm van amoureuze concurrentie tussen vader en zoon Erofeev. Viktor is heimelijk verliefd op Kirilla Vasil’evna, de directrice van de Russische school waar Viktor in Frankrijk naartoe gaat. Erofeev beschrijft (in een passage die overigens hoogstwaarschijnlijk volledig fictief is) dat hij met deze vrouw zijn eerste seksuele ervaring heeft, als hij ongeveer twaalf of dertien jaar oud is. Ook zijn vader is niet onverschillig tegenover haar: “Пaпa относился к Кирилле Вaсильевне с большой симпaтией” (Erofeev 187) en bovendien bewaart hij zorgvuldig een filmrolletje waarop zij staat en dat hij als zijn “grote succes” beschouwt (idem). Over deze interesse van vader Erofeev voor de directrice, en de seksuele ervaring die Vitja met haar heeft, wordt in de rest van de roman met geen woord meer gesproken. Erofeev stipt een stereotypisch aspect van de totale problematiek aan, zonder dat het werkelijk iets betekent. Dit doet hij ook op een ander moment in de roman; “мне снился сон: у нас с папой - общая любовница” (Erofeev 308). Ook aan de droom, die verder niets lijkt te betekenen, wordt in de rest van de roman niet meer gerefereerd. Wat de schrijver er wel mee bereikt, is dat de lezer steeds gestimuleerd wordt een verband te leggen met de culturele thematiek en de autobiografie in de culturele traditie van verhalen zoals Eerste Liefde te plaatsen.

Naast de amoureuze concurrentie is in Erofeevs autobiografie ook een parallel de ‘verloren zoon’-thematiek terug te vinden. Aan het begin van het eerste hoofdstuk noemde ik de deconstructie van dit Bijbelse thema in, onder andere, werken van Puškin. In de werken die Xlyzova bespreekt, is vooral het uitblijven van een gelukkige hereniging van vader en zoon het punt waarop de oorspronkelijke Bijbelse parabel gedeconstrueerd wordt (Хлызова, 163). De zoon komt volgens het traditionele schema tot inkeer en keert terug naar huis. Xlyzova behandelt ook twee zeventiende-eeuwse verhalen, namelijk Повесть о горе-злочастии en Повесть о Савве Грудцыне, waarin het zelfstandige leven van de verschillende helden na de breuk met hun ouderlijk huis “aantrekkelijk, of in ieder geval niet hopeloos” is (ibidem). Er zijn belangrijke parallellen aan te wijzen tussen die verhalen waarin volgens Xlyzova het Verloren Zoon-thema ontmanteld wordt en de verhaallijn van Xorošij Stalin,

wat me doet vermoeden dat de thematiek van de Bijbelse parabel ook in zekere zin geciteerd wordt in Erofeevs werk. In de autobiografie van Viktor Erofeev is de Verloren Zoon-parabel niet op tekstueel niveau als motief aanwezig, maar op symbolisch niveau bestaat er wel een resonantie met het oorspronkelijke Bijbelse verhaal. Erofeev ‘verlaat’ zijn ouderlijk huis in ideologische zin. Hij kiest voor dissidentschap, terwijl hij is opgevoed als een kind van een sovjetgezinde familie, zijn vader is zelfs een vertegenwoordiger van het regime. Viktor ‘verkwanselt’ hierdoor zijn culturele erfenis. Vanaf dit punt kan een deconstructie van het traditionele schema geconstateerd worden. Net als bij Dunja uit

Stancionnyj Smotritel’, is er in Xorošij Stalin geen sprake van een verslechtering van Erofeevs

persoonlijke situatie als gevolg van zijn vertrek. Bovendien vindt er op ideologisch vlak geen hereniging plaats tussen vader en zoon; de schrijver blijft dissident. Het is geen korte dwaling van het juiste pad, maar een onontkoombaar eindpunt in de weg naar volwassenheid, een geslaagde transitie

van een ‘zoontje van de macht’ tot een schrijver: “Из «сына власти» я превратился в свободного писателя” (Erofeev, 380) zegt de schrijver aan het eind van zijn biografie. Erofeev bagatelliseert daarmee de problematiek van zijn ‘vertrek’ en een gelukzalige hereniging tussen vader en zoon laat hij evengoed buiten beschouwing.

De maatschappelijke metafoor

Naast deze verwijzingen naar verschillende aspecten van het literaire ‘vader-kindcomplex’, plaatst Erofeev zich met de letterlijke link die hij legt tussen Stalin en zijn vader in de maatschappelijke traditie de macht weer te geven als een vaderfiguur. Hier gaat het om Stalin, de ‘Vader der Volkeren’:

Стaлин сегодня - культ силы, тоскa по Империи, порядку, увaжение к жестокости, вероломству. Стaлин - рождение нового стрaхa. В кaждом нaчaльнике России сидит свой мaленький Стaлин. Я тоже чувствую Стaлинa в себе. Он бессонно ворочaется в моем сознaнии. [...] Кaзaлось бы, Стaлин - aпогей aнтидемокрaтизмa русских, их aнтиевропейских ценностей, их «кaши в голове». Половинa сегодняшней России неслучaйно не видит в Стaлине злодея. Стaлин сделaн по русской выкройке. Дети тянут к нему свои ручки: тятя! тятя! (Erofeev, 376).

In de sovjetretoriek was een grote rol weggelegd voor de “stalinist myth of the great family” (Clark 114), waarin Sovjetleiders de vaderrol vervullen, met Stalin als de vader der volkeren aan de top van de hiërarchie. Deze retoriek komt natuurlijk ook voort uit de culturele traditie om machthebbers in politiek discours en in literatuur aan te duiden als vaderfiguren, zoals we die in de voorgaande hoofdstukken hebben gezien. Erofeev zet deze metafoor ook prominent in in zijn werk. Zijn eigen vader, de diplomaat, is immers een vertegenwoordiger van de macht, en daarmee een Stalin.

In de propagandistische, Stalinistische gezinsmythe heeft die metaforisatie uiteraard geen negatieve connotaties, maar voor een dissident als Erofeev heeft hij die wel degelijk: Erofeevs benadering sluit eigenlijk aan bij de negentiende-eeuwse metafoor, waarin de vader-zoonweergave juist de kloof tussen staat en socium weergeeft. Hij geeft een beeld van een slechte Stalin, een autoritaire despoot. Tegelijkertijd nuanceert hij dit beeld behoorlijk, door te laten zien dat zijn vader, die de macht representeert, geen despoot maar een lieve man is, met wie hij het op persoonlijk vlak erg goed kan vinden. Erofeevs vader is een Stalin, net als elke ‘vader’, maar een goede Stalin: “Я знаю: мой папа – хороший Сталин.” (Erofeev 148). Bovendien laat de schrijver zien dat hij zich bewust is van het feit dat het beeld dat hij als intelligent heeft van Stalin, niet het beeld is dat vele andere Russen van de Sovjetleider hebben:

Я вырос и что-то понял: для Запада и большинства российской интеллигенции Сталин - одно, а для многих миллионов русских - другое. Они не верят в плохого Сталина. (...) Народ

заначил образ хорошего Сталина, спасителя России и отца великой нации (Erofeev, 134).

Erofeev gebruikt ook dit deel van het culturele complex, net als de in de autobiografie verwerkte verwijzingen naar weesdom, amoureuze concurrentie met tussen Erofeev en zijn vader en het motief van de verloren zoon, als een cliché. Maar juist doordat hij een vadermoord claimt die nooit heeft plaatsgevonden en doordat hij ook ander delen van het traditionele complex ten tonele voert, die op zijn persoonlijke situatie niet van toepassing blijken te zijn (er is bijvoorbeeld niet werkelijk sprake van amoureuze concurrentie) lijkt Erofeev te willen laten zien dat een Russisch vader-zoonconflict voor

een groot deel een literair of cultureel construct is. Daarmee ontstaat een deconstructie van deze motieven; door ze uitvoerig te citeren, zonder dat ze betrekking hebben op het werkelijke leven van de auteur, verliezen de motieven hun waarde en worden ze blootgelegd als louter een cultureel construct en cliché. Erofeevs ‘vadermoord’ lijkt daarmee niet meer te zijn dan een kunstgreep, een metafoor voor de manier waarop hij zijn vaders carrière in gevaar heeft gebracht toen hij meeschreef

aan Metropol’. Erofeev gebruikt de term “vadermoord” dus in de zin zoals Mil’don die omschreef: het

‘veronachtzamen’ van het ‘culturele erfgoed’. Het generatieconflict in De Goede Stalin

De ‘vete’ tussen Erofeev en zijn vader is voornamelijk van ideologische/maatschappelijke aard. Het meest prominent in de autobiografie van Erofeev is de gelijkenis met de klassieke maatschappelijke kloof tussen staat en socium die in de literaire traditie gemetaforiseerd wordt als vader-zoonconflict. De situatie waarin Viktor Erofeev en zijn vader zich bevinden leent zich uitstekend voor een weergave van de culturele vader-zoonmythe: niet alleen is Erofeevs vader een aanhanger van het sovjetregime, en daarmee ten opzichte van zijn liberale zoon een vertegenwoordiger van de oude generatie, hij is ook nog eens een Sovjetdiplomaat, en daarmee ook letterlijk een representant van de overheid. Het lijkt dan ook voor de hand te liggen dat het conflict tussen Erofeev en zijn vader precies past in het cultureel bepaalde, onoplosbare vader-zoonprobleem en de chronologische polarisatie of de problematische opeenvolging van ideologieën of denkbeelden, één van de drie centrale opposities in het Russische denken die Kotsonis en Hoffman noemen. Zelf maakt hij in het begin van zijn autobiografie ook een kleine toespeling op het idee van culturele discontinuïteit of een zekere ‘veranderlijkheid’ in de cultuurgeschiedenis in Rusland:

Какие только гениальные идеи ни приходили русским в голову - каждая гениально смешна. Третий Рим создавали, отцов воскрешали, коммунизм строили. Во что только не верили! В царя, белых ангелов, Европу, Америку, православие, НКВД, соборность, общину, революцию, червонец, национальную исключительность - во все и всех верили, кроме самих себя (Erofeev, 11).

Erofeev verwijst hier onder meer naar de filosofie van Fëdorov (отцов воскрешали). Verderop maakt hij ook expliciet dat het vader-zoonthema zo wijd verbreid is in de Russische literatuur:

Романы пропитаны темой смешных отцов и смешных детей. [...] революционер-сын и реакционер-отец (Erofeev, 12).

De polarisatie in het discours over maatschappelijke verandering wordt ook bij Erofeev neergezet als een conflict tussen vaders en zonen in het algemeen, en specifieker als een conflict van zichzelf met zijn eigen vader. Door voortdurend de verschillen tussen zichzelf en zijn vader aan te kaarten, creëert Erofeev een patstelling tussen de ‘essenties’ van de generaties, die, zoals het historisch groteske van Kevin Platt, onoverbrugbaar lijkt te zijn. Maar tegelijkertijd is er sprake van een toenadering tussen beide generaties in de persoonlijke geschiedenis van de schrijver; het is een verhaal over het opzij zetten van de grootste onenigheden om tot een compromis te komen, waarin beide generaties naast elkaar kunnen bestaan. Zo geeft de schrijver aan trots te zijn op zijn vaders diplomatieke talent (“мой отец был один из самых блестящих советских дипломатов своего времени”, “я не мог не

гордиться отцом” (Erofeev 18, 19) en ze kunnen het eigenlijk gewoon goed met elkaar vinden. Ze tennissen bijvoorbeeld graag samen. Hun ideologische conflict staat een goede persoonlijke relatie mogelijk een tijdje in de weg, maar uiteindelijk worden vader en zoon gelijken van elkaar; zo is Erofeev nadat hij een volwassen schrijver is geworden, niet langer bang om zijn vader de verslaan met tennissen. Ook laat de schrijver doorschemeren dat zijn vader en hij in sommige aspecten zelfs wel een klein beetje op elkaar lijken: “В отношениях с женщинaми отец всегдa неожидaнно окaзывaлся ближе, чем это можно было предположить.” (Erofeev 308). Erofeev creëert dus een scherp contrast tussen zijn vader en zichzelf, maar laat ook merken dat, ondanks de onverenigbaarheid van hun denkbeelden, hun persoonlijke band in principe goed is:

Мы оба с отцом были идеалистами [...] На человеческом уровне мы безусловно любили друг друга, но идеологий конфликт с годами перерос в необъявленную холодную войну (Erofeev, 381).

Het contrast tussen vader en zoon wordt bovendien ook op een andere manier minder scherp gemaakt. Met name in het begin van het boek heeft de auteur veel aandacht voor het leven van zijn vader; er wordt als het ware een stuk biografie van zijn vader ingevoegd. Erofeev vertelt over diens jonge jaren, zijn de eerste diplomatenbetrekking in Zweden, het begin van de carrière als tolk van Molotov en Stalin. Door deze aandacht voor zijn vaders verleden, maakt Erofeev het contrast tussen de twee generaties beduidend minder groot.

De persoonlijke toenadering tussen vader en zoon hebben we ook eerder gezien: ik roep hier

Otcy i Deti van Turgenev in herinnering. Daarin bestaan twee verhaallijnen waarin ‘vaders’ en ‘zonen’

tegenover elkaar staan. De eerste, zoals we hebben gezien, is die van de echte vader en zoon, Nikolaj en Arkadij Kirsanov. Hun verhaallijn loopt af met een hereniging, of zoals David Lowe beschrijft:

children cannot turn their backs on the world of their fathers. Imperfect as it may be, it represents the mainstream of humanity. Children ultimately do go “home” again and willingly or grudgingly, they are reconciled to the family hearth (Lowe, 16).

In Otcy i Deti wordt de onverenigbaarheid van het conflict tussen vaders en zonen deels overwonnen:

het persoonlijke generatieconflict tussen Arkadij en Nikolaj wordt opgelost en de harmonie tussen hen wordt hersteld. De verhaallijn van de personificaties van twee ideologieën, de romanticus Pavel en de nihilist Bazarov, blijft definitief onopgelost - en daarin schuilt precies het ‘historisch groteske’, de polarisatie tussen twee generaties die toch naast elkaar worden opgevoerd.

Een dergelijke verschillende afloop van twee verhaallijnen, de persoonlijke en de ideologische, zijn allebei in zekere zin aanwezig in Erofeevs autobiografie, zij het verenigd in één conflict: het conflict tussen Viktor en zijn vader staat min of meer op twee gronden. Persoonlijke grond, waarin het opgroeien van een zoon en zijn natuurlijke weg naar volwassenheid, zoals dat gewoon is bij opgroeien en volwassen worden, soms problematisch verloopt, maar uiteindelijk wel eindigt met het begraven van de strijdbijl. En een ideologische grond, waarin de Sovjetdiplomaat en de dissidente schrijver lijnrecht tegenover elkaar staan. Op ideologisch gebied zijn en blijven de visies van vader en zoon Erofeev onverenigbaar: inderdaad is het de vader die ‘oude’ denkbeelden en de heersende macht vertegenwoordigt en de zoon die zich daarvan losmaakt, op een radicale manier. Ook nu nog, zo

benadruk de schrijver, verschillen de meningen van zijn vader en hemzelf over het Sovjetverleden en over Stalin radicaal:

Между двух полярных мнений о Сталине как о садисте и маниакальном убийце (мнение русской интеллигенции) и как о подвижнике-инквизиторе отец и сегодня склоняется к последнему (Erofeev, 104).

En die opvattingen blijven van elkaar verschillen, dat was niet alleen zo toen Erofeev meeschreef aan

Metropol’, maar tot op de dag van vandaag verschillen de meningen over Stalin tussen vader en zoon.

Erofeev zoekt die polarisatie soms expliciet op, door bijvoorbeeld te verwijzen naar de interesse die er voor de figuur Stalin en het ideologische stalinisme bestaat in de cultuurwetenschap. Zo geeft hij aan Stalin een interessant persoon te vinden als kunstenaar - een duidelijke verwijzing naar de denkbeelden van cultuurwetenschapper Boris Groys, beschreven in zijn boek Stalin als

Gesamtkunstwerk:

Чем больше отец стесняется Стaлинa, не нaходя ему человеческого опрaвдaния, тем больше Стaлин волнует меня кaк художник, создaвший в реaльности свой проект мирa (Erofeev, 268).

Ook de geografische oppositie (tussen oost en west) die Kotsonis en Hoffman noemen, maakt in zekere zin deel uit van de tegenstelling tussen Viktor Erofeev en zijn vader. In Erofeevs autobiografie wordt veel aandacht besteed aan Viktors “любовь к Европе” en zijn “несоветскость и нерусскость” (Erofeev 305, 71) die gecontrasteerd wordt met de afkeer van Europa van zijn vader. Zo staat vader Erofeev zijn salaris van UNESCO, dat een stuk hoger is dan wat hij ontvangt van de staat, voor een groot deel af aan de overheid en benadrukt hij voortdurend hoeveel beter het leven in de Sovjet-Unie is, ten opzichte van dat in West-Europa. Nu weten we natuurlijk niet zeker in hoeverre dit beweringen zijn die zijn vader wel moest doen, omdat het simpelweg gevaarlijk was, zeker als diplomaat, om de Sovjet-Unie af te vallen. Hier is echter vooral belangrijk dat Erofeev de tegenstelling Sovjet-Westers inzet om de sympathieën van zijn vader en zichzelf zover mogelijk uit elkaar te trekken. Daarmee is dit opnieuw een perfect voorbeeld van de discursieve polarisatie in de culturele mythe, die Erofeev hier laat zien. Bovendien geeft Erofeev duidelijk aan dat hij met zijn werk aansluit bij de culturele traditie in verschillende interviews:

конфликт под названием «отцы и дети». Так что и название можно было дать точно такое же, но один русский парень уже написал роман под названием «Отцы и дети», поэтому плагиатить по-черному не было смысла.16 Единственная цель, которую я преследовал, – рассказать о конфликте «отцов» и «детей», который на протяжении многих лет был в моей семье. Но назвать книгу по теме – «Отцы и дети» – было нельзя: такая в русской литературе уже есть.17

Maar wat Erofeev doet, gaat nog verder: hij laat, door zijn zorgvuldige reconstructie van de culturele mythe, zien dat een ‘gewoon’ vader-zoonconflict, namelijk dat tussen hem en zijn vader, ook prima te benaderen is als een metaforische, cultureel bepaalde en onontkoombare ‘vadermoord’. Zelfs als het in werkelijkheid niet zo is, kan elk vader-zoonconflict naar de culturele traditie van een metafoor toegeschreven worden. Zo wordt het ook beschreven in een Russische recensie, getiteld “Edip Erofeev”: “Ерофеев пишет об изживании в себе советского человека, рассказывает о том, как он

16 http://old.kv.com.ua/index.php?article=38761&number_old=3714, laatst gezien op 2 mei 2009

советским человеком не стал. В основе этой несоветскости - отцеубийство.”18 Maar hoe reken je definitief af met een verleden waarin de gewoonte bestaat zich radicaal af te keren van het verleden? Zoals Kevin Platt beschrijft, is er nauwelijks een volledige ontsnapping mogelijk aan die culturele tendens om volledig met het verleden te breken:

The only possible escape from this unwitting, nightmarish repetition of the past might lie in renunciation of the idea of revolution in history and reconciliation with the traditions of the past as a valid and necessary complement to the innovations of the future in the more messy, less definite process of ecolutionary change, gradual progress and partial reorganizations (Platt, 188-9).

Het klinkt misschien paradoxaal, maar dit lijkt precies te zijn wat Erofeev doet in zijn autobiografie. Ten eerste laat hij heel duidelijk blijken dat hij zich zeer bewust is van zijn culturele erfgoed, van de cultuur waarin hij is opgegroeid en de weerslag die dat op hem heeft gehad (“Видел ли я своего отцa ненaвистным «товaрищем Стaлиным»?”, “Я вырос и что-то понял: для Запада и большинства российской интеллигенции Сталин - одно, а для многих миллионов русских - другое”). Maar in tegenstelling tot de meeste werken waarin het vader-zoonconflict of de generatieproblematiek een rol speelt, wordt het probleem bij Erofeev voor een deel opgelost: Erofeev keert zich niet volledig van zijn vader af. Hoewel hun denkbeelden van elkaar verschillen, weigert de vader zich publiekelijk te distantiëren van zijn zoon, zelfs als dat zijn carrière in gevaar brengt. Bovendien lijken vader en zoon ondanks hun verschillende denkbeelden en politieke voorkeuren sterk op elkaar, zien ze elkaar vaak en hebben ze een goede verstandhouding. Met die nuancering van het vader-zoonconflict in de familie Erofeev bewerkstelligt de schrijver volgens mij een ‘partial reorganization’ van het culturele complex: De paradoxale culturele traditie om ‘te breken met traditie’ wordt hiermee deels doorbroken.

Het revolutionair groteske dat Platt bestudeert, is een, wellicht onbewuste, reflectie van culturele instituties, zoals de dualistische, polaire structuur in het Russische denken die Jurij Lotman en Boris Uspenskij veronderstellen. Erofeev maakt die ‘reflectie’ expliciet en gebruikt het revolutionaire groteske vader-zoonconflict als een kunstgreep. Er schuilt wel degelijk een kern van waarheid in het

In document “Vaders” en “Zonen” (pagina 28-40)

GERELATEERDE DOCUMENTEN