• No results found

De gevestigde partijen

In document Atlas van Afgehaakt Nederland (pagina 47-54)

Figuur 12a: Aanhang VVD bij de Tweede Kamerverkiezingen 2017 en Provinciale Statenverkiezingen 2019.

Kaart: het PON & Telos, onderliggende data: Kiesraad, bewerking Josse de Voogd

De VVD

De VVD doet het vooral goed in het noordwesten en midden van Nederland en in het midden van Brabant. Vooral welvarende gemeenten in de nabijheid van grote steden in de Randstad springen eruit. Bij de Statenverkiezingen, waar de invloed van de gegroeide FvD zich sterk deed gelden, valt de nadruk op het westen iets weg. In het uiterste noordoosten van het land is de aanhang voor de VVD gering. In Drenthe valt, als spiegelbeeld van de PVV, de steun op de zandgronden op in tegenstelling tot de hoogveengronden.

Op de kaart komt een beeld naar voren van een partij die het goed doet in welvarende gemeenten.

Uit de correlaties blijkt dan ook dat meer stemmen voor de VVD samenhangt met minder achter-standen. Minder mensen in de bijstand en minder chronisch zieken springt er het meeste uit. Er is daarnaast een samenhang met meer hoogopgeleiden en minder middelbaar opgeleiden.

Figuur 12b: Aanhang CDA.

Ibid.

Het CDA

Het CDA is vooral sterk in Friesland, Overijssel, oostelijk Brabant en Limburg. In het westen is er een aantal gemeenten in het Groene Hart waar het CDA goed scoort, wat ook geldt voor het Westland. Bij de Statenverkiezingen ligt het aandeel in het westen van Nederland lager.

Wat betreft correlaties is het verband het sterkst met meer vrijwilligers en een gemiddeld betere vermogenspositie. Ook bij andere indicatoren is er geen relatie met achterstanden. Qua opleidings-niveau hangt het patroon van de partij bij de Kamerverkiezingen samen met minder hoog- en meer middelbaar opgeleiden. Over het algemeen komt een beeld naar voren van een partij die het goed doet in gebieden met een sterke sociale cohesie en een niet zo hoog opleidingsniveau.

Atlas van Afgehaakt Nederland • Electorale patronen uitgelicht 49 Figuur 12c: Aanhang PvdA.

Ibid.

De PvdA

De PvdA doet het bovengemiddeld goed in de drie noordelijke provincies Friesland, Groningen en Drenthe, in Noord-Holland en in delen van Gelderland en Overijssel. Over het algemeen staat de partij relatief sterk in steden en zwak in het zuiden van het land.

De ruimtelijke spreiding van de partij correleert in beperkte mate met enkele achterstanden op het vlak van werk en inkomen. Bij de Statenverkiezingen valt een wat sterker verband met werkloosheid op. Bij de Kamerverkiezingen is er een samenhang met minder laagopgeleiden.

Figuur 12d: Aanhang D66.

Ibid.

D66

D66 doet het over het algemeen goed in steden en randgemeenten waar sprake is van een sterke kenniseconomie. Het duidelijkst steekt de Noordvleugel af, met uitlopers in Zuid-Holland en Gelder-land. Ook zijn er concentraties te zien in Brabant en in en rond de stad Groningen. Het patroon bij de Statenverkiezingen is vergelijkbaar met de Kamerverkiezingen. Zij het met iets meer nadruk op het zuiden en iets minder op het oosten.

Wat betreft correlaties valt op dat de partij sterk correleert met meer hoogopgeleiden. Met middel-baar en laagopgeleiden bestaat een negatieve correlatie. Verder zijn er nog correlaties met meer (politiek) vertrouwen, minder vrijwilligers en meer politieke activiteit, en met minder chronisch zieken en mensen met obesitas.

Atlas van Afgehaakt Nederland • Electorale patronen uitgelicht 51 Figuur 10e: Aanhang GroenLinks.

Ibid.

GroenLinks

Net als bij D66 valt op dat GroenLinks het goed doet in steden met een sterke kennissector en in hun randgemeenten. Ook hier valt de diagonaal van noordwest naar zuidoost op, met als zwaartepunt de Noordvleugel van de Randstad. Daarnaast zijn er concentraties in de IJsselvallei en rond Gronin-gen en een aantal steden en randgemeenten in het zuiden. De patronen bij de verkiezinGronin-gen verschillen weinig van elkaar.

De partij correleert ruimtelijk gezien relatief sterk met meer hoogopgeleiden en minder laag -opgeleiden. Er bestaat een correlatie met minder vrijwilligers, meer arme huishoudens, meer bijstand en een minder goede vermogenspositie, maar met meer politieke activiteit. Al met al lijkt er sprake van gebieden met een hoog opleidingsniveau maar met wat negatievere scores als het gaat om inkomensposities.

Figuur 12f: Aanhang ChristenUnie.

Ibid..

ChristenUnie

De ChristenUnie is sterk in de protestantse strook die van zuidwest naar noordoost Nederland loopt. Het zwaartepunt ligt daarbij langs de noordrand van de Veluwe en in het westen van Overijssel.

In katholieke regio’s, voornamelijk in het zuiden en oosten en in minder mate in het (noord)westen is de aanhang nihil. De patronen bij de twee verkiezingen liggen dicht bij elkaar. 4

De ChristenUnie kent geen sterke correlaties met de onderzochte variabelen. Er zijn zwakke correlaties met een betere ervaren gezondheid en meer mensen die vrijwilligerswerk doen.

Atlas van Afgehaakt Nederland • Electorale patronen uitgelicht 53 Figuur 12g: Aanhang SGP

Ibid.

SGP

De SGP doet het goed in hele specifieke gemeenten, terwijl de aanhang in het grootste deel van de gemeenten heel gering is. Het betreft de orthodox-protestantse Bible Belt die van het zuidwesten in noordoostelijke richting loopt. De SGP piekt in een kleiner en specifieker gebied dan de ChristenUnie die in een bredere ‘protestantenband’ goed vertegenwoordigd is. De nadruk ligt bij de SGP ook meer op het zuidelijke deel van deze band, terwijl de ChristenUnie haar zwaartepunt wat noordelijker heeft.

Qua correlaties is er een verband met minder hoog- en meer laagopgeleiden. Ook is er een verband met meer vrijwilligers, minder langdurige werkloosheid en minder arbeidsongeschikten. Ondanks de correlatie met een lager opleidingsniveau zijn er geen correlaties met achterstanden.

In document Atlas van Afgehaakt Nederland (pagina 47-54)