• No results found

De buitenstaander-partijen

In document Atlas van Afgehaakt Nederland (pagina 41-47)

Naast de partijblokken als geheel zullen ook nu de ruimtelijke patronen van de aanhang van de individuele partijen de revue passeren. Te beginnen met de buitenstaander-partijen, gevolgd door de gevestigden. Voor elke partij zijn kaarten gemaakt voor de beide onderzochte verkiezingen en is wederom gezocht naar ruimtelijke samenhangen met andere factoren, welke zijn te vinden in de tabellen 3 en 4.

Figuur 11a: Aanhang PVV bij de Tweede Kamerverkiezingen 2017 en Provinciale Statenverkiezingen 2019.

Kaart: het PON & Telos, onderliggende data: Kiesraad, bewerking Josse de Voogd

PVV

De PVV is sterk in Limburg, West-Brabant, het Rivierengebied, de Zuidvleugel van de Randstad, het oosten van Groningen en Drenthe en in een aantal andere relatief weinig welvarende gemeenten met vaak een industrieel, perifeer of groeikern-karakter, zoals Lelystad, Den Helder en Almelo.

In Groningen en Drenthe valt de grotere steun op de hoogveengronden op ten opzichte van de zandgronden. Het patroon bij de Statenverkiezingen is redelijk vergelijkbaar, zij het dat een aantal gemeenten in het westen er minder uitspringt, waarschijnlijk als gevolg van de populariteit van FvD daar.

Bij een vergelijking van het ruimtelijke patroon van de PVV met andere factoren, met behulp van de kaarten en de correlatietabellen, valt de samenhang op met een minder goed ervaren eigen gezondheid, minder vertrouwen in de medemens, minder vrijwilligers, een hoger aandeel arbeids-ongeschiktheid, meer obesitas, meer chronisch zieken en meer medicijngebruik. Ook bij de meeste andere factoren is sprake van een relatie met achterstanden, zij het wat zwakker. Daarnaast is er een relatie met minder hoogopgeleiden en meer laagopgeleiden.

Figuur 11b: Aanhang SP.

Ibid.

De SP

De SP doet het opvallend goed in het oosten van Brabant, in de Limburgse Mijnstreek en in het uiterste noordoosten. In oostelijk Brabant vallen Boxmeer en Oss op, waar verschillende partijpromi-nenten vandaan komen, de bakermat van de SP. Goed zichtbaar is dat de partij in de meeste gemeenten het ten zuiden van de lijn Zeeuws-Vlaanderen naar de Achterhoek - de vanouds katholieke regio’s -, relatief hoog scoort. In het westen is de aanhang gering, maar vallen wel een aantal industriegemeen-ten en groeikernen op. De patronen bij de twee verkiezingen zijn vergelijkbaar, behalve dat de partij er in Friesland bij de Statenverkiezingen wat minder uitspringt. Mogelijk speelt de deelname van de Fryske Nasjonale Partij, een regionale partij, de SP parten.

Het ruimtelijke patroon van de SP hangt samen met minder mensen die hun gezondheid als goed beoordelen, meer arbeidsongeschiktheid, meer chronisch zieken en met krimp van de bevolking.

Ook bij de meeste andere variabelen is er sprake van een relatie met achterstand. De score van de SP correleert daarnaast met middelbaar opgeleiden. Waar het gaat om verschillen tussen PVV en SP valt op dat de SP eerder correleert met armoede en werkloosheid, terwijl bij de PVV achterstanden met betrekking tot gezondheid en sociale samenhang meer opvallen.

Atlas van Afgehaakt Nederland • Electorale patronen uitgelicht 43 Figuur 11c: Aanhang FvD.

Ibid.

Forum voor Democratie

Forum voor Democratie doet het over het algemeen goed in het westen van Nederland, en dan vooral in de gemeenten buiten de grotere steden. Dan gaat het bijvoorbeeld om ondernemersgemeen-ten als Volendam en Zandvoort, groeikernen als Spijkenisse (gemeente Nissewaard) en Purmerend.

Bij de Statenverkiezingen springen West-Brabant en het Rivierenland er wat meer uit ten opzichte van de Kamerverkiezingen en welvarende gemeenten als Wassenaar en het Gooi wat minder.

Het patroon van FvD kent bij de twee onderzochte verkiezingen vrijwel geen noemenswaardige correlaties met de onderzochte factoren met betrekking tot achterstand. Gegeven de ruimtelijke verschuivingen die bij de verkiezingen van 2021 hebben plaatsgevonden (zie hoofdstuk zes) zullen de correlaties nu waarschijnlijk anders uitvallen.

Figuur 11d: Aanhang 50 PLUS.

Ibid.

50 PLUS

50 PLUS werd bij de Kamerverkiezingen relatief groot in Limburg, het oosten van Groningen en Drenthe, het westen van Brabant, Zeeuws-Vlaanderen, de Kop van Noord-Holland, Zeeuws- Vlaanderen en in een aantal groeikernen en industriegemeenten verspreid over het land. Bij de Statenverkiezingen wijkt het patroon af. De verschillende mate van organisatie per provincie en concurrerende ouderenpartijen zullen een rol spelen.

Meer stemmen voor 50 PLUS correleert bij de Kamerverkiezingen het sterkst met een lagere beoordeling van de eigen gezondheid, meer arbeidsongeschikten, minder vrijwilligers en meer medicijngebruik. Ook bij de meeste andere factoren is er een verband met achterstand. Bij de Staten-verkiezingen vallen een aantal van deze correlaties weg of zijn zwakker.

Atlas van Afgehaakt Nederland • Electorale patronen uitgelicht 45 Figuur 11e: Aanhang PvdD.

Ibid.

Partij voor de Dieren

De Partij voor de Dieren is sterk in een reeks steden en randgemeenten met veel kennis werkers in een diagonaal van de Noord-Hollandse kust tot in Gelderland. Verder zijn er verspreid over het land nog een aantal losse, vooral stedelijke, gemeenten met een bovengemiddelde aanhang.

Ook groeikernen als Almere en Zoetermeer en Zuid-Limburg laten relatief hoge scores zien. Het patroon bij de Statenverkiezingen is vergelijkbaar.

De aanhang van de PvdD correleert het sterkste met meer hoogopgeleiden en minder vrijwilligers.

Ook zijn er correlaties tussen meer stemmen voor de PvdD met een aantal andere achterstands-variabelen, vooral wat betreft inkomen en werk.

Figuur 11f: Aanhang DENK.

Ibid.

DENK

De aanhang van DENK laat sterke concentraties zien. De aanhang is in sommige gemeenten groot vergeleken met het nationale gemiddelde, terwijl de aanhang in veel andere gemeenten nihil is.

Belangrijk zijn de grootste vier steden en sommige aangrenzende gemeenten. Verder is de aanhang relatief groot in een aantal industrieel getinte grotere en kleinere gemeenten in het midden en zuiden van het land. Het aantrekken van gastarbeid door specifieke industrieën in het verleden zal bepalend zijn voor het specifieke patroon.

De aanhang van DENK correleert ruimtelijk het sterkst met meer arme huishoudens, meer bijstand, een minder goede vermogenspositie en meer werkloosheid. Ook bij de meeste andere achterstandsfactoren is er een correlatie te zien.

Atlas van Afgehaakt Nederland • Electorale patronen uitgelicht 47

In document Atlas van Afgehaakt Nederland (pagina 41-47)