• No results found

Een slechtere financiële prestatie zou er voor kunnen zorgen dat een onderneming meer

alternatieve financiële prestatie-indicatoren gebruikt. Bij een slechtere financiële prestatie zou er meer reden zijn om de alternatieve financiële prestatie-indicatoren te gebruiken om de financiële prestatie te verbloemen. Er wordt in het onderzoek geen significant verschil gevonden in

prestatie-indicatoren gebruiken. Ook de regressieanalyse tussen het aantal financiële prestatie-prestatie-indicatoren en de financiële prestatie laat geen significante lineaire relatie zien. Er is dus geen bewijs gevonden om aan te nemen dat bedrijven die financieel slechter presteren vaker of meer alternatieve financiële prestatie-indicatoren gebruiken.

5.6 Grootte van het fonds

Doordat er voor kleinere fondsen minder aandacht van analisten is, zouden kleinere fondsen meer mogelijkheid hebben om te misleiden met alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Misleiden is een mogelijke verklaring voor het gebruik van alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Er werd dus verwacht dat kleinere fondsen meer alternatieve financiële prestatie-indicatoren zouden gebruiken. Dit kwam echter niet uit de statistische toetsen naar voren. Die gaven zelfs

aanwijzingen dat het andersom is. Een mogelijke verklaring is dat kleinere ondernemingen minder druk zouden voelen om aan de verwachtingen te voldoen, omdat ze minder in de gaten worden gehouden. Daarom zouden ze minder snel hun heil bij de alternatieve financiële prestatie-indicatoren gaan zoeken.

5.7 Misleiding van beleggers

Misleiden van beleggers zou een reden kunnen zijn voor ondernemingen om alternatieve financiële prestatie-indicatoren te gebruiken. Minder bekwame beleggers gebruiken alternatieve financiële prestatie-indicatoren bij hun beleggingsbeslissingen en ze kunnen er door worden misleid. De prijs van het aandeel zou in dat geval tijdelijk te hoog kunnen worden. Dat is ook wat blijkt uit het onderzoek. In korte periodes van drie en elf dagen om de datum waarop het

persbericht wordt gepubliceerd zijn de abnormale rendementen significant hoger voor

ondernemingen die alternatieve financiële presberichten gebruiken. Een langere periode van 31 dagen rond het persbericht geeft geen significant verschil meer. Doordat er bewijs is voor tijdelijk grotere abnormale rendementen is er bewijs om aan te nemen dat de prijs van het aandeel tijdelijk te hoog wordt door het gebruik van alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Er is dus bewijs gevonden dat beleggers in het algemeen worden misleid door alternatieve financiële prestatie-indicatoren.

5.8 Beperkingen

Aan mijn onderzoek zitten verschillende beperkingen, waardoor de betrouwbaarheid van resultaten wordt beïnvloed. Ten eerste wil ik de omvang van de steekproef noemen. Ik heb de persberichten van slechts een beperkt aantal ondernemingen onderzocht. Daardoor zijn mijn onderzoeksresultaten waarschijnlijk minder betrouwbaar dan wanneer er een groter aantal ondernemingen was onderzocht.

De samenstelling van de steekproef heeft ook consequenties voor de betrouwbaarheid van de resultaten. Ik heb vaak de vergelijking gemaakt tussen bedrijven die wel en bedrijven die geen alternatieve financiële prestatie-indicatoren gebruiken. Het aantal bedrijven dat geen alternatieve financiële prestatie-indicatoren gebruikt is daarbij echter maar een klein groepje (18

ondernemingen waren die geen alternatieve financiële prestatie-indicatoren gebruiken. Daarom zet ik mijn vraagtekens bij de betrouwbaarheid van de resultaten.

Ik heb ook een vergelijking gemaakt tussen bedrijfstakken. In tabel 11 is te zien dat een aantal bedrijfstakken ondervertegenwoordigd is. Er zijn vier bedrijfstakken met vier of minder

ondernemingen van de steekproef. Twee bedrijfstakken hebben zelfs maar één onderneming. Dat doet afbreuk aan de betrouwbaarheid van de resultaten.

5.9 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek.

Hoewel er de nodige problemen zijn omtrent de betrouwbaarheid van mijn onderzoek, geven de resultaten van de event study wel een aanwijzing dat het beleggers worden misleid door

alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Als beleggers worden misleid is het naar mijn mening zeker noodzakelijk om het gebruik van alternatieve financiële prestatie-indicatoren beter te reguleren. Daarom is er eerst meer onderzoek nodig naar de mogelijke misleiding van

beleggers. Misschien zelfs in een laboratoriumonderzoek, zodat alle variabelen kunnen worden beheerst. Dan is het ook een goed idee om te analyseren wanneer alternatieve financiële prestatie-indicatoren misleidend zijn en hoe ze op een goede, informatieve manier kunnen worden

Literatuur

Berger, P.G. (2005). Discussion of “Are investors misled by ‘pro forma’ earnings?” Contemporary Accounting Research Vol. 22 No. 4 : 965-976.

Bhattacharya, N., Black, E.L., Christensen, T.E., Larson, C.R. (2003). Assessing the relative informativeness and permanence of pro forma earnings and GAAP operating earnings. Journal of accounting and economics Vol. 36: 285-319.

Bhattacharya, N., Black, E.L., Christensen, T.E., Mergenthaler, R.D. (2004). Empirical evidence on recent trends in pro forma reporting. Accounting Horizons Vol. 18, No. 1: 27-43. Bhattacharya, N., Black, E.L., Christensen, T.E., Mergenthaler, R.D. (2007). Who trades on pro

forma earnings information? The accounting review Vol. 82, No. 3: 581-619. Borgars, J. (2004). Analytical neglect of UK equities, www.equitydevelopment.co.uk. Bosman, R.G., Vergoossen, R.G.A. (2007). Persberichten over jaarcijfers. In: Bosman, R.G.,

Camfferman, C., Vergoossen, R. G. A. (Red), Het jaar 2006 verslagen, Onderzoek jaarverslaggeving ondernemingen. Kluwer/Koninklijk NIVRA: 13-27.

Burgerlijk Wetboek boek 2 titel 9. www.wetten.overheid.nl.

Committee of European Securities Regulators (2005). CESR recommendation on alternative performance measures. Oktober.

Doyle, J.T., Lundholm, R.J., Soliman, M.T. (2003). The predictive value of expenses excluded from pro forma earnings. Review of accounting studies Vol. 8: 145-174.

Elliott, W.B. (2004). Emphasis and information display of non-GAAP earnings measures: Effects on professional and non-professional investor judgments and decisions, www.ssrn.com. Groeneveld, J.G. (2005). Geen accountantsverklaring bij persberichten: Over zwijgplicht en

zwijgrecht, spreekplicht en spreekrecht. Accountancynieuws Nr. 13: 19-21.

Hirshleifer, D., Teoh, S. H. (2003). Limited attention, information disclosure, and financial reporting. Journal of Accounting and Economics Vol. 36: 337-386.

Johnson, W.B., Schwartz Jr., W.C. (2005). Are investors misled by ‘pro forma’ earnings? Contemporary Accounting Research Vol. 22, No. 4: 915-963.

Koninklijk NIVRA (2008). Kwaliteit persberichten over jaarcijfers schiet tekort. www.nivra.nl Persbericht 17 januari.

Koninklijk NIVRA (2007). Audit Alert 19 De betrokkenheid van de accountant bij de publicatie van persberichten over jaarcijfers. januari.

Kreitner, R., Kinicki, A. (2002). Organizational behaviour. McGraw Hill. New York. Latham, C.K., Jacobs, F.A. (2000). Monitoring and incentive factors influencing misleading

disclosures. Journal of Managerial Issues Vol. 12: 169-188.

Leeuw, A.C.J. De (2003). Bedrijfskundige methodologie: management van onderzoek. Koninklijke Van Gorcum BV. Asssen.

Marseille, E.A., Vergoossen, R.G.A. (2005). Het gebruik van alternatieve financiële prestatie-indicatoren in persberichten. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie. mei: 196-205.

Scott, W.R. (2006). Financial accounting theory. Pearson Prentice Hall. Toronto.

Vergoossen, R.G.A. (2006). Accountant en persberichten over jaarcijfers: Nieuwe tijden, nieuwe rol. de Accountant januari: 34-37.

Bijlage: Ondernemingen in de steekproef

Segment A AALBERTS INDUSTR AHOLD KON AKZO NOBEL CRUCELL CSM DSM KON FUGRO HEINEKEN IMTECH JETIX EUROPE KPN KON NUTRECO OCE OPG GROEP PHILIPS KON RANDSTAD REED ELSEVIER SBM OFFSHORE SLIGRO FOOD GROUP TELEGRAAF MEDIA GR TNT TOMTOM UNILEVER VOPAK WOLTERS KLUWER Segment B ACCELL GROUP AMG ASM INTERNATIONAL BALLAST NEDAM BE SEMICONDUCTOR BETER BED DRAKA HOLDING ERIKS GROEP EXACT HOLDING GRONTMIJ HEIJMANS INNOCONCEPTS KENDRION MACINTOSH RETAIL NEDAP ORDINA SAMAS NV SCHUITEMA SMIT INTERNATIONAL STERN GROEP TEN CATE TKH GROUP UNIT 4 AGRESSO WAVIN WESSANEN KON Segment C ALANHERI AMSTERDAM COMMOD BATENBURG BEHEER BLUE FOX ENTERPRSE BRILL KON

DICO INTERNATIONAL DOC DATA

DPA FLEX GROUP EXENDIS FORNIX BIOSCIENCES GOUDA VUURVAST HES BEHEER HOLLAND COLOURS ICT AUTOMATISERING NEWAYS ELECTRONICS NYLOPLAST OCTOPLUS ORANJEWOUD A PUNCH GRAPHIX QURIUS ROOD TESTHOUSE RSDB SIMAC TECHNIEK TIE HOLDING VIVENDA MEDIA GR