2. Voetbal en veiligheid
2.1 De betekenis van voetbal
In dit hoofdstuk geven we een kader voor het onderzoek en staan we stil bij de maatschappelijke betekenis van voetbal, het voetbalveiligheidsbeleid in ons land, de te onderscheiden groepen supporters en risicosupporters. We besluiten met een theoretische beschouwing over supportersgeweld en -overlast.
2.1 De betekenis van voetbal
Voetbalwedstrijden kunnen leiden tot spanningen, escalaties en agressie, maar evenzeer de sociale binding en het sociale contact tussen individuen bevorderen en
wederzijds respect stimuleren.1 De invloed van het voetbal reikt daarmee verder dan
het veld, het stadion of de club, maar heeft ook een sociaal-maatschappelijke en economische betekenis. Deze onderwerpen komen in deze paragraaf kort aan bod.
2.1.1 Sociaal-maatschappelijke betekenis
De KNVB is met ruim 1,2 miljoen leden, verspreid over 3.400 verenigingen, de grootste sportbond in Nederland. Met meer dan 300.000 vrijwilligers organiseert
de KNVB wekelijks zo’n 32.500 wedstrijden.2 In vergelijking met het verleden
staat de bijdrage van sport aan de samenleving tegenwoordig meer centraal. Sport kan bijdragen aan de leefbaarheid, participatie en het welbevinden van personen. Voetbal wordt dan ook ingezet voor het bestrijden en voorkomen van verschillende problemen in de samenleving en vervult in die zin een maatschappelijke
voorbeeld-rol.3 Zowel prof- als amateurclubs brengen mensen bij elkaar en in beweging en
1. Boonstra e.a., 2011.
2. www.knvb.nl. en Van Eekeren, Dijk en Brinkhof, 2012. 3. Boonstra e.a., 2011.
stimuleren hen actief te zijn als vrijwilliger.4 Amateurclubs kunnen binnen de maat-schappij bovendien fungeren als belangrijk bindmiddel, waarbij scheidslijnen zoals nationaliteit, leeftijd en geloof niet of in mindere mate een rol spelen. Het ama-teurvoetbal kan derhalve een bijdrage leveren aan de emancipatie en integratie van
allerlei minderheden c.q. sociale cohesie.5 Bovendien kent het voetbal, net als
ande-re sporten, een opvoedingsaspect, waarbinnen de gezondheid en karaktervorming
worden gestimuleerd.6 Profclubs werken daarnaast in maatschappelijke projecten
actief samen met gemeenten, het bedrijfsleven, woningcorporaties,
onderwijsinstel-lingen en welzijnsorganisaties.7 Deze projecten zijn gecentreerd rond verschillende
thema’s, waaronder gezondheid, integratie, sportiviteit & respect, team- &
indivi-duele ontwikkeling en verbondenheid.8 Gezien het voorgaande is voetbal voor de
overheid een belangrijk middel om maatschappelijke doelstellingen te realiseren.9
Andersom blijkt dat de maatschappelijke betrokkenheid van een BVO ook voor de BVO zelf positieve gevolgen heeft ten aanzien van merkwaarde, imago en relaties
met de samenleving.10 Ook supporters hechten waarde aan de maatschappelijke
betrokkenheid van hun BVO c.q. de positieve bijdrage die hun club levert aan wijk,
stad of regio.11
2.1.2 Economische betekenis
Voetbal is de belangrijkste sport die professioneel wordt beoefend in Europa.12
Waar economische motieven een eeuw geleden nog geen rol speelden, is dit heden ten dage wel het geval. Jaarlijks bezoeken bijna 12 miljoen supporters de wedstrij-den in de Eredivisie en ruim 2,25 miljoen supporters de wedstrijwedstrij-den in de Jupiler League. Daarnaast worden wedstrijden op grote schaal uitgezonden op televisie
en radio. De rechten tot het uitzenden hiervan worden aan omroepen verkocht.13
De professionalisering van de voetbalsector heeft zich vertaald in onder meer de bouw van grote stadions – waarbij ter bekostiging gebruikgemaakt wordt van over-heidsgelden, subsidies en sponsoring – en het aantrekken van medewerkers op het gebied van management, marketing en technische zaken. Een indicatie van de mate
4. Van Eekeren e.a., 2012.
5. Buisman, 2004; Coalter, 2007; Veldboer, Boonstra en Krouwel, 2007; Derks, 2011; Briene en Stek, 2012. 6. Buisman, 2004; Derks, 2011; Briene en Stek, 2012.
7. Een overzicht van een deel van de actuele maatschappelijke projecten kan gevonden worden op www.knvb.nl. 8. Derks, 2011; Van Eekeren e.a., 2012.
9. Briene, Koopman en Goessen, 2005. 10. Van Eekeren e.a., 2012.
11. KNVB Expertise, 2014. 12. Koning, 2010.
waarin het voetbal aan de reële economie bijdraagt, is echter moeilijk te maken. Los van bijvoorbeeld de werkgelegenheid die voetbal biedt – meer dan 20.000 directe en indirecte arbeidsplaatsen – wordt in 2005 echter geschat dat deze bijdrage circa 2,5
miljard euro bedraagt.14
De in de ogen van sommige supporters verregaande invloed van commercie op het voetbal, heeft in ons land – in navolging van het buitenland – geleid tot het vormen van groepen supporters (‘Tegen het moderne voetbal’, zie ook box 2.1) die hiertegen ageren. Eén van de gevolgen van de commercie is bijvoorbeeld dat wed-strijden op wisselende tijdstippen gespeeld worden, om ervoor te zorgen dat abon-nees van betaalzenders zoveel mogelijk wedstrijden live kunnen bekijken. Dit heeft tot gevolg dat supporters niet altijd meer in de gelegenheid zijn om zelf de wedstrijd in het stadion bij te wonen. Naast een afkeer van de invloed van betaalzenders, wordt binnen en buiten de stadions ook veelvuldig geprotesteerd tegen het optreden
van instanties – en dan met name de politie – richting voetbalsupporters.15
Naast opbrengsten brengt het voetbal ook kosten met zich mee.16 Zeker na
grote incidenten ontstaat discussie over de maatschappelijke kosten van het voetbal
ten aanzien van veiligheid.17 Het gaat dan met name om de politie-inzet en de
scha-de die door ‘voetbalsupporters’ wordt aangericht. In het Lenteakkoord van 2013 is afgesproken dat politiekosten aan voetbalclubs doorberekend zullen worden. In het najaar van 2013 is besloten dit toch niet te doen. Hierbij speelt mee dat de veilig-heid rondom voetbal professioneel georganiseerd is, waarbij clubs zelf de verant-woordelijkheid voor veiligheid in het stadion nemen door de inzet van stewards en particuliere beveiligers. Hierdoor is de politie-inzet in het stadion geminimaliseerd. Omdat de overheid primair verantwoordelijk is voor de openbare orde en veiligheid buiten het stadion, kan van doorberekening van politiekosten hiervoor geen sprake
zijn.18
14. Briene e.a., 2005; Derks, 2011. 15. Bremmers en Ferwerda, 2011.
16. Naast de kosten voor veiligheid zouden de kosten voor gezondheidszorg ten gevolge van blessures ook onder de maatschappelijke kosten geplaatst kunnen worden.
17. Discussies ten aanzien van kosten voor de gezondheidszorg (blessures, verwondingen) blijven in deze discussie doorgaans buiten beschouwing.
18. Zie Rijksbegroting 2014, VI Veiligheid en Justitie (Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 33 750 VI, nr. 2 pagina 27)
Box 2.1 – Tegen het moderne voetbal
Sinds een aantal jaren manifesteren zich in ons land – in navolging van het buitenland – groepen fanatieke supporters die zich ‘Ultras’ noemen. Een Ultra ziet voetbal het liefst in de zuiverste vorm. Opvallend is dat de Ultras ondanks hun jonge leeftijd voetbal willen zien zoals het vroeger was. Ze verachten de invloed die commercie en geld hebben op de sport. De betaalzenders, zoals Fox, zijn dan ook een doorn in het oog van de Ultras. Door de komst van de betaalzenders worden er op drie dagen wedstrijden gespeeld en worden ook de tijdstippen zo ingedeeld dat de betalende klant meer wedstrijden op tv kan kijken. Voor Ultras, die alle wedstrijden van hun club proberen te kijken in de stadions, betekent dit dat de club op wisselende tijden moet spelen. Hun club moet dus wijken voor commercie en geld. Zo lieten de Ultras van MVV (Ultras Mestreech) door middel van een spandoek weten het er niet mee eens te zijn dat hun club voor de tv op maandagavond 20:45 uur moest spelen. Het spandoek van 60 meter breed waar op stond: ‘maandagavond 20:45 alleen voor de tv, supporters tellen niet mee!’ hing de hele avond pontificaal in beeld voor de tv-kijkers. Ook in andere Nederlandse stadions zijn er veelvuldig spandoeken te zien waarop de af-keer van ‘tv-voetbal’ geëtaleerd wordt. Tijdens FC Twente – Heracles was er een spandoek ‘Heeft u het ook door – 18:45 uur – de commercie gaat voor’. Naast de afkeer van tv-voetbal protesteren Ultras zowel binnen als buiten de stadions veelvuldig tegen het ‘overdreven machtsvertoon’, ‘repressie’, ‘het excessieve geweld’ en ‘de provocaties’ door de politie. Ul-tras vinden dat zij als supporters als criminelen worden behandeld door het bestuur, politie en politiek. De combiregeling bijvoorbeeld is hen dan ook een doorn in het oog.19