• No results found

De beschrijving van telewerk volgens de directie HRM

HET SOCIOLOGISCH ONDERZOEK

CREDIT 1 Contexte de l’entreprise

A. De beschrijving van telewerk volgens de directie HRM

Ontstaan en ontwikkeling van Plaats- en TijdsOnafhankelijk Werken (PTOW)

• Tot 2000 bestond telewerk bij De Streekbank uitsluitend op informele basis. Voor bijzondere taken zoals vertaalwerk werd het oogluikend toegestaan. Ook werd het bijvoorbeeld al eens afgesproken met iemand die moet doorwerken aan een af te maken rapport.

• In 2000 had een enquLte over personeelstevredenheid een aantal pijnpunten getoond, waaronder een gebrek aan kantoorruimte, lang woon-werkverkeer en moeilijkheden om werk- en gezinsleven te combineren. Dit leidde tot een aantal nieuwe initiatieven waaronder bijvoorbeeld een boodschappendienst, die de gezinsboodschappen van personeelsleden doet.

• Wrevelpunten rond kantoorruimte en mobiliteit hadden in die periode minstens gedeeltelijk te maken met de fusie van de toenmalige bank met een Westvlaamse bank. Deze en latere fusies hebben geleid tot centralisatie. Mensen die regionaal werkten moesten nu naar Brussel, terwijl regionale kantoorruimtes vrij kwamen.

• In die context werd in 2001 het PTOW-pilootproject opgestart. Het werd multidisciplinair opgevat, met mensen van de diensten rond ICT, personeel, communicatie en organisatie. Ook werd een consultant aangetrokken, die het project niet alleen moest begeleiden maar ook haar kennis ter zake moest overdragen.

• Bij de start van het PTOW-project zijn er metingen over kantooruimtegebruik geweest. Zo bleek dat, gemeten per halve werkdag, gemiddeld een vijfde van de bureaus ongebruikt bleef.

• PTOW heeft momenteel een zekere omvang, maar sinds 2003 wordt er niet veel aan telewerk gesleuteld. Er is afbraak noch veralgemening. De toestand is bevroren.

Verscheidene PTOW-niveaus

• PTOW is een pilootproject dat op verscheidene niveaus tegelijk werkt. Het gaat zowel om het herverdelen van de kantoorwerkruimte, als om het mogelijk maken van gedecentraliseerd werk en telethuiswerk. Het kan zowel inhouden dat de individualiteit van de werkplek wordt afgebroken als dat er minder verplaatsingen nodig worden.

• Enkele specifieke diensten, die zich in het bijzonder voor het project leenden, zijn betrokken geworden: de fiscale dienst, de juridische dienst en de dienst buitenlandse handel.

(1) Telethuiswerk met volledige voorzieningen (160tal pn., o.a. fiscalisten). De werknemer krijgt een laptop, een ADSL-thuisverbinding en een gsm die telefoons op het kantoornummer ontvangt. Er zijn geen andere vergoedingen of tegemoetkomingen. Voordelen zoals maaltijdcheques of vervoersvergoedingen worden evenwel ook niet verminderd.

(2) Telethuiswerk met beperkte voorzieningen (60tal pn., vnl. juristen). De werknemer krijgt een laptop, maar zonder ADSL-verbinding of gsm. Voor het overige idem aan geval (1).

(3) Gedelokaliseerd werk (100tal pn.). Het gaat om personen die frequent of occasioneel hun werk in lokale kantoren verrichten.

(4) Werkplekverdeling (80tal pn., vnl. buitenlandse handel). Het gaat dus om werknemers die geen vaste werkplek hebben, maar wel gewoon naar het kantoor komen.

De praktijk van telewerk

• Een werknemer wordt alleen bij telewerk betrokken als hij zelf vrijwilliger is, en zijn lijnoverste er algemeen en per individueel geval mee akkoord is. In geen geval gaat het om een verworven recht.

• De bij PTOW betrokken diensten moeten normaal kunnen functioneren: er moet steeds een permanentie op de dienst zijn, en overlegvergaderingen (waar iedereen aanwezig is) moeten altijd mogelijk zijn. De dienstoverste bepaalt de grenzen van PTOW.

• Op het tijdsregistratiesysteem, waar alle werknemers hun vakantiedagen aanduiden, registreren de telewerkers ook hun thuiswerkdagen.

• Bij de start van PTOW zijn er een aantal opleidingen geweest over de dagelijkse praktijk van telewerk.

• Vanuit het management of de lijnverantwoordelijken zijn er in ieder geval geen opmerkingen gekomen over een eventuele daling van productiviteit ten gevolge van telewerk.

• Bij telewerk hebben mensen de neiging om ook te werken gedurende de tijdvakken die anders naar woon-werkverkeer gaan. Ze hebben ook minstens het gevoel dat ze tijdens hun telewerk beter kunnen doorwerken. Ze lijken tenslotte meer eer uit hun werk te willen halen en dingen sneller te willen afwerken.

CAOs en bijlagen aan de arbeidsovereenkomst

• Een telewerkovereenkomst wordt opgenomen als bijlage in de arbeidsovereenkomst. • De reglementering inzake telewerk is opgenomen in het arbeidsreglement.

verzekeraar moet kunnen aantonen dat een ongeval geen arbeidsongeval is.

• Op collectief niveau zijn er over telewerk zelf geen onderhandelingen gevoerd. Wel hebben de vakbonden gehamerd op een aantal problemen (centralisatie, mobiliteit) waarvoor telewerk een oplossing tracht te geven.

Een beperkte aanpak

• Momenteel is het aantal betrokken afdelingen gebetonneerd. Het aantal betrokken personen kan nog wel worden veranderd. Hoe dan ook is voor sommige formules (werkplekverdeling) een relatief grote groep vereist.

• In principe zou misschien wel voor 40% van de werknemers telewerk kunnen worden overwogen.

• Er zijn evenwel grote financiële repercussies voor telewerk. Bij de laptops komt meer kijken dan de aankoop en aansluiting alleen. Voor de bank is het essentieel dat mensen voor hun werk uitsluitend een computer van de bank gebruiken, en die computer ook uitsluitend voor hun werk aanwenden. Zo’n computer moet afzonderlijk en specifiek worden geVnstalleerd.

• Werkt er op zo’n computer slechts één persoon, dan betekent dit eveneens een belangrijke meerkost. Van daaruit is er een preferentie voor de bank om gedelokaliseerd werk te ondersteunen, ten koste van telethuiswerk.

• Door de investeringen in gedelokaliseerd werk, wordt het des te moeilijker om dit soort werk als een overgang naar telethuiswerk te beschouwen.

• De bank voelt zich niet geroepen om in de telewerk-kwestie een voortrekkersrol te spelen. • Als grote organisatie kan de bank evenmin voor sommige personeelsleden een regeling

treffen die voor vergelijkbare anderen niet zou gelden.