• No results found

De beschikbaarheid van alcohol voor jongeren

2.7(1.28) 2.9(1.34) 2.9(1.32) De cafés in Amersfoort sluiten nu om 4 uur of 5 uur 's

6. BELEIDSVERKENNEND ONDERZOEK

6.3.1 De beschikbaarheid van alcohol voor jongeren

De alcoholverstrekkers reageren niet verrast op de resultaten van het nalevingsonderzoek, een reactie die haaks staat op de beweringen van de verstrekkers in het draagvlakonderzoek waarin zij hebben gesteld dat de naleving in Amersfoort beter zou zijn dan de landelijke naleving van 85%. De alcohol is verkocht door commerciële instellingen en “wat voor baat hebben zij erbij om het niet te verkopen?”

De gemakkelijke beschikbaarheid van alcohol onder jongeren lijkt een bekend probleem onder alle aanwezigen. Het argument wordt genoemd dat supermarkten worden geconfronteerd met mondige jongeren die alcohol willen kopen bij overwegend jonge caissières. De aanwezige vertegenwoordiger van de supermarkt geeft aan dat haar vestiging ’s avonds zelfs beveiliging heeft.

De horeca geeft aan dat het doorslaggevend is hoe iemand eruitziet. “Het is hoe iemand eruitziet, en het is snel zo van ‘jij bent wel 16 en jij bent geen 16’. Je kunt niet de hele avond iedereen op z’n ID controleren. En daarom glippen er wel eens mensen doorheen. Dat gebeurt. Veel drinken bij ons kan dan niet eens, want veel geld heb je niet als jongere en je vriendjes gaan je ook niet dronken voeren als een soort project. Als je één jongere van 15 binnen laat lopen en om een biertje laat vragen is het heel goed mogelijk dat hij dat biertje krijgt.” Kortom, de horeca geeft aan dat het mogelijk is dat er jongeren door de mazen van het net glippen en toch alcohol kunnen kopen, ook al zijn ze minderjarig, maar dat ze zichzelf toch niet dronken kunnen drinken (gezien de prijs van alcohol in de horeca).

Ook de jongeren onder de 16 jaar staan niet versteld van de beschikbaarheid van alcohol voor hun doelgroep. “Ik kom erg makkelijk aan alcohol. Mijn aankoop is zelfs nog nooit ergens geweigerd. Concerten en supermarkten blijken erg makkelijke verkooppunten.” Dat alle verkooppogingen geslaagd zijn roept wel vragen op bij de jongeren. “Ik ben wel verbaasd dat het bij alle 80 verkooppunten gelukt is. Ik had ongeveer op 60 geslaagde pogingen van de 80 aankopen gegokt. Mij verbaast het vooral dat het ook bij de slijterij is gelukt. Bij supermarkten verwacht ik het wel, maar slijterijen?”

De jongeren erkennen dat het lastig is voor leeftijdsgenoten bij de supermarkt om om een ID te vragen van minderjarigen die alcohol willen kopen. Maar ook het thuisfront is een vindplaats van alcohol. “Bij ons op school nemen ze van huis drank mee en dan gaan ze bij iemand thuis indrinken en dan gaan ze naar het schoolfeest.”

De jongeren die ouder zijn dan 16 jaar valt iets anders op. “In de tijd dat je zelf 16 was, speelde het nog niet, maar nu het allemaal in het nieuws komt, verbaast het me wel dat het allemaal zo makkelijk gaat.”

Eén van de jongeren is zelf ook caissière geweest bij een supermarkt en licht de verschillen tussen de supermarkten toe. “Ik denk dat het erg ligt aan de supermarkt waar je werkt en aan de leidinggevende die je hebt. Mijn leidinggevende was daar heel streng in en die bracht het ook over. Het hangt ook af van de caissière zelf, als ik kleine jongetjes bij de kassa had vroeg ik meteen naar de ID-kaart. Daar moet je sterk voor zijn, want mensen kunnen zomaar uit hun slof schieten als je dat vraagt.”

De helft van de jongeren gaf aan dat hun ouders het wel goed vonden als ze thuis alcohol zouden drinken. De ouders stemmen hiermee in, hoewel er geen consensus is op dit punt. “Het klopt wel denk ik, je laat het thuis wel toe op een bepaalde leeftijd met een bepaalde hoeveelheid.” Op dit punt in de discussie komen de verschillen in opvoedingsstijlen aan het licht. Eén ouder geeft aan duidelijke regels te stellen: “Zij weten gewoon dat dat niet gebeurt, dat is omdat we dat zelf niet willen. Je geeft duidelijk het voorbeeld dat als je wat drinkt, dat je dat met mate doet. Wij verbieden geen alcohol, dat weten ze ook.” Een andere ouder is tegen het stellen van regels: “Het is een spel van geven en nemen in de opvoeding. Een kind moet zelf inzien waar hij mee bezig is, en daar geven wij hem de vrijheid in.”

Een andere ouder somt verschillende oorzaken van de alcoholproblematiek onder de jeugd op: “Als je hoort hoe makkelijk het is om eraan te komen tegenwoordig. En de jongeren hebben ook steeds meer geld te besteden, dus ze kunnen het ook kopen. En als je dan ziet wat ze allemaal verkopen in de supermarkt, sherry, likeur.”

Naast de beschikbaarheid van alcohol hebben de jongeren voldoende financiële middelen om alcohol te kopen en is het assortiment uitgebreid. “Ik heb gemerkt bij heel veel supermarkten, dat ze helemaal niet meer naar leeftijden kijken. Als het maar betaald wordt.”

6.3.2 Verantwoordelijkheid

Over de vraag wie er verantwoordelijk is voor de alcoholproblematiek onder jongeren zijn de alcoholverstrekkers het eens: “Ouders zijn niet rechtlijnig in de opvoeding.”

De rol van de ouders vandaag de dag is veranderd ten opzichte van de rol die zij vroeger vervulden. “Mijn ouders waren vroeger verantwoordelijk voor mij, alleen zij.”

“Er zijn natuurlijk dingen veranderd de afgelopen jaren, ook in de opvoeding, er moeten tegenwoordig opeens compromissen gesloten worden. De ouders hebben aan de ene kant zoiets van ‘ga maar lekker de kroeg in, dan kan ik ook lekker rustig wat doen’. Aan de andere kant zeggen ze ‘die horeca is wel erg duur, je kunt hier toch ook wel een biertje drinken?’” Een ander voorbeeld van het gedrag van ouders werd toegelicht door een horeca- eigenaar: “Ik had laatst een verjaardagsfeestje van een meisje in het café dat door de vader was georganiseerd. Dat meisje werd echter pas 15, kwam ik die avond achter, terwijl haar vader verteld had dat het kind 16 werd. Die vader had dus bewust het café voorgelogen om zo zijn dochter binnen te krijgen.” Hiernaast ervaren de alcoholverstrekkers dat de jongeren die al wel 16 jaar zijn, alcohol kopen voor minderjarigen (wederverstrekking). Dit probleem wordt bevestigd door de horeca en supermarkten.

De jongeren die nog geen 16 jaar zijn, vertellen openlijk hoe ze denken dat hun ouders zouden reageren als ze alcohol zouden drinken. “Als ik helemaal dronken thuis zou komen, zouden ze er denk ik niet blij mee zijn, maar ze weten toch dat ze het niet tegen kunnen houden, dus laten het maar gaan. Ik moet het zelf maar leren.” Een andere jongere reageert nog stelliger: “Mijn ouders weten dat ik sowieso wel alcohol zou kunnen halen als ik wil.” De verschillen in opvoedingsstijlen komen ook hier aan bod. “Je hebt twee soorten ouders, de ene soort zegt tegen het kind dat het helemaal niet goed is en de ander gaat naar de kroeg en gaat daar klagen dat de kroeg niet goed heeft opgelet.” Uiteindelijk heeft de gemeente de meeste invloed op het alcoholgebruik onder jongeren, meent een jongere: “Ik denk dat de overheid de meeste invloed heeft, omdat zij je een verbod op kunnen leggen en dat kunnen je ouders niet.”

De jongeren die de leeftijd van 16 jaar al wel hebben bereikt, geven aan dat de ouders invloed hebben op de jongeren. “Als ouders daar heel open over zijn, dan is de spanning er toch een stuk vanaf om het toch te doen.” Toch is niet iedereen het daarmee eens. Het voorbeeld dat ouders zijn voor hun kinderen wordt twijfelend ontvangen door sommige jongeren.

Enerzijds is het de keuze van de jongere zelf om mee te gaan drinken als de ouders ook drinken: “Het hoeft niet per se te maken te hebben met wat je ouders doen. Je kiest daar zelf voor.” Anderzijds heeft het slechte voorbeeld van ouders die (overmatig) alcohol drinken wel degelijk invloed: “Want als die ouders er zouden zijn voor hun kinderen, dan is het veel makkelijker voor ze om daarin een goede keus te maken.

Want ik denk dat als je een slecht voorbeeld krijgt, dat dat ook slecht doet volgen.” Opvallend genoeg werd niet bij iedereen thuis openlijk over alcohol gesproken. “Terwijl bij mij thuis over roken duidelijk werd verteld dat het slecht was en dat het niet mocht, en als ik niet rookte voor mijn 18e, werd mijn rijles betaald. Terwijl over alcohol helemaal niks werd gezegd.”

Niet alle ouders wisten dat de jongeren alcohol dronken. “Mijn ouders wisten het niet, we deden het stiekem.” Er wordt echter wel een onderscheid gemaakt tussen stiekem alcohol drinken en niet vertellen dat je alcohol drinkt. “Ja, bij mij was het meer niet vertellen dan echt geheim. Ik wist wel dat mijn ouders het niet goed zouden vinden.”

De verantwoordelijkheid om alcohol te drinken ligt volgens de jongeren dan ook primair bij de jongeren zelf.

De ouders verschillen van mening over de rol die ze hebben als ouder. Enerzijds wordt genoemd dat ouders de rol hebben om grenzen aan te geven en hierover te communiceren: “Dan leer je dus ook wat je mag zeggen tegen je kind, tot hier en niet verder.”

Maar anderzijds wordt de nadruk op communicatie met je kind openlijk ter discussie gesteld: “Ik hoor overal dat mensen goede communicatie willen met hun kinderen, maar mag je nou niet gewoon drinken verbieden?” De praktische uitwerking van een verbod op alcohol volgt hierop: “Ik kan het wel verbieden, maar hij doet het dan toch stiekem.” Kortom, het omgaan met alcohol en jongeren is balanceren tussen het stellen van grenzen en de mogelijkheden deze te handhaven. “Het is alleen een wisselwerking, aan de ene kant heb je duidelijke regels. Je kunt het alleen niet altijd blijven verbieden, want wat gebeurt er buitenshuis? Probeer ze weerbaar te maken dus.”