• No results found

De Basel akkoorden

In document Canada versus Nederland (pagina 30-37)

Het Basel akkoord definieert Tier1 kapitaal als het aandelenkapitaal plus de publieke reserves, het Tier2 kapitaal bestaat uit besloten en herwaarderingsreserves, provisies en

achtergestelde leningen. Het Basel akkoord vereist van internationaal actieve banken in de G10 om een Tier1 plus Tier2 kapitaal aan te houden van tenminste 8% van de risicohoudende activa, Tier1 kapitaal moet daarbij ook minstens 4% bedragen. Dit Basel1 akkoord is in 1988 aangenomen en vanaf 1992 ook volledig vereist, het akkoord werd aanvankelijk door de G10 aangenomen maar is later door meer dan 100 andere landen ook ingevoerd. Het nieuwe Basel akkoord bestaat uit drie pilaren, de eerste behandelt de op het risico gebaseerde vereisten, de tweede pilaar stelt eisen voor het toezicht en de derde pilaar stelt standaarden voor disclosure (Jackson et al. 2002). Het nieuwe Basel 2 akkoord werd voorgesteld in 1999 en moest in 2004 zijn intrede doen (Kirstein, 2002)

Het Basel 2 akkoord is erop gericht om de kapitaaleisen beter in lijn te brengen met de risico's die de banken daadwerkelijk lopen. De kapitaaleisen worden dan niet als harde eis

opgelegd maar zijn afhankelijk van risicowaardering door de interne systemen van de bank. Bij de op interne rating gebaseerde benadering, bepaalt een bank de belangrijke risico- parameters van haar portfolio op basis van haar eigen interne berekeningen. De bank rapporteert deze parameters vervolgens aan de toezichthouder, de toezichthouder bepaalt aan de hand van deze rapporten de kapitaaleisen voor de bank (Basel Committee on Banking Supervision 2006a). Er zijn zorgen geuit over deze nieuwe aanpak omdat het niet zeker is dat de toezichthouders in staat zullen zijn om de waardering van het eigen risico van de banken goed te beoordelen. De banken zelf hebben liever geen harde kapitaaleisen omdat dit kosten met zich mee zou brengen. Blum (2008)

beargumenteert dat Basel 2 aanneemt dat banken een stimulans hebben om hun risico's naar waarheid te openbaren. Deze aanname lijkt hem onjuist omdat die aanname de hele argumentatie van het überhaupt reguleren van banken onderuit haalt. De regulering van de banken is er juist omdat de banken niet altijd op een sociaal wenselijke manier handelen. Als het juist rapporteren van de risico's leidt tot een hogere kapitaaleis dan zijn banken volgens hem nog eerder geneigd om de risico's onjuist weer te geven.

5.4.2 Ratings

In zijn onderzoek laat Kirstein (2002) zien dat externe ratings beter zijn dan interne ratings om de doelen van het het nieuwe Basel akkoord te bereiken. De interne ratings, die niet onder toezicht staan, laten de banken de ruimte om de situatie anders voor te stellen dan deze is om

hieruit voordeel te kunnen halen. Het nieuwe Basel akkoord gaat ervan uit dat banken een beter inzicht hebben in de risico's dan een extern rating bureau. Zonder een boetesysteem hieraan te verbinden wordt het effect dat het Basel comité hoopt te bereiken met het nieuwe akkoord niet bereikt. Het nieuwe Basel akkoord geeft de autoriteiten alleen de mogelijkheid om de kapitaaleisen op te schroeven bij foutief weergegeven ratings, dit is volgens Kirstein (2002) niet een sterk

genoeg signaal om de banken tot volledige medewerking te verleiden.

Ook Benink en Schmidt (2005) van de European Shadow Financial Regulatory Committee voorzien problemen met dit nieuwe akkoord. Ze verwachten niet dat het Basel akkoord ervoor zal zorgen dat banken een afdoende kapitaalniveau zullen aanhouden tegenover hun risico's. Het gebruik van interne waarderingen levert een risico van sturing door de banken op. Voor banken is het goedkoper om een lager kapitaalniveau aan te houden en de toezichthouder kan niet alles waarnemen waardoor de betrouwbaarheid van de waardering minder groot is. Het gebruik van externe waarderingen levert volgens hen ook niet veel meer waarde op, een extern

waarderingsagentschap kan namelijk niet alle risico's goed inschatten.

5.4.3 Kernprincipes

Het Basel comité over banktoezicht heeft in 1997 een aantal kernprincipes opgesteld voor effectief banktoezicht. Het document bestaat uit een opsomming van best practices per onderdeel. De meeste landen hebben de kernprincipes overgenomen en ingevoerd in hun land, de Basel kernprincipes zijn daarmee de standaard geworden voor bankregelgevers. Het IMF en de

Wereldbank hebben de landen geëvalueerd met betrekking tot het voldoen aan deze standaard. In hun onderzoek vinden Demirgüç-Kunt et al (2008) dat het houden aan de Basel kernprincipes in positief verband lijkt te staan met de degelijkheid van banken gemeten aan de hand van Moody's ratings, het sterkste verband is er bij het voldoen aan de eisen voor informatieverstrekking door banken. De onderzoekers raden daarom landen, die hun regelgeving en toezicht willen verbeteren, aan om van de Basel kernprincipes prioriteit te geven aan het onderdeel informatieverschaffing door banken.

Een later onderzoek van Demirgüç-Kunt et al (2011) vond plaats na de financiële crisis. De effectiviteit van de bestaande regelgeving en het toezicht op basis van de Basel akkoorden werd na de crisis in twijfel getrokken. Het onderzoek richtte zich dit keer op de vraag of betere

compliance met de Basel kernprincipes ook veiligere banken oplevert. De resultaten gaven aan dat het beter houden aan de Basel kernprincipes niet van invloed was voor de sterkte van de bank.

5.4.4 Conclusie

De verschillende houding van Nederland en Canada ten opzichte van de Basel akkoorden kan ook aangemerkt worden als een verschil waar de vierde deelvraag naar vraagt. In Nederland worden de Basel akkoorden als standaard gebruikt voor de eisen en het toezicht op de

en de eisen voor de banken, daarnaast hanteert de Canadese toezichthouder nog aanvullende vereisten.

6. Conclusie

Aan het begin van dit onderzoek is de vraag gesteld waarom Canada beter door de crisis is gekomen dan Nederland. Na de beschrijvingen in de casussen is allereerst bevestigd dat Canada inderdaad beter door de financiële crisis is gekomen. Beide landen hebben hun problemen

gekend, Nederland heeft echter veel meer en verder moeten ingrijpen om het financiële systeem te beschermen. Vervolgens kwamen de verschillende achtergronden van de landen ter sprake. Hier kwamen al een aantal interessante verschillen naar voren. Nederland was vroeg met een sterke internationalisering van de banken terwijl Canadese banken door overheidsmaatregelen deze slag veel minder konden maken. Uiteindelijk zijn de Canadese banken ook wel internationaal werkzaam geworden en dan met name in de Verenigde Staten. De Verenigde Staten is de plek waar de financiële crisis begonnen is en had dus ook de Canadese banken mee kunnen slepen. Dat dit toen niet gebeurd is zal dus meer samenhangen met andere factoren dan met een mogelijk minder internationaal karakter van de banken.

Uit de vergelijking van de beide landen komt een aantal punten naar voren die verschillend waren voor de beide landen. De punten waar hierbij een duidelijk verschil waarneembaar was, kunnen van belang zijn geweest voor het verschil in prestaties van de beide landen. De punten waarbij dit soort fundamentele verschillen golden, waren er op het gebied van de organisatie van het toezicht en bij de gestelde kapitaaleisen. Het literatuuronderzoek heeft uitgewezen dat deze factoren de potentie hebben om de stabiliteit van de financiële markt te beïnvloeden. Heel moeilijk wordt het om nu aan te tonen of één van deze beide factoren of beide factoren samen de

belangrijkste reden zijn geweest voor het verschil in het doorstaan van de financiële crisis.

Op het gebied van de kapitaaleisen kan wel gesteld worden dat de hogere kapitaalbuffers, zoals die vereist werden in Canada, ervoor gezorgd hebben dat de Canadese banken beter tegen een stootje konden. De hogere kapitaalbuffers zorgden ervoor dat de Canadese banken grotere verliezen op konden vangen, de financiële crisis was echter van een dusdanige omvang dat het zeer onwaarschijnlijk is dat de kapitaalbuffers de enige reden zijn geweest voor het beter doorstaan van de financiële crisis.

Het verschil in toezicht waarbij in Canada de situatie zeer overzichtelijk is met slechts één toezichthouder en er in Nederland sprake is van een uniek duaal toezicht kan ook voor verschillen in prestaties van de financiële markten hebben gezorgd. De enkele toezichthouder van Canada kan een beter overzicht over de markt behouden en sneller ingrijpen waar nodig, de twee toezichthouders in Nederland zullen de taken moeten verdelen en op elkaar moeten afstemmen wat de situatie iets ingewikkelder maakt. De verschillen tussen de enkele en de meerdere toezichthouders gaan echter meestal over meer dan de twee toezichthouders, twee

toezichthouders zou nog steeds overzichtelijk kunnen zijn. Meer waarschijnlijk is het dat het verschil in oprichtingsdatum hier van belang is. De OSFI doet het toezicht op de Canadese financiële markt al sinds 1989 alleen, in Nederland is de AFM nog maar recentelijk opgericht en

zijn de taken van de DNB vrij recentelijk nog veranderd. Het volledig ingespeeld zijn op de markt van de OSFI en het nog verkennende DNB en AFM is een factor die zeer waarschijnlijk wel meegespeeld heeft, in dit onderzoek is dit echter niet bewezen.

Een ander onderwerp dat aan bod is gekomen in dit onderzoek is Basel. Beide landen zijn aangesloten bij de landen die zich aan de Basel akkoorden houden. Canada heeft echter zelf nog aanvullende eisen gesteld bovenop de Basel vereisten, Nederland heeft het bij de Basel vereisten gelaten. Het is duidelijk geworden dat de vereisten zoals Basel die gesteld heeft niet voldoende waren. Het Basel 2 akkoord, waar voor de financiële crisis ook al wel wat twijfel over bestond, is na de financiële crisis al snel vervangen door het Basel 3 akkoord waarin de eisen bijgesteld zijn. De les die hiervan geleerd moet worden is dat de bij Basel aangesloten landen ook zelf nog moeten nadenken over hoe zij hun financiële markt willen behouden.

Een algemene conclusie is dat de landen die geprofiteerd hebben tijdens de hoogtijdagen van de financiële markten zoals Nederland, daar een hoge prijs voor hebben moeten betalen. Een iets conservatievere houding zoals Canada kan in voorspoed wat geld kosten maar op de lange termijn betaalt dat zich wel terug.

Vanuit dit onderzoek komen ook nieuwe vragen naar voren, vragen die in dit onderzoek niet meer beantwoord worden en vervolgonderzoek vereisen. Het zou interessant zijn om te

onderzoeken of het toezicht in Nederland, net als het toezicht in Canada, door slechts één instantie uitgevoerd zou kunnen worden. De AFM zou eventueel een met de OSFI vergelijkbare organisatie kunnen worden en de DNB zou slechts nog een symbolische functie behouden. Een tweede onderwerp dat veelvuldig aan bod is gekomen in dit onderzoek is Basel. De

Basel-akkoorden, die richtlijnen opstellen voor het internationale bankwezen, die naar nu gebleken is niet toereikend waren. Het is interessant om te onderzoeken hoe het kwam dat de Basel richtlijnen zo'n slechte voorbereiding bleken te zijn op de financiële crisis. Is er wellicht teveel naar de markt geluisterd en te weinig naar onafhankelijke experts? En hoelang wenst Zwitserland, met een grote reputatie in het bankwezen, zijn naam nog te verbinden aan een falende organisatie?

Uiteraard zijn er aan dit onderzoek ook beperkingen verbonden. In de casusbeschrijvingen is gekozen voor onderwerpen die de auteur als meest relevant heeft beoordeeld. In de analyse van de verschillen is door de auteur gekozen voor onderwerpen die het meest waarschijnlijk werden geacht om als reden te dienen voor het verschil. Hoewel het onderzoek dus geen definitief bewijs geeft van de reden van het verschil in presteren geeft het wel een aantal duidelijke

aandachtspunten die sowieso door de wereldwijde financiële markt in aanschouw genomen moeten worden. Een goede onafhankelijke analyse van het eigen financiële systeem zal voor alle getroffen landen zeer informatief kunnen zijn, dit onderzoek kan dan helpen om verbeteringen aan te brengen in dat financiële systeem.

Literatuuroverzicht

Barth, J. R., Dopico, L. G., Nolle, D. E. and Wilcox, J. A. (2002), Bank Safety and Soundness and the Structure of Bank Supervision: A Cross-Country Analysis. International Review of Finance, 3:163–188.

Benink H.A., Schmidt R.H. Europe's single market for financial services: Views by the European Shadow Financial Regulatory Committee (2005) Journal of Financial Stability, 1 (2) , pp. 157-198.

Benink, H. A. and C. Wihlborg. 2002. “The New Basel Capital Accord: Making it Effective with Stronger Market Discipline. European Financial Management 8:103–15.

Blum, Jürg M, Why ‘Basel II’ may need a leverage ratio restriction, Journal of Banking & Finance,

Volume 32, Issue 8, August 2008, Pages 1699-1707

Bordeleau, E., A., Crawford, C., Graham, 2009, Regulatory constraints on bank leverage: Issues and lessons from the Canadian experience, Discussion Paper 2009-15, Bank of Canada.

Bordo, Michael D., Redish, Angela and Rockoff, Hugh, Why didn’t Canada have a banking crisis in 2008 (or in 1930, or 1907, or ...)? NBER Working Paper No. 17312 August 2011, Revised

September 2011 JEL No. N20

Brean, Donald J.S. Kryzanowski, Lawrence Roberts, Gordon S. (2011): Canada and the United States: Different roots, different routes toe financial sector regulation, Business History, 53:2, 249-269

Brunnermeier, M.K. (2009) Deciphering the Liquidity and Credit Crunch 2007-2008. Journal of Economic Perspectives. Volume 23, Number 1, Pages 77-100

Chant, John. (2009) The ABCP Crisis in Canada: The Implications for the Regulation of Financial

Markets [Internet], Expert Panel on Securities Regulation, January,

De Luna-Martinez, José and Rose, Thomas G, International Survey of Integrated Financial Sector Supervision (July 8, 2003). World Bank Policy Research Working Paper No. 3096.

Demirgüç-Kunt, Aslı, Detragiache, Enrica, Tressel, Thierry, Banking on the principles: Compliance with Basel Core Principles and bank soundness,Journal of Financial Intermediation, Volume 17, Issue 4, October 2008, Pages 511-542

Demirgüç-Kunt, Asli, Detragiache, Enrica, Basel Core Principles and bank soundness: Does compliance matter?Journal of Financial Stability, Volume 7, Issue 4, December 2011, Pages 179-190

Dickson, J., 2009, Capital and procyclicality in a turbulent market, Office of the Superintendent of Financial Institutions Canada (OSFI). Remarks to the RBC Capital Markets Canadian Bank CEO Conference, Toronto, Ontario, January 8.

Dierick, Frank, The Supervision of Mixed Financial Services Groups in Europe (August 2004). ECB Occasional Paper No. 20.

Eisenhardt, Kathleen M., Building Theories from Case Study Research, The Academy of

Management Review , Vol. 14, No. 4 (Oct., 1989), pp. 532-550

Engelen, E. 2007. “Amsterdamned”? The uncertain future of a financial centre. Environment and Planning A 39:1306–24

Engelen, E., Konings, M. and Fernandez, R. (2010), Geographies of Financialization in Disarray: The Dutch Case in Comparative Perspective. Economic Geography, 86: 53–73.

Freedman, C. “The Canadian Banking System”, Canada, March 1998

Guidara, Alaa, Lai, Van Son and Soumaré, Issouf, Banks’ Capital Buffer, Risk and Performance in Different Business and Regulation Cycles: Evidence from Canada (July 14, 2011).

Graham, Ann, Lessons from Canada: Crisis-Proofing a National Financial System (July 30, 2010). Guillemineau, C. (2009). Special article: State aid to the financial sector--the response of EU governments and the Commission to the financial crisis. European Policy Analyst, 31-36. Guillén, M.F. 'The Global Economic & Financial Crisis: A Timeline', The Lauder Institute Harris, Stephen L., The Global Financial Meltdown and Financial Regulation: Shirking and

Learning – Canada in an International Context, IPC Working Paper Series Number 90 December 23, 2009

Harris, Stephen. (2004) ‘Financial Services Sector in Canada: Interests and the Policy Process’,

Canadian Journal of Political Science, vol. 37, no 1, p. 161-184.

Hazeu, C.A. De crisis, de bank en de wet, Tijdschrift voor Openbare Financiën TvOF, jaargang 43, 2011, nummer 2, Wim Drees Stichting voor Openbare Financiën 138

Herring, Richard J., Carmassi, Jacopo, The Structure of Cross-Sector Financial Supervision Financial Markets, Institutions & Instruments, V. 17, No. 1, February 2008

Jackson, Patricia, Perraudin, William, Saporta, Victoria, Regulatory and “economic” solvency standards for internationally active banks, Journal of Banking & Finance, Volume 26, Issue 5, May

2002, Pages 953-976

Kirstein, Roland, The new Basle Accord, internal ratings, and the incentives of banks,

International Review of Law and Economics, Volume 21, Issue 4, May 2002, Pages 393-412

Kretzschmar, Gavin, McNeil, Alexander J, Kirchner, Axel, Integrated models of capital adequacy – Why banks are undercapitalised, Journal of Banking & Finance, Volume 34, Issue 12, December

2010, Pages 2838-2850

McGraw, Patricia A., Macs and PCs: Observations of the Canadian, U.S., and Global Financial Systems (March 1, 2011). Systemic Risk, Basel III, Financial Stability and Regulation 2011. Momota, Akira, Maeda, Yasuo, The effect of solvency regulation to a bank, Japan and the World

Economy, Volume 16, Issue 2, April 2004, Pages 163-191

Norhtcott, C.A., paulin,G., White, M. “Lessons for banking reform: A Canadian perspective”, Central Banking volume 19, Number 14.

Pe´rignon, Journal of Banking & Finance 32 (2008) 783–794

Pikkarainen, Pentti Central bank liquidity operations during the financial market and economic crisis: observations, thoughts and questions, Bank of Finland Research, Discussion Papers 20 • 2010

Ratnovski, Lev and Huang, Rocco, Why Are Canadian Banks More Resilient? IMF Working Paper 2009

Tedesco, Theresa. (2009) Op-Ed: ‘The Great Solvent North’, NY Times [Internet], 27 February, Vickers John (2008). The financial crisis and competition policy: some economics. GCP release dec 2008.

Yin, R. (1984) Case study research. Beverly Hills, CA: Sage Publications. Bank of Canada, 2008, Financial System Review June 2008

Bank of Canada, Financial System Review, June 2009, In het spoor van de crisis, De Nederlandsche Bank 2010

Summit of the euro area countries, Declaration on a concerted European action plan of the euro

area countries, Parijs, oktober 2008

World Economic Forum, “Global Competitiveness Report 2008-2009”, October 2008. http://www.osfi-bsif.gc.ca/

In document Canada versus Nederland (pagina 30-37)

GERELATEERDE DOCUMENTEN