• No results found

10. D E HUIDIGE ROL VAN BOEK VIII DCFR

10.3 DCFR en nationale hervormingen

Dat de DCFR een jongere tekst is dan de meeste nationale codificaties, heeft ook tot gevolg dat de DCFR op een andere manier een rol kan spelen in de nationale rechtsstelsels. De modelregeling kan als inspiratie dienen voor nationale wetshervormingen. Wetten worden vaak geschreven in reactie op ontwikkelingen in de maatschappij en de economie, en daarom loopt de wet vaak achter op deze ontwikkelingen. De DCFR is in 2009 uitgebracht en daarom zou betoogd kunnen worden dat deze regeling meer ‘up to date’ is dan veel nationale wetboeken. Zo is bijvoorbeeld het Belgische recht inzake zekerheidsrechten hervormd met

behulp van boek IX DCFR.98

10.4 Doel van de DCFR

De hiervoor genoemde manieren waarop boek VIII in het recht van de lidstaten van nut kan zijn, komen in grote mate overeen met het doel dat de drafters van de DCFR voor ogen hadden.99 Ten eerste beoogden ze een tekst op te stellen die mogelijk een model had kunnen

zijn voor een Common Frame of Reference, die in de Europese Unie zou gaan gelden. Zoals hiervoor bleek zal er geen CFR komen, en een harmonisatie van het privaatrecht binnen de EU is niet aanstaande, maar boek VIII zou wel kunnen dienen als inspiratie wanneer harmonisatie van het goederenrecht weer op de Europese agenda komt te staan. Daarnaast kan de DCFR ook dienen voor onderzoek en onderwijs. Het is het resultaat van een grootschalig onderzoek naar het recht van de lidstaten, en de drafters hoopten dat het duidelijk zou maken in welke mate deze rechtsstelsels overeenkomen, en verdere harmonisatie van het recht binnen de EU zou stimuleren. Tot slot hoopten de Drafters dat de DCFR zou worden gezien als een tekst waaruit inspiratie kan worden opgedaan om privaatrechtelijke problemen op te lossen, iets dat gezien de hiervoor genoemde uitspraak van de Zweedse Högsta Domstolen zeker het geval is. Dit doel is ook vervuld doordat de DCFR gebruikt is om nationale rechtsbronnen aan te passen, zoals in België het geval was.

Het blijkt dus dat de rol van boek VIII en de gehele DCFR nog niet uitgespeeld is. In de politiek, de rechtspraak en in het onderwijs zijn er nog verschillende manieren waarop de DCFR van nut kan zijn.

97 M. Grochowski, The practical potential of the DCFR Judgment of the Swedish Supreme Court (Högsta

domstolen) of 3 November 2009, Case T 3–08, European Review of Contract Law 2013, 9(1), p. 101 - 102. 98 E. Dirix & V. Sagaert, The New Belgian Act on security rights in movable property, European Property Law Journal 2014, 3(3), p. 232.

99 C. Bar & Research Group on EC private law, Principles, definitions and model rules of European private law :

11.C

ONCLUSIE

In eerste instantie was het niet de bedoeling dat het CFR-project van de Europese Commissie ook goederenrecht zou inhouden. De reden hiervoor was dat het goederenrecht te nauw verweven is met de onderliggende gedachte achter de nationale wetgeving van de lidstaten. Hierdoor werd het bijna onmogelijk geacht om tot harmonisatie van het goederenrecht te komen, of een gemeenschappelijke terminologie hiervoor te vinden.100 Toch is het de drafters

van boek VIII van de DCFR gelukt om een modelregeling voor het goederenrecht op te stellen die gebaseerd is op de vergelijking van de rechtsstelsels. Zoals hiervoor bleek is het echter niet zo dat boek VIII in alle gevallen een product is van de gemeenschappelijke kenmerken van de nationale stelsels, want hiervoor verschillen deze stelsels te veel. Veel onderdelen ervan zijn wel gebaseerd op overeenkomsten tussen de stelsels van de lidstaten. Wanneer echter geen passende oplossing voor een bepaald rechtsprobleem gevonden kon worden in wat de nationale stelsels gemeen hebben of wat de meerderheid van de lidstaten hanteert, hebben de drafters een nieuwe oplossing bedacht.

Te concluderen valt dat de nationale rechtsstelsels leidend zijn geweest bij het opstellen van boek VIII DCFR. Dit blijkt ook uit het feit dat na de toelichting van de keuzes die zijn gemaakt bij het draften van de overdrachtsregeling, een stuk is gewijd aan het uiteenzetten van de overdrachtsvereisten van ieder stelsel binnen de EU.101 Artikel 2:101 is het resultaat

van een combinatie van de methodes waarop de drafters het rechtsvergelijkend onderzoek konden gebruiken. Dit geldt voor boek VIII in het algemeen. Daarom valt naar mijn mening niet te zeggen dat de regeling van boek VIII een ‘common core’ of een ‘best solution’ oplossing hanteert. Er zou eerder gezegd kunnen worden dat boek VIII een combinatie is van de twee. In veel gevallen wordt namelijk gevolgd wat de stelsels van de lidstaten hanteren, maar de drafters zijn in sommige gevallen afgeweken van de nationale regelingen. Er is gekeken naar de overeenkomsten en verschillen tussen deze stelsels, en de voor- en nadelen van de onderwerpen die de stelsels verschillend regelen. Op basis daarvan is de keuze gemaakt voor een ‘majority solution’, ‘common solution’ of een nieuwe regeling.

Het blijkt dat boek VIII nog in verschillende onderdelen van het recht een rol kan spelen. Daarnaast kan het rechtsvergelijkende onderzoek dat daaraan ten grondslag ligt ook worden gebruikt voor onderwijs en een beter begrip van het nationale recht van andere landen in de EU. De DCFR kan zoals hiervoor al bleek ook in de jurisprudentie gebruikt worden. Uit het arrest van de Zweedse Högsta Domstolen blijkt dat de DCFR in de nationale rechtspraak gebruikt kan worden om mazen in de wet op te vullen. De DCFR is hier uiterst geschikt voor, omdat het een vrij recente tekst is in vergelijking met veel nationale wetboeken en daarom meer rekening houdt met de actuele veranderingen in het recht. Om deze reden kan de DCFR ook gebruikt worden voor inspiratie bij nationale wetshervormingen, zoals bijvoorbeeld in

100E. C. Ritaine, Common Frame of Reference and Property Law: A General Introduction, in: S. van Erp, A. F. Salomons, & B. Akkermans, The future of European property law, Munich: Sellier European Law 2012, p. 16 101 Lurger, B., Faber, Wolfgang, Moraitis, Anastasios, & Costa, Martine, Acquisition and loss of ownership of

België het geval was. Vooral in gevallen die de staatsgrenzen overschrijden zou de DCFR goed van pas kunnen komen, omdat bij het opstellen van de DCFR met de verschillende rechtsstelsels binnen de EU rekening is gehouden. Deze manieren waarop de DCFR gebruikt kan worden in het huidige recht komt overeen met wat de drafters met de tekst beoogd hadden bij het opstellen ervan. Hieruit valt te concluderen dat de rol van de DCFR nog niet is uitgespeeld.

Doordat het DCFR project is gestrand, en er geen recente plannen zijn om een gemeenschappelijk goederenrechtelijk stelsel binnen de EU verder te ontwikkelen, lijkt harmonisatie van het goederenrecht erg ver weg. Zo ver weg hoeft harmonisatie echter niet te zijn. Een gemeenschappelijke wettekst is niet de enige manier om dichter bij harmonisatie van het goederenrecht te komen. Naast de beoogde positieve harmonisatie door de CFR, is ook negatieve harmonisatie mogelijk. Door middel van artikel 34 VWEU en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU die hierover gaat, kan het recht van de lidstaten ook beïnvloed

worden.102 Hoewel de uitspraken van het HVJEU nog geen directe invloed hebben op hoe de

lidstaten eigendomsoverdracht regelen, hebben ze toch invloed op het goederenrecht en de interne markt.

De eerste gecontroleerde vlucht van de gebroeders Wright in 1903 werd voorafgegaan door vele jaren testen met mislukte modellen. Op basis van die modellen werden nieuwe luchtvaartuigen opgesteld, en nu wordt er op grote schaal gevlogen. Het zal mij daarom niet verbazen als er in de toekomst een Europees wetboek bestaat dat ook goederenrecht inhoudt, en dat boek VIII van de DCFR voor dat wetboek een van de eerdere modellen zal zijn geweest. De DCFR is dus zeker niet voor niets opgesteld. Als harmonisatie van het goederenrecht weer op de planning van de EU zal komen te staan, dan is er met de DCFR en het rechtsvergelijkende onderzoek al een heleboel voorwerk verricht. En tot die tijd kunnen de DCFR en boek VIII daarvan nog op verschillende gebieden van het nationale en Europese recht van nut zijn.

102 B. Akkermans, Property Law and the Internal Market, in: S. van Erp, A. F. Salomons, & B. Akkermans, The future of European property law, Munich: Sellier European Law 2012, p. 202 – 203.

12.

Bronvermelding 12.1 literatuur

Amato 2013

C. Amato, The Europeanisation of contract law and the role of comparative law: The case of

the Directive on Consumer Rights, in K. Devenney & M. Kenny (Eds.), The Transformation of European Private Law: Harmonisation, Consolidation, Codification or Chaos?,

Cambridge: Cambridge University Press 2013, doi:10.1017/CBO9781139870559.005. Bar 2009

C. Bar & Research Group on EC private law, Principles, definitions and model rules of

European private law : Draft Common Frame of Reference (DCFR) (Outline ed.), Munich:

Sellier 2009.

Bartels, Van Mierlo 2013

S. E. Bartels & A. I. M. van Mierlo, Asser 3-IV Algemeen goederenrecht, Deventer, Kluwer 2013.

Devenney, Kenny 2013

J. Devenney & M. B. Kenny, The Transformation of European Private Law : Harmonisation,

Consolidation, Codification or Chaos?, Cambridge: Cambridge University Press 2013

Dirix, Sagaert 2014

E. Dirix & V. Sagaert, The New Belgian Act on security rights in movable property, European Property Law Journal 2014, 3(3)

Erp, Salomons, Akkermans 2012

J. Erp, A. F. Salomons, & B. Akkermans, The future of European property law, Munich: Sellier European Law 2012

Faber, Lurger 2009

Faber, W., & Lurger, Brigitta, National reports on the transfer of movables in Europe Vol. 2

England and Wales, Ireland, Scotland, Cyprus, Munich: Sellier 2009.

Faber, Lurger 2011

W. Faber & B. Lurger, National reports on the transfer of movables in Europe Vol. 3

Germany, Greece, Lithuania, Hungary (Schriften zur Europäischen Rechtswissenschaft),

München: Sellier 2011. Faber, Lurger 2011

W. Faber & B. Lurger, National reports on the transfer of movables in Europe, volume 4,

France, Belgium, Bulgaria, Poland, Portugal, Sellier, 2011.

Graziadei, Smith 2017

M. Graziadei & L. D. Smith, Comparative property law, Global Perspectives, Cheltenham UK: Elgar Publishing 2017

Grochowski 2013

M. Grochowski, The practical potential of the DCFR Judgment of the Swedish Supreme

Court (Högsta domstolen) of 3 November 2009, Case T 3–08, European Review of Contract

Law 2013, 9(1). Hondius 2011

E. Hondius, De rode bundel, het groenboek en de blauwe knop Optioneel instrument: optie of

niet?, in: M.W. Hesselink, A.A.H. van Hoek, M.B.M. Loos & A.F. Salomons, HET GROENBOEK EUROPEES CONTRACTENRECHT: NAAR EEN OPTIONEEL INSTRUMENT?, Den Haag: Boom Juridische uitgevers, 2011

Jansen, Zimmerman 2010

N. Jansen & R. Zimmermann, “A EUROPEAN CIVIL CODE IN ALL BUT NAME”:

DISCUSSING THE NATURE AND PURPOSES OF THE DRAFT COMMON FRAME OF REFERENCE, The Cambridge Law Journal 2010, 69(1)

Kalouta 2015

G. Kalouta, The Draft Common Frame of Reference in the Courts: The Remaking of

Comparative Law. In Courts and Comparative Law, Oxford University Press 2015, p. Courts

and Comparative Law, Chapter 38. Lokin, Zwalve 2014

J. H. A. Lokin & W. J. Zwalve, Hoofdstukken uit de Europese Codificatiegeschiedenis, vierde druk, Den Haag, Boom Juridische uitgevers 2014.

Lurger, Faber 2010

B. Lurger, W. Faber, A. Moraitis, & M. Costa, Acquisition and loss of ownership of goods,

Principles of European law vol. 9, München: Sellier European Law 2010.

Maugeri 2011

M. Maugeri, Is the DCFR ready to be adopted as an optional instrument? (Draft Common

Frame of Reference) (European Union), European Review of Contract Law 2011, 7 (2), 219.

Nieskens-Isphording 1996

B. Nieskens-Isphording, Overdracht/Übertragung : Eigendomsverkrijging naar Nederlands en Duits recht (Ars Aequi cahiers Rechtsvergelijking en rechtsgeschiedenis deel 4), Nijmegen: Ars Aequi Libri 1996.

Nieskens-Isphording 2012

B. Nieskens-Isphording & A. E. M. van der Putt-Lauwers, Derdenbescherming (Monografieën nieuw BW), derde druk, Deventer: Kluwer 2012.

Pitlo, Reehuis, Heisterkamp 2012

Pitlo, A., W. H. M. Reehuis, en A. H. T. Heisterkamp, “Goederenrecht, Deel 3”, dertiende druk, Deventer: Kluwer 2012.

Reehuis 2004

Salomons, European Property Law Journal 2013

A. F. Salomons & Csecl, Comparative law and the quest for optimal rules on the transfer of movables for Europe, European Property Law Journal 2013, 2(1), 54-72.

Snijders 1996

H. Snijders, Toegang tot buitenlands vermogensrecht, Arnhem: Gouda Quint 1996. Van Buchem-Spapens, Pouw 2008

A. M. J. van Buchem-Spapens & Th. A. Pouw, Faillissement, surseance van betaling en

schuldsanering, Deventer: Kluwer, 2008.

Van Vliet 2000

L. P. W. van Vliet, Transfer of movables in German, French, English and Dutch law, Nijmegen: Ars Aequi Libri, 2000.

Van Vliet 2011

L. P. W. van Vliet, Acquisition and loss of ownership of goods, in NTBR 2011/51, aflevering 7 (39-54).

Vogenauer 2013

S. Vogenauer, The DCFR and the CESL as Models for Law Reform. In The Common

European Sales Law in Context, Oxford University Press 2013, chapter 22.

Willems 2010

M. A. L. M. Willems, Faillietverklaring, curator en R-C, tweede druk, Deventer: Kluwer, 2010.

12.2 Jurisprudentie

Högsta Domstolen, Stockholm 3 november 2009, T 3—08 House of Lords, 4 maart 1878, (1877–78) LR 3 App Cas 459.

GERELATEERDE DOCUMENTEN