• No results found

Dataverzameling per onderzoeksinstrument

NB. Onderstaande is in aanvulling op hetgeen hierover is beschreven in hoofdstuk 2.

Formulier bezetting DJI en vragenlijst JJI’s

Deze instrumenten voor kwantitatieve en kwalitatieve dataverzameling zijn ontwikkeld en uitgezet per JJI en/of (deels) in DJI. De instrumenten gaan in op de volgende vragen:

• Wat is het aantal jeugdige veelplegers op een veelplegersplaats? • Welke ontwikkeling was er in de bezettingsgraad?

• Hebben deze jeugdigen allemaal een kortdurend programma aangeboden gekregen? Hoeveel wel/niet? Waarom wel/niet?

• Welke programma’s zijn vanaf de start van de veelplegersplaatsen aangeboden en operationeel? • Hoeveel jeugdige veelplegers hebben nazorg aangeboden gekregen? En is er hierbij mogelijk een

relatie met de vooraf opgestelde kenmerken van jeugdige veelplegers?

Wat is de gemiddelde wachttijd voor de start van de nazorg na ontslag uit een JJI? • Wat is het (indicatieve) succesgehalte van de interventieprogramma’s:

o Hoeveel jeugdige veelplegers hebben dit programma volledig doorlopen resp. voortijdig afge-broken?

o Wat zijn de kenmerken van het type jeugdige veelpleger dat relatief vaak dit programma vol-ledig en succesvol doorloopt resp. voortijdig afbreekt?

• Wat is het (indicatieve) succesgehalte van het nazorgtraject:

o Hoeveel jeugdige veelplegers hebben dit voltooid resp. voortijdig afgebroken?

o Wat zijn de kenmerken van het type jeugdige veelpleger dat relatief vaak het nazorgtraject volledig en succesvol doorloopt resp. voortijdig afbreekt?

De gegevens zijn verwerkt (kwantitatieve gegevens in SPSS) en geanalyseerd. Waar relevant zijn eventuele verschillen aangeven tussen de JJI’s.

Dossieronderzoek

Er zijn 50 dossiers geanalyseerd op de volgende onderwerpen: • Kenmerken van de veelpleger.

• Gehanteerde toelatingscriteria voor veelplegersplaatsen.

• De mate waarin de veelplegersplaatsen bezet worden door ‘echte veelplegers’ (volgens vastge-stelde definitie).

• Hebben deze jeugdigen allemaal een kortdurend programma aangeboden gekregen? Waarom wel/niet?

• Diagnose en uitvoering van de interventies. Onder andere:

o Is bij plaatsing een diagnose uitgevoerd?

o Voor welke interventieprogramma’s is gekozen?

o Sluit dit programma aan bij de uitkomst van de diagnose?

o Welke interventieprogramma’s zijn daadwerkelijk gevolgd?

o Welke programma’s zijn afgerond?

o Deden zich problemen voor bij deelname aan het programma? Zo ja welke?

• Wat zijn (de) belangrijk(st)e redenen voor het voltooien resp. afbreken van het programma? M.b.t. veelplegers die nazorg kregen aangeboden:

• Is er een relatie tussen kenmerken van jeugdige veelplegers en het wel of juist niet aangeboden krijgen van nazorg?

• Wat zijn de kenmerken van het type jeugdige veelpleger dat relatief vaak het nazorgtraject volle-dig doorloopt resp. voortijvolle-dig afbreekt?

• Wat zijn (de) belangrijk(st)e redenen voor het voltooien resp. afbreken van het nazorgtraject? Bij de analyse van de gegevens zijn, waar relevant, de eventuele verschillen aangeven tussen de JJI’s en G4-gemeenten.

Lijst voor screening en beoordeling van programma’s

Onderstaande screeningslijst is gebaseerd op de kwaliteitscriteria van de Erkenningcommissie en het instrument waarmee het programma van de Glen Mills School is geëvalueerd (ontwikkeld door de DSP-groep op basis van de kwaliteitscriteria).

Onderdelen en screeningspunten: 1.Theoretische onderbouwing

- Is er sprake van meetbare doelen?

- Is de gekozen combinatie van doelen en interventie/behandeling geëxpliciteerd? - Zijn de gehanteerde methoden/programma’s gedragswetenschappelijk onderbouwd?

- Is de werking van gehanteerde programma’s/methoden aangetoond? Zo ja, welke program-ma’s/methoden?

2. Selectie van justitiabelen

- Zijn er selectiecriteria voor deelname? D.w.z.: op basis van het al dan niet voldoen aan welke criteria wordt bekeken welke modules/onderdelen worden gevolgd?

- Zijn exclusiecriteria geformuleerd?

- Is er sprake van een diagnose? Welke instrumenten worden hierbij gehanteerd?

3. Dynamische criminogene factoren

- Is het programma / zijn onderdelen van het programma gericht op het verminderen van de invloed van dynamische criminogene factoren?

4. Effectieve (behandel)methoden toegepast

- Worden er (behandel)methoden toegepast die aantoonbaar effectief of veelbelovend zijn?

5. Vaardigheden en protectieve factoren

- Is de aanpak mede gericht op:

a. het leren van praktische, sociale en probleemoplossende vaardigheden? b. cognitieve gedragstherapie?

c. het versterken van protectieve factoren? d. scholing?

e. het (gezins)systeem van de jongere?

6. Fasering, intensiteit en duur

- Is de fasering, duur en intensiteit onderbouwd?

- Is er een samenhang met de intensiteit van een programma en het recidiverisico?

7. Betrokkenheid en motivatie

- Wordt expliciet aandacht besteed aan betrokkenheid en motivatie van de jongere?

8. Continuïteit

- Hoe wordt de continuïteit van het totale programma en de begeleiding gewaarborgd (aandacht voor terugvalpreventie, continuïteit in de begeleiding door de fasen heen, nazorg…)?

9. Programma-integriteit

- Wordt ervoor gezorgd dat het programma wordt uitgevoerd zoals beoogd? O.a.: a. aandacht voor professionalisering, opleiding, coaching?

b. selectie en beoordeling van begeleiders?

c. aanwezigheid van handleidingen en draaiboeken voor begeleiders van programma’s? d. anders…?

10. Systeem van monitoring en evaluatie

- Is er sprake van systematische registratie van gegevens i.r.t. te bereiken doelen per jongere? - Vindt procesevaluatie plaats? Hoe? Met welke instrumenten?

- Worden effecten in kaart gebracht? Hoe, met welke instrumenten? - Worden resultaten uit evaluatie met het team besproken?

Focusgroepbijeenkomst: opdrachten bij twee sessies Sessie 1: Bespreken van drie voorlopige resultaten m.b.t. nazorg

Bespreek t.a.v. de onderstaande drie voorlopige onderzoeksresultaten: - Is dit herkenbaar? Wat wel en wat niet?

- Noem (per resultaat) maximaal drie factoren die hierbij een rol spelen. - Wat moet er gebeuren en wat is hiervan in gang gezet?

Drie voorlopige onderzoeksresultaten:

1. Bekendheid nazorg bij JJI’s

• Het nazorgaanbod van de G4-gemeenten is bij één van de vier JJI’s grotendeels bekend, bij één JJI deels bekend en bij twee JJI’s onbekend.

• JJI’s weten van 20 jongens dat deze in een G4-gemeente nazorg kregen aangeboden.

NB: Het totaal aantal in een JJI geplaatste jeugdige veelplegers afkomstig uit een G4-gemeente is

40 (vanaf de start in 2004 tot 1 december 2006).

Bron: respectievelijk vragenlijst JJI’s en bezettinggegevens DJI.

2. Aanbod

• Jongeren afkomstig van een veelplegersplaats stromen in, in de bestaande hulpverleningsstruc-tuur. Er lijken geen programma’s te zijn die speciaal afgestemd zijn op jeugdige veelplegers (die voldoen aan de definitie van jeugdige veelpleger).

Bron: (telefonische) interviews G4-gemeenten + regio Limburg, interviews JJI’s, bestudering van do-cumenten m.b.t. nazorg.

3. Ontwikkeling van beleid ten aanzien van het aanbod

• De ontwikkeling en uitvoering van een samenhangend beleid t.a.v. het nazorgaanbod voor jeugdi-ge veelplejeugdi-gers staat in de G4-jeugdi-gemeenten + regio Limburg nog in de kinderschoenen. Dit is dit jaar (2006-2007) op gang gekomen.

Bron: (telefonische) interviews G4-gemeenten + regio Limburg, interviews JJI’s, bestudering van do-cumenten m.b.t. nazorg.

Sessie 2: In hoeverre sluit nazorg aan op het justitiële traject?

- Waar bent u tevreden/ontevreden over?

- Waarom?

Bespreek bovenstaande vragen aan de hand van de volgende aandachtspunten:

a. Aantal jeugdige veelplegers dat nazorg krijgt aangeboden b. Wachttijd (tussen ontslag uit JJI en start aan nazorgtraject)

c. Specifieke kenmerken van jeugdige veelplegers (match met programma/traject)

d. Overdracht en afstemming van informatie tussen partners (vanaf de start van het veelplegerstra-ject)

e. Duidelijkheid omtrent procedure + verantwoordelijkheden f. Financiering

g. Verplichte of vrijwillige nazorg Aanvullend:

h. ……….. i. ……….

Slotvraag: Wat zijn, alles overziende, drie belangrijke doelstellingen m.b.t. nazorg waaraan in uw gemeente/regio gewerkt moet worden?