• No results found

4 Beschikbare data voor fauna in riviersystemen

4.1 Data van ongewervelde groepen uit de bestanden van EIS-Nederland

EIS-Nederland heeft in eerste instantie alle kilometerhokken (1x1 km) geselecteerd die de uiterwaarden van de Nederlandse rivieren beslaan. Het betreft 1134 kilometerhokken waarin de uiterwaarden liggen van de grote rivieren (Rijn, Maas, Waal en IJssel) van de landsgrens tot aan de monding en daarnaast de uiterwaarden van de kleinere Overijsselse Vecht en de Roer. De diergroepen waarop deze eerste analyse is gedraaid betreft: libellen, sprinkhanen, zweefvliegen, bijen, wespen, boktorren, loopkevers, pissebedden, mieren, duizendpoten en miljoenpoten. Ook de water- en oppervlaktewantsen zijn bij de analyse meegenomen, maar deze behoren eerder tot de aquatische fauna en worden in de tweede fase van dit project waarschijnlijk niet meer gebruikt. In totaal betreft het 1366 ongewervelde diersoorten waarvoor in het rivierengebied 69396 records voorhanden zijn, verdeeld over 1083 kilometerhokken. Dat betekent dat slechts uit 4% van het uiterwaardengebied helemaal geen gegevens voorhanden zijn.

Voor dagvlinders is de website Vlindernet geraadpleegd. Hierbij is geen exacte berekening gemaakt van het aantal kilometerhokken of uurhokken, maar een inschatting op basis van de kaarten van een algemene soort (dagpauwoog) en een vrij schaarse kenmerkende riviersoort (bruin blauwtje) (figuur 4.3). Op basis van de spreiding van waarnemingen van deze twee soorten mag worden verondersteld dat uit vrijwel het gehele rivierengebied waarnemingen van vlinders bekend zijn. Hierbij moet echter worden opgemerkt dat dit niet zal gelden voor minder goed herkenbare soorten zoals nachtvlinders en dat deze gegevens gebaseerd zijn op uurhokken (5x5 kilometer). Hierdoor is het mogelijk dat sommige ‘rivierhokken’ gedekt lijken te zijn, maar dat de daadwerkelijke waarneming net buiten de kilometerhokken van het

rivierengebied ligt. Het is echter duidelijk dat het rivierengebied voor vlinders goed is onderzocht en een ruwe schatting is dat ongeveer 90% van het rivierengebied is gedekt.

De verdeling van deze records over het uiterwaardengebied zijn weergegeven in figuur 4.1. Hieruit blijkt dat sommige riviertrajecten of natuurterreinen beter zijn onderzocht dan andere. Een clustering van records treedt voornamelijk op in de Gelderse Poort (met name de Millingerwaard), de uiterwaarden van Zaltbommel, de Biesbosch en langs de Nederrijn, de

Grensmaas en de Roer. Vooral van de Maas tussen midden en noord Limburg ontbreken data, maar dit deel kent dan ook slechts zeer smalle uiterwaarden.

Figuur 4.1: Overzicht van alle waarnemingen uit de databestanden van EIS- Nederland in uurhokken die de Nederlandse uiterwaarden beslaan. De waarnemingen betreft de soortgroepen libellen, sprinkhanen, zweefvliegen, bijen, wespen, boktorren, loopkevers, pissebedden, mieren, duizendpoten en miljoenpoten.

In tabel 4.1 is een samenvatting weergegeven van alle records, gesorteerd op aantal kilometerhokken waarvan gegevens voor de betreffende groep

voorhanden zijn. In vergelijking met hoofdstuk 3 zijn alleen de spinnen en terrestrische mollusken niet opgenomen, aangezien hiervoor nog een basis dataset ontbreekt. Verreweg de meeste records zijn van libellen; deze groep betreft 45,5% van alle waarnemingen en is ook de groep waarvan uit de meeste kilometerhokken gegevens bekend zijn (dekking 84% van het rivierengebied). Sprinkhanen vormen een goede tweede met 10,7% van de waarnemingen (dekking 77%), gevolgd door zweefvliegen met 15,9% (dekking 52%) en bijen met 8,5% (dekking 42%) In totaal omvatten deze vier diergroepen ruim 80% van alle records. Voor de dagvlinders kon deze berekening niet worden gemaakt, maar de inschatting op basis van de

gegevens van Vlindernet geeft aan dat deze in de buurt liggen van het aantal waarnemingen van libellen en deze waarschijnlijks zelfs overstijgen.

Tabel 4.1: Overzicht van de aantallen soorten, het aantal records en het aantal kilometerhokken per geanalyseerde diergroep uit de databestanden van EIS-Nederland en van vlinders (bron: Vlindernet).

Soorten records Km-hokken / dekking van rivierengebied

Libellen 60 58012 947 84%

Sprinkhanen 40 13600 870 77%

Zweefvliegen 247 20293 589 52%

Bijen 275 10787 477 42%

Wespen 305 7783 305 27%

Water- & oppervlaktewantsen 65 3323 218 19%

Boktorren 64 1310 200 18% Loopkevers 256 8369 138 12% Pissebedden 25 2780 132 12% Mieren 40 614 116 10% Duizendpoten 23 278 74 7% Miljoenpoten 26 259 70 6% Totaal NL 1426 127408 Totaal in rivierengebied 1366 69396 1083 96% Vlinders 948 ? ? ±90%

De verdeling van de records in relatie tot de landelijke dekking verschilt sterk tussen diergroepen, verspreidingskaarten per groep zijn in bijlage 3

weergegeven. Zoals hierboven gemeld, bestrijken de waarnemingen van libellen en sprinkhanen grote delen van het Nederlandse uiterwaardengebied. Zweefvliegen en bijen zijn vooral goed bekend langs de Nederrijn, Grensmaas en de Biesbosch, in mindere mate ook de Gelderse Poort en de Roer. Van duizendpoten en miljoenpoten zijn vrijwel alleen waarnemingen uit de Gelderse Poort, de Nederrijn bij Wageningen en langs de IJssel bekend. Onderzoeks- en monitoringsgegevens van uiterwaarden in projecten Databases zoals hierboven beschreven zijn zeer waardevol om een brede analyse te maken in hoeverre soorten in Nederland aan het riviersysteem zijn gebonden. Om de binding van soorten aan specifieke elementen in

uiterwaarden te analyseren zijn uiteraard meer gedetailleerde datasets nodig. Deze datasets zijn voornamelijk verzameld bij monitoring en wetenschappelijk onderzoek, waarbij verschillende locaties binnen een uiterwaard

gestandaardiseerd zijn bemonsterd, al dan niet langs een transect van de rivier naar de hoger gelegen delen van de uiterwaard of de dijken. Tabel 4.2 geeft een kort overzicht (niet compleet) van belangrijke studies waarin voor verschillende diergroepen op deze wijze data zijn verzameld.

Tabel 4.2: overzicht van studies naar specifieke diergroepen in uiterwaarden.

Auteur en jaartal Diergroep Gebied

Kalkman et al., 2003 Bijen & wespen Waal, Zaltbommel Kalkman et al., 2003 Libellen Waal, Zaltbommel Dijkstra & Kroese, 2000 Libellen Pripyat, Wit-Rusland Van Gijzen, 2003 Loopkevers Nederrijn, Arnhem Kalkman et al., 2003 Loopkevers Waal, Zaltbommel Schippers, 2010 Loopkevers Waal, A&D-waarden Verdonschot et al., 2007 Loopkevers Waal, Millingerwaard Bonn et al., 2002 Loopkevers Weser, Elbe & Oder,

Duitsland Kalkman et al., 2003 Mollusken

(terrestrisch) Waal, Zaltbommel

Steinhard, 1998 Muggen Oder, Duitsland

Wijnhoven, 2007 Muizen Waal, Afferdensche en

Deestsche Waarden Kalkman et al., 2003 Spinnen Waal, Zaltbommel Noordijk et al., 2009 Spinnen Waal, Millingerwaard Bonn et al., 2002 Spinnen Weser, Elbe & Oder,

Duitsland

Kalkman et al., 2003 Sprinkhanen Waal, Zaltbommel Kalkman et al., 2003 Zweefvliegen Waal, Zaltbommel