• No results found

CYTOTOXISCHE GENEESMIDDELEN IN ZIEKENHUISOMGEVINGEN

THEMA Risicobeheersing cytostatische en cytotoxische geneesmiddelen/Arbeidshygiëne.

DOELSTELLINGEN Het voorgestelde programma voor risicobeheersing omvat:

• Beheersing van de risico’s die voortvloeien uit de hantering van cytotoxische geneesmiddelen gebruikt in zorgomgevingen.

• Maatregelen bepalen en evalueren voor preventie en bescherming van de werknemers.

• De optimale omstandigheden bepalen voor de hantering van cytotoxische geneesmid- delen doorheen hun levenscyclus.

• De werknemers opleiden en sensibiliseren over de risico’s van cytotoxische genees- middelen.

• In overleg met de preventieadviseur-arbeidsarts een gepast gezondheidstoezicht voors- tellen.

PROGRAMMA De beheersing van cytotoxische geneesmiddelen gebeurt door een interactieve benadering die de deelname voorziet van de interne preventieadviseur en de arbeidsarts, de werknemers en de hiërarchische lijn. De interventie verloopt als volgt:

•  Voorbereidende vergadering over de praktische organisatie.

• Observatie en evaluatie van de risico’s die voortvloeien uit de hantering van cytotoxische geneesmiddelen.

• Monsterneming op oppervlakken van cytotoxische geneesmiddelen indien nodig.

•  Op verzoek uitwerking van procedures die een betere beheersing mogelijk maken van de risico’s in verband met blootstelling aan cytotoxische geneesmiddelen.

• Opleidingssessie over risicobeheersing in verband met cytotoxische geneesmiddelen.

METHODE • Risicoanalyse: de voorgestelde methode van risicoanalyse is een controlelijst die «het traject van cytotoxische geneesmiddelen in het ziekenhuis» overloopt. Deze methode houdt rekening met de risico’s verbonden aan cytotoxische geneesmiddelen vanaf het moment dat ze in het ziekenhuis aankomen via de samenstelling in de apotheek en de toediening aan de patiënten tot de verwijdering van het afval.

• Monsterneming op oppervlakken van cytotoxische geneesmiddelen indien nodig:

monsterneming en analyse gebeuren in samenwerking met het laboratorium voor industriële toxicologie van de ECL (LTAP).

• Opleiding: interactieve uiteenzetting die rekening houdt met de resultaten van de risicobeoor-deling en de voorgestelde preventiemaatregelen.

DOELPUBLIEK Alle werknemers die cytotoxische geneesmiddelen hanteren (apothekers, verpleegkundigen, artsen, chirurgen) of die onrechtstreeks in contact kunnen komen met deze producten (zorgverstrekkers, schoonmaakpersoneel…), leden van de hiërarchische lijn, interne preventiedienst.

INTERVENTIEPLAATS In de onderneming zelf.

75 75

C ES I A D VI ES I N

ARB> CHEMISCHE AGENTIA

OPMAAK

ASBESTINVENTARIS

THEMA Opmaak van de asbestinventaris in het kader van het Codex Boek VI - Chemische, kankerverwekkende en mutagene agentia - Titel 3 - Asbestinventaris.

DOELSTELLINGEN De aanwezigheid opsporen van materialen die asbest bevatten in de gebouwen die door het bedrijf zijn betrokken (inclusief werk- en beschermingsuitrustingen). De inventaris wordt gemaakt teneinde:

• De werknemers te beschermen tegen de risico’s van blootstelling aan asbest en om een programma op te stellen voor het beheer van asbesthoudende materialen (visuele inspectie – inkapseling – verwijdering).

• De werknemers te beschermen tegen de risico’s van blootstelling aan asbest bij even-tuele verbouwings- of afbraakwerken.

PROGRAMMA • Vooraf wordt informatie ingewonnen over het bouwjaar van de gebouwen en waaruit ze bestaan.

• Bezoek aan alle gebouwen (onbereikbare zones en elementen worden genoteerd). Men moet zich laten begeleiden door een persoon die de plaatsen zeer goed kent en toegang heeft tot alle lokalen.

• Verdachte materialen worden geïdentificeerd, gefotografeerd en bemonsterd.

•  De stalen worden ter analyse naar een erkend laboratorium gestuurd.

• Het asbestinventarisrapport wordt opgesteld op basis van het bezoek aan de gebouwen en de analyseresultaten van het erkende laboratorium.

METHODE •  De detectie van asbesthoudende materialen gebeurt nauwgezet per:

- Lokaal.

- Deel van het gebouw.

- Werkuitrusting.

- Beschermingsuitrusting.

•  De moeilijk toegankelijke zones en elementen die onder normale omstandigheden niet tot bloots-telling aan asbest kunnen leiden, worden geïdentificeerd.

• Verdachte materialen worden geïdentificeerd (toepassing – evaluatie van de staat van het mate-riaal – activiteiten die tot blootstelling kunnen leiden), gefotografeerd en bemonsterd.

• Een bemonstering gebeurt enkel en alleen als het verdachte materiaal beschadigd is (niet-des-tructieve methode). Het staal wordt genomen met inachtname van de preventiemaatregelen zoals voorzien in Bijlage VI.3-1 van het Codex Boek VI - Chemische, kankerverwekkende en mutagene agentia - Titel 3 - Asbestinventaris.

• De stalen worden hermetisch verpakt.

• De stalen worden ter analyse naar een erkend laboratorium gestuurd (identificatie door ste-reoscopische microscopie, polarisatie en de Mc Crone «kleurdispersie» techniek).

C ES I A D VI ES I N

ARB> CHEMISCHE AGENTIA

METHODE • Opmaak van een asbestinventarisrapport dat de volgende elementen bevat:

- Een algemeen overzicht van het asbest of van asbesthoudende materialen die aanwezig zijn in de lokalen, delen van het gebouw, werkuitrustingen en beschermingsuitrustingen.

- Een overzicht van de moeilijk bereikbare zones en elementen die onder normale omstandigheden niet kunnen leiden tot blootstelling aan asbest.

- Een inventaris per lokaal, deel van het gebouw, werkuitrusting en beschermingsuitrusting:

a) van de toepassing waarin asbest is gebruikt.

b) een evaluatie van de staat van het asbest of van de asbesthoudende materialen.

c) van activiteiten die kunnen leiden tot blootstelling aan asbest.

- De te volgen aanbevelingen voor alle ontdekte potentieel gevaarlijke situaties.

- Het voorstel van een plan van aanpak voor materialen waarvan vermoed wordt dat ze asbest bevatten, waarvan geweten is dat ze asbest bevatten of die asbest bevatten.

- Het advies van de preventieadviseur-arbeidsarts.

- Het analyserapport van het erkende laboratorium.

- Deze asbestinventaris is een visuele inventaris. Hij identificeert materialen waarvan vermoed wordt dat ze asbest bevatten, waarvan geweten is dat ze asbest bevatten of die asbest bevatten, in de onmiddellijk omgeving van de gebruikers. Dat betekent ook dat het niet mogelijk is om te bepalen of asbest aanwezig is in een wand, een muur of een plafond. Bij werken is dit soort inventaris niet voldoende. Dan moet een destructieve inventaris opgemaakt worden.

DOELPUBLIEK Elk bedrijf (werkgever) dat de gebouwen betrekt en/of werk- en beschermingsuitrustingen gebruikt.

INTERVENTIEPLAATS In het bedrijf zelf: alle door het bedrijf betrokken gebouwen inclusief eventuele gemene delen en alles wat er zich bevindt (werk- en beschermingsuitrustingen).

77 77

C ES I A D VI ES I N

ARB> CHEMISCHE AGENTIA

ACTUALISATIE

ASBESTINVENTARIS

THEMA Jaarlijkse actualisatie van de asbestinventaris in het kader van het Codex Boek VI - Chemische, kankerverwekkende en mutagene agentia - Titel 3 - Asbestinventaris.

DOELSTELLINGEN Controleren of de status van asbesthoudende materialen niet is verslechterd (tijd, botsin-gen…). Deze jaarlijkse inspectie wordt visueel uitgevoerd.

PROGRAMMA • Bezoek aan alle gebouwen (ontoegankelijke zones en elementen worden gerapporteerd) ge-baseerd op het initiële inventarisatierapport (aan te leveren indien het niet door onze diensten werd opgesteld). Het is noodzakelijk om te worden begeleid door een persoon met een zeer goede kennis van het terrein en toegang te hebben tot alle lokalen.

• Asbesthoudende materialen worden visueel geïnspecteerd op eventuele schade.

• De actualisatie van het inventarisatierapport wordt opgesteld op basis van visuele waarnemingen.

METHODE • Nazicht van de opvolging van de aanbevelingen in het initiële inventarisatierapport.

• Visuele inspectie van asbesthoudende materialen om eventuele schade op te sporen.

•  Eventueel geven van nieuwe aanbevelingen aangepast aan de status van asbesthoudende ma-terialen.

• Beoordeling van het beheersplan van asbesthoudende materialen.

• Opmaak van de actualisatie van het inventarisatierapport, welke de volgende elementen bevat:

- Actualisatie van de lijst van asbesthoudende materialen (na verwijdering, werk…).

- Actualisatie van de aanbevelingen volgens de visuele waarnemingen.

- Actualisatie van het beheersplan voor materialen.

DOELPUBLIEK Elk bedrijf (werkgever) dat de gebouwen betrekt en/of werk- en beschermingsuitrustingen gebruikt.

INTERVENTIEPLAATS In het bedrijf zelf: alle door het bedrijf betrokken gebouwen inclusief eventuele gemene delen en alles wat er zich bevindt (werk- en beschermingsuitrustingen).

C ES I OP LEI D ING IN

A> CHEMISCHE AGENTIA

INFORMATIE SESSIE OVER RISICO’S