• No results found

Bijlage 3: Codeboek inhoudsanalyse

B. CSR-frames

B.1.) Dierenwelzijnsframe

1. Wordt er positief gesproken over de kwaliteit van leven van slachtvee (in veehouderijen en/of tijdens transport)?

(Variabele: ‘P_Leven’, waarden 0 of 1)

Voorbeelden: Vee heeft genoeg ruimte / voelt zich goed / is gelukkig / krijgt genoeg aandacht / wordt goed verzorgd / wordt met respect, humaan behandeld, etc. (Ook het vermelden dat er gewerkt wordt aan verbetering, of dat er reeds verbetering plaatsgevonden heeft in de kwaliteit van leven van slachtvee wordt hier gezien als positief. Let op: behoefte aan verbetering wordt gecodeerd als ‘negatief’, zie volgende vraag.)

0. Nee 1. Ja

2. Wordt er negatief gesproken over de kwaliteit van leven van slachtvee (in veehouderijen en/of tijdens transport)?

(Variabele: ‘N_Leven’, waarden 0 of 1)

Voorbeelden: Vee heeft te weinig ruimte / heeft pijn / voelt paniek / lijdt / krijgt te weinig aandacht / voelt zich niet goed / wordt slecht, respectloos, onethisch of inhumaan behandeld / wordt uitgebuit of onderdrukt, etc. (Ook het vermelden van fouten/misstanden en het vermelden dat er behoefte is aan verbetering met betrekking tot de kwaliteit van leven van slachtvee wordt hier gezien als negatief.)

0. Nee 1. Ja

55 3. Worden er suggesties aangedragen voor verbetering van de kwaliteit van leven van

slachtvee (in veehouderijen en/of tijdens transport)?

(Variabele: ‘S_Leven’, waarden 0 of 1)

Worden er ideeën geopperd/voorgesteld of specifieke plannen doorgevoerd die verbetering van de kwaliteit van leven van slachtvee tot stand zouden kunnen brengen?

0. Nee 1. Ja

4. Wordt er positief gesproken over het welzijn van vee tijdens de slacht?

(Variabele: ‘P_Slacht’, waarden 0 of 1)

Voorbeelden: Het vee voelt geen pijn/paniek/ongemak tijdens de slacht. Het vee wordt met respect, humaan behandeld / wordt volledig verdoofd, etc. (Ook het vermelden dat er gewerkt wordt aan verbetering, of dat er reeds verbetering plaatsgevonden heeft in het welzijn van vee

tijdens de slacht wordt hier gezien als positief. Let op: behoefte aan verbetering wordt

gecodeerd als ‘negatief’, zie volgende vraag.)

0. Nee 1. Ja

5. Wordt er negatief gesproken over het welzijn van vee tijdens de slacht?

(Variabele: ‘N_Slacht’, waarden 0 of 1)

Voorbeelden: Het vee voelt pijn/paniek/ongemak tijdens de slacht. Het vee wordt slecht, respectloos, onethisch of inhumaan behandeld / wordt opgejaagd / wordt niet goed verdoofd, etc. (Ook het vermelden van fouten/misstanden en het vermelden dat er behoefte is aan verbetering met betrekking tot het welzijn van vee tijdens de slacht wordt hier gezien als negatief.)

0. Nee 1. Ja

56 6. Worden er suggesties aangedragen voor verbetering van het welzijn van vee tijdens

de slacht?

(Variabele: ‘S_Slacht’, waarden 0 of 1)

Worden er ideeën geopperd/voorgesteld of specifieke plannen doorgevoerd die verbetering van het welzijn van vee tijdens de slacht tot stand zouden kunnen brengen?

0. Nee 1. Ja

B.2.) Milieuduurzaamheidsframe

1. Wordt er aangegeven dat de vleesindustrie duurzaam en/of milieubewust handelt?

(Variabele: ‘P_Mileu’, waarden 0 of 1)

Hierbij wordt er positief gesproken over het milieubeleid van de vleesindustrie.

Voorbeelden: Vleesindustriesectoren handelen volgens goede, strikte milieurichtlijnen. Vleesindustriesectoren handelen volgens processen die het milieu zo min mogelijk schaden. De vleesindustrie brengt het milieu geen of zo min mogelijk schade toe / verbruikt niet teveel energie (bijv. gas, olie en/of elektriciteit) / stoot niet teveel Co2 uit / brengt geen klimaatverandering teweeg / produceert op duurzame wijze, etc. (Ook het vermelden dat er gewerkt wordt aan verbetering, of dat er reeds verbetering plaatsgevonden heeft m.b.t. de duurzaamheid en/of het milieubewustzijn van de vleesindustrie moet gezien worden als een

bevestiging van deze vraag. Let op: behoefte aan verbetering wordt niet gezien als een

bevestiging van deze vraag. Zie volgende vraag.)

0. Nee 1. Ja

2. Wordt er aangegeven dat de vleesindustrie niet duurzaam/milieubewust handelt?

(Variabele: ‘N_Milieu’, waarden 0 of 1)

57

Voorbeelden: De vleesindustrie hanteert niet genoeg / niet de juiste milieurichtlijnen. Vleesproductieprocessen schaden het milieu. De vleesindustrie brengt het milieu (teveel en/of onherstelbare) schade toe / verbruikt teveel energie (bijv. gas, olie en/of elektriciteit) / stoot teveel Co2 uit / produceert niet duurzaam, etc. (Ook het vermelden van fouten/misstanden en het vermelden dat er behoefte is aan verbetering m.b.t. de duurzaamheid en/of het milieubewustzijn van de vleesindustrie moet gezien worden als een bevestiging van deze vraag.)

0. Nee 1. Ja

3. Wordt er specifiek aangegeven dat de vleesindustrie klimaatverandering teweeg brengt?

(Variabele: ‘Klimaat’, waarden 0 of 1)

Deze vraag kan alleen beantwoord worden als het antwoord op B.1.2.2. ‘ja’ is.

0. Nee 1. Ja

4. Worden er suggesties aangedragen voor verbetering van milieuduurzaamheid binnen

de vleesindustrie?

(Variabele: ‘S_Milieu’, waarden 0 of 1)

Worden er ideeën geopperd/voorgesteld of specifieke plannen doorgevoerd die verbetering van milieuduurzaamheid binnen de vleesindustrie tot stand zouden kunnen brengen?

0. Nee 1. Ja

B.3.) Volksgezondheidsframe

1. Wordt er positief gesproken over de kwaliteit van vlees (met betrekking tot volksgezondheidsrisico’s)?

58

(Variabele: ‘P_Kwaliteit’, waarden 0 of 1)

Het gaat hierbij specifiek om de kwaliteit van vlees m.b.t. risico’s voor de volksgezondheid. Hier wordt aangegeven dat de kwaliteit van vlees hoog (genoeg) is en dus geen (grote) gezondheidsrisico’s met zich mee kan brengen, wanneer het geconsumeerd wordt. Het gaat dus niet om de smaak van het vlees, maar om de veiligheid van de consumptie.

Voorbeelden: De hygiënestandaard van het vleesproductieproces is goed/veilig. Vlees bevat weinig tot geen (schadelijke) antibiotica / is hygiënisch / kan onmogelijk veeziekten bij zich dragen. Het vleesproductieproces verloopt via strenge regelgeving die kwaliteit van het vlees waarborgen, etc. (Ook het vermelden dat er gewerkt wordt aan verbetering, of dat er reeds verbetering plaatsgevonden heeft in de kwaliteit van vlees wordt hier gezien als positief. Let op: behoefte aan verbetering wordt gecodeerd als ‘negatief’, zie volgende vraag.)

0. Nee 1. Ja

2. Wordt er negatief gesproken over de kwaliteit van vlees (met betrekking tot volksgezondheidsrisico’s)?

(Variabele: ‘N_Kwaliteit’, waarden 0 of 1)

Het gaat hierbij specifiek om de kwaliteit van vlees m.b.t. risico’s voor de volksgezondheid. Hier wordt aangegeven dat de kwaliteit van vlees (te) laag is en dus gezondheidsrisico’s met zich mee kan brengen, wanneer het geconsumeerd wordt. Het gaat dus niet om de smaak van het vlees, maar om de (on)veiligheid van de consumptie. Er is gebrek aan kwaliteit. Voorbeelden: De hygiënestandaard van het vleesproductieproces ligt te laag / is onveilig. Vlees bevat schadelijke antibiotica / is onhygiënisch / draagt mogelijk veeziekten bij zich, etc. (Ook het vermelden van fouten/misstanden en het vermelden dat er behoefte is aan verbetering met betrekking tot de kwaliteit van vlees wordt hier gezien als negatief.)

0. Nee 1. Ja

59 3. Worden er suggesties aangedragen voor verbetering van de vleeskwaliteit (met

betrekking tot volksgezondheidsrisico’s)?

(Variabele: ‘S_Kwaliteit’, waarden 0 of 1)

Worden er ideeën geopperd/voorgesteld of specifieke plannen doorgevoerd die verbetering van de kwaliteit van vlees tot stand zouden kunnen brengen? Het gaat hierbij om het veiliger maken van vleesconsumptie m.b.t. de volksgezondheid.

0. Nee 1. Ja

4. Wordt er aangegeven dat er overmatig vlees geconsumeerd wordt en dat dit volksgezondheidsrisico’s met zich meebrengt?

(Variabele: ‘Overconsumptie’, waarden 0 of 1)

Voorbeelden: Er wordt geconstateerd dat er teveel vlees geconsumeerd wordt, waardoor complicaties in de gezondheid op kunnen treden. Er wordt in Nederland per persoon meer vlees geconsumeerd dan dat gezond is. Door overmatige vleesconsumptie wordt de vet- en/of zoutinname van consumenten te groot, wat kan leiden tot gezondheidsrisico’s. Er is behoefte aan afname van vleesconsumptie in Nederland, zodat het hoge gezondheidsrisico zal dalen, etc. Het benoemen van gezondheidsrisico’s (zoals overgewicht en/of hartfalen) door overmatige vleesconsumptie bevestigt deze vraag eveneens.

0. Nee 1. Ja

5. Worden er suggesties aangedragen om volksgezondheidsrisico’s en/of -problemen die overmatige vleesconsumptie met zich meebrengt af te laten nemen?

(Variabele: ‘S_Overconsumptie’, waarden 0 of 1)

Worden er ideeën geopperd/voorgesteld of plannen doorgevoerd die volksgezondheidsrisico’s door overmatige vleesconsumptie af zouden kunnen laten nemen?

60

Voorbeelden: Er moet meer bewustzijn gecreëerd worden onder consumenten m.b.t. een gezonde hoeveelheid vleesconsumptie. Leerlingen op de basisschool moeten les krijgen over gezonde voedingspatronen, etc.

0. Nee 1. Ja

C. Productieframe

1. Wordt er aangegeven dat vleesproductie belangrijk/noodzakelijk is om de economie te stimuleren/draaiende te houden?

(Variabele: ‘Economie’, waarden 0 of 1)

Voorbeelden: Vleesproductie is noodzakelijk om genoeg producten naar het buitenland te kunnen exporteren. De wereldeconomie stort in zonder vleesproductie. Vleesproductie bevordert de Nederlandse economische welvaart, etc.

0. Nee 1. Ja

2. Wordt er aangegeven dat vleesproductie belangrijk/noodzakelijk is om organisaties en/of sectoren binnen de vleesindustrie financieel kapitaal / omzet / winst te laten genereren?

(Variabele: ‘Winst’, waarden 0 of 1)

Voorbeelden: Zonder vleesproductie zal een bepaalde organisatie/sector failliet gaan. Vleesproductie is nodig om een bepaalde organisatie/sector winst te laten maken, en dus te laten voortbestaan, etc.

0. Nee 1. Ja

61 3. Wordt er gesproken over het belang van efficiënte en/of massale vleesproductie om

consumenten lage prijzen op vlees te kunnen bieden?

(Variabele: ‘Prijs’, waarden 0 of 1)

Voorbeelden: Als de vleesindustrie niet efficiënt / massaal zou werken, dan zou vlees duurder / (veel te) duur / onbetaalbaar worden. Prijzen van vlees zullen stijgen als er minder efficiënt gehandeld zou worden binnen de vleesindustrie, wat betekent dat vleesconsumptie minder toegankelijk zou worden, etc.

0. Nee 1. Ja

4. Wordt er aangeven dat vleesproductie belangrijk/noodzakelijk is om consumenten in hun vleesconsumptiebehoefte te kunnen voorzien?

(Variabele: ‘Behoefte’, waarden 0 of 1)

Voorbeelden: Als er geen vlees meer geproduceerd zou worden, dan zouden consumenten geen vlees meer consumeren. Vleesproductie is belangrijk, omdat niemand anders in de vraag naar vlees kan voldoen, etc.

0. Nee 1. Ja

5. Wordt er aangegeven dat vleesconsumptie behoort tot een gezonde leefstijl?

(Variabele: ‘Leefstijl’, waarden 0 of 1)

Voorbeelden: Vleesconsumptie is belangrijk/noodzakelijk voor consumenten om gezond en/of sterk te blijven. Vlees bevat essentiële proteïnen, etc. (Deze vraag lijkt enige overlap te hebben met vragen van het volksgezondheidsframe, maar deze vraag focust op de voordelen van vleesconsumptie voor de gezondheid, i.p.v. te focussen op de nadelen van

vleesconsumptie voor de gezondheid.)

0. Nee 1. Ja

62 6. Wordt er positief gesproken over de smaak van vlees?

(Variabele: ‘Smaak’, waarden 0 of 1)

Voorbeelden: Vlees is lekker / een luxeproduct / een delicatesse, etc.

0. Nee 1. Ja

D. Emotieframes

D.1. Medelijdenframe

1. Wordt slachtvee vermenselijkt?

(Variabele: ‘Vermenselijkt’, waarden 0 of 1)

Vermenselijking betekent hier: Slachtvee beschrijven/behandelen als mensen, waardoor zij emotioneel dichterbij de consument komen te staan.

Voorbeelden: Slachtvee zijn ook levende wezens, net als mensen. Slachtvee heeft gevoel /

verdient respect, net als mensen, etc.

0. Nee 1. Ja

2. Wordt er met medelijden gesproken over slechte omstandigheden waarin slachtvee kan verkeren?

(Variabele: ‘Medelijden1’, waarden 0 of 1)

Woede kan hier zowel impliciet als expliciet geuit worden. Medelijden kan o.a. herkend worden aan het gebruik van bepaalde bijvoeglijke naamwoorden, zoals ‘arme’, ‘verschrikkelijk’, ‘verdrietig’, ‘afschuwelijk’, ‘inhumaan’, ‘ondragelijk’, ‘triest’, etc.

Voorbeelden: Slachtvee leeft een afschuwelijk leven in veel te kleine hokken. Slachtvee kan niet rechtop staan, waardoor zij zich in een ondragelijke situatie bevinden. Slachtvee zakt door hun poten door het verschrikkelijke gebrek aan voedingsstoffen. Slachtvee wordt inhumaan behandeld en ziet nooit daglicht, etc.

0. Nee 1. Ja

63 3. Wordt er met medelijden gesproken over negatieve gevoelens die slachtvee kan

ervaren?

(Variabele: ‘Medelijden2’, waarden 0 of 1)

Medelijden kan hier zowel impliciet als expliciet geuit worden. Medelijden kan o.a. herkend worden aan het gebruik van bepaalde bijvoeglijke naamwoorden, zoals ‘arme’, ‘verschrikkelijk’, ‘verdrietig’, ‘afschuwelijk’, ‘inhumaan’, ‘ondragelijk’, ‘triest’, etc.

Voorbeelden: Slachtvee heeft ondragelijke pijnen die je niemand toewenst. De angst die het slachtvee ervaart is afschuwelijk, arme dieren, etc.

0. Nee 1. Ja

4. Wordt er opgeroepen tot steun/hulp voor slachtvee?

(Variabele: ‘Steun’, waarden 0 of 1)

0. Nee 1. Ja

D.2. Boosheidsframe

1. Wordt vleesproductie neergezet als moord?

(Variabele: ‘Moord’, waarden 0 of 1)

Synoniemen voor ‘moord’: om het leven brengen, bloedbad, massamoord, moordpartij, slachtpartij, afslachten, massacre, doodslag, executie, liquidatie.

Voorbeelden: Slagers zijn moordenaars, zij slachten onschuldige dieren af. Slagers brengen dagelijks koelbloedig vele dieren om het leven. Slachtvee wordt van hun leven berooft. De vleesindustrie pleegt massamoord, etc.

0. Nee 1. Ja

64 2. Wordt er met woede gesproken over de vleesindustrie met betrekking tot gebrek aan

dierenwelzijn?

(Variabele: ‘WoedeWelzijn’, waarden 0 of 1)

Woede kan hier zowel impliciet als expliciet geuit worden. Woede kan o.a. herkend worden aan het gebruik van bepaalde bijvoeglijke naamwoorden, zoals ‘gevoelloos’, ‘gemeen’, ‘verschrikkelijk’, ‘afschuwelijk’, ‘inhumaan’, ‘weerzinwekkend’, etc.

Voorbeelden: Vleesindustriepersoneel is ontzettend gemeen voor het vee. Binnen de vleesindustrie worden dieren verschrikkelijk onzorgvuldig / inhumaan / gevoelloos behandeld, etc.

0. Nee 1. Ja

3. Wordt er met woede gesproken over milieuschade die de vleesindustrie veroorzaakt?

(Variabele: ‘WoedeMilieu’, waarden 0 of 1)

Woede kan hier zowel impliciet als expliciet geuit worden. Woede kan o.a. herkend worden aan het gebruik van bepaalde bijvoeglijke naamwoorden, zoals ‘gevoelloos’, ‘verschrikkelijk’, ‘afschuwelijk’, ‘ongelofelijk’, ‘weerzinwekkend’, etc.

Voorbeelden: De weerzinwekkende mate waarin de vleesindustrie schade aan het milieu toebrengt is verschrikkelijk. Het is ongelofelijk dat de vleesindustrie de wereld op zo’n verschrikkelijke wijze kapot maakt, etc.

0. Nee 1. Ja

4. Wordt opgeroepen de vleesindustrie te boycotten?

(Variabele: ‘Boycot’, waarden 0 of 1)

Voorbeelden: Consumenten zouden geen vlees meer moeten kopen. Er moet geprotesteerd worden tegen de werkwijze van de vleesindustrie, etc.

0. Nee 1. Ja

65 D.3. Onrechtvaardigheidsframe

1. Wordt er aangegeven dat vleesproductie onnodig is?

(Variabele: ‘Onnodig’, waarden 0 of 1)

Voorbeelden: Vleesproductie is niet noodzakelijk, consumenten hoeven geen vlees meer te eten om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. De vleesindustrie doodt onnodig dieren. De vleesindustrie brengt schade toe aan het milieu, terwijl er ook duurzamere productiewijzen beschikbaar zijn. Vegetarische consumptie is minstens zo goed als vleesconsumptie, etc.

0. Nee 1. Ja

2. Wordt er gesproken over verspilling van vlees?

(Variabele: ‘Verspilling’, waarden 0 of 1)

Voorbeelden: Veel vlees wordt weggegooid, omdat het over de houdbaarheidsdatum gaat. Er wordt teveel vlees geproduceerd, zoveel wordt er niet geconsumeerd, etc.

0. Nee 1. Ja

3. Wordt de vleesindustrie een onrechtvaardige industrie genoemd?

(Variabele: ‘Onrecht, waarden 0 of 1)

Synoniemen voor ‘onrechtvaardig’: oneerlijk, gemeen, vals, bedrieglijk, vuil, gluiperig, corrupt.

0. Nee 1. Ja

66

GERELATEERDE DOCUMENTEN