• No results found

Cruyslant van Herman van Poeldunen

Of "doe die reyse was op die ongelovighen van Beemen (Bohemen, H. Gr.)" of "eenen persoen die dat cruys annemt tot salicheyt van Her-man van Poeldunen".107 In het jaar 1991 werd herdacht, dat de Duitse Orde 750 jaar in Maasland gevestigd was. Van deze orde is bekend, dat ze in de 13e t/m de 15e eeuw veroveringstochten, maar eigenlijk ook "kersteningstochten" ondernam naar Pruisen, Polen, Estland, Letland en Litouwen. Naar het Oostland gaan, heette het in die tijd.

Het is bekend, dat de Hollandse graaf samen met een aantal edelen in de 14e eeuw meedeed aan zulke tochten. Deze tochten werden door de elite ook wel gezien als een alternatief voor de kruistochten en toernooien. Minder bekend is, dat er in die tijd naast deze kerste-ningstochten ook kruistochten waren, die in wezen dezelfde bedoeling hadden: namelijk de ongelovigen c.q. afvalligen te bekeren. Ze werden ondernomen naar ketters binnen Europa, zoals de Katharen in Zuid-Frankrijk en de Hussieten in Bohemen. Bohemen is het meest wes-telijk gelegen deel van Tsjechië. De Hussieten zijn genoemd naar Jan Hus (1370-1415), die op het concilie van Konstanz in 1415 veroordeeld werd als ketter. Zijn ketterse opvattingen richtten zich in navolging van John Wycliff (1330-1384) meer op de kerkelijke structuren (o.a.

aflaathandel, pauselijk gezag) dan op theologische opvattingen. Jan Hus was hiernaast ook de exponent van een hervormingsbeweging op het gebied van het nationale bewustzijn. Hij werd gedood op de brandstapel ondanks de bescherming van keizer Sigismund, de broer van koning Vaclav IV van Bohemen. In 1422 werden de christenen door paus Martinus V opgeroepen het kruis tegen de Hussieten in Bohemen op te nemen en daar er geen uitzicht meer bestond op een kruistocht naar het Heilige Land, besloten de uitvoerders van de

stichting van Herman van Poelduinen het fonds voor dit nieuwe doel te gebruiken. Herman van Poeldunen of Poelduinen had namelijk op 22 juli 1295 bepaald, dat de opbrengst van de helft van zeven hond weiland, gelegen in 's-Gravenzande, hem eigen, gebruikt moest wor-den voor een kruistocht naar het Heilige Land, tot eer van God en ter bevordering van het heil van Herman van Poelduinen en degene(n) die aan de kruistocht deelnam(en). De brief is bezegeld door Gerrit (van Raaphorst), die "persoenre" oftewel pastoor is van Naaldwijk en Floris van der Woerd, ambachtsheer van Naaldwijk. Gerrit van Raap-horst genoot als "persoenre" de inkomsten van het pastoorschap, maar de religieuze uitvoering liet hij over aan een praktiserende pastoor, waarschijnlijk Thydeman of Gheryt Boscart". Naast Gerrit is een zekere Tydeman ook "persoonre" geweest van de Naaldwijkse kerk, maar omdat in 1307 het kapittel werd gesticht, kwam deze func-tie te vervallen. Hij was een vermogend man en bezat o.a. veel land in en rond Naaldwijk, zoals zeker 100 morgen op de Hoge Geest van Naaldwijk, waaronder de Ronde Schoorsteen of de Hoeve van Raap-horst" en in het Poelengebied bij 's-Gravenzande en Monsteru" en negen morgen bij de Vlietwoning, die hij in 1320 schonk aan de Leiderdorpse parochiekerkm. Gerrit van Raaphorst had, o.a. gezien zijn bezit, niet alleen in Naaldwijk veel in de melk te brokkelen, maar waarschijnlijk ook in 's-Gravenzande. Hij maakte namelijk zijn testa-ment in de kerk van 's-Gravenzande. Toen hij dat deed, was hij nog geen ridder, maar jonkheer en "persoenre" van Naaldwijk, zoals we hierboven zagen. Later werd hij tot ridder geslagen.

Van Floris van der Woerd is bekend dat hij ambachtsheer was van Naaldwijk. De verklaring hiervoor is waarschijnlijk, dat Herman van Poeldunen inwoner was van Naaldwijk. Dit wordt ondersteund door het feit, dat de opbrengst van de verpachting van de hierboven ge-noemde 31/2 hond land gebruikt moest worden voor de armen in Naaldwijk, zolang er geen kruistocht werd ondernomen, en niet in

`s-Gravenzande. De zeven hond weiland is gelegen in 's-Gravenzande, maar toezicht hierop hield de pastoor van de kerk van Naaldwijk, hetgeen het bovenstaande in ogenschouw nemende, logisch is.

In het testamentenregister van de Heilige Geest van Naaldwijk, even-als in het cartularium van het Kapittel van St. Adrianus, komen we dan ook de wilsbeschikking van Herman van Poelduinen tegen.

Johannes Hoen en Robert Cleymanszn. worden aangesteld als be-heerders van dit kruisland en na hen weer twee anderen. In 1320 blijken ze allebei nog te leven en zijn ze beiden eigenaar van land in Naaldwijk. De landen, waarvan de opbrengst voor deze kruistochten bestemd waren, werden aangeduid als cruuslant, cruyslant, crucelant enz. In 's-Gravenzande en Monster113 hebben we verschillende perce-len land aangetroffen bestemd als kruisland en een enkele keer ook in Maasland en Schipluiden ('t Woudt).

74

In tegenspraak hiermee is, dat we geen snipper land hebben kunnen vinden in Naaldwijk,dat de bestemming had van kruisland, terwijl er toch omvangrijke bronnen uit die tijd aanwezig zijn."4 De kruistoch-ten naar het Heilige Land werden omschreven als "een ghemene vaert ... over zee" en de kruistochten tegen de ketters in Bohemen werden dan ook nog steeds omschreven als "een ghemeen vaert quame op den onghelovighen menschen",15 terwijl men over land reisde. Op 10 augustus 1422 komen we het kruisland van Herman van Poelduinen weer tegen als meester Dirc Heymanszn, priester te 's-Gravenzande, van het St. Adrianus kapittel te Naaldwijk, Jacob Aertszoen, Bertelmees Dircszoen en Dirc Spiering Dircszoen de helft van de zeven hond weiland koopt.116 De opbrengst wordt gegeven aan de eerder genoemde Bertelmees Dircszoen en Dirc Spierincszoen, die dat "cruus annamen op den ongelovighen van Beem (Bohemen)".

Een vierde deel van de bovengenoemde zeven hond verkoopt Willem Hoon (Hoen) aan de eerder genoemde meester Dirc Heymanszoens, zodat deze eigenaar wordt van drie vierde van de zeven hond weiland.

Getuigen waren heer Heynric (Robbrechtszn.), kanunnik van St. Adrianus"' en Heynric Willem Hoenenzoen. De opbrengst van de bovengenoemde een vierde van de zeven hond weiland wordt gegeven aan Heynric Willem (Hoenezoen) "ende hi mede annam dat cruus op den onghelovighen voirnoemt", zodat daarmee drie personen door de verkoop van drie vierde van zeven hond weiland op kruistocht konden gaan naar Bohemen. Om te voorkomen dat de resterende 1/4 van de genoemde zeven hond in de loop der tijden niet meer gebruikt zou worden voor het uiteindelijke doel, wordt het resterende deel van de zeven hond verkocht aan het kapittel van St. Adrianus en aan de Heilige Geest. En mocht er alsnog een kruistocht komen, dan zou het kapittel zeven pond en de Heilige Geest vijf pond betalen.419

Waar is de zeven hond kruisland gelegen? In de wilsbeschikking van Herman van Poelduinen in 1295 is de zeven hond gelegen in het Nieuweland, dat wil zeggen het Oudeland in 's-Gravenzande am-bacht, en gelegen bij de Middelwech. Deze weg kunnen we nog niet plaatsen, maar een weg met een vrijwel dezelfde naam is Middel-went19 in Naaldwijk, de middeleeuwse naam voor de Middelbroek-weg. Deze weg deelde het gebied, de polder tussen Honselersdijk/

Mariëndijk en de Zweth doormidden en een "wende" was een dijk of kade. Wanneer we deze lijn doortrekken, dan kunnen we bij Middel-wech in het Oudeland voorlopig denken aan de Groeneweg, die het gebied Kostverloren en Olyblok42° doormidden deelt.

De Groeneweg was in de 16e eeuw ook nog bekend als Ockerweg.121 Zowel het Middelwend als de Middelwech zijn herontginningswegen na de 12e-eeuwse overstromingen in het Westland. Op 10 februari 1471 bij de verkoop van 1/4 van de zeven hond kruisland wordt vrij nauwkeurig aangegeven, waar het perceel is gelegen namelijk: ten

westen de Oude Poel, ten oosten de Oude Dijck, ten noorden het ka-pittel van Naaldwijk en ten zuiden Floris Huge Bakezn.'22 Duidelijk wordt hiermee dat het kruisland gelegen is tussen het Galgendijkje en de Poel (Nieuwe Water of Sluisse water). Met de bovengenoemde belendingen kan de Middelwech niet anders dan gelokaliseerd wor-den als de Groeneweg (zie fig. 4). In het Cartularium van het kapit-tel van St. Adrianus komen we op 6 maart 1444 nog een ander stuk kruisland tegen, vijf hond ende 24 gaerden in 's-Gravenzande am-bacht, met als belendingen: oost: Willem van Naeldwijcks lijdwech, noord: Katerijn Pieter Willems wed, west: Oude Poel en zuid:

Cruuslant'23. Met Willem van Naeldwijcks lijdwech wordt in de mid-deleeuwen de weg van Naaldwijk naar 's-Gravenzande bedoeld. In 1650 wordt hij ook wel de "Naeltwijcksx ambachtweg" genoemd "om na de kley petten te rijden", waar die ook gelegen mogen hebben.

Heden ten dage is dit de weg van Naaldwijk naar de Waelbrug en doorlopend naar de Heenweg. De vijf hond en 24 gaarden kruisland is dan gelegen ongeveer waar nu de "ranch" is van Jan Olsthoorn.

Fig. 5. Hoge Geest anno 1623, nr 2 Opstal; nr. 11 de Poel; nr. 17 Baakwoning; nr, 43 Ronde Schoorsteen

Wie was Herman van Poeldunen en waar woonde hij? We komen Herman slecht één keer tegen in de geschreven bronnen van die tijd en wel in de hierboven genoemde wilsbeschikking, waaruit nauwe-lijks valt op te maken wie Herman was. De grootte van het perceel 76

land in de bovengenoemde wilsbeschiking is in vergelijking met an-dere wilsbeschikkingen voor een kruistocht in de 14e eeuw zelfs aan de kleine kant. 124 Zijn voornaam Herman komen we nauwelijks tegen in die tijd bij locale en Hollandse adellijke geslachten.'25 Alleen de bekende Herman van Woerden, die we kennen van de moord op graaf Floris V in 1296, draagt dezelfde voornaam126, maar Herman van Woerden komen we in deze streken niet tegen en van hem is niet bekend, dat hij de achternaam Poeldunen aanneemt. De achternaam Poeldunen wekt de indruk, dat diegene, Herman in dit geval, in het bezit is van het goed/land "Poeldunen". Misschien is hij zelfs van adel, zoals de achternaam onwillekeurig oproept, maar zowel de voornaam als de achternaam kunnen we niet koppelen aan een adellijk geslacht, De afkomst van Herman van Poeldunen blijft vooralsnog een myste-rie.

Wat kunnen we wel zeggen over de achternaam Poelduinen? De ach-ternaam "Poeldunen" komen we twee keer tegen in grafelijke lenen en wel in ca. 1284 als Florens van der Wort (Floris van der Woerd) be-leend wordt met de "vogelleg van de waarden te 7oeldunen" en ca.

1284 als Theodericus clericus de Harlem (Dirk pastoor/priester van Haarlem) beleend wordt met een "schapenweide bij Poeldunen", beide gelegen in `s-Gravenzande.'27 We zoeken Poeldunen niet, zoals Anton van der Valk "ten westen van de plaats waar dit water (de Poel; HGr.) de Maasdijk bereikt, (daar; HGr) waren buitendijks aan het begin van de 14e eeuw de Poeldunen gelegen". Dit gebied, ten zuid/westen van de Maasdijk, bij de Oranjesluis, heette in de middeleeuwen mogelijk Bloemendaal en later in de 16e eeuw Aremburg. Met Aremburg wordt waarschijnlijk Aremberg bedoeld. Oscar van der Arend is van mening dat Poeldunen en de grafelijke hof Poelenburch dezelfde zijn. Naar de grafelijke hof Poelenburch gaat de familie van de koper Gerard Tydemansz zich noemen, omdat Gerard Tydemans en zijn nazaten er volgens Van der Arend zelfs gewoond hebben, maar er is alleen be-kend dat hij de grafelijke hof in 1290 koopt van de graaf van Holland.

Het is theoretisch wel mogelijk dat hij er is gaan wonen, maar bewe-zen is het allerminst. Opmerkelijk is dat zijn kleinzoon Gerard Tijde-mans in 1378 een woning bezit, ten westen van Arkelstein in Poeldijk met 261/2 morgen. Zijn zoon Jacob gaat zich mogelijk naar dit goed vernoemen en heet Poelenburch.128 Opvallend is dat Jacob de eerste is met die naam en dat niet zijn overgrootvader Gerard Tydemans, grootvader Tiedeman heer Gheraerdsz. of zijn vader Gerard Tiemansz. zich Poelenburch gaat noemen naar de grafelijke hof, zoals Van den Arend stelt. In 1309 zou de grafelijke hof "te Poeldune buten

`s-Gravenzande" gelegen zijn. Deze situering is op zich niet onmoge-lijk, maar wel onwaarschijnlijk. Gebleken is nameonmoge-lijk, dat naast de grafelijk hof in de late twaalfde en dertiende eeuw veelal een burger-lijke nederzetting ontstond.

Voorbeelden hiervan zijn: Haarlem, Leiden, Delft en Den Haag.'29 Het is daarom waarschijnlijker de grafelijke hof meer in het centrum of in de directe nabijheid van de oude kern van 's-Gravenzande te zoeken.

Mogelijk dat toch nog eens de bodem onder of in de directe omgeving van de Oude Pastorie13° of een andere locatie in de buurt van de kerk, zoals vergelijkbaar is aangetoond in Haarlem, Leiden, Delft en Den Haag, de restanten van de grafelijk hof prijsgeven.'" Alle grafelijke hoven stonden namelijk nooit ver van de kerk vandaan. Er is geen enkele reden om dit voor 's-Gravenzande anders te zien. De beperkte opgraving in 1990 aan de Nieuwe Vaart heeft weliswaar aanwijzingen opgeleverd voor een versterking op die plaats in het Poelgebied, maar heeft allerminst onomstotelijk aangetoond dat "op deze plaats in de 12e en 13e eeuw een kasteel van de graaf van Holland had gestaan". 132 Dit is alleen al moeilijk houdbaar, zo niet onmogelijk voor de 12e eeuw, gezien de grote overstromingen die er in 1134 en 1163 in dit gebied zijn geweest. Maar terugkomend op Poelduinen: Van den Arend weet de naam van de grafelijke hof en wel Poelenburch in Poelduinen, maar hoe is dan te verklaren dat Herman van Poelenduinen in 1295 ineens opduikt en niet wordt genoemd in de door Van den Arend op-gestelde stamreeks van het geslacht Poelenburch, die volgens hem bewoners van de voormalige grafelijke hof te 's-Gravenzande na 1290 bevat? 133 De hele bewijsvoering voor Poeldunen als de grafelijke hof is op zijn minst zeer warrig en de aangehaalde bronnen, waarnaar de noten verwijzen, zijn regelmatig onjuist aangehaald.'" We wijzen de redenering van Van den Arend dan ook vooralsnog van de hand. Wat niet wil zeggen, dat de ligging van het goed/land/streek Poeldunen in het stroomgebied van de Poel op zich onjuist is. We willen eraan toe-voegen, dat het gebied Poeldunen, waar Florens van de Woerd de

"vogelleg" in leen had van de graaf van Holland in 1284 waarschijn-lijk ook gedeeltewaarschijn-lijk gelegen is geweest in Naaldwijk en wel aan de rand van de Hoge Geest. Poelenburg ligt in 's-Gravenzande, zoals we gezien hebben, zodat het goed Poelsant, 231/2 morgen groot, van Jan van Groeneveld, in Monster afvalt. 135 In het grafelijke leenregister komen de hierboven genoemde lenen over de vogelleg van de waarden te Poeldunen en een schapenweide bij Poeldune(n) in de grafelijke leenkamer voor. Tussen deze beide lenen komt een ander leen voor en wel vier morgen, genaamd de Poel, waarvan Dirc van den Poele in 1375 de leenman is.'36 Gezien het achtervoegsel "dunen" lijkt het aannemelijk, dat Poeldunen meer aan de Naaldwijkse kant van de Hoge Geest is gelegen dan aan de 's Gravenzandse kant. Het goed De Poel kan in aanmerking komen, hoewel het geen enkele keer als Poeldunen wordt genoemd en latere eigenaren zich gewoon Van den Poel noemen.' 37 Poeldunen zou dan ten zuiden van de Baakwoning"8 liggen en wel de percelen 10, 11, 12 en 13 in het Kaartboek van het Baljuwschap van Naaldwijk139. De woning zou dan in perceel nr. 11 78

hebben gelegen (zie fig 5). Nummer 12 heet in 1623 en in 1712 nog de

"Bieswey" en in perceel 13 ligt een "Vogelkoij", die in 1712 de "Koijwei"

heet14°. Laaggelegen land dus tussen de hoog/hoger opgestoven dui-nen van de Hoge Geest. We gaan even terug naar de eerst bekende eigenaar van de woning De Poel, Gerijt van den Poel, die naar schat-ting rond 1350 de woning "uit eigen" in leen opdraagt aan Polanen.

Zowel hij als zijn nazaten hebben geen van allen de voornaam Her-man."' Samenvattend kunnen we zeggen, dat Herman van Poel-duinen zich vernoemd heeft naar de PoelPoel-duinen in het stroomgebied van de Poel tussen 's-Gravenzande en Naaldwijk; mogelijk heeft hij op het goed de Poel op de Hoge Geest in Naaldwijk gewoond.

NOTEN:

1 G.A. Delft voorheen inv. nr. 519, nu 774, E4 lv.

2 In fig. 2 is de kaart nagetekend.

3 De kaarten in het kaartboek met het inv. nr. 774 zijn vrijwel allemaal zon-der naam, datum en windroos. Een drietal keren is de kaart gedateerd door Mathijs Janss Been en wel op f. 20v.: mey (?) 1595; f. 41r.: 3-7-1595;

E 43r. anno 14-8-1595; f. 45: 15-0-1596. Eén of twee kaarten zijn door Pieter Jansz van der Houck ondertekend en gedateerd met 1640. In de inventa-ris van het Oude en Nieuwe Gasthuis, inventainventa-risnr. 97, pagina 31 wordt abusievelijk de naam gebruikt van Johan van Beest en de datering van het kaartboek is 1607-1640, hetgeen onjuist is, zoals we hierboven zagen.

In kaartboek 773 wordt Mathijs Janss. Been abusievelijk Mathijs Joriss Been genoemd. In dit kaartboek zijn alle kaarten ondertekend en geda-teerd door Mathijs Janss. Been, waarbij de kaarten voorzien zijn van een voor Mathijs Janss. Been kenmerkende windroos. De datering is tussen 15-9-1591 en 23-8-1594.

4 Ons Voorgeslacht (0.V.), nr. 212, 27e jaargang, juli/augustus 1972, nr. 64.

Zie noot 4, blz. 202, nr. 64.

6 Zie noot 3, kaartboek 774.

G.A. Naaldwijk, Kaartboek van het Baljuwschap van Naaldwijk (KBN), f. 41r-50v. Hij bezit bv. 21 morgen en 1 hond grond waarop zijn eigen woning staat en in de Nieuwe Broekpolder bezit hij tegen over zijn boerderij nog respectievelijk 7 morgen en gebruikt hij nog ongeveer 14 morgen van het Huyse van Naeldwijck in diezelfde polder en 5 morgen in Burgerdijck, Le-nen van PolaLe-nen, Ons Voorgeslacht, no.317, 37' jaargang mei 1982, nr. 62.

8 De boerderij van Cornelis Vranckenz. ligt vlakbij het veenkreekje "de Groote Rijt", zie noot 7, overzichtskaart op f. 34 en noot 4, p.154, nr. 4.

Cornelis Vrankenz. vernoemt zich kennelijk naar de Rijt. Willem Corssen van de Woerd van Vliet, eigenaar van de Vlietwoning in 1561 vernoemt zich naar het riviertje de Vliet. De Groote Rijt en de Vliet zijn beide zijtak-ken van het uitgebreide Leestelsel; zie artikel over de Vlietwoning van ondergetekende in het Informatiebulletin van het Museum voor Streek- en Tuinbouwhistorie, juli 2004.

G.A. Delft, inv. nr. 97, nr. 334.

48 G.A. Delft, inv. nr. 349.

" Zie noot 10.

12 De toevoeging 7 fol. 114 slaat waarschijnlijk op de registratie in het archief van het Gasthuis; zie noot 13. Op blz. 169 aldaar wordt aangegeven, dat het overgeleverde archief van het Gasthuis zeer onvolledig is.

13 Zeven Eeuwen geschiedenis van het Oude en Nieuwe Gasthuis te Delft.

Dr. D.P. Oosterbaan, .../Delft 1954, p. 276. Zie ook Nederland in kaarten.

Verandering van stad en land in vier eeuwen cartografie, Heslinga e.a. Zo-mer en Keunig, 1985, blz. 21. "na 1650 sterk inkrimpende bevolking, da-lende landbouw en grondprijzen. Geschiedenis van Holland 1572-1795 onder redactie van Thimo de Nijs en Eelco Beukers, Hilversum, Verloren 2002, p. 96-97.

14 G. A. Westland Ran 30: van de kerkmeesters van Warmont, gelegen in Santambacht de helft van een stuck teelant, de andere helft is van Marytgen Ariensdr., die de weduwe is van Cornelis Phillipszn tot Naald-wijk (eigenaar van de Galgewoning, HGr.), belent int geheel: ten oosten: de oude gracht, ten suyden: de voorn. Marijtgen Ariensdr., ten westen: de Oude Poel, ten noorden: de selven Marytgen Ariensdr. en den heer ontvan-ger generaal Phillips Doubleth. (Met dank aan Hans Endhoven).

15 Landschapsontwikkeling en bewoningsgeschiedenis in en om Naaldwijk, Epko J.Bult in: 800 jaar Naeltwick, H.I.M. Groenewegen en P.W. Vis, red., 1998, p. 21 linker kolom.

16 Zie Kruikius 7e stuk.

17 Baljuwschappen in Holland, Oscar van den Arend p.177.

Hilversum/Verloren1993.

18 Zie Kruikius 7e stuk en diverse aktes in het rechterlijke archief Naaldwijk.

19 800 jaar Naeltwick, H.I.M. Groenewegen en P.W. Vis, red., 1998 Bult 1998, p. 17 rechter kolom.

20 De grafelijke oorkonde van 1198, H.I.M. Groenewegen in: 800 jaar Naeltwick, H.I.M. Groenewegen en P.W. Vis, red., 1998 p.34, noot 34.

20 De grafelijke oorkonde van 1198, H.I.M. Groenewegen in: 800 jaar Naeltwick, H.I.M. Groenewegen en P.W. Vis, red., 1998 p.34, noot 34.