• No results found

Verkeer en vervoer

71 Tabel 3.7 Incidentregistratie haven 2010 (bron: havenbedrijf)

3.6.3 Crisistype Verkeersincidenten op het land(Verkeer en Vervoer)

Inleiding

Conform de landelijke Handreiking Regionaal Risicoprofiel worden hierbij de volgende incidenttypen onderscheiden:

1 Incident wegverkeer 2 Incident spoorverkeer

Context

Bij een verkeersongeval op het land kan gedacht worden aan een groot ongeval op de weg of het spoor waarbij veel slachtoffers betrokken zijn (brand in een touringcar, kettingbotsing , treinbrand of botsing met passagiers-trein). Ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen zijn eerder in dit document beschreven.

Wegverkeersongevallen op het land, met grotere aantallen slachtoffers (>20 personen) kunnen door diverse oorzaken plaatsvinden bijvoorbeeld door slechte weersomstandighe-den zoals dichte mist en plotselinge gladheid op de weg.

Op het spoor kan bijvoorbeeld door een roodseinpassage een botsing plaatsvinden tussen twee treinen, bijvoor-beeld een rangerende trein en een passagierstrein. In het algemeen is de kans op een incident op het spoor met name aanwezig ter hoogte van wissels (botsingen, ont-sporingskans bij wissels).

Incident wegverkeer

Binnen de regio Rotterdam-Rijnmond wordt Incidentma-nagement (IM) toegepast. IM is gericht op het verbeteren van de doorstroming en veiligheid op het Nederlands wegennet. De toekomst verwachting met betrekking tot incidenten met wegverkeer is dat deze stijgt door de toe-nemende belasting van het hoofdwegennet. In het kader van IM zijn alternatieve routes op het stelsel van rijks-wegen en provinciale en gemeentelijke rijks-wegen ingesteld (verkeersnetwerken). Het betreft het project Coördinatie Alternatieve Routes (CAR). In het kader van (CAR) zijn voor Zuid-Holland grootschalige alternatieve routes en kleinschalige alternatieve routes aangegeven. Deze alter-natieve routes zullen uitsluitend worden gebruikt wanneer als gevolg van een incident op de rijksweg wordt besloten de rijbaan gedurende bepaalde tijd af te sluiten voor het verkeer. Anderzijds zal het verkeer bij een incident op het provinciale- of gemeentelijke wegennet kunnen worden omgeleid via het rijkswegennet, indien de capaciteit op dit rijkswegennet het toelaat. Kleinschalige alternatieve routes zullen daarnaast uitsluitend gebruikt worden om het verkeer op de rijksweg ter hoogte van de plaats van het incident af te laten stromen van de rijksweg. Hiermee kunnen belangrijke doelstellingen worden gediend op het gebied van de openbare orde en veiligheid, met name in de zin van het bewerkstelligen van een veilige en rustige

62 In de expertmeeting was de verdeling f (nvt) 45%, A 18%, B 18%, c 18% en een referentiebeoordeling van B hieruit volgt een score van B

63 In de expertmeeting was de verdeling B 10%, c 60%, d 20%, E 10% en een referentiebeoordeling van d. de specialist van Rijkswaterstaat geeft aan dat zij de kans op B inschat. hieruit volgt een score van c

werkplek voor de hulpdiensten. In combinatie met het instellen van één of meer kleinschalige alternatieve routes, worden grootschalige alternatieve routes over het rijkswe-gennet ingesteld, waardoor bij een incident (blokkade) op het rijkswegennet de overlast op het regionale wegennet zoveel mogelijk zal kunnen worden beperkt.

In de periode van november 2008 tot juli 2010 zijn er binnen de regio Rotterdam-Rijnmond 6.458 verkeersonge-vallen met zwaar letsel en 161 ongeverkeersonge-vallen met dodelijke afloop geregistreerd (bron: Totaal overzicht aangeleverde zaken door de werkgebieden (districten) aan het VOG Periode: 1 november 2008 t/m 1 juli 2010).

SCENARIO 20:

Groot Verkeersongeval

Aanloop naar het incident

Op een willekeurige dag gaat een middelbare school met ca 150 leerlingen verdeeld over drie bussen op schoolreis.

Door onoplettendheid van één van de chauffeurs krijgen twee van de bussen een grote aanrijding waarbij er veel slachtoffers vallen onder de leerlingen waaronder enkele doden.

Scenario groot verkeersongeval op de weg Een middelbare school gaat met ca. 150 leerlingen, ver-deeld over drie achter elkaar rijdende bussen, op weg naar een attractiepark ergens in het land. Op de autosnelweg raken de tweede en derde bus met elkaar in botsing.

Daarnaast raken er meerdere overige voertuigen bij de aanrijding betrokken die ook niet meer konden uitwijken.

Het gevolg van de aanrijding is dat er meerdere leerlingen in de tweede bus bekneld zitten en zwaargewond zijn (21). Daarnaast zijn er door de aanrijding twee leerlingen op slag dood. De chauffeur van de derde bus zit bekneld en is zwaargewond. In de derde bus zitten enkele licht- tot zwaargewonden (9). Acht personenauto’s zijn betrokken bij de aanrijding. In twee auto’s zitten totaal drie mensen bekneld met lichte verwondingen. De overige zes auto’s hebben alleen materiële schade en de inzittenden daarvan (11) hebben geen letsel maar zijn wel aangedaan door het ongeval. De eerste bus is vrij gebleven van het ongeval maar heeft wel 48 aangeslagen leerlingen aan boord.

Door het ongeval zijn alle rijstroken van de autosnelweg volledig geblokkeerd en op de tegengestelde rijbaan gaat het verkeer ter hoogte van de ongevalslocatie langzaam

Impactcriteria Score en beknopte motivatie

1.1 Aantasting integriteit grondgebied nvt

2.1 Doden B

2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken C hoog

2.3 Lichamelijk lijden (gebrek aan primaire levensbehoeften nvt

3.1 Kosten B

4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu nvt

5.1 Verstoring van het dagelijkse leven B62

5.2 Aantasting lokaal en regionaal openbaar bestuur nvt

5.3 Sociaal psychologisch impact A

6.1 Aantasting cultureel erfgoed nvt

Waarschijnlijkheid Score

Kans op gebeurtenis per 4 jaar C63

rijden met in beide richtingen lange files en grote vertra-gingen voor het wegverkeer als gevolg.

Doordat het verkeer zich op het onderliggende wegen-net een baan zoekt ontstaan ook daar opstoppingen en vertragingen.

Incident spoorverkeer

In het algemeen is de kans op een incident op het spoor met name aanwezig ter hoogte van wissels. Er kan bij-voorbeeld door een roodseinpassage een botsing plaats-vinden tussen een rangerende trein en een passagierstrein.

Ook kan een trein ontsporen ter hoogte van wissels.

Op basis van de een incidentenlijst van ProRail blijkt dat de vanaf het jaar 2009 binnen de regio Rotterdam-Rijnmond twee incidenten zijn voorgevallen die door ProRail als rood zijn gecategoriseerd (potentieel effect doden en/of zwaar gewonden). Het ene incident betreft een ernstig ongeval door een botsing tussen twee goederentreinen.

Hierbij komt een machinist om het leven en raakt een andere machinist zwaargewond. Bij het andere incident zijn verder geen doden en/of gewonden gevallen. Uit de trendanalyses IVW (versie 7 mei 2010) voor spoorongeval-len kan worden afgeleid dat in de afgelopen jaren geen

grote ongevallen op het spoor binnen de regio Rotterdam-Rijnmond hebben plaatsgevonden.

SCENARIO 21:

Complex Treinongeval

Aanloop naar het incident

De machinist van een goederentrein negeert een rood sein. Het gevolg hiervan is dat twee goederen treinen een aanrijding krijgen ter hoogte van een wissel precies onder een knooppunt van een rijksweg.

Scenario complex treinongeval

De eerste goederentrein betreft uitsluitend containers. De tweede goederentrein bestaat uit spoorketelwagons be-laden met diverse gevaarlijke stoffen en met dieseltractie.

Beide treinen rijden met dieseltractie. Door de snelheid en de kracht die bij de aanrijding tot stand komt wordt de loc van de eerste goederentrein tegen het viaduct (de Rijksweg) gelanceerd. De machinist van de eerste goe-deren trein is op slag dood. De machinist van de tweede goederen trein is door het ongeval zwaar gewond geraakt en zit bekneld. Door de aanrijding zijn diverse containers

Impactcriteria Score en beknopte motivatie

1.1 Aantasting integriteit grondgebied C

2.1 Doden A

2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken A

2.3 Lichamelijk lijden (gebrek aan primaire levensbehoeften nvt

3.1 Kosten C

4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu nvt

5.1 Verstoring van het dagelijkse leven D64

5.2 Aantasting lokaal en regionaal openbaar bestuur nvt

5.3 Sociaal psychologisch impact A

6.1 Aantasting cultureel erfgoed nvt

Waarschijnlijkheid Score

Kans op gebeurtenis per 4 jaar C

64 In de expertmeeting was de verdeling f 11%, A 11%, B 22%, c 11%, d 44% en een referentiebeoordeling van d. de specialisten gaven aan als in het scenario stond expliciet stond benoemd dat het treinverkeer ontwricht is dat de score hoger uitgevallen zou zijn. hieruit volgt een score van d.

over de overige sporen heen gevallen waardoor ook die sporen niet meer bruikbaar zijn. Van de tweede goederen trein is alleen de brandstoftank gescheurd waar brandstof uitloopt. De overige tankcontainers met gevaarlijke stoffen blijven onbeschadigd.

Het gevolg van de aanrijding is dat de bovenleiding van het spoor beschadigd is en los hangt. Doordat de aanrijding onder het viaduct plaatsvindt komen hulp-verleners moeilijk bij het plaats incident. Het spoor is niet meer bruikbaar voor overige transporten en wordt geheel afgesloten. Het gevolg hiervan is dat transporten tot aan Frankrijk en Duitsland stil staan. Daarnaast is het viaduct (knooppunt van rijkswegen) zwaar beschadigd waardoor het knooppunt afgesloten dient te worden. Van de tweede goederentrein lekt de brandstoftank van de diesellocomotief brandstof doordat er een scheur in de tank is gekomen.

3.6.4 Crisistype Incidenten in tunnels