• No results found

5 Resultaten

5.4 Crisisjaren

In de voorgaande paragrafen is het effect van REM op de beurswaarde van de onderneming zoals geformuleerd als hypothese H1 nader bekeken. In de methodologie is daarnaast een afzonderlijke hypothese opgesteld voor de van REM op de beurswaarde gedurende de crisisjaren (2008 en 2009). Voor hypothese H2 wordt enkel gebruik gemaakt van de datasets waarop ‘winsorizing’ is toegepast. In onderstaande subparagrafen zijn per REM variabele de resultaten voor hypothese H2 opgenomen.

5.4.1 Kasstroom uit operationele activiteiten

Voor het analyseren van de invloed van REM CFO op de beurswaarde is een aangepaste regressie opgesteld (regressie <4B>). In tabel 18 zijn de regressieresultaten opgenomen. Met behulp van de regressieresultaten wordt hypothese H2 beantwoord.

Model β Std. Fout t-waarde p-waarde

(Constante) -81,482 32,381 -2,516 ,012**

Dcrisis ,090 1,177 ,077 ,939

Dcrisis * CFOpos abn -2,050 14,519 -,141 ,888

Dcrisis * CFOneg abn -2,892 14,996 -,193 ,847

CFOpos abn 36,892 3,354 11,000 ,000*** CFOneg abn -16,501 2,758 -5,984 ,000*** ROA -11,252 1,625 -6,926 ,000*** logInkomsten 8,395 3,338 2,515 ,012** Leverage 19,149 1,152 16,623 ,000*** logTotale bezittingen -1,242 ,129 -9,606 ,000*** Adjusted R Square ,020 F-waarde 83,118 P-waarde ,000*** * Significant op niveau 0.10 ** Significant op niveau 0.05 *** Significant op niveau 0.01

Tabel 18. Parameters regressie REM CFO (crisisjaren)

Het model heeft een lage verklarende waarde met een ‘R Square’ van 0,020 en een ‘Adjusted R Square’ van 0,020. Dit geeft een indicatie dat de onafhankelijke variabelen slechts voor 2,0% een verklaring geeft voor de afhankelijke variabele. Met andere woorden wil dit zeggen dat er andere factoren zijn die de marktwaarde beïnvloeden.

45 De F-waarde van 83,118 met een significantie niveau van 0,00 geeft een indicatie dat de variabelen samen een significant effect hebben op de beurswaarde van de onderneming als wordt gekeken naar de kasstroom uit operationele activiteiten. Dit is overeenkomstig hetgeen is aangetroffen bij de behandeling van hypothese H1 voor REM CFO. Echter blijkt uit tabel 18 dat er geen significante relatie is tussen de beurswaarde en REM CFO tijdens crisisjaren (Dcrisis variabelen). Gezien het verloop van de economische crisis ligt dit in de lijn der verwachting.

Uit de tabel blijkt zowel voor de variabele Dcrisis * CFOpos abn als variabele Dcrisis * CFOneg abn een negatieve Beta. Dit wil zeggen dat het in hoge mate toepassen van REM zal zorgen voor een daling van de beurswaarde. Dit is tegenstrijdig met de Beta in de reguliere situatie. De oorzaak hiervan kan liggen in het feit dat winststuring in crisisjaren negatief wordt opgepakt door investeerders. De Beta van Dcrisis * CFOneg abn heeft hetzelfde teken aans in de niet- crisisjaren. De Beta’s van de overige variabelen in de regressie zijn overeenkomstig hetgeen is uitgewerkt bij tabel 15.

Op basis van bovenstaande wordt hypothese H2 verworpen voor REM variabele CFO. Er bestaat geen significante relatie tussen de beurswaarde en REM CFO gedurende de crisisjaren.

5.4.2 Productiekosten

In deze paragraaf wordt gekeken wat de invloed van REM variabele Prod is op de beurswaarde gedurende de crisisjaren. Om dit te analyseren is eenzelfde regressie opgesteld zoals is opgesteld voor REM CFO. In tabel 19 zijn de regressieresultaten opgenomen waarmee hypothese H2 zal worden beantwoord.

46

Model β Std. Fout t-waarde p-waarde

(Constante) -,614 2,800 -,219 ,827

Dcrisis -,171 ,101 -1,689 ,091*

Dcrisis * PRODpos abn 1,352 ,740 1,826 ,068*

Dcrisis * PRODneg abn -,585 ,649 -,902 ,367

PRODpos abn -,210 ,169 -1,245 ,213 PRODneg abn ,311 ,162 1,920 ,055* ROA ,113 ,127 ,889 ,374 logInkomsten ,326 ,289 1,129 ,259 Leverage -,198 ,108 -1,844 ,065* logTotale bezittingen ,178 ,012 14,426 ,000*** Adjusted R Square ,011 F-waarde 39,457 P-waarde ,000*** * Significant op niveau 0.10 ** Significant op niveau 0.05 *** Significant op niveau 0.01

Tabel 19. Parameters regressie REM Prod (crisisjaren)

Wederom wordt het model gekenmerkt door een lage verklarende waarde met een ‘R Square van ,011 en een ‘Adjusted R Square’ van ,011. Dit wil zeggen dat de onafhankelijke variabelen slechts voor 1,1% een verklaring geven voor de afhankelijke variabele.

Het significantie niveau van ,000 en de F-waarde van 39,457 geven een indicatie dat de variabelen gezamenlijk een significant effect hebben op de beurswaarde van de onderneming voor REM variabele Prod. In tegenstelling tot REM variabele CFO is hier wel sprake van een significante relatie tussen de beurswaarde en REM Prod tijdens crisisjaren. De significante relatie is echter enkel aanwezig bij de positieve variant (Dcrisis * PRODpos abn, p-waarde ,068). Het teken van de Béta is gedurende de crisisjaren positief terwijl dit negatief is als naar de gehele populatie wordt gekeken. Dit wil zeggen dat het positief weergeven van de resultaten gedurende crisisjaren een positief effect heeft op de beurswaarde van de onderneming.

De tekens van de overige Béta’s zijn in overeenstemming met hetgeen we hebben aangetroffen in paragraaf 5.2. Voor de uitwerking van die Béta’s wordt daarom verwezen naar tabel 16 waarin de parameters voor regressie REM Prod zijn te vinden. Eveneens kan worden geconcludeerd dat dezelfde variabelen een significante relatie hebben.

Op basis van tabel 19 wordt hypothese H2 verworpen voor REM variabele Prod. Er is namelijk een significante relatie voor het toepassen van een hoge mate van REM. Conform hypothese H2 zou er gedurende crisisjaren juist minder sprake zijn van REM. Dit zou tevens een

47 negatief effect hebben op de beurswaarde, in deze paragraaf is echter gevonden dat er sprake is van een positief effect. De beurswaarde wordt namelijk hoger. Er is echter wel te zien dat het toepassen van REM gedurende crisisjaren zorgt voor een daling van de beurswaarde (variabele Dcrisis). Dit is te wijten aan de gevolgen van de crisis en zal niet direct te maken hebben met het toepassen van REM. Deze veronderstelling wordt ondersteund door hetgeen hierboven uiteen is gezet.

5.4.3 Overige bedrijfskosten

Als laatste wordt voor hypothese H2 de REM variabele DiscE uitgewerkt gedurende de crisisjaren. Ook hier is gebruik gemaakt van dezelfde meervoudige lineaire regressie die is gebruikt voor REM CFO en Prod. In tabel 20 zijn de regressieresultaten voor REM DiscE opgenomen waarmee hypothese H2 zal worden beantwoord.

Model β Std. Fout t-waarde p-waarde

(Constante) ,004 2,789 ,001 ,999

Dcrisis -,108 ,109 -,995 ,320

Dcrisis * DiscEpos abn ,335 ,576 ,582 ,560

Dcrisis * DiscEneg abn -,323 ,535 -,603 ,547

DiscEpos abn ,070 ,055 1,275 ,202 DiscEneg abn ,047 ,065 ,730 ,465 ROA -,072 ,104 -,698 ,485 logInkomsten ,246 ,287 ,855 ,393 Leverage -,004 ,100 -,038 ,970 logTotale bezittingen ,184 ,011 16,339 ,000*** Adjusted R Square ,010 F-waarde 41,315 P-waarde ,000*** *** Significant op niveau 0.01

Tabel 20. Parameters regressie REM DiscE (crisisjaren)

Zoals ook uit de voorgaande modellen is gebleken is er voor REM variabele DiscE gedurende de crisisjaren een lage verklarende waarde. De ‘Adjusted R Square’ van ,010 geeft aan dat de onafhankelijke variabelen slechts voor 1,1% een verklaring geven voor de afhankelijke variabele in het model.

Met een F-waarde van 41,315 en een significantie van ,000 geeft het model wel aan dat de variabelen gezamenlijk een significant effect hebben op de beurswaarde van de onderneming. Uit het model blijken geen significante relaties tussen de beurswaarde en het toepassen van REM

48 DiscE gedurende crisisjaren. Deze veronderstelling geldt voor zowel de positieve als de negatieve abnormale waarde van REM DiscE. Aangezien er geen significante relaties aangetroffen zijn voor de variabelen Dcrisis, Dcrisis * DiscEpos abn en Dcrisis * DiscEneg abn is geen nadere toelichting van de Béta’s toegevoegd.

Van de controle variabelen treffen we enkel significantie aan voor de variabele logTotale bezittingen (,000). Dit is overeenkomstig hetgeen we hebben aangetroffen bij het onderzoeken van hypothese H1. Voor een nadere toelichting hierop wordt daarom verwezen naar paragraaf 5.3. Op basis van tabel 20 wordt hypothese H2 verworpen voor REM variabele DiscE. Er is in het model geen enkele significantie aangetroffen bij de relevante variabelen (Dcrisis, Dcrisis * DiscEpos abn en Dcrisis * DiscEneg abn). Er bestaat geen significante relatie tussen de beurswaarde en REM DiscE gedurende de crisisjaren.

49