• No results found

Bij de conservering en restauratie van metaal kunnen waslagen om twee verschillende redenen worden aangebracht: om de beschermende werking en om esthetische redenen. De beschermende werking van was is lager dan van een laklaag, maar geeft wel enige

bescherming tegen zuren uit de huid bij aanraking en tegen corrosieve elementen in de omgeving. Het voordeel van het werken met een waslaag is dat het makkelijker is aan te brengen en te verwijderen dan een laklaag. Een waslaag kan ook aangebracht worden om het uiterlijk van een oppervlak te egaliseren bij een vlekkerig patina. Daarnaast kan was opgewreven worden zodat het glanst. Deze glans heeft in tegenstelling tot de glans van veel lakken geen ‘plastic’ uiterlijk. De beschermende werking van een waslaag kan op verschillende manieren verbeterd worden, bijvoorbeeld door een combinatie met een andere afwerklaag of door toevoegingen aan de was, zie Paragraaf 5.1.53

Wassen bestaan in verschillende hardheden en met verschillende smelt- en stollingstemperaturen. Per object of behandeling is het dus mogelijk om de was met de beste eigenschappen te kiezen. Bij sommige wassen, zoals Tecero was, is het mogelijk om de verschillende wassen te mengen, zodat er gebruik gemaakt kan worden van de

voordelen van beide wassen.54

Door het Canadian Conservertion Institute (CCI) wordt aangeraden om met microkristallijnen wassen te werken. Het beste is als de was geen synthetische

componenten zoals polyethyleen bevat, omdat deze moeilijk te verwijderen zijn. Voor de ontwikkeling van microkristallijnen wassen werd er gebruik gemaakt van natuurlijke wassen, zoals bijenwas. Deze bevatten echter zuren en esters en kunnen het metaal op langere termijn aantasten.55

Waslagen kunnen zowel warm als koud worden aangebracht. Bij het koud

aanbrengen wordt de was als een boenwas gebruikt en moet daarvoor verdund worden met een oplosmiddel, bijvoorbeeld terpentine of een Shellsol. Het CCI raad aan gelijke delen was en oplosmiddel te gebruiken. De verdunde was moet gelijkmatig op het metaal oppervlak aangebracht worden met een kwast of doek. Hierna moet het oplosmiddel uitdampen. Bij het warm opbrengen van de was wordt het object verwarmd met een verfafbrander of haarföhn om de was gelijkmatig over het oppervlak te verdelen. Deze methode is niet geschikt voor objecten die uit gecombineerde materialen bestaan, zoals ivoor, hout of leer. Bij beide methodes moet de waslaag binnen elke minuten glanzend worden opgewreven met een pluisvrije doek. Het uitwrijven zorgt voor een minder poreuze en beter beschermende waslaag.56

Een waslaag kan voorkomen dat een object regelmatig moet worden

schoongemaakt en gepoetst. Daarvoor is het echter wel noodzakelijk dat de waslaag ook

53 Canadian Conservation Institute. ‘The Cleaning… Notes 9/3.’ 2 mei 2014. <http://www.cci-

icc.gc.ca/publications/notes/9-3-eng.aspx>; Canadian Conservation Institute. ‘How to… and Medals’ 2 mei 2014. <https://www.cci-icc.gc.ca/caringfor-prendresoindes/articles/439-eng.aspx>; Scott 2002: 383; Otieno-Alego 1998: 309.

54 Deffner & Johann. 01-06-2014. <http://www.deffner-johann.de/tecero-wachs-30222.html> 55 Canadian Conservation Institute. ‘The Cleaning… Notes 9/3.’ 2 mei 2014. <http://www.cci-

icc.gc.ca/publications/notes/9-3-eng.aspx>; Scott 2002: 382.

56 Canadian Conservation Institute. ‘The Cleaning… Notes 9/3.’ 2 mei 2014. <http://www.cci-

icc.gc.ca/publications/notes/9-3-eng.aspx>; Canadian Conservation Institute. ‘How to… and Medals’ 2 mei 2014. <https://www.cci-icc.gc.ca/caringfor-prendresoindes/articles/439-eng.aspx>; National Park Service 1999: 3.

wordt beschermd. Een waslaag is namelijk poreus en stof blijft er gemakkelijk in hangen. Als objecten met een waslaag in een depot terechtkomen, is het belangrijk deze zo stofvrij mogelijk op te slaan. Voor goed behoud van een object moet een waslaag daarom na een paar jaar vervangen worden. Wanneer een waslaag wordt vervangen, wordt bepaald door de restaurator aan de hand van de conditie van de laag en ervaring met de desbetreffende was.57

5.1 Corrosie-inhibitoren in waslagen

Bij de conservering en restauratie van metaal worden er verschillende soorten afwerklagen gebruikt met toevoeging van corrosie-inhibitoren. Deze coatings worden of door de

restaurator zelf samengesteld of er worden commerciële producten gebruikt, waarvan sommige speciaal voor de metaalrestauratie zijn geproduceerd. Corrosie-inhibitoren worden toegevoegd aan lakken, wassen en aan oliën. Verschillende hiervan zijn met positief resultaat getest en worden in de praktijk gebruikt.

Een veel gebruikte lak met daarin BTA is Incralac. In deze lak is BTA toegevoegd als een UV stabilisator en niet als een corrosie-inhibitor. Madsen suggereert echter dat de BTA moleculen ook naar het metaaloppervlak kunnen migreren en daar een verbinding aan gaan met het metaal.58

Hallam (2004, Metal 2001) heeft onderzoek gedaan naar verschillende oliën en wassen voor het beschermen van ijzerhoudende objecten. Hieruit bleek dat wassen met een inhibitor significant beter presteren dan wassen zonder inhibitor. Ook als de poriën van een waslaag met inhibitor zijn gepenetreerd heeft de laag nog een corrosieremmende werking. Ten opzichte van een waslaag zonder inhibitor heeft een waslaag met inhibitor dus het voordeel dat deze actief corrosie remt en niet alleen een barrièrelaag is. Wanneer de waslaag met inhibitor aangetast wordt, ontstaat er putcorrosie op het metaaloppervlak volgens het onderzoek van Hallam. Daarnaast stelt Hallam ook dat de manier van aanbrengen van de waslaag invloed heeft op de corrosieresistentie.59

Het gebruik van corrosie-inhibitoren in waslagen is in de conservering en

restauratie vooral te vinden bij het beschermen van buitenbeelden. Dit komt onder andere naar voren in het onderzoek van Letardi (2004). Scott (2002) schrijft aan de hand van het onderzoek van Beale en Smith (1987) dat de beschermende werking van waslagen met of zonder toevoeging van BTA gelijk is voor buitenbeelden.60 Over gebruik van corrosie- inhibitoren in een waslaag voor koperen en koperlegering objecten in een museale omgeving is weinig literatuur te vinden.

Naar aanleiding van dit onderzoek werd de oplosbaarheid van corrosie-inhibitoren in was in twijfel getrokken. Over dit onderwerp was geen literatuur te vinden. De

oplosbaarheid van inhibitoren in was zal daarom in het onderzoek worden getest. Daarnaast zal er gekeken worden naar het verschil tussen de aantasting van een enkele waslaag en een waslaag met inhibitor, met oog op de putcorrosie die door Hallam (2001) werd gevonden.

57 Canadian Conservation Institute. ‘The Cleaning… Notes 9/3.’ 2 mei 2014. <http://www.cci-

icc.gc.ca/publications/notes/9-3-eng.aspx>; Scott 2002: 383; National Park Service 1999: 3; Otieno- Alego 1998: 309.

58 Scott 2002: 384; Cano, Lafuente 2013: 12. 59 Hallam 2004, Metal 2001: 297,301,302. 60 Scott 2002: 385.

5.1.1 Commerciële producten

In onderzoeken naar het functioneren van verschillende afwerklagen voor de conservering van verschillende metalen komt een aantal commerciële wassen met corrosie-inhibitor naar voren. Twee van deze wassen zijn:

 Soter 201 LC (Letardi 2004)

 DinolTM AV4010 (Hallam 2004, Metal 2001)

Letardi (2004) gebruikt in een onderzoek naar de functionaliteit van coatings voor

buitenbeelden het commercieel verkrijgbare Soter 201 LC. Dit is een mengsel van was, een synthetisch organisch polymeer en BTA. Volgens Letardi wordt deze was veel gebruikt door restauratoren in Italië. De was wordt in het onderzoek enkel getest en in combinatie met een andere afwerklaag. Uit het onderzoek bleek dat de was met inhibitor

gelijkwaardige resultaten gaf als twee microkristallijne wassen, R21 en Tromm TeCe 3534F. Deze drie wassen kwamen als beste uit het onderzoek in vergelijking met andere afwerksystemen.61

Hallam (2004, Metal 2001) heeft onderzoek gedaan naar verschillende coatings op petroleumbasis voor de bescherming van ijzerlegeringen in een museale omgeving. Hierbij werden wasachtige en olieachtige coatings getest om het verouderingsgedrag en de

geschiktheid voor de conserveringspraktijk te onderzoeken. Eén van de wassen, DinolTM AV4010, bevat een corrosie-inhibitor. De Dinol wassen die getest werden, waren zeer prettig in gebruik, ze zijn makkelijk aan te brengen en blijven oplosbaar in organische oplosmiddelen, ook na verhitting. Uit het onderzoek bleek dat de was met inhibitor duidelijk beter presteerde dan de andere coatings.62

5.1.2 Recepten

Naast commerciële mengsels van was met een corrosie-inhibitor zijn er ook recepten voor het mengen van was met een corrosie-inhibitor. Vaak hebben restauratoren eigen recepten en methodes om wassen te mengen. Via het internet en literatuur zijn er twee

samenstellingen van zelf samengestelde wassen gevonden, waarvan bij één het recept voor het mengen van de was werd beschreven.

De eerste was met corrosie-inhibitor is van de U.S. National Park Service. Deze instelling heeft een eigen recept voor het samenstellen van een beschermende waslaag met BTA. Het mengsel bestaat uit drie verschillende wassen (82% Bareco Victory witte

microkristallijnen was; 15% Bareco 2000 polyethylene was; 3% Cosmoloid 80H microkirstallijnen was) met een toevoeging van 3% BTA. Hoe de was met de BTA gemengd moet worden is niet in de literatuur terug te vinden.63

Op de website van U.S. General Service Administration is een handleiding te vinden voor het behandelen van bronzen buitenbeelden met hete was en een tweede laag koud aangebrachte was. In de handleiding staat een recept voor de waslaag beschreven, hierin zit BTA. De was die moet worden gebruikt volgens het recept is een synthetische microkristallijnen was waarin carnaubawas vermengd zit. Als voorbeeld worden Outdoor sulpture Wax (MSC), Sculpture Wax (CCS) en Cosmolloid 80H genoemd. Als mogelijke

61 Letardi 2004: 379, 380.

62 Hallam 2004: 297, 298, 301, 302. 63 Scott 2002: 385.

oplosmiddelen worden benzine, nafta en alles met ‘benzine’ in de naam aangedragen. Om het mengsel te maken moet de was verhit worden totdat het vloeibaar is. Vervolgens moet de BTA (3% m/m) toegevoegd worden. Tijdens het afkoelen van de was moet het

oplosmiddel toegevoegd worden, zodat er een goed smeerbare was ontstaat.64 Argyropoulos (2007) onderzocht of corrosie-inhibitor toevoegingen aan een

commerciële was, Poligen ES 91009, een verbeterde beschermende werking kan geven bij historische ijzerlegeringen. In het onderzoek is gewerkt met inhibitoren die in de industrie veel gebruikt zijn, maar bij conservering van cultureel erfgoed nog niet gebruikt worden: bis-oxazoline, calcium sulfonate, een mix van triazoles en ammonium zout van

tricarboxylic acid. Uit het onderzoek bleek dat de corrosie-inhibitoren de Poligen was geen verbeterde beschermde werking geven. Hetzelfde geldt voor Renaissance was, dat als referentie werd gebruikt. In de conclusie wordt gesteld dat dit de oorzaak zou kunnen zijn van het gecorrodeerde oppervlak waarop ze zijn getest.65

64 U.S. General Service Administration: 09-12-2013. <http://www.gsa.gov/portal/content/112006> 65 Argyropoulos 2007: 10, 14.