• No results found

Controlekwaliteit binnen een accountantskantoor

Wanneer het totale verschil in controlekwaliteit van Big 4 kantoren ten opzichte van non-Big 4 kantoren weggenomen wordt door klanteigenschappen, zou dit betekenen dat een specifieke klant bij een Big 4 kantoor en een non-Big 4 kantoor een controle zou krijgen van

vergelijkbare kwaliteit. Reynolds en Francis (2000) hebben echter ondersteuning kunnen vinden dat de hogere controlekwaliteit niet in zijn geheel verklaard kan worden door eigenschappen van de klant. In de literatuur wordt geconcludeerd dat controles van klanten die door een kantoor als groot worden aangemerkt met grote discretie worden uitgevoerd. Deze discretie heeft een verhoogde controlekwaliteit voor deze klanten tot gevolg. Een controlefout bij een grote klant kan grote gevolgen hebben voor een accountantskantoor en

33

kan leiden tot kostbare rechtszaken. Om die reden geven de accountants meer aandacht aan de voor hun belangrijke klanten (Lys en Watts, 1994). De gedachtegang dat een accountant kan gaan handelen in het voordeel van de klant, daar het behoud van een specifieke grote klant belangrijk is voor een accountantskantoor, verliest het hier dus van de bescherming van de reputatie van het kantoor (Reynolds en Francis, 2000). Hoewel de verhoogde

controlekwaliteit hier voortvloeit uit de discrete handelwijze van de accountant, zou dit ook gezien kunnen worden als een indirect gevolg van de grootte van de klant. Ook deze

bevindingen bieden dus ondersteuning aan de stelling dat verschil in controlekwaliteit mogelijk klanteigenschappen en niet kantooreigenschappen weergeeft.

De klanten die voor een Big 4 kantoor als klein worden aangemerkt en deze extra aandacht niet krijgen, lopen het risico niet van dezelfde controlekwaliteit voorzien te worden. Deze klanten kunnen voor een non-Big 4 kantoor mogelijk worden aangemerkt als een grote klant waardoor zij bij die accountantskantoren juist extra aandacht genieten wat ten goede komt aan de controlekwaliteit (Chen e.a., 2010). Hieruit zou afgeleid kunnen worden dat de controlekwaliteit van kleine klanten van een accountantskantoor lager is dan de kwaliteit van een grote klant van datzelfde kantoor. Deze aanname wordt alleen maar sterker door de bevindingen in het onderzoek van O’Keefe e.a (1994). Zij stellen dat de controlekwaliteit van een accountantskantoor per klant sterk kan verschillen. Ook hier speelt de grote van de klant dus een rol bij de controlekwaliteit dat een accountant levert. Het in paragraaf 3.1 gevonden controlekwaliteitsverschil van Big 4 en non-Big 4 kantoren blijkt dus niet voor iedere klant op te gaan. Aan de hand van deze gegevens kan worden geconcludeerd dat een relatief kleine klant een hogere controlekwaliteit ontvangt bij een non-Big 4 kantoor.

34

4 Conclusie

Een goede kwaliteit van de controles van de financiële verslaggeving van klanten is van essentieel belang om na de boekhoudschandalen uit het verleden, het vertrouwen in de beroepsgroep weer terug te krijgen. Resultaten uit eerdere onderzoeken leverden niet altijd een eenduidige kijk op over wat de relatie tussen de omvang van een accountantskantoor en de controlekwaliteit ervan was. Vaak werd er ook voorbij gegaan aan andere aspecten die van invloed zouden kunnen zijn op de controlekwaliteit. De vraag in hoeverre de omvang van een accountantskantoor invloed heeft op de controlekwaliteit die zij levert stond in dit

literatuuronderzoek centraal. Daarnaast is er een antwoord gezocht op de vraag in hoeverre de verschillen in controlekwaliteit van een Big 4 en een non-Big 4 kantoor verklaard konden worden door het geslacht van de accountant en eigenschappen van de klant. Tot slot is er onderzocht of een accountantskantoor voor al zijn klanten controles levert van vergelijkbare kwaliteit.

De controlekwaliteit bleek afhankelijk te zijn van de mate waarin de accountant in staat is fouten in de verslaggeving op te sporen en deze vervolgens te rapporteren. Wanneer een accountant een fout in de financiële verslaggeving identificeert en deze fout rapporteert, verbetert de kwaliteit van de controle. De kwaliteit van de controle bleek afhankelijk te zijn van de mate van expertise van teamleden, investeringen van een accountantskantoor, de controleaanpak, de reputatie, en de onafhankelijkheid.

Uit de bevindingen van dit literatuuronderzoek kan worden gesteld dat er een positieve relatie bestaat tussen de mate van expertise van werknemers en de controlekwaliteit van een accountantskantoor. Big 4 kantoren beschikken vaak over meer expertise en daarnaast leiden de hoge investeringen in trainingen en educatie van de Big 4 kantoren ertoe dat een

accountantskantoor deze concurrentiepositie kan behouden. Verder is er een positieve relatie waargenomen tussen de reputatie en de controlekwaliteit van een accountantskantoor. Big 4 kantoren koesteren de hoge reputatie die zij hebben door middel van het leveren van controles van hoge kwaliteit. Tot slot is er aangetoond dat een onafhankelijk accountantskantoor een hogere controlekwaliteit levert. De kans dat een geïdentificeerde fout gerapporteerd wordt is bij een onafhankelijk kantoor groter. Een Big 4 accountantskantoor wordt als onafhankelijker beschouwd daar het kantoor een groot klantenpakket heeft en daardoor minder afhankelijk is van een specifieke klant. Uit deze bevindingen kan worden geconcludeerd dat Big 4

accountantskantoren controles leveren van hogere kwaliteit dan non-Big 4 kantoren.

35

controlekwaliteit echter niet significant bevonden. Gebleken is dat hoofdzakelijk de klantgrote de mate van controlekwaliteit bepaald. Grote klanten stellen de financiële verslaggeving nauwkeuriger op wat een positief effect heeft op de uiteindelijke controlekwaliteit. Klanten die in financiële moeilijkheden verkeren brengen daarnaast een verhoogd risico met zich mee dat de gecontroleerde jaarrekening fouten bevat. Dit heeft een nadelig effect op de

controlekwaliteit. Daar het klantenpakket van een Big 4 accountantskantoor over het

algemeen grotere en minder risico volle klanten bevat dan het klantenpakket van een non-Big 4 kantoor kan hieruit worden afgeleid dat (een deel van) de verschillen tussen de geleverde controlekwaliteit van een Big 4 en een non-Big 4 kantoor verklaard kunnen worden door klanteigenschappen.

Ook is uit dit literatuuronderzoek duidelijk geworden dat een accountantskantoor conservatiever handelt wanneer zij een relatief grote klant controleren. Deze conservatievere houding resulteert doorgaans in een hogere controlekwaliteit. Deze bevinding suggereert dat accountantskantoren een hogere controlekwaliteit leveren aan de voor hun grote klanten. Hieruit volgt dat de controles niet voor alle klanten van een kantoor van vergelijkbare kwaliteit zijn.

Tot slot is uit dit onderzoek gebleken dat de controlekwaliteit sterk afhankelijk is van persoonseigenschappen en dat er verschillen bestaan tussen persoonseigenschappen van mannen en vrouwen. Vrouwen nemen over het algemeen minder risico, handelen ethischer en maken beter overwogen beslissingen dan mannen. Daarnaast functioneren vrouwen beter in complexe situaties dan mannen. Deze bevindingen resulteerden in de verwachting dat vrouwen hogere controlekwaliteit leverden dan mannen en dat Big 4 kantoren om die reden relatief meer vrouwen in dienst hadden dan non-Big 4 kantoren. In dit onderzoek is echter geen eenduidig antwoord gevonden op de vraag of de vrouwen hogere controlekwaliteit leveren dan mannen. Er is echter wel een verschil aangetoond in de verdeling van mannen en vrouwen binnen Big 4 en non-Big 4 kantoren. Hierbij is gebleken dat Big 4 kantoren relatief meer vrouwelijke accountants in dienst hebben dan non-Big kantoren. Om te kunnen bepalen of het geslacht van de accountant een rol speelt bij het verklaren van het verschil in

controlekwaliteit van Big 4 en non-Big 4 kantoren zal het precieze effect van het geslacht op de controlekwaliteit verder onderzocht moeten worden.

36

5 Refferentielijst

Ashton, A. (1991). Experience and error frequency knowledge as potential determinants of audit mate van expertise. The Accounting Review, 66 (2). pp. 218-239

Blokdijk, H., Drieenhuizen, F., & Simunic, D.A. (2006). An analysis of corss-sectional differences in Big and non-Big public accounting firms’ audit programs. Auditing: A journal of practice & theory, 25 (1). pp. 27-48.

Boone, J.P., Khurana, I.K., & Raman, K.K. (2010). Do the Big 4 and the Second-tier firms provide audits of similar quality? Journal of Accounting and Public Policy, 29 (4). pp. 330-352.

Breesch, D. en Branson, J. (2009). The Effects of Auditor Gender on Audit Quality. Journal of Accounting Research & Audit Practices, 8 (3/4). pp. 78-107

Carlin, T.M., Finch, N., & Laili, N.H. (2004). Questioning the Big 4 Audit Quality

Assumption: New Evidence from Malaysia. Journal of Audit Practice, 6(2). pp.35-56 Chen, S., Sun, S.Y.T. & Wu, D. (2010). Client Importance, Institutional Improvements, and Audit Quality in China: An Office and Individual Auditor Level Analysis. The Accounting Review,85 (1). pp. 127-158.

Chin, C. en Chi, H. (2008). Gender Differences in Audit Quality. 2008 American Accounting Association annual meeting.

Chung, J. en Monroe, G. (2001) A Research Note on the Effects of Gender and Task

Complexity on an Audit Judgment, Behavioral Research in Accounting, 13. pp. 111– 126.

Colbert, G., en Murray, D. (1999). State Accountancy Regulations, Audit Firm Size, and Auditor Quality: An Empirical Investigation. Journal of Regulatory Economics, 16(3). pp.267-286

DeAngelo, L.E. (1981b). Auditor size and audit quality. Journal of accounting and economics, 3 (3). pp. 183-199.

Former, C.Y. en Tames, B.T.M. (2012). Verschillen in controleaanpak tussen een Big 4 kantoor en een regionaal kantoor. pp. 1-46. Verkregen via

http://dare.uva.nl/document/480801

Francis, J.R (2011). A Framework for Understanding and Researching Audit Quality. A Journal of Practice & Theory, 30 (2). pp. 125-152

Francis, J.R. (2004). What do we know about audit quality? The British Accounting Review, 36. pp.345-368

37

Francis, J.R. en Yu, M.D. (2009). Big 4 office size and audit quality. The accounting review, 84 (5). pp. 1521-1552.

Hardiess, K., Breesch, D. & Branson, J. (2010). Are Female Auditors Still Women? Analyzing the sex differences affecting audit quality. Verkregen via

https://www.researchgate.net/profile/Joel_Branson/publication/228313542_Are_ Female_Auditors_Still_Women_Analyzing_the_Sex_Differences_Affecting_ Audit_Quality/links/0c960527b9a9bba6e0000000.pdf

Heliview Research (2011), marktpositie en Imago Accountant. Verkregen via:

https://www.nba.nl/Documents/Mkb/Marktpositie-en-imago-accountant-heliview.pdf Heuyerjans, T. (2012). Kwaliteitsverschil audit grote en middelgrote accountantskantoren. pp. 1-40. Verkregen via http://dare.uva.nl/document/484515

Holm, C. en Zaman, M. (2012). Regulating audit quality: restoring trust and legitimacy. Accounting forum, 36 (1). pp.51-61.

Hope, O.K en Langli,J.C. (2009). Auditor Independence in a Private Firm and Low Litigation Risk Setting. The Accounting Review, 85 (2). pp 1-56.

https://home.kpmg.com/content/dam/kpmg/pdf/2016/04/Integrated-report-2014-2015.pdf http://pkfwallast.nl/nl/onze-mensen/ http://www.accountancynieuws.nl/actueel/accountancymarkt/top-20-performance- accountantskantoren-pwc-de.86117.lynkx#.U5gS12eKBaR https://www.accountant.nl/globalassets/accountant.nl/blad/2010nr.3/acc_2010_3_cultuur_cult uur_en_nog_eens_cultuur.pdf https://www.accountant.nl/globalassets/accountant.nl/trends-in-accountancy/trends-in- accountancy-2014-2015.pdf https://www.accountant.nl/nieuws/2015/4/britse-vrouwen-beter-in-accountancy-examens-dan- mannen/ https://www.accountant.nl/nieuws/2010/3/ernst--young-meeste-vrouwelijke-partners-kpmg- minste/ https://www.afm.nl/nl-nl/nieuws/2013/juli/accountancynieuws-controledossier https://www.afm.nl/nl-nl/professionals/nieuws/2014/sep/rapport-controles-Big4 http://www.bdo.nl/nl/overbdo/bdo-dat-zijn-wij/feiten-cijfers/paginas/default.aspx http://www.boladviseurs.nl/over-bol/mensen/ http://www.ey.com/Publication/vwLUAssets/Jaarverslag_-_2012 _2013/$FILE/Integrated_Annual_Review_2012_2013.pdf

38 http://www.grantthornton.nl/onze-mensen/?service=assurance&industry=&location=&name= http://www.kpmg.com/NL/nl/Documents/Verslagen-KPMG/Jaarverslag-2012-2013.pdf https://www.nba.nl/Documents/Persberichten/Convenant-afm-nba.pdf http://www.pwc.nl/nl/assets/documents/pwc-jaarbericht-2012-2013.pdf https://www.pwc.nl/nl/assets/documents/pwc-jaarbericht-2014-2015-nl.pdf http://www.wvdb.nl/nl/onze-adviseurs/accountants

Johnson, E., Kharuna, I.K. & Reynolds, J.K. (2010). Audit-Firm Tenure and the Quality of Financial Reports. Contemporary Accounting Research, 19 (4). pp. 637-660

Kaplan, S.E. en Williams, D.D. (2012). The changing relationship between audit firm size and going concern reporting. Accounting, organizations and society, 37. pp. 322-341. Lawrence, A., Minutti-Meza, M. & Zhang, P. (2011). Can Big 4 versus Non-Big 4 Differences in Audit-Quality Proxies Be Attributed to Client Characteristics? The accounting review, 86 (1). pp. 259-286.

Low, K. (2004). The Effects of Industry Specialization on Audit Risk Assessments and Audit- Planning Decisions. The Accounting Review, 79 (1). pp. 201-219.

Lys, T. en Watts, R.L. (1994). Lawsuits against auditors. Journal of Accounting Research. pp. 65-93.

Miltenburg, T. (2004). Vrouwen studeren sneller af dan mannen. Verkregen via:

https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2004/52/vrouwen-studeren-sneller-af-dan-mannen Nagy, A. (2012). Audit partner specialization: the case of Anderson followers. Managerial Auditing Journal, 27(3). pp.251-262.

Onzenoort, C.H. (2010). Als uitval opvalt. Studie-uitval in het hoger beroepsonderwijs. Proefschrift Universiteit van Amsterdam.

O’Keefe, T.B., Simunic, D.A. & Stein, M.T. (1994). The production of Audit Services: Evidence from Major Public Accounting Firm. Journal of Accounting Research, 32 (2). pp. 241-261

Palmrose, Z.V. (1988). An analysis of Auditor litigation and audit service quality. The Accounting Review, 63. pp. 55-73.

Reynolds, J.K.en Francis, J.R. (2000). Does size matter? The influence of large clients on office-level auditor reporting decisions. Journal of Accounting and Economics, 30 (3). pp. 375-400.

Sawan, N. en Hamuda, K. (2014). Do the Big 4 and the Second-tier firms provide audits of similar Independence? Asian Social Science,10 ( 6). pp. 161-175. doi:

39 10.5539/ass.v10n6p161

Sundgren, S. en Svanström (2011). Audit office size, Audit Quality and Audit Pricing: Evidence from small and medium sized entities. Accounting and Business Research, 43(1). pp.31-55.

Venezia, C. C. (2008). Are Female Accountants More Ethical Than Male Accountants: A Comparative Study Between The U.S. And Taiwan, International Business & Economics Research Journal, 7(4). pp. 1–10.

Watts, R.L. en Zimmerman, J.L. (1979). The demand for and supply of accounting theories: the Market for Excuses. The Accounting Review, 54(2). pp. 273-305.

40

Bijlage 1: Uitkomsten AFM controlekwaliteit onderzoek

Bron: https://www.accountant.nl/globalassets/accountant.nl/trends-in-accountancy/trends-in- accountancy-2014-2015.pdf

41

Bijlage 2: Overzicht van de grote en middelgrote accountantskantoren

in Nederland

42