• No results found

Consequenties van het Syrië-beleid voor Rusland, winst of verlies?

In document Het Russische Syrië-beleid. (pagina 41-61)

Hoe de gevolgen van het Syrië-beleid voor Rusland zullen uitpakken, hangt voor een groot deel af van het verdere verloop van de burgeroorlog in het Arabische land. Aangezien een beslissende doorbraak niet binnen afzienbare tijd te verwachten valt, kan Rusland in ieder geval tot dusver zijn belangen in Syrië waarborgen. Wat dat betreft lijkt het Kremlin op korte termijn succes te hebben in zijn beleid.

De strategie van Moskou ten aanzien van Syrië past binnen een bredere beweging van Rusland om zich te laten gelden op het politieke wereldtoneel. Sinds het economisch weer wat beter gaat met het land, beschouwt Rusland zichzelf als een grote mogendheid en wil daarom internationaal een rol vervullen die daarbij past. Kort na de Russisch-Georgische oorlog van 2008 maakte de toenmalige president Dmitri Medvedev vijf nieuwe principes bekend, aan de hand waarvan het toekomstige buitenlandbeleid van Rusland bepaald zou worden.

Volgens deze principes, die ook wel de ‘Medvedev doctrine’ worden genoemd, wil het land ten eerste de internationale wetgeving naleven. Dit is ook in het geval van Syrië een belangrijk thema voor Rusland, dat beweert uitsluitend in overeenstemming met het internationaal recht te handelen, terwijl Moskou het Westen verwijt deze regels aan de laars te lappen. Ten tweede wijst Rusland de dominante positie van de Verenigde Staten in de globale aangelegenheden af.141 De Russen pleiten voor een andere machtsverdeling in de wereld, waarbij meerdere machtscentra, die elkaar in evenwicht houden, naast elkaar kunnen bestaan.142 De huidige situatie, die Medvedev eens als ‘gevaarlijk NAVO-centralisme’ bestempelde, wordt als zeer onwenselijk gezien. Vooral de grote rol van de Verenigde Staten en de NAVO in Europese veiligheidszaken is het Kremlin een doorn in het oog. Rusland laat zich in het Syrië-conflict daarom duidelijk gelden als een tegenpool van het Westen. Het derde grondbeginsel van dit voorstel is het principe dat ‘geen enkel land of internationale organisatie gerechtigd is om zijn eigen veiligheid te verstevigen ten koste van andere landen of organisaties’. Hiermee wordt vooral de NAVO bedoeld, die steeds verder naar de Russische grenzen opschuift. Het vierde principe houdt in dat Rusland vriendschappelijke banden zoekt met andere landen, het vijfde dat het zijn burgers en commerciële belangen in het buitenland (militair) zal verdedigen.143

Vooralsnog lijkt het Russische Syrië-beleid zijn vruchten af te werpen. Ten eerste lijkt een herhaling van een scenario als in Libië voorlopig uitgesloten. Dit is een belangrijk punt voor Moskou. Door verschillende landen wordt wel nagedacht over een ‘no-fly zone’. Een dergelijk vliegverbod zou de Syrische regering verhinderen om vanuit de lucht doelen van de oppositie te bestoken. Turkije is hier een vurig voorstander van en ook binnen de Amerikaanse politiek gaan al langer stemmen op voor

141

New York Times, ‘Russia Claims Its Sphere of Influence in The World’, (31-08-2008)

http://www.nytimes.com/2008/09/01/world/europe/01russia.html, pagina bezocht op 8 oktober 2011.

142

Laurynas Jonavicius, ‘Dmitry Medvedev’s Speech in Evian, Reading between the lines’, Eastern European

Study Center, (2008)

143

Radio Free Europe Radio Liberty, ‘Russia Unveils Proposal For European Security Treaty’, (30-11-2009) http://www.rferl.org/content/Russia_Unveils_Proposal_For_European_Security_Treaty/1891161.html, pagina bezocht op 18 oktober 2011.

42

een vliegverbod voor de Syrische luchtmacht.144 De voorstanders van een no-fly zone, waaronder de Amerikaanse senator John McCain, stellen dat het afsluiten van het Syrische luchtruim een zware klap voor het regime van Basjar al-Assad zou betekenen.

Via de Veiligheidsraad zal Rusland een dergelijke actie echter blokkeren en ook buiten de raad om lijkt er niet veel animo voor te zijn. Martin Dempsey, de hoogste Amerikaanse generaal, heeft aangegeven dat hij niet veel ziet in een vliegverbod voor de Syrische luchtmacht, omdat het een op de grond weinig zou uitmaken. Meer dan negentig procent van de opstandelingen komt volgens hem om door vuurgevechten en artillerie. Bovendien zou Amerikaanse interventie in de lucht op den duur de weg openleggen voor het bestoken van doelen op de grond, waarbij ook veel burgerslachtoffers zouden kunnen vallen. Ook vreest Washington dat het instellen van een no-fly zone wraakacties van de Libanese Hezbollah beweging tegen de Amerikaanse belangen in de regio in de hand zou kunnen werken.145 Zowel de Verenigde Staten als het Verenigd Koninkrijk hebben al aangegeven geen scenario te voorzien waarin zij troepen naar Syrië zullen sturen.146 Militaire interventie tegen Damascus lijkt daarom voorlopig niet reëel, waardoor alle partijen worden gedwongen om na te denken over concessies en onderhandelingen en dat is precies wat Moskou wil.

Rusland ziet een grote rol voor zichzelf weggelegd als het om onderhandelen gaat over het conflict. Samen met de Verenigde Staten is begin dit jaar besloten een internationale conferentie te organiseren, waaraan alle betrokken partijen zouden deelnemen.147 De bedoeling van de conferentie is een overgangsregering te vormen die de goedkeuring kan genieten van beide strijdende partijen. Dit initiatief, dat ook wel ‘Geneve 2’ wordt genoemd, kan in principe rekenen op de steun van de regering van Assad en wordt breed gesteund door de internationale gemeenschap.148 De oppositie heeft echter aangegeven niet deel te willen nemen aan de conferentie zolang Assad nog aan de macht is in Syrië.. Rusland is daar woedend over. Sergej Lavrov zei dat hij “de indruk krijgt dat de Nationale Coalitie en

haar, voornamelijk regionale, sponsoren er alles aan doen om het begin van een diplomatiek proces te blokkeren, waaronder oneerlijke bespeling van de publieke opinie in het Westen, om een interventie te

144

Aljazeera.com, ‘Turkey PM 'will support' Syria no-fly zone’, (10 mei 2013),

http://www.aljazeera.com/news/europe/2013/05/201351076615828.html, pagina bezocht op 10 mei 2013.

145 CSMonitor, ‘A no-fly zone over Syria? Harder to do than in Libya, warns top US general’, (30 april 2013) http://www.csmonitor.com/USA/Politics/monitor_breakfast/2013/0430/A-no-fly-zone-over-Syria-Harder-to-do-than-in-Libya-warns-top-US-general-video, pagina bezocht op 30 april 2013.

146 BBC.co.uk, ‘Obama foresees no US troops in Syria’, (4 mei 2013), http://www.bbc.co.uk/news/world-us-canada-22409372, pagina bezocht op 7 mei 2013. En Guardian.co.uk, ‘British troops to Syria unlikely despite evidence of chemical weapons use - PM’, (26 april 2013),

http://www.guardian.co.uk/politics/2013/apr/26/british-troops-syria-chemical-weapons, pagina bezocht op 26 april 2013.

147

Ria Novosti: ‘Lavrov i Kerri obsudjat podgotovku k mezjdunarodoj konferentsii po Sirii’, (27 mei 2013), http://ria.ru/arab_riot/20130527/939593662.html, pagina bezocht op 27 mei 2013.

148

Telegraph.co.uk, ‘Syria: Bashar al-Assad agrees 'in principle' to head to peace conference’, (24 mei 2013), http://www.telegraph.co.uk/news/worldnews/middleeast/syria/10079607/Syria-Bashar-al-Assad-agrees-in-principle-to-head-to-peace-conference.html, pagina bezocht op 24 mei 2013.

43

bereiken”.149

Daarnaast zijn er nog steeds grote verschillen van mening tussen de Russische en

Amerikaanse regeringen: de Verenigde Staten vinden nog steeds dat Assad geen deel mag uitmaken van een toekomstige regering. Of de onderhandelingen iets op zullen leveren is daarom de vraag.150

Rusland kan zich met het organiseren van een dergelijke conferentie in ieder geval profileren als een diplomatiek zwaargewicht. Zolang het conflict op de grond niet beslist kan worden, is Moskou in de gelegenheid om via onderhandelingen eisen te stellen en mee te beslissen over de toekomst van Syrië. Juist omdat de gewapende strijd nog steeds volledig vast zit, wordt het Westen gedwongen om mee te denken over een onderhandelde oplossing, waarin het in ieder geval gedeeltelijk aan de Russische eisen tegemoet zal moeten komen om enige vooruitgang te boeken. Rusland is in dezen een factor waar het Westen niet omheen kan, waardoor de multipolaire wereld die Dmitri Medvedev met zijn vijf richtlijnen voor het Russische buitenlandbeleid had voorzien, een feit lijkt te zijn in het geval van Syrië.

Zolang de oppositie niet aan de macht komt in Syrië, kan Moskou zijn stempel blijven drukken op het conflict. Tegelijkertijd geeft Rusland in zijn eigen achtertuin een signaal af dat het nog steeds een macht is om rekening mee te houden en dat het niet makkelijk zal zijn voor opstandige deelrepublieken als Tsjetsjenië en voormalige Sovjetstaten om zich aan de invloed van Moskou te onttrekken. Ook niet met westerse steun. Op de korte termijn lijkt Rusland dus te slagen in zijn buitenlandbeleid: Het kan met behulp van zijn veto in de Veiligheidsraad inmenging van westerse landen grotendeels blokkeren en voorlopig zijn belangen in het land beschermen. Ook lijken de politieke en economische banden met de internationale tegenstanders van Assad vooralsnog niet te lijden onder het Syrië-beleid van het Moskou.

De Russische opstelling wordt heftig bekritiseerd vanuit Europa en de Verenigde Staten, maar dat lijkt het Kremlin niet veel te deren. Rusland is gewend om bekritiseerd te worden door het Westen, terwijl de ervaring leert dat de Europese en Amerikaanse politiek ten opzichte van Moskou vooral pragmatisch is. Ook in het geval van het gasconflict met Oekraïne en de korte oorlog met Georgië werd het Russische optreden scherp veroordeeld, maar normaliseerden de betrekkingen zich al snel weer. Dit heeft voor een deel te maken met het feit dat Europa sterk afhankelijk is van Russisch gas. Deze afhankelijkheid is zowel de Europese Unie als de Verenigde Staten een doorn in het oog. Washington bekijkt daarom de mogelijkheid om zelf gas naar Europa te transporteren om de Russische machtspositie enigszins te doorbreken.151 Ook had Brussel veel hoop gevestigd op de winning van schaliegas in Polen, maar deze lijkt problematischer dan op voorhand gedacht.152 Zolang

149 Ria Novosti, ‘Lavrov: oppozitsija delaet vse, chtoby dobit’sja voennoj interventsii’, (30 mei 2013), http://ria.ru/arab_riot/20130530/940293797.html, pagina bezocht op 30 mei 2013.

150

BBC.co.uk, ‘Syria conflict: US says Assad can have no post-war role’, (9 mei 2013), http://www.bbc.co.uk/news/world-middle-east-22465918, pagina bezocht op 9 mei 2013.

151 Russia Today, ‘US Senate bill to make Europe less energy dependent on Russia’, (13 december 2012), http://rt.com/business/usa-russia-gas-independency-948/, pagina bezocht op 10 juni 2013.

152

NOS.nl, ‘Schaliegas: tegenvaller voor Polen’, (9 mei 2013), http://nos.nl/artikel/504824-schaliegas-tegenvaller-voor-polen.html, pagina bezocht op 10 juni 2013.

44

deze afhankelijkheid van Rusland bestaat, zal Europa haar pragmatische koers ten opzichte van Moskou waarschijnlijk vasthouden.

Voor Turkije, een andere grote tegenstander van het regime in Damascus, geldt in grote mate hetzelfde als voor de Europese Unie, aangezien Rusland zijn belangrijkste handelspartner is en het land voor meer dan de helft van zijn energievoorziening afhankelijk is van Russisch gas. Ankara is een groot voorstander van militair ingrijpen in Syrië, maar volgens analisten zullen de Turken nooit ingrijpen zolang Rusland hier tegen is. Aan de ene kant om de economische banden niet te schaden, aan de andere kant vanwege een diepgewortelde angst voor een militaire confrontatie met de Russen.153 Een Turkse overheidsfunctionaris verwoorde de opstelling van zijn regering ten opzichte van Rusland als volgt: “Wij zullen niet ingrijpen tegen de wens van Moskou in […] de Russen kunnen

ons het leven flink zuur maken, daar zijn ze goed in.”154

Ook de Arabische landen lijken, ondanks de meningsverschillen over Syrië, geen directe politieke confrontatie te zoeken met Rusland, zoals bleek bij het onlangs opgerichte Russisch-Arabische Forum. Tijdens de eerste bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken van Rusland en de landen van de Arabische Liga in februari van dit jaar werd naast de meningsverschillen over Syrië, ook vooral benadrukt dat Moskou en de Arabische landen het ook vaak met elkaar eens zijn, zoals in het Israëlisch-Palestijnse conflict.155 Rusland is in dit soort kwesties een te belangrijke partner in de Veiligheidsraad om door een openlijke confrontatie te riskeren.

Of het Syrië-beleid ook op de lange termijn zijn vruchten zal afwerpen voor Rusland, zal zoals gezegd bepaald worden door het verdere verloop van het conflict. Analisten zien voorzien verschillende scenario’s. Glenn E. Robinson stelt in zijn artikel ‘Syria’s Long Civil War’ bijvoorbeeld vier mogelijke uitkomsten van de burgeroorlog voor: 1. Assad wint, 2. de oppositie wint, 3. patstelling zonder einde, 4. patstelling met een onderhandelde vrede.156 Al deze mogelijke scenario’s zullen een andere impact hebben op de Russische belangen in het land.

Als Assad wint, weet Rusland zich verzekerd van een trouwe bondgenoot in het Midden-Oosten. Tegelijkertijd zou Moskou door zijn onbuigzame houding een duidelijk signaal afgeven aan het Westen dat het een politieke factor van belang is en dat het in staat is om zijn bondgenoten te beschermen. Als het regime van Assad zich weet te handhaven, zou dit een belangrijke strategische en

153

Sinds de 1568 en 1917 hebben Rusland en het toenmalige Ottomaanse rijk zeventien keer tegenover elkaar gestaan in een militaire confrontatie. Dit heeft voor de Turken grote territoriale verliezen geleid. De Russen hebben bijvoorbeeld de Balkan op de Turken heroverd en andere islamitische gebieden, zoals de Krim, van moslims gezuiverd door deze te vermoorden, dan wel naar Turkije te verbannen. The Atlantic, ‘Turkey Fears Russia Too Much to Intervene in Syria’, (6 mei 2013),

http://www.theatlantic.com/international/archive/2013/05/turkey-fears-russia-too-much-to-intervene-in-syria/275571/, pagina bezocht op 13 juni 2013.

154

Idem.

155 RUVR.ru, ‘Forum reveals good relations between Russia, Arab League, (22 februari 2013),

http://english.ruvr.ru/2013_02_22/Forum-reveals-good-relations-between-Russia-Arab-League/, pagina bezocht op 10 juni 2013.

45

politieke overwinning zijn voor het Kremlin, die een einde zou maken aan de door het Westen geleide serie van ‘regime-change’ in pro-Russische landen.

Als de opstandelingen winnen, zal dit een grote klap betekenen voor de Russische belangen in Syrië. Rusland heeft zich altijd openlijk verzet tegen de oppositie en erkent haar, anders dan het Westen en de Arabische wereld, niet als legitieme vertegenwoordiger van het Syrische volk. De relatie tussen Moskou en de opstandelingen is slecht en dat zal hoogstwaarschijnlijk nadelige gevolgen hebben voor de eventuele relatie met een nieuwe regering onder leiding van de laatstgenoemden. In dit scenario zou Rusland de havenfaciliteit in Tartus kwijt kunnen raken, waarmee het zijn enige bijvulpunt in de Middellandse Zee zou verliezen. Dit zou de mobiliteit van de Russische vloot kunnen beperken omdat deze dan meer afhankelijk wordt van diensten van havens die in minder pro-Russische landen gelegen zijn.

Ook zal Syrië als afzetmarkt van Russische goederen en diensten niet meer zijn wat het geweest is. Zo zouden handelscontracten kunnen worden opgezegd in bijvoorbeeld de energiesector, de aanleg van infrastructuur en de wapenhandel. Dit zou een miljardenstrop kunnen betekenen voor de Russische schatkist. Daarnaast bestaat er in Rusland de angst voor chaos en sektarisch geweld in een Syrië zonder Assad, hetgeen een negatieve invloed zou kunnen hebben op de stabiliteit van de overwegend islamitische zuidelijke deelrepublieken en de Centraal-Aziatische staten.157 Ook westerse analisten onderschrijven dat de kans groot op sektarisch geweld groot is als Assad wordt verslagen.158 Zij voorzien naast vergeldingsacties tegen de alevitische en sjiitische minderheden ook de uittocht van honderdduizenden Syrische christenen, die een belangrijke rol spelen in de economische structuur van het land.159

Deze beide scenario’s lijken voorlopig echter niet aan de orde. Een jaar geleden gingen zowel analisten als veiligheidsdiensten er over het algemeen vanuit dat Assad aan de verliezende hand was. De Duitse inlichtingendienst BND voorzag bijvoorbeeld een jaar geleden dat de nederlaag van Assad ergens in het begin van 2013 een feit zou zijn. Inmiddels heeft de BND deze verwachting volledig bijgesteld en ziet dat Assad langzaam maar zeker aan een opmars bezig is.160 Aan de andere kant heeft de Europese Unie besloten om het wapenembargo tegen Syrië niet te verlengen, waardoor individuele lidstaten nu de rebellen kunnen bewapenen.161 Beide partijen hebben nog geloof in de overwinning en zullen voorlopig niet opgeven. De scenario’s met een patstelling lijken daarom aannemelijker.

157 Russia Today, ‘Putin: Non-stop civil war if Assad ousted’, (23 juli 2012), http://rt.com/politics/putin-nonstop-civil-assad-869/, pagina bezocht op 20 maart 2013.

158 Jeremy M. Sharp en Christopher M. Blanchard, ‘Armed Conflict in Syria: U.S. and International Response’, p. 5-6.

159

Glenn E. Robinson, ‘Syria’s Long Civil War’.

160

Spiegel.de, ‘Bürgerkrieg in Syrien: BND prognostiziert Vormarsch der Assad-Armee’, (22 mei 2013), http://www.spiegel.de/politik/ausland/syrien-bnd-rechnet-mit-offensive-der-assad-truppen-im-buergerkrieg-a-901132.html, pagina bezocht op 25 mei 2013).

161

NOS, ‘Moskou dreigt: raketten naar Syrië’, (28 mei 2013), http://nos.nl/artikel/511599-moskou-kans-op-vrede-syrie-kleiner.html, pagina bezocht op 28 mei 2013.

46

Voor zowel Rusland als de andere betrokken partijen is de huidige situatie tussen de strijdende partijen in Syrië, een patstelling waarvan het einde nog niet in zicht is, zeer onwenselijk. In dat opzicht zijn zij het al sinds het begin van de burgeroorlog eens. Wat de oplossing betreft staan zij echter lijnrecht tegenover elkaar. Het Westen beschuldigt Rusland ervan het lijden van de Syrische burgerbevolking te rekken door Assad te steunen, terwijl Moskou op zijn beurt het Westen van het zelfde beschuldigt door wapens te leveren aan de oppositie.

Voor Rusland zou een onderhandelde vrede een goede uitkomst zijn. Hier stuurt het dan ook voortdurend op aan. Als de regering en de oppositie in welke vorm dan ook tot een compromis komen, zal een nieuwe Syrische overheid niet uit puur anti-Russische elementen bestaan, omdat ook leden van het oude, pro-Russische bewind deel zullen nemen aan een nieuwe regering. Een mogelijk voorbeeld voor een dergelijk Syrië is het model van de staatsinrichting van Libanon, waarin alle etnische en religieuze groeperingen een gelijk deel aan invloed en zeggenschap hebben. Voor Rusland zou dat betekenen dat het zijn economische activiteiten met de alevitische en christelijke delen van de bevolking kan voortzetten en wellicht ook toegang kan behouden tot de haven in Tartus, die aan de kuststrook met uitgesproken voorstanders van Assad gelegen is.

Tevens zou het Kremlin door met succes te hameren op een diplomatieke oplossing kunnen laten zien dat het in staat is een goed alternatief te bieden voor militair ingrijpen en westerse inmenging. Een onderhandelde vrede is voorlopig misschien wel het meest reële scenario, omdat de internationale druk op beide partijen om te onderhandelen hoog is en de burgeroorlog aan steeds meer mensen het leven kost. Aan de andere kant zijn de verschillen van mening erg groot en is geen van beide kanten geneigd tot concessies. De tijd zal leren in welke kant de Syrische burgeroorlog zich zal ontwikkelen. Rusland dringt aan op een diplomatieke oplossing, die gezien de complete patstelling de enige plausibele oplossing lijkt.

47 Conclusie.

De vraag of het huidige Syrië-beleid Moskou politieke winst oplevert, of juist de Russische belangen in Syrië en het Midden-Oosten in gevaar brengt, heb ik in deze masterscriptie als volgt beantwoord: Het Russische Syrië-beleid wordt vanaf het begin van de Syrische opstand gekenmerkt door een zeker wantrouwen ten opzichte van de oppositiebewegingen en de westerse landen. Moskou zet zich in voor

In document Het Russische Syrië-beleid. (pagina 41-61)