• No results found

Consequente en correcte definitie

6. Discussiestadia

X

7. Regels voor kritische discussie

X

vervelende gevolg.’ (pp.205) lijkt nog het meeste op een incorrecte beschrijving van post

hoc ergo propter hoc (er wordt uitgegaan van een oorzaak-gevolg relatie tussen A en B

omdat A voor B plaatsvindt). In het voorbeeld: ‘Het was veel te onrustig in het lokaal, daardoor zal ik wel weer een onvoldoende voor Frans gehaald hebben’ is er sprake van een deugdelijk causaal verband, dit is dus een incorrect voorbeeld.

- Verkeerde vergelijking, in pragma-dialectische termen verkeerde analogie. De definitie en het voorbeeld zijn correct.

- Vals autoriteitsargument waarmee de ad verecundiam wordt bedoeld. Het is opvallend dat deze drogreden in Nieuw Nederlands ‘beroep op autoriteit’ werd genoemd en hier ‘vals autoriteitsargument’. Het voorbeeld is correct.

- Overhaaste generalisatie of ook wel de secundium quid. De definite is correct, alhoewel ik het voorbeeld ‘Freddy heeft weer een onvoldoende gehaald. Die Valken zijn ook geen studiehoofden.’ (pp. 205) een beetje dubieus vind, je moet er maar vanuit gaan dat Valk Freddy’s achternaam is.

- Cirkelredenering of ook wel petitio principii. De definite hier is hetzelfde als in Nieuw

Nederlands. Het voorbeeld is correct.

Ik zal hieronder de drogredenen die vallen onder argumentatietrucs beschrijven. De drogredenen welke onder deze categorie vallen worden in het boek beschreven als ‘grappige trucs’ waardoor je het publiek en de jury voor je weet te winnen. In een inhoudelijke discussie of een degelijk betoog is hier geen plaats voor (pp. 206).

- De persoonlijke aanval. De term ad hominem wordt niet genoemd, ook de definitie ‘De spreker of schrijver gaat niet in op het argument zelf, maar op degene die het argument geeft.’ (pp. 206) is vrij beknopt. Het voorbeeld ‘Ja, maar jij bent ook altijd zo’n zeur.’ (pp. 206) is een abusive ad hominem.

- Ontduiken van de bewijslast, in de definitie komt zowel ontduiken van de bewijslast 1 als 2 aan bod. Het voorbeeld ‘Ik mag thuiskomen wanneer ik wil. Moet ik daar nog een reden voor geven?’ (pp. 206) is een geval van ontduiken van de bewijslast 2.

- Vertekenen van een standpunt of ook wel de stroman. De definitie is uitgebreid beschreven en ook het voorbeeld is correct.

- Bespelen van het publiek, de beschrijving geeft aan dat hier Ad Populum 2 wordt bedoeld. Er is geen voorbeeld.

Ook in deze methode wordt er apart aandacht besteed aan argumentatieschema’s. De basisbegrippen ‘argumenten’, ‘standpunt’ en ‘weerlegging’ worden uitgebreid behandeld in een afzonderlijk hoofdstuk.

3.1.3 Analyse van Op Niveau

Drogredenen worden als volgt gedefinieerd: ‘Foute argumentaties heten drogredenen’ (pp. 347). Deze definitie is bijna exact hetzelfde als de definitie van Nieuw Nederlands en is dus wederom te beknopt.

Tabel 5 Checklist Op Niveau - Ingevulde waarden bij de acht punten

Er is alleen passief oefenmateriaal aanwezig, zie bijlage 3. Dit oefenmateriaal staat niet overzichtelijk bij elkaar maar is in opgaven met verschillende onderwerpen verwerkt. Zo telt een opgave bijvoorbeeld vijf vragen waarvan een drogredenen betreft. Noch de discussiestadia noch de regels voor kritische discussie worden genoemd. Ten slotte

worden er wederom slechts 12 drogredenen genoemd. In het boek staat vermeld dat dit de meest voorkomende drogredenen zijn. Het zijn dezelfde drogredenen als in Nieuw

Nederlands, behalve het ‘jij ook-argument. In plaats daarvan zijn de twee varianten van het

ontduiken van de bewijslast hier beide beschreven. Er is bij elke drogreden een voorbeeld gegeven, maar geen uitleg of definitie. Alle voorbeelden zijn correct en duidelijk, slechts in bijzondere gevallen zal ik deze nog nader toelichten. De dikgedrukte woorden geven aan hoe de drogredenen in het boek genoemd worden:

- Overhaaste generalisatie, of ook wel secundium quid.

Op Niveau Ja Nee

1. Passief oefenmateriaal

X

2. Actief oefenmateriaal

X

3. Duidelijk taalgebruik

X

4. Voorbeelden

X

5. Consequente en correcte definitie

X

6. Discussiestadia

X

7. Regels voor kritische discussie

X

- Onterecht beroep op autoriteit. De Ad Verecundiam heeft er nog een nieuwe benaming bij, na beroep op autoriteit bij Nieuw Nederlands en vals autoriteitsargument bij Talent. - Verkeerde (valse) vergelijking of ook wel verkeerde analogie.

- Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie. Het voorbeeld ‘Geweld onder jonge kinderen neemt snel toe. Dat komt door de gewelddadige games op computers.’ (pp. 347) is wederom een geval van post hoc ergo propter hoc.

- Cirkelredenering, hetzelfde als de petitio principii.

- Ontduiken van bewijslast, de tweede variant van het ontduiken van de bewijslast. - Vertekenen van een standpunt (iemand woorden in de mond leggen), beter bekend als

de stroman.

- Persoonlijke aanval (op de man spelen), het voorbeeld dat hierbij wordt gegeven is ‘Wat weet jij nou van gezondheid en sport? Je bent zelf veel te dik.’ (pp.347). Dit lijkt mij een tu quoque.

- Bespelen van het publiek (voorkomen van een afwijkende mening): aan het voorbeeld valt af te leiden dat hier wederom ad populum 2 mee wordt bedoeld.

- Verschuiven van de bewijslast, het voorbeeld ‘Bewijst u dan zelf maar dat u niet door het rode licht reed!’ (pp.347) is ontduiken van de bewijslast 1.

- Stok achter de deur, in pragma-dialectische termen de ad baculum-drogreden. Het is opvallend dat het voorbeeld hierbij positief is. ‘Als je bij je volgende rapport een 7,5 gemiddeld staat, krijg je een nieuwe fiets.’ (pp.347). Dit voorbeeld is in termen van de pragma-dialectiek een deugdelijk pragmatisch argument.

- Beroep op traditie, deze voor mij onbekende drogreden werd in Nieuw Nederlands ook aangehaald.

Op Niveau heeft wel een afzonderlijk hoofdstuk (73) waarin argumentatieschema’s worden

3.2 Advies tot aanvulling

Uit de analyses is gebleken dat er veel overlap tussen de verschillende methodes is, zeker tussen Nieuw Nederlands en Op Niveau. Ik heb er dus voor gekozen één gezamenlijk advies uit te brengen. In dit advies heb ik wel de aandacht voor de onderscheidende of

afwijkende kenmerken van de afzonderlijke methodes.

De algehele indruk is dat elke methode onvolledig is als je door een pragma- dialectische bril kijkt. Ten eerste, de definitie van wat drogredenen zijn blijft bij elke

methode zeer beknopt en daardoor onduidelijk. De discussiestadia en regels voor kritische discussie worden consequent achterwege gelaten. Er is weinig mogelijkheid om de

theoretische kennis in praktische voorbeelden te oefenen, de kans dat vaardigheden worden opgedaan is daarom klein. De drogredenen zijn niet allemaal aanwezig, degenen die wel aanwezig zijn hebben vaak incorrecte definities en soms ook incorrecte

voorbeelden. Het is daarnaast onduidelijk waarop de keuze voor de desbetreffende

drogredenen berust. In sommige methoden staat vermeld dat dit de ‘meest gebruikte’ zijn maar de bron daarvoor is onduidelijk. Er is in elke methode voor gekozen om in plaats van de Griekse termen een vertaalde Nederlandse variant aan te houden. Dat zou geen probleem hoeven te zijn, maar de vertaling is in elke methode weer net even anders.

Samenvattend, de methoden voldoen aan geen van de drie speerpunten welke ik eerder heb besproken als basis voor mijn checklist. Er wordt geen tot weinig aandacht besteed aan de praktische bruikbaarheid (speerpunt 1) van de kennis over drogredenen. Ik ben me ervan bewust dat ik geen autoriteit ben op het gebied van de vormgeving van oefenmaterialen. In vervolgonderzoek kan worden gekeken naar welke oefeningen goed of minder goed zijn, en hoe ze optimaal moeten worden vormgegeven.

Wat betreft de speerpunten 2 en 3: de definities zijn onduidelijk en niet consequent hetzelfde, en de methoden zijn allemaal onvolledig. Aangezien mijn checklist al deze problemen oplost zal ik mijn advies baseren op de punten die daarin zijn weergegeven:

Punt 1 is passief oefenmateriaal: zoals ik al beschreven heb in de paragraaf over